NOEME WILLEM
VISSER Wie en Waarom

LITURGIE &CETERA Thema's
 Kerkelijk Jaar
Hoofddienst  Getijden Devotie Uitingsvormen 

Liturgie

LITURGIEK
Liturgiek TVG

Liturgiegeschiedenis

Joods

Vroeg Christelijk

Oosters Orthodox

Westers Katholiek

Protestants

HYMNOLOGIE

Geschiedenis van de Hymnodie

Oud Joodse Hymnodie
Vroeg Christelijke Hymnodie
Griekse Hymnodie tot 900AD
Latijnse Hymnodie
Lutherse Hymnodie
Calvinistische (Franse) Psalmodie
Nederlandse Gemeentezang
na de Reformatie

Engelse Hymnodie

Muziekgeschiedenis


Kunstgeschiedenis

Prehistorie, Oudheid en Vroege Middeleeuwen
Middeleeuwen
Renaissance
Barok en Rococo
Negentiende Eeuw
Twintigste Eeuw



Psalm 110

Psalm 110 in de Joodse traditie

Psalm 110 is een Joodse k(r)oningspsalm die de relatie van de Eeuwige met het huis van David benadrukt. Andere psalmen over het koningschap van God zijn bijvoorbeeld Psalm 20, 72 en 89

De Ibn Ezra (bekend Middeleeuws commentaar) legt uit dat men de stijl van een psalm moet begrijpen om de contekst te waarderen. Hoewel veel Psalmen aan David wordne toegeschreven, is niet elke aan hem toegeschreven psalm door hem geschreven. Hij had blijkbaar een groep zangers/psalmisten die ook psalmen voor hem schreven (van David is dan uit de groep van David).

De clue is hier de openingszin "VOOR David, een lied", dat geeft aan dat deze Psalm een ode aan David is.

De Ibn Ezra levert twee mogelijke verklaringen:
1) De psalmist prijst David door hem te vergelijken met Malki-Tzedek uit het verhaal van Abraham.

2) De psalmist prijst David omdat hij een rechtvaardig koning is (letterlijke vertaling van Malki-Tzedek), die God net zozeer toegewijd is als de priesters in de Tempel.

De Structuur van Psalm 110

In Ps 110 is een concentrische 'Menorah' structuur te herkennen die cirkelt om Gods eed aan de Davidische koning:
A v.1 De Heer installeert de koning
B v. 2 Hij wordt uitgezonden om te overwinnen
C v. 3 De dag van de macht
D v. 4 De Heer zweert een eed
C1 v. 5 De dag van de toorn
B1 v. 6 Hij gaat en overwint
A1 v. 7 De koning bewijst zich als koning

Behalve de centrale plaats van Gods eed in de psalm om dit gegeven te benadrukken, kunnen we ook andere verbindingen ontdekken, zoals de antonymen“voeten” in v.1 en “hoofd” in v.7, en de synonyme relatie tussen de “vijanden,” “naties,” en “landen” in de versen 2 en 6. Ten slotte is er nog een conceptuele band tussen de “dag van macht” in vers 3 en de “dag van de toorn” in vers 5.

Psalm 110 in de Christelijke Eredienst

Christus in de Psalmen: Psalm 110:1-5,7
Psalm 110 wordt in de westerse traditie onder andere gebruikt voor het zondagavondgebed. Jezus interpreteerde de psalm in Matteus 22:41-46 als een profetie van Koning David aangaande de komende Messias, en dat is de interpretatie die in de getijden gevolgd wordt; zie ook: 25 Want hij moet koning zijn totdat ‘God alle vijanden aan zijn voeten heeft gelegd’. (1 Corinthians 15:25). De psalm begint

De HEER spreekt tot mijn heer:
‘Neem plaats aan mijn rechterhand,
ik maak van je vijanden
een bank voor je voeten.’

Stel je David voor die spreekt: als hij spreekt over mijn Heer verwijst hij naar de Messias, naar Christus, en profeteert hij Christus' overwinning over zijn vijanden, over de zonde en de dood. Rechts was de erezijde en de zijde van het gezag. Als vijandige koningen verslagen werden werden ze soms gedwongen te knielen terwijl de overwinnende koning zijn voet op hun nek plantte als teken van zijn volledige overwinning. Paulus haalt deze frase aan met betrekking tot Christus' overwinning op de dood. (1 Corinthiers 15:25-27).

2 Uit Sion reikt de HEER u
de scepter van de macht

De Here God zal de Messias de scepter van de macht aanreiken. In andere woorden, de Heer zal zijn goddelijk gezag en zijn goddelijke macht uitoefenen door de Messias. Sion is een andere naam voor Jeruzalem, de Heilige Stad.

u zult heersen over uw vijanden.

De Messias krijgt de opdracht om zijn gezag uit te oefenen over alle volken als Gods vertegenwoordiger.

3 Uw volk staat klaar op de dag dat u ten strijde trekt.
Op de heilige bergen, uit de schoot van de dageraad,
komt tot u de dauw van uw jeugd

De Messias krijgt koninklijke waardigheid en erkenning vanaf zijn geboorte

4 De HEER heeft gezworen, en komt op zijn eed niet terug:
‘Je bent priester voor eeuwig,
zoals ook Melchisedek was.

Dit profetische orakel geeft de Messias het priesterschap. Melchizedek was een mysterieus figuur, beschreven in Genesis 14:18 als koning van Salem (mogelijk een vroegere naam voor Jerusalem) en `een priester van de Allerhoogste God'. Hij zegende Abram en Abram gaf hem een tiende van alles wat hij bezat. Psalm 110 neemt Melchizedek als een voorloper van de Messias, die, net als Melchizedek, bekleed is met gezag, niet door een aardse macht, maar door God zelf. De Kerk leest dit vers als een profetie van Christus' priesterschap. De relatie met het priesterschap van Melchizedek wordt uitgewerkt in Hebreeën 7.

5 De Heer aan uw rechterhand
verplettert koningen op de dag van zijn toorn.

Dit vers schijn gericht te zijn tot God, en spreekt over de overwinning die de Messias zal hebben over al zijn vijanden. De koningen der aarde zullen geoordeeld wordend door Christus.


7 Hij drinkt onderweg uit de beek
en dan heft hij zijn hoofd.

Gedurende de kronings ceremonie dronk de koning wellicht water uit de beek, bijvoorbeeld uit de bron Gihon in Jeruzalem, die genoemd wordt in verband met de zalving van Koning Solomon, (1 Koningen 1:33--45), om bekleed te worden met leven en macht. De Messias zal vervuld zijn met de Geest, het water van het eeuwige leven, en zal daarom overwinnen. Het hoofd opheffen is een metafoor voor overwinning.
De verschillende manieren waarop deze psalm gebeden kan worden met betrekking tot Christus worden aangegeven door de antifonen die gebruikt worden in de getijden.