Joachim Neander

(1650-??)


Bij de Lutherse gezangschrijvers kunnen we een Calvinist voegen, Joachim Neander, geboren in Bremen in 1650. Na een veelbewogen leven als student, onderging hij bekering en betering. Hij werd leraar en verliet later dit leven voor een leven van eenzame meditatie. Er is een naar hem genoemde grot in de buurt van Mettman-am-Rhein, die hij misschien gebruikte als kluis, tot zijn dood op dertigjarige leeftijd. Hij wordt gezien als de belangrijkste Calvinistische dichter in Duitsland. Een aantal van zijn liederen zijn bekend in het buitenland. In Nederland vinden we in het Liedboek voor de kerken: Gez 323 en 434. Dit laatste gezang, (Lobe den Herren, den maechtigen Koenig der Ehren!), is gebaseerd op de psalmen Psalms 150 en 103:1-6.

Neander heette oorspronkelijk Neumann (New man). Maar zoals veel anderen in zijn tijd (zoals Martin Luther's collega Philip Schwartzerd, wiens naam betekent "zwarte aarde," en die deze veranderde in "Melanchthon," wat hetzelfde betekent in het Grieks, nam hij een Griekse naam aan met dezelfde betekenis (Ne- = "nieuw" en Ander = "mens" vgl android, polyandry, andrologie," etc. Toen Joachim Neander in een grot bij een rivier ging wonen werd deze naar hem genoemd de Neander Rivier, en het dal Neanderthalnder Dale. Daar werden de resten gevonden van vroege Europese mensen, de Neanderthalers.