Liedcontext E Muziek Reformatie

Zingen in de Reformatie: Luther en de kerkzang gezang

In tegenstelling tot Calvijn, zag Luther muziek, zowel vocaal als instrumentaal,  als een uitstekend middel om God te loven en om geloofsbeleving te verdiepen. De liederen die door Luther zelf en door mensen in zijn directe omgeving gemaakt waren, werden ook in het Nederlands vertaald en verspreidden zich door het land, soms via duistere wegen. Er werden ook psalmberijmingen gemaakt op de nieuwe lutherse melodieën, onder andere door Jan Utenhove en Willem van Haecht. Een heel speciale plek neemt het Woerdische Sangboeck uit 1589 in (1647 editie van het Woerdische Sangboeck) (1647 editie in leesbaarder vorm). Dit boek werd samengesteld door de uit Oost-Friesland afkomstige en in Woerden werkzame predikant Johannes Ligarius (voor meer over Ligarius, klok hier). Het bevat berijmingen van alle psalmen en vertalingen van vrijwel alle lutherse liederen. Het werd gebruikt tot 1745.

In Wittenberg zelf werden uitgaven verzorgd van meerstemmige zettingen van lutherse liederen. Saskische componisten als Johann Walther en Georg Rhau stonden daarbij op de voorgrond, maar ook componisten uit katholieke streken (bijv. Ludwig Senfl) en uit Vlaanderen (bijv. Arnold de Bruck) leverden hun bijdragen. Deze zettingen waren in de Nederlanden bekend. Het voorwoord dat Luther schreef bij de eerste uitgave van de meerstemmige zettingen van Johann Walther, is zelfs in vertaling overgenomen in het Woerdische Sangboeck.

Zingen in de Reformatie: Calvijn en de kerkzang

Zingen in de Nederlanden na de Reformatie;

-Souterliedekens: Souterliedekens 1540 (20e eeuwse editie: Souterliedekens. Uitgegeven door Elizabeth Mincoff-Marriage. Martinus Nijhoff, Den Haag 1922)

-Vanaf de organisatie van de Nederduytsch Gereformeerde Kerk (Emden 1571, voorbereid op het convent van Wesel, 1568): Berijming van Datheen.