NOEME WILLEM
VISSER Wie en Waarom

LITURGIE &CETERA Thema's
 Kerkelijk Jaar
Hoofddienst  Getijden Devotie Uitingsvormen 

Liturgie

LITURGIEK
Liturgiek TVG

Liturgiegeschiedenis

Joods

Vroeg Christelijk

Oosters Orthodox

Westers Katholiek

Protestants

HYMNOLOGIE

Geschiedenis van de Hymnodie

Oud Joodse Hymnodie
Vroeg Christelijke Hymnodie
Griekse Hymnodie tot 900AD
Latijnse Hymnodie
Lutherse Hymnodie
Calvinistische (Franse) Psalmodie
Nederlandse Gemeentezang
na de Reformatie

Engelse Hymnodie

Muziekgeschiedenis


Kunstgeschiedenis

Prehistorie, Oudheid en Vroege Middeleeuwen
Middeleeuwen
Renaissance
Barok en Rococo
Negentiende Eeuw
Twintigste Eeuw




Oorkonde A.D.1094


RIJKSARCHIEF UTRECHT, archief van het kapittel van St-Jan nr. 307.
In naam van de heilige en ongedeelde drieëenheid en van de roemrijke moeder Gods Maria, altijd maagd, en van de heilige Johannes, doper en voorloper van de Heer en van alle heiligen.

Het zij alle getrouwen van Christus nu en in de toekomst bekend, dat ik, Koenraad, bisschop van de Utrechtse zetel, om wille van mijn zieleheil aan de heilige Johannes en zijn kanunniken te Utrecht de kerk van Schoorl met vier afhankelijke kapellen heb afgestaan en tot een altijddurend bezit heb overgedragen, opdat zij de vruchten daarvan aanwenden voor het noodzakelijk gebruik van gewaden.
Van deze vier kapellen ligt er een, namelijk Bergen, dichtbij de moederkerk, de drie andere, de Sudrekercha, de Bernardeskercha en de Aldenkercha zijn gelegen aan de overzijde van de Reker in de nederzetting Scorlewalth.
Ik heb deze kerk afgestaan aan hen geheel en al vrij van circatus, van cijns en van elke bisschoppelijke heffing die zij voorheen betaalde; slechts aan de aartdiakaken dient ter ere van God en ten behoeve van de uitoefening van de synodale rechtsspraak diens heffing te worden betaald. En opdat de gezaghebbendheid van deze overdracht door mij duurzaam en ongeschonden blijve, heb ik opdracht gegeven deze oorkonde op te stellen en met de afdruk van mijn zegel te bekrachtigen.
Indien echter iemand ooit zal pogen deze kerk van genoemde broeders te vervreemden dan wel iets af te doen van datgene wat ik heb afgestaan, dan ruste de toorn van God Almachtig op hem en moge zo iemand haat en vervloeking waardig, vreugde noch voordeel aan zijn handelswijze beleven.

Als betrouwbare getuigen waren hierbij aanwezig: geestelijken: Godeboldus proost, Liutbertus Proost, Engelbertus proost, Lambertus proost, Tietbertus, Poppo, Rodolfus; leken: Wilhelmus voogd, Gerardus graaf van Mainz, Wichardus graaf Gisebertus en diens broer Albero, en vele anderen.

Dit is gedaan in het jaar van de vleeswording van de Heer 1094, 2e indicti, tijdens de regering van Keizer Hendrik de vierde, in het 38e jaar van diens koningschap, het tiende van diens keizerschap, het 18e van het episcopaat van heer Koenraad.