Symbolen en rituelen in dienstboek 2

papier bij de workshop

SYMBOOL
Een symbool is een voorwerp, uitdrukking of handeling dat (die) naar iets of iemand verwijst, en dat andere soms ook tegenwoordig stelt (symbolen in engere zin).
In het dagelijkse leven komen we veel symbolen tegen. Denk maar aan foto's aan de muur van kinderen of kleinkinderen, of je ouders' trouwringen.
Mensen gebruiken symbolen niet zo zeer om iets duidelijk te maken zoals met logo's of tekens, deze worden praktisch gebruikt om iets te zeggen, zijn herkenbaar en hebben een conventionele betekenis. Symbolen kunnen ook een emotionele, associatieve en intuïtieve lading hebben en ruimere betekenis openen en niet alleen afbakenen. Dat is al te zien bij het alledaagse voorbeeld van de trouwringen. Het betekend bijvoorbeeld dat je getrouwd bent, maar voor de meesten is het een symbool van trouw, liefde en veiligheid. Het gevoel dat je jezelf kunt zijn bij iemand van wie je houd en die ook van jou houdt. Het symbool opent naar herinneringen en associaties en het vermoeden van meer.

RITUEEL
Een ritueel is een handeling die wordt uitgevoerd volgens een ‘draaiboek' en symbolen en symbolische teksten en symbolische handelingen bevat.
Ook in het alledaagse leven zijn veel rituelen te herkennen: de vaste manier van doen (vaste routine van opstaan, aankleden, koffie drinken, naar school gaan enz. )

DOEL RITUEEL
Mensen gebruiken rituelen om de werkelijkheid te structureren. Dat kan zijn het vieren van bijzondere momenten in het leven (met min of meer formele rituelen). Daarom komen formele rituelen vooral voor op de belangrijkste momenten in het leven zoals bij geboorte, sterven, trouwen en overgangen in het leven (overgangsrituelen). Het kan ook zijn de structuur van het alledaagse: gebruiken of dingen die je altijd doet.

ELEMENTEN VAN RITUEEL
Alle rituelen bestaan uit 3 elementen: het symbool, taal en woord, en een of meerdere handelingen. Als voorbeeld de doop in de westerse kerk. Een dominante betekenis is afwassen van de zonde: Het symbool is het (gewijde) water, dit reinigt het kind en ontdoet het van al zijn zonden. Taal en woord hierbij is het zegeninggebed over het water. De handelingen: het driemaal overgieten met het water, het maken van een kruisje op het voorhoofd (en het aansteken van de doopkaars).

Dienstboek 2 geeft Riten in Leven en Kerk en benadrukt de wisselwerking tussen leven en liturgie, en vraagt om ‘feedback'.
Het geeft theologische en praktisch theologische bespreking van het ritueel en biedt criteria (bijv. voor het (symbolisch) gebruik muziek in de liturgie (p. 42-45)

AANDACHTSPUNT
Hoondert (Eredienstvaardig jaargang 24, 2, april 2008) verwijst naar de liturgiewetenschapper Thomas Quartier die onderscheid maakt tussen 'rite' en 'ritualisering': 'Een rite is een vorm van ritueel gedrag dat binnen een vastomlijnd kader plaatsvindt, terwijl ritualisering die vaste contekst mist (....) Het gevaar van deze ritualiseringen is dat de heilige rituele handeling geen enkele overbruggende kracht meer hebben om de mens met het hogere te verbinden ....) Een voorafgaande, zingevende context ontbreekt".

VOORBEELD VAN EEN RITE : UITVAART
Doel v/h ritueel: de breuk in de menselijke tijd verbinden met met Gods overstijgende tijd.
Hoe gebruik je hierbij symbolen?
-Hoondert onderscheidt 3 functies van muziek in het uitvaartritueel: muziek kan herinneringen oproepen (1 - personaliserende functie), troosten (2 - therapeutische functie) of tot stilte leiden (3 - rituele functie). In de recente literatuur overweegt de personaliserende functie. Dit geldt ook voor het gebruik van symbolen.
-Empirisch onderzoek van Thomas Quartier (promotie oktober 2007). De temporele breuk kan in het ritueel worden overbrugd door de menselijke klok-tijd te verbinden met Gods eeuwigheid. Het blijkt echter dat mensen dit niet herkennen en vooral inzetten op het herdenken van het leven van de overledene. De respondenten kiezen voor een inductieve liturgie, die uitgaat van het levensverhaal van mensen. Dit heeft grote consequenties voor de Christelijke inhoud van het uitvaartritueel.
-Hoondert haalt Arthur Polspoel aan die zegt: De voorganger in een uitvaart heeft (...) te maken met een divers gezelschap zowel in geloofsopvatting, in kerkelijke betrokkenheid, als in gemeenschapsgevoel. De hedendaagse voorganger wil terecht aan de verschuivingen in beleving en vormgeving recht doen, maar het zou jammer zijn wanneer dat ten koste zou gaan van de inhoudelijke functies die het ritueel van oorsprong heeft en nog steeds kan hebben.

MOMENTEN --------------------WOORDEN, HANDELINGEN, SYMBOLEN EN RITEN
Naderende dood
Als de dood dichtbij is -------------Schriftlezing
------------------------------------Gebed
------------------------------------Zegening en zalving van een zieke
------------------------------------Maaltijd van de Heer in bijzondere omstandigheden
Afscheid nemen--------------------Schuldbelijdenis
------------------------------------Gebed
------------------------------------Handoplegging, zegen
Een plotselinge dood --------------Kruisteken
Bijzondere omstandigheden -------Zegen
-----------------------------------Gebed
Rond het sterven
Moment van overlijden -----------Gebed,
Onze Vader
Verzorging van het lichaam -------Gebed
Sluiten van de kist ----------------Gebed
Uitdragen uit huis -----------------Gebed
Tussen dood en uitvaart
Bekendmaking in de kerk --------Gebed
-----------------------------------Gedachteniskruis,
-----------------------------------gedachtenisboek
Avondgebed ---------------------Kaarsen
-----------------------------------Gebed
-----------------------------------Lied
-----------------------------------Stilte
Nachtwake ----------------------Kaarsen
----------------------------------Gebed
Uitvaart
Uitvaartdienst --------------------Liturgische kleur
------------------------------------Klokgelui
------------------------------------Paaskaars,
------------------------------------doopkaars
------------------------------------Kaarsen
------------------------------------Bloemen
------------------------------------De plaats van de kist met de gestorvene
------------------------------------Schrift en Maaltijd
------------------------------------Gebeden
------------------------------------Uitgeleide
------------------------------------Dalen van de kist in het graf
------------------------------------Woorden ten afscheid
Na de uitvaart
Direct na de begrafenis of crematie-Maaltijd
Persoonlijke gedachtenis ----------Kaarsen
------------------------------------Psalm en/of
------------------------------------Schriftlezing
------------------------------------Gebed
------------------------------------Lied
------------------------------------Stilte

Bezoek aan de begraafplaats ------Gebed
Gedachtenis van de gestorvenen in de kerk --Schriftlezing
------------------------------------Lied
------------------------------------Namen noemen
------------------------------------Kaarsen
------------------------------------Gebed
Plaatsen of bijzetten van een asurn--Begeleidende woorden
------------------------------------Psalm
------------------------------------Gebed
Verstrooien van de as -------------Begeleidende woorden
------------------------------------Gebed
Plaatsen van een grafsteen ---------Begeleidende woorden of bijschrijven van een naam
----------------------------------- Psalm
------------------------------------Gebed

OPZET RITUEEL NAAR DB2
-Hoe integreer je iemand's bedevaart
-Hoe integreer je overstijgende vakantie ervaringen (God in de natuur, eenheid, stille Kerk waar God aanwezig was, ontmoeting etc.) in het leven van de gemeente en bevorder je openheid in het gewone leven voor dergelijke ervaringen?

Aanknopingspunt Dienstboek 2: Zegening

Suggestie:
Laat mensen dingen van hun vakantie meenemen die herinneren aan overstijgende ervaringen.
Laat ze er een kort verhaal bij schrijven.
Laat een paar de revue passeren.
Leg de je link naar het duidingskader (de Bijbel)
Gebruik zegeningsmateriaal om de ervaringen en de mensen te zegenen.