NOEME WILLEM
VISSER Wie en Waarom

LITURGIE &CETERA Thema's
  Kerkelijk Jaar
Hoofddienst   Getijden   Devotie   Uitingsvormen  

Liturgie

LITURGIEK
Liturgiek TVG

Liturgiegeschiedenis

Joods

Vroeg Christelijk

Oosters Orthodox

Westers Katholiek

Protestants

HYMNOLOGIE

Geschiedenis van de Hymnodie

Oud Joodse Hymnodie
Vroeg Christelijke Hymnodie
Griekse Hymnodie tot 900AD
Latijnse Hymnodie
Lutherse Hymnodie
Calvinistische (Franse) Psalmodie
Nederlandse Gemeentezang
na de Reformatie

Engelse Hymnodie

Muziekgeschiedenis


Kunstgeschiedenis

Prehistorie, Oudheid en Vroege Middeleeuwen
Middeleeuwen
Renaissance
Barok en Rococo
Negentiende Eeuw
Twintigste Eeuw




Christelijke Symbolen: Het Kruis

Symbolische Kleuren in de Eredienst

Symbolisch Bloemschikken

Betekenis Symbolen en Tekens

Oersymbolen

Apostelen en attributen

Heiligen en attributen

In de beeldende kunst.

Het Kerkgebouw

Kerkhofsymboliek

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kerkhofsymboliek

Er is geen enkele plaats waar je vandaag de dag meer symbolen tegenkomt dan op een kerkhof. Wij zijn er zo vertrouwd mee dat we er geen aandacht aan geven, maar er zit meer achter dan een louter estetische functie. Helaas is de betekenis voor de meesten van ons in de mist opgegaan.  

R.I.P.: Requiescat in pace=  hij ruste in vrede
D.O.M
.: Dominus omnium Magister=  God is Heer over alles. Ook
"Deo optimo maximo" wat wil zeggen: "God, de Opperste en de Grootste"
PX
: de eerste twee letters van het woord
"Christus" in het Grieks: de Chi(X) en de Rho(P)
B.V.O
.: bid voor ons
A.V.V.V.V.K
.: Alles voor Vlaanderen, Vlaanderen voor Kristus (meestal in kruisvorm)
NASCENTES MORIMUR
: vanaf onze geboorte sterven wij. Wijst ons op de kortstondigheid van het leven. Veelal als tekst onder de afbeelding van een kindje dat slaapt op een doodshoofd. 

Acacia:
onsterfelijkheid of onbederfelijkheid
Akel
ei: symbool van het lijden van Christus

Afgebroken zuil:
  Vindt men op graven van personen die de dood vonden door ongeluk of moord. Symboliseert  de afgebroken levenszuil, de afgebroken boomstam.
Anchteken of hengselkruis:
(tutter) zeer oud Egyptisch symbool voor het leven. (In de zonnecultus van Achnaton stelde het anchteken de overleving van de lichamelijke dood voor).  De vroeg-christelijke Koptische kerk nam het over en gebruikte het als symbool van eeuwig leven en offerdood van Jezus. Komt voor op graven van mystiekers, gnostici en esoterici. Ook vrijmetselaars en spirituelen gebruiken dit teken op hun graven.
Anjelier of anjer:
werd vroeger ook de nagelbloem genoemd en verwijst naar het lijden van Christus. Fungeert bij de dodenverering als bloem van smart en lijden en wordt veelvuldig gebruikt als versiering naast het opgebaarde dode lichaam. In de Renaissance wordt ze als liefdespand op verlovingsscènes afgebeeld en staat ze symbool voor het liefdesverdriet. In de Turkse cultuur fungeert de anjer als gelukssymbool. Na het Ancien Régime wordt de anjer het symbool van de royalisten en later ook van sociaal democratische bewegingen. 
Anker:
  symbool voor standvastigheid en vastberadenheid. Symboliseert ook de drieëenheid van geloof, hoop en liefde.
Boek:
levensboek waarin alles staat opgeschreven. Dichtgeslagen symboliseert het de dood.
Boek, openliggend:
met de letters Alfa en Omega verwijst naar de wijsheid van de alles omvattende God en symboliseert de berusting en het geloof aan de inhoud van de Heilige Schrift. Openliggende boeken worden momenteel ook gebruikt om gevoelens van nabestaanden mede te delen aan kerkhofgangers. (banale teksten verdringen dikwijls de diepgaande en oorspronkelijke symboliek van het boek). In de Joodse symboliek betekent een graf waarop een boek staat afgebeeld dat er een rabijn begraven ligt.
Boot of schip:
meestal een bark waar middenin een kruis staat opgericht ; oorspronkelijk de Oud-Egyptische bark waarmee de ziel de overtocht naar het hiernamaals maakte. De bark van Osiris. Het oude symbool van het dodenschip wordt later gekristianiseerd en wordt een "kerkschip" met anker en kruis als mast die de dode naar het paradijs begeleidt. Deze symboliek komt veelvuldig voor op doodsprentjes. Ook symbool van hoop.  
Chrysant
: werd in de vorige eeuw vanuit Japan ingevoerd, waar ze omwille van haar stervormige blaadjes symbool staat voor de zon en het licht, voor kracht en onsterfelijkheid. Omdat chrysanten rond november bloeien werden ze in onze streken populair bij de dodenherdenking. Ook andere bloemen en planten komen voor op kerkhoven en hebben  evenzeer een symbolische betekenis. 
Cypressen, hulst en klimo
p: staan voor de eeuwigheid omdat ze eeuwig groen blijven en hun bladeren niet verliezen.Verwijzen ook naar droefheid en rouw.

Davidster:
zespuntige ster bestaande uit twee in elkaar vallende driehoeken is het symbool van het Judaïsme. Ze werd gedragen door de koningen van Juda. Ze wordt ook "salomonszegel" genoemd en symboliseert "Jahwe"omdat het gebruik van menselijke voorstelling van het godswezen door het Judaïsme verboden is. Bij de vrijmetselaars gebruikt men de zeshoekige ster als logezegel en symboliseert de totaliteit. Komt voor op graven van joden. De vrijmetselaars gebruiken op hun graven de vijfpuntige ster. 
Den:
staat symbool voor muze, poëzie en minnezang. (asociatie met Tannhauser ??) 
Doodshoofd
: symbool van vergankelijkheid en "memento mori" dat de voorbijganger aan zijn eigen dood moet  herinneren.
Druiventros:
zeer geladen symbool dat naar vruchtbaarheid en lust verwijst. Op grafzerken komt de druiventros regelmatig voor en symboliseert er het geduldig wachten op de verrijzenis. Het beeld dat hierachter schuilt is de druiventros die wacht op de persing om te transformeren naar wijn. Wijn staat voor het bloed van Christus waarmee Hij de wereld verlost heeft van de zonde.
Duiven:
verwijzen naar liefde en vrede. Worden ook afgebeeld met takje in de bek. 
Enge
l: Hij bewaakt het graf van de overledene. Symboliseert de doodsengel die de ziel van de overledene begeleidt naar het hiernamaals en die hem zal bijstaan bij het oordeel. Engelenkopje(s) met vleugels zijn het symbool van de hemelse sferen. De vleugels staan voor de goddelijke opdracht. Ze komen vaak voor op kindergraven. Engel met bazuin is het symbool voor het laatste oordeel. In de escatologie is de engel met bazuin een zeer veel voorkomend symbool.

Es:
symbool van de voorzichtigheid.
Gaffelkruis
: sterk beladen symbool dat zowel door Grieken, Kelten en Germanen gebruikt werd. Hermes daalt af in de onderwereld met het gaffelkruis in de hand. Bij de Romeinen zien we dat Vergilius zijn held Aeneas met een gouden gaffel in de hand naar het dodenrijk laat vertrekken. Bij de Germanen geloofde men dat de levenden via het gaffelkruis met de doden kontakt konden krijgen. In de christelijke symboliek zien we het gaffelkruis als begeleidingssymbool en komt het veel voor op kazuivels. Het gaffelkruis vormt ook de krachtlijnen in de vijfster, het pentagram (zie pentagram).
Granaatappel:
staat in de Christelijke symboliek voor Gods zegen en hemelse liefde. In de barok komt hij veelvuldig voor en staat hij voor liefdadigheid en caritas. Bij Feniciërs, Grieken en Romeinen gold de granaatappel als symbool voor vruchtbaarheid en rijk nakomelingsschap. Dit door de vele zaadjes die in het sappige en vuurrode vruchtvlees zitten. Dennenappels: worden in onze steken al eens met granaatappels verwisseld
Guirlandes:
slingers van bloemen en bladeren. Dikwijls in gekleurd porcelein op zerken of rond zuilen. In de oudheid dienden ze als (zoenoffer voor de goden). Ze symboliseren ook de levensloop en de eindigheid ervan.
Handen gevouwen:
symboliseren de ootmoedigheid, de onderdanigheid en het smeken om vergeving en verlangen naar het eeuwig leven. 
Handen in elkaar:
symboliseren het afscheid en tevens de verbondenheid over de dood heen.
Hart:
 gestileerd met boezemvormige bovenrand is het hart het symbool voor liefde en hartstocht. In de Christelijke iconografie uit de baroktijd wordt het dikwijls voorgesteld met een vlam erboven. Het symboliseert het mystieke altaar waarop het vuur van de Heilige Geest  brandt. (De Heilig Hartverering is ontstaan in de zeventiende eeuw onder impuls van de later heilig verklaarde salesianerin Maria-Margartha Alacoque). Harten vindt men veelal op zerken van leden van de "Bond van het Heilig Hart". Gevleugeld hart: gebed.
Hond:
symbool van trouw en waakzaamheid. Bij de Egyptenaren werd de doodsgod Anubis als een hond voorgesteld. In de Christelijke iconografie betekent een hond op een grafsteen van een vrouw dat de vrouw getrouwd was. (trouw = getrouwd), bvb.: graf van Isabella van Bourbon, tweede vrouw van Karel de Stoute, in de kathedraal van Antwerpen. 
Kaarsen:
zie olielamp 
Kelk:
op graven van priesters.
Keltisch krui
s: zonnekruis, symboliseert de zon die bron is van alle leven, en wederopstanding in een beter hiernamaals. Veel grafzerken van gesneuvelde soldaten uit de eerste wereldoorlag zijn in de vorm van een Keltisch kruis ( o.a. groot kruis op kerkhof Glazenleeuwstraat en vorm van de Eerste IJzertoren).  
Kerkhofbloeme
n: Bloemen symboliseren de kringloop van leven en dood. De bloem is het hoogtepunt van schoonheid, ze moet verwelken en sterven om zaad voort te brengen en vrucht te dragen. De grafkrans staat voor de ontmoeting van deze wereld met de volgende of symboliseert de beloning van een vroom leven in de hemel. De krans is tevens de ouroboros, dit is de cirkelvormige slang die haar eigen staart opeet. Dit symbool staat dan weer  voor de eeuwige terugkeer en duidt aan dat elk einde een nieuw begin betekent. De slang vervelt om de zeven jaar en symboliseert daardoor eveneens de kringloop van het leven.  Op niet christelijke graven komt de ouroboros veelvuldig voor. De lauwerkrans van laurierbladeren is door zijn groenblijvende bladeren het symbool van onvergankelijkheid en eeuwig leven.
Kettingen rond de grave
n: afbakening van het domein van de doden en dat van de levenden
Keve
r: scarabee. Teken van wederopstanding in de vroeg-Christelijke kerk. Oorspronkelijk Egyptisch symbool dat de kringloop van het leven symboliseerde. De magie van de metamorfose van larve naar pop en van pop naar kever, en terug en terug en terug, steeds opnieuw. De god Chepre, symbool van de opgaande zon, werd in Oud-Egypte als een scarabee voorgesteld.

Klaproos:
deze slaapverwekkende bloem verbeeldt de eeuwige slaap en wordt veelvuldig op graven geplant. Ze verwelkt ook snel en verwijst naar de kortstondigheid van het leven. In de Griekse mythologie is de papaver of klaproos het symbool van Hypnos, de god van de slaap (vandaar het woord hypnose) en ook van zijn zoon Morpheus, de god van de droom (met morfine droom je weg en voel je geen pijn).
Korenare
n: symbool van het Brood des Levens of van Christus. Gedorste korenaren of gedorste korenschoven zijn ook doodssymbolen ( zie Dodenwake)
.
Kruiken en vazen:
symboliseren niet alleen de urne (komt van het Latijnse ‘urna’ van het werkwoord ‘urere’ dat verbranden betekent) waar de asse in bewaard werd maar ze hebben ook een zuiverende functie. Ze verwijzen naar reinigingsrituelen waarbij kruiken gebruikt werden die water of oliën bevatten.
Lammetje met kruis
: Agnus Dei,  symbool van zuiverheid en argeloosheid. Tevens symbool voor de offerdood van Christus. Komt voor op graven van kinderen en jongelingen.

Lelie:
symbool van de zuiverheid en maagdelijkheid. Komt voor op graven van maagden en kloosterlingen. Lelies plantte men ook op graven van personen die ten onrechte terechtgesteld waren.
Linde:
Germaanse dorpsboom aan de godin Freya gewijd. Symbool van de verbondenheid van een gemeenschap. Werd daarom ook veel als vrijheidsboom geplant. Staat ook symbool voor de verbondenheid van een echtpaar.
Maansikke
l: komt voor op graven van Islamieten

Maltezer kruis:
symbool van de gnostiekers, Tempeliers, Katharen en vroege Christenen. Men vindt het dikwijls aan de binnenzijde van grafkelders en sarcofagen waar het fungeerde als beschermingsteken tegen het kwade (stonden ook op de binnenkant van de graftombe in de Sint Martinuskerk van Beveren).
Mandala:
cirkel met daarin andere cirkels en geometrische figuren. Indo-Tibetaansymbool voor  verdieping en verinnerlijking.    
Olielam
p: symbool van het goddelijk licht dat de overledene de weg wijst doorheen de duisternis van het dodenrijk naar het eeuwig leven. Symboliseert ook het licht van Christus:
"Lumen Christi". In de vuursymboliek zien we ook dat vuur de boze geesten verdrijft en als dusdanig blijft ook de dode gevrijwaard van invloeden van boze geesten.
Olijftakken:
symbool voor vrede en rust. Wordt ook afgebeeld als duif met olijftak in bek.
Omgekeerde fakke
l: attribuut van de dood in de oudheid. Symboliseert het uitgedoofde leven. 
Palmtakke
n: overwinningssymbool. Symboliseren het opstijgen van de ziel en de triomfgang naar het hiernamaals.

Passer en winkelhaak:
de passer staat voor een cosmopolitische geest terwijl de winkelhaak de geest symboliseert die overwint op de materie. Dit symbool vinden we veelal op graven van vrijmetselaars terug.
Passiekruis:
kruis dat ipv. de Gekruisigde Christus de passiewerktuigen afbeeldt (Geselkoord, doornenkroon, lans, spijkers en spons). Symboliseert het lijden van Christus en de lijdensweg van de mens op aarde. Het passiekruis werd meegedragen tijdens de kruiswegviering. 
Pauw:
symbool van de onsterfelijkheid
Pelikaan:
symbool van Christus. De pelikaan opende zijn borst om zijn jongen met zijn bloed te voeden bij voedselschaarste. Zo geloofde men. Vandaar de associatie met Christus die zijn bloed gaf voor de mensheid. Veel voorkomend symbool.
Ringen (2) in elkaa
r: symboliseren de huwelijkstrouw en verbondenheid over de dood heen van gehuwden of van klagen en jammeren
Romeins krui
s: al dan niet met de Gekruisigde is het symbool van de christen mens en wederopstanding

Roos:
symbool van de trouw en liefde en tegelijk vergankelijkheid. In de christelijke funeraire symboliek verwijst de roos naar Maria en het lijden van Christus. De vijf blaadjes van de roos staan voor de vijf wonden van Christus. De witte roos symboliseert de tranen van Maria Magdalena, en daar de witte roos ook het symbool is van de maagdelijkheid wordt een struik van deze rozen op graven van jonge meisjes geplant. Rode rozen kan men aantreffen op graven van personen die bekend staan voor het verrichten van goede werken tijdens hun leven en op graven van overleden geliefden. De overblijvende, die rode rozen verzorgt op het graf van zijn partner, wordt verondersteld niet te hertrouwen zolang hij dit gebruik in ere houdt. Het planten van rozen op graven dateert uit de romeinse tijd omdat die tijd de roos geassocieerd werd met de dood. Een kerkhof wordt in sommige streken (oa. Zwitserland) vandaag de dag nog "rozenhof" genoemd.
Sarcofaag:
 een graf in de vorm van een sarcofaag verwijst naar een belangrijk en invloedrijk persoon
Sepulture:
 graf, begraafplaats
Slak met huisje:
symboliseert de dodenslaap. De slak slaapt in haar huisje tot de heropstandig. 
Spiege
l: Vanitassymbool. Symboliseert de menselijke ijdelheid en vergankelijkheid. Wordt vaak voorgesteld als een mens die zich spiegelt en als spiegelbeeld zijn eigen een doodshoofd ziet. De spiegel is ook een Mariasymbool (cfr. Litanie van O.L.Vrouw) omdat God zich in de Maagd Maria door zijn evenbeeld Jezus spiegelde en uitbeeldde.

Strobloem:
in het Frans “l’ immortelle” staat voor onsterfelijkheid
Taxus:
zelfde symboliek als andere groenblijvenden. Taxus werd echter veelvuldig gebruikt als omheining van kerkhoven en boerenerven. De plant zou een  geestenwerende kracht hebben die de boze geesten buiten (of binnen) houdt. Taxus is een zeer giftige plant.
Toorts, fakkel of kaar
s: symboliseert de bezieling en de Heilige Geest. Ook de reinigende vlam en de drager van het Geestelijk Licht. Ook verdrijver van de boze geesten. Brandende fakkels verwijzen naar de wederopstanding.
Treurbomen: treurwilg en treurber
k: hangende takken en bladeren symboliseren het verdriet, overgave en gelatenheid

Uil:
uilen hebben steeds een bijzondere betekenis gehad, zowel in positieve als negatieve betekenis. Zij zijn o.a. het symbool van waakzaamheid en kennis omdat zij de duisternis kunnen doorvorsen. Zij staan op de grafstenen afgebeeld en fungeren er als wakers tot de dag der heropstanding. Anderzijds geloofde men dat als de uil roept er een dode zou volgen.
Veer of pluim:
symboliseert de lichtheid van de ziel de opstijgt naar het hiernamaals. Vleugeltjes of pijlen hebben dezelfde betekenis. 
Vijfster of pentagram:
wordt gevormd door een  in één lijn doorgetrokken vijfpuntig ster. Ze wordt ook druïdenster of druïdenvoet genoemd. Het is de symbolische weergave van de weg die de mens volgt in zijn streven naar volmaaktheid. De vijfster vinden we terug in alle culturen en duikt reeds op bij de Perzen in de Mithrascultus. Het is een sterk energiegeladen teken en was het symbool voor de alchemisten.
Viooltje:
in het Frans "la pensée" staat omwille van de kelkvormige blaajes voor vruchtbaarheid en onsterfelijkheid.
Vis:
symbool van het leven en herkenningsteken van de vroege christenen (zie hoger).
Vlierboo
m: vlierstruiken of vliertakken werden in de nabijheid van graven geplaatst om  heksen van de overledenen verwijderd te houden

Wiel:
cirkel met vier diagonalen: symbool van eerste christenen en verwant aan het Maltezer kruis
Wijnruit:
Ruta graveolens, werd in vroegere eeuwen op graven geplaatst van personen die van de pest gestorven waren. Een takje van deze geneeskrachtige (middel tegen de vallende ziekte) en geestverdrijvende plant werd door de dragers van de kist tussen de tanden geklemd als voorbeheoedsmiddel tegen de zwarte dood als zij een pestlijder ten grave droegen.
Zandloper:
vanitassymbool dat de mens eraan herinnert dat ijdelheid en vergankelijkheid dicht bij elkaar liggen.
Zeis:
doodsattribuut.Het was ook het attribuut van de romeinse god Saturnus. Symboliseert de onverbiddelijkheid. Iemand die een plotse dood stierf kreeg vaak een zeis op de grafsteen. Hij werd als het ware “weggemaaid” uit het leven (zie ook afgebroken zuil).
Chronogram  
Op oude grafstenen ziet men vaak dat sommige letters groter geschreven staan dan andere.
Wanneer we de optelsom maken van de groter geschreven letters die als romeinse cijfers moeten geinterpreteerd worden bekomen we een getal. (W= 2 maal V). Dit getal verwijst meestal naar het stervensjaar van de overledene.
Obiit
Ruitvormig schild dat na het overlijden van een adellijk persoon werd opgehangen in de kerk.
In het koor van de Sint-Martinuskerk in Beveren hangen tientallen obiits van verschillende adellijke families. De laatst bijgehangen obiit is deze van gravin Josephine Cornet d’Elzius de Peissant, echtgenote van graaf Charles de Brouchoven de Bergeyck. Ze overleed in 1960 op Cortewalle.