De 'bijbel meditatie' als gebedsvorm.
In wat er over bidden geschreven is, een weerslag van de gebedservaring van
eeuwen, komt naar voren dat bidden als het goed is eerst luisteren is. Luisteren
naar God. En omdat elk luisteren naar God te maken heeft met de Heilge Schrift,
die op wondere wijze openbaring van God is, tekent zich een grondpatroon af
van een gebedspraktijk waardoor je kunt groeien in het geloof:
- luisteren naar het Woord van God in de bijbel;
- actualisering van deze boodschap in het christelijke leven;
- persoonlijke bezinning en gebed.
Deze grondstructuur vinden we. terug in de gebedsvorm die ook wel meditatie'
wordt genoemd. Het doel is om het biddend contact met God bevorderen en te
doen groeien.
Hieronder volgt zo'n uitgebreidere gebedsvorm, rond de Opstanding: Begonnen
wordt met een korte schriftlezing. Daar sluit een gedrukte bezinning bij aan.
Tenslotte volgt een tekst voor meditatief gebed. Die is bedoeld als handreiking:
natuurlijk kun je ervoor kiezen met eigen woorden te antwoorden op de boodschap
van de Schrift en haar werkelijke actual!sering. (NWV)
Een voorbeeld van een bijbelse gebedsmeditatie:
Meditatieve Bijbellezing: Matteüs 22,23-33.
Op die dag kwamen er ook Sadduceeën bij Jezus. Die geloven niet dat er
een opstanding is.
Ze legden Hem de volgende kwestie voor: 'Meester, Mozes heeft gezegd: Als
een man sterft zonder kinderen, moet zijn broer met de weduwe trouwen, en
als er kinderen komen, zullen die op naam van zijn broer staan. Nu waren er
bij ons eens zeven broers. De eerste trouwde en stierf en liet zijn vrouw
kinderloos na aan zijn broer. Zo ging het ook met de tweede en de derde, tot
en met de zevende. Het laatst van allen stierf de vrouw. Van wie van die zeven
moet zij nu na de opstanding de vrouw zijn? Ze hebben haar immers allemaal
als vrouw gehad!'
Jezus antwoordde: 'Je bent er naast, omdat je de Bijbel niet kent en bovendien
de macht van God niet. Na de opstanding trouwen mannen en vrouwen niet, maar
ze zijn als engelen in de hemel. Maar wat de opstanding uit de dood betreft,
heb je niet gelezen dat God gezegd heeft: Ik ben de God van Abraham, de God
van lsaäk en de God van Jakob? Hij is niet een God van doden, maar van
levenden!'
Toen het volk dit hoorde, stond het verbaasd over zijn leer.
Bezinning
Jezus heeft ons bevrijd van de dood, van de vergankelijkheid. De oude Prediker,
de Ecclesiast van het Bijbelboek, heeft gemijmerd over het leven. Over de
'dagen' die wij hier slijten op het ondermaanse - 'en het meeste daarvan is
droefheid'. Dat klinkt misschien wel wat somber, maar het extreem-stellen
van een waarheid is vaak nuttig. Wat is de zin van alles?
Wanneer al onze moeite en overlast, al ons verdriet en al onze teleurstellingen
(ook en vooral over onszelf) tenslotte zouden uitmonden in het grote Niets
- ja, dan vraagt men zich af, waarvoor men zich aftobt. Om aan zijn kinderen
een bestaan te verzekeren? Komaan, indien het leven zinloos is, dan is het
zinloos in het kwadraat, die zinloosheid verder te doen voortzetten. Als alles
tenslotte in rook opgaat, waarvoor doen we het dan allemaal? Op die manier
kan men zeggen, dat de dood de proef op de som is: van een som die op nul
uitkomt. Als de dood 'niets' is - of een 'droomloze slaap' - dan loopt het
drama uit op een misselijke ontknoping. Een decrescendo, een anticlimax van
de eerste orde. Wie zich dan troosten wil met de gedachte, dat er 'vooruitgang'
is en dat het 'eenmaal' beter zal zijn, maakt zich illusies. Wanneer 'dood'
alleen maar 'dood' betekent, en wanneer alles in het heelal voortbestaat-in-verandering,
terwijl alleen de mens zou verdwijnen in het 'Al' - ja, dan moet men wel heel
naïef zijn om te geloven, dat onze kindskinderen opeens enorm gelukkig
zullen zijn.
Daartegenover staat de blijde boodschap: de opstanding van Jezus heeft het
tastbare bewijs geleverd, dat een mens - niet alleen een 'ziel', neen, een
'mens'! - kan opstaan, eens. Hij is de eerstgeborene, en zo hebben de discipelen
het ook begrepen, nadat ze eerst dagenlang dachten dat het na Golgotha afgelopen
was. Dát is wat ze hebben gepredikt. Niet zozeer wijsheid en schone
gedachten predikten ze. Ze predikten dat de dood overwonnen was, eens en voor
altijd. Hoe precies? Dat is onzeker en niet zo belangrijk. Maar het feit ligt
er. 'Dood' is niet 'dood', want op Paasmorgen is 'het' geschied: de opstanding.
Natuurlijk betekent dit niet, dat we ons 'op het hiernamaals' zouden moeten
blind staren met voorbijgaan van het 'aardse tranendal'. Wie 'door de dood
is heengegaan' (zoals we nu zo prachtig in de liturgie zeggen), bevindt zich
noch aan het begin noch aan het einde. Hij gaat dóór. Hij blijft
zichzelf, al evoluerend. Hij 'rust' niet 'zacht', zoals we maar al te vaak
op onze grafstenen beitelen, want dat is een ideaal, te slaperig om christelijk
te zijn. Hij blijft groeien en, al groeiende, wacht hij op de totale ontknoping,
op de Dag des Oordeels, wanneer Jezus terugkomt en God 'alles in allen'zal
zijn.
Verder groeien naar het Godsrijk toe: dát is onze bestemming. Als het
dat niet is, waarom houden we er dan niet mee op? Camus zei al, dat ons enige
werkelijk serieuze probleem was, waarom wij ons niet zelfmoorden. Uit gewoonte?
Omdat we bang zijn voor de acute pijn (die tóch onvermijdelijk eens
komen moet)? Neen, wij blijven voortleven, op aarde, omdat de dood slechts
een doorgang is, een nauwe poort die we moeten openbreken om in de volgende
fase te komen: een etappe naar de opstanding, ook van ons. In afwachting daarvan
geeft Job zich in Gods hand.
Alles heeft een zin: het leven nu, het leven gister, het leven straks. Daarom
is ons leven ' vol verwachting en hoop. Dat is het antwoord op de vraag van
Camus. Men kan het verwerpen of betwijfelen. Maar is er een ander? Ik heb
er nog nooit één gehoord. (H. Brugmans.)
Gebed
God onze Vader, U hebt ons het leven geschonken, waarin liefde, schoonheid
en vreugde, maar ook pijn en verdriet ons menselijk deel geworden zijn. Wij
geloven dat door alles heen uw liefde het laatste woord zal hebben, dat het
leven sterker is dan de dood. In Jezus, uw Zoon, werd ons duidelijk dat U
het goede begonnen bent en het ook zult voltooien.
In Hem is er door alles heen toekomst voor elke mens en voor al het menselijke.
Geef dat dit geloof ons tot steun en tot kracht is vandaag en alle dagen van
ons leven, in alle omstandigheden. Amen.