De Geuzen in den Bomlerweerd (Geusen-Liedboeck)

(voor midi, klik hier)

2. Omdat Nassou als een stout helt bevonden
Hollant getrou wil zijn tot allen stonden,
Die met gewelt mijn volck daer quam bestrijden,
't Welck my seer quelt; nochtans ick moetet lijden,
Ick wilde wel voorwaer
Dat dese schans aldaer
Noyt en ware begonnen!
Want 't spel heb ick geroct
Maer den Geus seer verstoct,
Die heeft het afgesponnen.

3. Mijn vreucht verdwijt, couragie loopt verloren,
Maer siet het schijnt, ic bender toe gheboren;
Ick heb den strick voor een ander gevangen!
Och wat sal ic gaen doen!
't Hart sinct my in de schoen,
Door angst ben ick verslagen!
Elc roept met vollen crop:
De clapmuts moet haes-op
Wie duyvel sout verdragen?