Favoriete thema's
Tot de val van Antwerpen
(1585) geven de geuzenliederen een beeld van de gevechten tegen Spanje, het
plaatselijke verzet in steden als Leiden en Den Briel en van de rouw om de dood
van Willem van Oranje die in 1584 werd vermoord. Later gaan de liederen over
de heldendaden van prins Maurits en Frederik Hendrik en over de politiek van
hertog Alva die in 1567 naar Nederland kwam. Naarmate de omstandigheden in de
oorlog gunstiger werden voor Nederland ontstonden er meer liederen met lof op
de Republiek. De toon van de geuzenliederen werd heroïsch en zelfbewust, ook
door de economische groei en de artistieke opbloei van de Renaissance. Een blijvend
element in de geuzenliederen was het hekelen van katholieken.
Daarvoor bestonden
binnen de strijdliteratuur een aantal favoriete thema's. Katholieken werden
met name bespot vanwege de leugen van de katholieke transsubstantiatie (brood
en wijn veranderen bij de Eucharistie in lichaam en bloed van Christus), de
leugen van het Vagevuur, de katholieke eredienst, de heiligenverering, de onbijbelse
katholieke leerstellingen en de slechtheid van priesters en pausen.
Op hun beurt bespotten
de katholieken het opstandige karakter van het protestantse geloof, de interne
verdeeldheid van de protestanten en de onkuisheid van getrouwde predikanten.
Overigens bleven de katholieken lange tijd wat achter met hun reacties op de
protestantse bespottingen. Dit gold ook voor de reacties in liedvorm: een ‘anti-geuzenliedboek'
is door de katholieken bijvoorbeeld nooit gedrukt. Er zijn dan ook veel minder
katholieke liederen overgeleverd dan protestantse.
Werd er door de
katholieke partij wél een anti-protestants lied geschreven, dan werd het vaak
op een melodie uit het vijandige kamp gezet. Op deze manier werd de tegenpartij
nog eens extra getreiterd. Dit systeem, waarin liederen van de tegenstander
werden beantwoord met tegenliederen, was in de zestiende eeuw zeer populair.
Zo gebruikten katholieken het Wilhelmus en de calvinist Revius een gregoriaans
lied om de vijanden zwart te maken en de eigen partij moed in te spreken. Ook
het Wilhelmus zelf was een tegenlied. De melodie waarop het geschreven
werd, was die van Chartres, een spotlied tegen de protestanten in Frankrijk.
Dat lied werd door de schrijver van het Wilhelmus omgezet in een triomflied
ter ere van de Nederlandse protestanten, in de persoon van Willem van Oranje.