40-dagentijd

Sinds het concilie van Nicea (325) wordt de paasdatum berekend uitgaande van de stand van de zon, die het begin van de lente bepaalt: 21 maart. Het paasfeest wordt dan gevierd op de zondag na de eerste volle maan na 21 maart.
In het jodendom, dat uitsluitend met de maanstand rekening houdt, begint een maand bij de stand van een nieuwe maan. Daardoor valt Pesach altijd op de 14/15 Nisan en we[ op de eerste avond van de eerste volle maan in die maand.
Dit verschil in berekening veroorzaakt soms een verschil van enige weken tussen Pasen en Pesach. Soms ook vallen beide feesten samen. Gemeenschappelijk blijft voor joden en christenen de variabele datum waarbij de volle maan een rol speelt.
Aan Pasen gaat een tijd van voorbereiding vooraf: de veertig-dagentijd. Het getal veertig komt in de bijbel voor als getal van beproeving, afzondering, reiniging en voorbereiding. Net als het volk Israel veertig jaar door de woestijn trok voor het klaar was voor Kanaan, en net als Jezus veertig dagen in de woestijn verbleef om zo te worden beproefd. Het is een tijd waarin het geloofsonderricht voor de belijdenis kan worden gegeven, het is een tijd om als gemeente in overdenking, soberheid en inkeer zich voor te bereiden op Pasen. In veel gemeenten werd het vasten in de veertig-dagentijd herontdekt als een praktische vorm van ondersteuning van de innerlijke beweging van inkeer en bewustwording op weg naar Pasen. Het tijdelijk "afstand doen van wat we ons als vanzelfsprekend gunnen" (voedsel, drank, snoep, genotmiddelen...) doorbreekt het gewone levenspatroon en drukt ons met de neus op het "niet vanzelfsprekende" van het leven dat wij kennen. Als "oefening" (exercitie) helpt het vasten om bewuste keuzes te maken in ons leven in het licht van de boodschap van Pasen.

De veertig-dagentijd begint op Aswoensdag, waarop de gelovigen in sommige gevallen een askruisje op het voorhoofd ontvangen. De zondagen daaropvolgend dragen in hun namen, psalmen en lezingen bij tot inkeer en voorbereiding. Die namen zijn ontleend aan de antifoon, een omlijstende refreintekst bij de psalm van de zondag. Achtereenvolgens zijn deze namen: 1. Invocabit, 'Roept Hij mij aan, zo antwoord ik' (Psalm 91, 15) - kleur: paars
2. Reminiscere, 'Gedenk mij in uw barmhartigheid' (Psalm 25, 6) - paars
3. Oculi, 'Mijn ogen zijn bestendig op de Heer' (Psalm 25, 15) - paars
4. Laetare, Verheug u met Jeruzalem' (Jesaja 66, 10,11, bij Psalm 122) ofwel 'midvasten', - rose
5. Judica, 'Schaf mij recht' (Psalm 43, 1) - paars
6. Palmarum, Palmzondag, 'Hosanna in den hoge' (Psalm 118) - (eventueel rood, vervolgens) paars.
In de veertig-dagentijd is de toon van de eredienst ingetogen: Het gloria vervalt, het uitbundige 'Halleluja' voor het Evangelie ook; de kleur is paars, eventueel worden kunstvoorwerpen afgedekt met paarse doeken. Uit deze doeken, die in sommige gemeenten ook het veelal kunstig gesneden of beschilderde hoofdaltaar bedekken, is de traditie gegroeid van de zgn. 'hongerdoek': Een afbeelding ter overdenking van het lijden in de wereld in de tijd van de vasten ("honger").
Voorafgaand aan de veertig dagen kennen we nog drie andere zondagen die merkwaardigerwijs zeventigste, zestigste en vijftigste dag voor Pasen heten (Septuagesima, Sexagesima en Quinquagesima); samen maken zij de voorbereidingstijd voor Pasen tot een termijn met het symbolische getal van zeventig dagen.
De gang van Jezus in zijn passie en verrijzenis wordt gevolgd gedurende de drie grote dagen van het zgn. triduum sacrum, de drie heilige dagen aan het eind van de goede week, een traditie die vanuit Jeruzalem is gegroeid, een indeling die vanaf de vierde eeuw afleesbaar wordt. Het triduum in zijn huidige vorm bestaat uit 1. Witte Donderdag 2. Goede Vrijdag 3. Stille Zaterdag. Bij de viering van deze drie heilige dagen wordt de gang van Christus, van gevangenneming, kruis, grafrust en opstanding, gevierd, nagevolgd en afgebeeld, middels processies en kruisweg. Ook in de moderne tijd is die gang van de Heer afleesbaar te maken en een zinvol onderdeel van de vieringen.
1. Pasen begint met de viering van de Witte Donderdag: dan gedenken we hoe Jezus met zijn leerlingen de pesachmaaltijd hield en daar zijn eigen invulling aan heeft gegeven. (In het Jodendom ontwikkelde deze maaltijd zich tot de viering van de seider, zoals in het christendom tot de viering van de eucharistie) En ofschoon iedere zondag de maaltijd van de Heer gevierd kan worden is de Witte Donderdag zoveel als de 'verjaardag' van het Avondmaal, van de Euchanstie. Aan die maaltijd vooraf gaat de voetwassing (Johannes 13), die de dienstbaarheid van de volgelingen van Jezus illustreert.
2. De diensten op Goede Vrijdag hebben het karakter van een wake. Dat geldt voor de kruisweg rond drie uur's middags, het uur van Jezus' sterven: een viering aan de voet van het kruis, waarbij in de schaduw van het kruis ook de zorg van onze eigen tijd in herinnering kan worden gebracht.
In een tweede wake, 's avonds (waarop dus niet het Avondmaal wordt gevierd, zoals in de vorige eeuw op protestants erF in zwang is geraakt) lezen wij de passie van de Heer volgens Johannes, wij brengen hulde aan het kruis en wij spreken het beklag Gods uit (de zgn. improperia), een tekst uit 600, waarin God sprekend wordt opgevoerd, en Hij Zijn heilsdaden tegenover de menselijke daden van ontrouw stelt. In het bijzonder aangaande de tekst van de improperia is er bij verschijnen van het Dienstboek - een proeve terecht enige commotie geweest. Immers de klassieke versie van deze tekst is in de geschiedenis door christenen vaak gehoord niet als aanklacht tegen de onmenselijkheid van de mensheid maar als aanklacht van God specifiek gericht tegen Zijn volk Isra6l. Christelijke hoorders zijn, met het verhaal over de kruisiging van Christus in het oor, niet zelden na het nachtelijke aanhoren van de improperia pogroms begonnen onder de joodse bevolking. Deze bloedige geschiedenis van de tekst noodt ten minste tot bijzondere voorzichtigheid bij de omgang met (vertalingen van) de improperia.
3. Op de stille zaterdag is het mogelijk's morgens een wake te houden; in middeleeuwse kerken deed men dat bij een afbeelding van het heilige graf. In middeleeuwse kerken deed men dat bij een afbeelding van het heilige graf. Alle aandacht op deze dag gaat naar de Paaswake.