Psalmen worden gebruikt om mee te bidden. Dat ligt mischien
niet direct voor de hand. Daarom eerst wat informatie over
de psalmen.
De Hebreeuwse bijbel kan onderverdeeld worden in de Wet (Torah),
de Profeten (Neviiem) en de Geschriften (Ketoevim). De wet
heeft het meeste gezag, gevolgd door de profeten (die imliciet
of expliciet terugverwijzen naar de Torah), en als laatste
en meest menselijke de woorden van de geschriften. Wellicht
dat daarom mensen het makkelijkst aansluiten bij dergelijke
woorden als ze bidden.
Het boek van de psalmen is in de Hebreeuwse bijbel het eerst
boek van de geschriften. Het bestaat uit 5 delen net zoals
de Torah. De Torah is het hart van het Joodse geloof. De Torah
wordt gevormd door de boeken Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri
en Deuteronomium. Elk deel van de psalmen wordt afgesloten
met een lofprijzing. De delen zijn ps 1-41, 42-72, 73-89,
90-106, 107-150. Er is veel gespeculeerd over doorgaande leesroosters
waarin de psalmen (op volgorde) een vaste rol zouden hebben.
Wat er aan aanknopinspunten gevonden is, is echter pas van
meerdere eeuwen na Christus.
Dat de psalmen alle menselijke gevoelens vertolken zien we
aan de soorten psalmen die er zijn: lofliederen, klaagliederen,
bedevaartliederen, dankliederen, koningsliederen en wijsheidsliederen.
Door de eeuwen heen in de tijd van de bijbel en daarna hebben
de psalmen een enorme rol gespeeld. Ook in het leven van Jezus
speelde de psalmen een grote rol, als gelovig Jood kende hij
de psalmen en speelden zij een rol in zijn leven. In de evangelieën
lezen we hoe Jezus psalmen met zijn eigen leven verbindt.
Een psalm die Jezus aanhaalt en die in drie evangelieën
voorkomt is psalm 110. In Matteüs, Marcus en Lucas stelt
Jezus de vraag wiens zoon de Christus is en hij antwoordt
dan met psalm 110:1: Zet u aan mijn rechterhand, totdat ik
uw vijanden gelegd heb als een voetbank voor uw voeten. Dit
psalmvers wordt ook aangehaald in een aantal brieven en in
het boek Handelingen. (Handelingen 2: 34,35, 1Cor. 15:25,
Hebr. 2:13.) Bij de intocht in Jeruzalem riepen de mensen
psalm 118: 25 en 26. De verzen 22 en 23 uit deze psalm nl.:
"de steen die de bouwlieden versmaad hebben, is tot een
hoeksteen geworden", wordt ook door Jezus geciteerd als
slaande op Hem. Rond het lijden en sterven van Jezus spelen
de psalmen een grote rol.
Een psalm die in alle vier de evangeliën een rol speelt
is psalm 22. De aanvangswoorden : "Mijn God,mijn God
waarom hebt Gij mij verlaten", worden door Jezus geciteerd,
maar daarmee verwijst hij naar de inhoud van de hele psalm
(die de omstanders bekend was). De psalm eindigt met vertrouwen
op God.
Nog een bekend citaat uit een psalm door Jezus uitgesproken
bij zijn sterven (en door de eeuwen heen in zijn navolging)
is psalm 31:6: "In uw handen beveel ik mijn geest."
Na zijn opstanding lezen we in Lucas 24:44 dat Jezus de al
eeuwenoude psalmen (op)nieuw gebruikt. Door de psalmen te
zien in het licht van Jezus' leven, dood en opstanding krijgen
ze een extra dimensie. Vanaf het begin van de Christengemeente
zijn daarom de psalmen een kern van het bidden geworden. Met
name in tijden van vervolging waarin de woorden van sommige
psalmen direct aansloten bij wat de christenen meemaakten
ervoeren Christenen een enorme steun van de psalmen.
Al vroeg in de Christelijke traditie werd psalm 73 de morgenpsalm
en psalm 141 de avondpsalm. In beide psalmen klinkt het gevoel
van bedreigdheid en het geloof dat God helpt.
In de loop van de geschiedenis zijn de psalmen vele bekende
en onbekende gelovigen tot steun of inspiratie geweest. Ook
hebben psalmen of delen van psalmen mensen aangezet hun leven
te veranderen. De christelijke cultuur hier in west europa
is zeer beinvloed door de regel van Benedictus (Benedictus
stichtte een monnikenorde). Benedictus wordt ook wel de vader
van het christendom in het westen genoemd. In deze regel spelen
de psalmen een belangrijke rol. In de klooster worden de psalmen
nu nog iedere dag gezongen. Een sleutelrol in de regel van
Benedictus, die nog steeds gebruikt wordt door de benedictijner
monniken, spelen de verzen 12-15 van psalm 34.
Komt kinderen, luister naar mij,
ik zal u de vreze des Heren leren.
Wie is de mens die het leven begeert,
vele dagen wenst om het goede te genieten?
Bewaar uw tong voor het kwade
en uw lippen voor bedrog;
wijk van het kwade en doe het goede,
zoek de vrede en jaag die na.
Wanneer een kloosterling of een oblaat zijn gelofte aflegt
zingt hij of zij een vers, bijvoorbeeld: "Neem ons Heer
zoals wij hier nu zijn, sla uw leven als een mantel van licht
om ons heen. Verlaat ons nooit en doe met ons zoals Uw hart
U ingeeft." In deze woorden klinkt psalm 27:9-10 en de
mantel van licht komt voor in psalm 104.
Aan Calvijn valt de eer te beurt om de eerste te zijn die
een gedrukte berijming van alle psalmen uitgaf, d.w.z. een
psalmboek waaruit de psalmen strofegewijs gezongen konden
worden. In de loop der eeuwen werden de psalmen veelvuldig
bewerkt om gezongen te worden. Dat psalmteksten mensen tot
steun waren, blijkt uit de vele psalmteksten die in huiskamers
te vinden waren
Deze steun is duidelijk in veel psalmteksten. Zo kan de tekst
van Psalm 42 hoop geven aan mensen in wanhoop. Psalm 88 is
een psalm waarin de wanhoop van een mens tot uiting komt en
waarin Gods afwezigheid verwoord wordt. Maar ook de andere
kant van het leven komt in het psalmboek aan bod. De vreugde
om Gods schepping b.v. ps 8, of dankbaarheid ps 136., het
weten van door God gekend te zijn: ps 139. Psalm 145 tot 150
zijn allemaal lofliederen. Psalm 119 gaat over de wijsheid
en steun van de wet.
Er werd vaak gezegd dat je bij het bidden tot God het beste
woorden kon gebruiken die God zelf gegeven had, zoals het
Onze Vader. De psalmen hadden als voordeel dat ze niet alleen
Gods woord waren, maar ook nog herkenbaar met het menselijk
leven te maken hadden.
|