HISTORISCH OVERZICHT – Om dit alles duidelijker te maken, geven wij hier een historisch overzicht van de ontwikkeling van den Hoofddienst. Wij letten daarbij al­leen op de voornaamste momenten. Van elk dier historische momenten geven wij een schema, terwijl wij dan ten slotte het schema behandelen, dat wij vinden, wanneer wij ons be­vinden op het punt van ontmoeting tusschen den eeredienst der Kerk en de huidige Nederlandsche Hervormde Kerk. Wij ontleenen hierbij een en ander aan het voortreffelijke boek van Maxwell.

 

Nieuw Testament. - Schriftlezing (1 Tim. 4 : 13, 1 Thess. 5 : 27, Col. 4 : 16), Psalmen en Hymnen ( 1 Cor. 14 : 26, Eph. 5 : 19, Col. 3 : 16), Gebeden (Hand. 2 : 42, 1 Tim. 2 : 1-2), met Amen's door het volk (1 Cor. 14 : 16); schriftuitlegging (1 Cor. 14 : 26), Geloofsbelijdenis (1 Cor. 15 : 1-41 , 1 Tim. 2 : 5), gaven voor de armen (1 Cor. 16: 1-2, 2 Cor. 9 : 10-13, Rom. 15 : 26); voorts charis­matische uitingen als glossolalie, bizondere openbaringen enz. Dit alles is naar den vorm synagogedienst. Daarnaast staat de viering van het Avondmaal des Heeren (1 Cor 10:16, 11:23-26, Matth. 26 : 26-28, Marc. 14: 22-24, Luc. 22 : 19-20), waarbij dankgebed (eucharistie) (Luc. 22 : 19, 1 Cor. 11 : 23, 1 Tim. 4 : 4), gedachtenis van dood en opstanding des Heeren (Hand. 2 : 42, Luc. 22 : 19, 1 Cor. 11 : 23, 25, 26), intercessiegebeden (Joh. 17, 1 Tim. 2 : 1). Het gezang droeg een jubelend karakter. Men wist zich ver­bonden door den Vredeskus (Rom. 16 : 16, 1 Cor. 16 : 20, 1 Thess. 5 :26, 1 Petr. 5 : 14).

 

Clemens' 1 Cor., Brief van Plinius en Leer der Twaal f Apostelen. - In den eersten Brief aan de Corinthieers van Clemens vinden wij een groot gebed, waarin veel voorkomt, dat later in allerlei liturgieen weerkeert, een toespeling op het Sanctus en op off eranden. Uit den Brief blijkt duidelijk, dat de liturgie, waarop hij doelt, uit de hellenistische Syna­goge stamt. De Brief van Plinius aan keizer Trajanus, van belang als getuigenis van een niet-Christen, vermeldt samen­komsten op een vasten dag (naar algemeen gevoelen den Zondag), waarop beurtzang plaats vindt, gericht tot Chris­tus; ook is sprake van een maaltijd. - De Leer der Twaalf Apostelen, een document van zeer vroegen datum, spreekt van een maaltijd, die tegelijk Agape en Avondmaal is. De beker gaat, op de wijze der joodsche Kiddusj-viering, aan

het broodbreken vooraf. Eucharistische gebeden worden uit­gesproken. Verschillende liturgische phrasen maken den in­druk van sleutelwoorden, die wellicht dienden om met andere beantwoord te worden, een soort wachtwoorden dus. Daaronder is het Hosanna en het uit het Nieuwe Testament bekende Maranatha (Kom, Heer, of: De Heer is gekomen). Ook is een begin van de z.g. dismissie zichtbaar, de uit­wijzing der ongeloovigen of niet-gedoopten. Ook de Zondag en de schuldbelijdenis komen voor: „Iederen dag des Hee­ren, wanneer gij bijeen zijt gekomen, breekt het brood en zegt dank (eucharistesate), nadat gij uw zonden hebt be­leden, zoodat uw offer rein zij."

 

Justinus Martyr. - De Apologie van Justinus, aan keizer Antonius Pius gericht, geeft vele bizonderheden over den dienst omstreeks het jaar 140. Van nu aan vatten wij de ge­gevens in schema's samen. De traditioneele scheiding in Missa Catechumenorum en Missa fidelium behouden wij om de historische ontwikkeling aanschouwelijk te maken.

 

Schriftlezingen (Profeten, Brieven).

Leering en vermaning.

Gebeden.

Psalmen en Hymnen.

Missa Fidelium:

Vredeskus, binnenbrengen der elementen en inzameling der gaven.

Consecratiegebed:             Dankzegging (eucharistie) voor schepping, voorzienigheid en verlossing.

Anamnesis (gedachtenis van het Lijden des Heeren).

Offerande op den Disch des Heeren.

Epiclese (gebed om den Heiligen Geest). Intercessiegebed.

Amen door het volk.

Breking des broods.

Communie.

 

Agape en Avondmaal zijn hier goeddeels gescheiden. De Dienaar heet Voorzitter. De Diakenen deelen brood en wijn uit en brengen ze ook aan de afwezigen. Zij doen dit, nadat de Voorzitter er het dankgebed over heeft uitgesproken. Daarom heet de heilige spijze Eucharistie. Het gebed voegt aan de traditoneele dankensstof van de Kiddusj: Schepping en Voorzienigheid, het nieuwe christelijke element van de Verlossing toe. De niet gedoopten vertrekken voor den Vredeskus.

 

Liturgie van de derde en vierde eeuw. - Uit de verschil­lende mededeelingen bij Clemens van Alexandrie, Tertul­lianus, Origenes, bisschop Serapion van Thmuis in Aegypte en de catechese van Cyrillus van Jeruzalem kan het volgende schema worden samengesteld als karakteristiek voor de derde en vierde eeuw, al is daarmede niet gezegd, dat het ergens precies zoo heeft gegolden:

 

Schriftlezingen (Wet, Propheten, Brieven, Handelingen, Evan­gelieen, Zendbrieven van Bisschoppen).

Psalmen, tusschen de lezingen door cantoren gezongen. Halleluja-gezang.

Prediking, meestal door Bisschop en verscheiden Presbyters.

Litanie voor cathechumenten en boetelingen door een Diaken.

Dismissie.

 

Missa fidelium.

Litanie voor de geloovigen met diptycha (schrijftafeltjes met namen van levenden en dooden, voor wie wordt gebeden) door een Diaken.

Vredeskus.

Offerande: inzameling der gaven, aanbieding en bereiding der elementen (de wijn wordt met water gemengd).

Praefatie en Consecratiegebed:             Sursum corda.

Dankgebed voor schepping en verlossing.

Driemaal Heilig.

Inzettingswoorden.

Anamnese.

Epiclese.

Intercessie voor levenden en dooden.

Gebed des Heeren.

Breking des broods.

„Het heilige den heiligen", elevatie der elementen, het volk ant­woordt: „Een is heilig" enz.

Communie onder beide gestalten, Ps. 43 en 34 door de cantoren gezongen.

Postcommunie (dankgebed voor het genotene).

 

Een groot deel van de bestanddeelen der liturgie is hier reeds aanwezig. De bediening geschiedt in dcn regel door ver­scheiden Presbyters en Diakenen onder voorzitting van den Bisschop. Het volk heeft een groot aandeel. Zonder eom­munie is er geen viering. Schriftlezing en -uitlegging met vermaning nemen een groote plaats in.

 

Hippolytus. - Lietzmann onderscheidt in de ontwikke­ling der liturgie twee hoof drichtingen, de aegyptische, waar­van wij reeds iets zagen uit de liturgie van S e r a p i o n, en de romeinsche van den presbyter H i p p o l y t u s in het tweede kwart van de derde eeuw. Het joodsche element is hier veel minder sterk. In de Praefatie ontbreekt het geheel; de vorm, then de orde van H i p p o l y t u s daaraan geef t, ging in alle latere christelijke liturgieen over.

Vredeskus.

Offerande, door de Diakenen den Bisschop gebracht.

Consecratiegebed: (de Bisschop legt de handen op de offer­gaven).

De Heer zij met u - En met uwen geest.

Sursum corda.

Dankgebed (eucharistie) voor de zending van Jezus Christus.

Inzettingswoorden.

Anamnese.

Offerande.

Epiclese.

Het heilige den heiligen. Een is heilig enz.

Communie.

 

De Offerande (prosphora, oblatio) is het op het altaar bren­gen van de elementen (nog niet geheel gescheiden van andere gaven), die door het eucharistisch gebed met handoplegging worden gewijd. Na afloop van de Sacramentsviering volgt een Agape, waarbij het eten en drinken een of ferhandeling is, omdat het gewijde spijs en drank geldt. Wij zien hier hoe de Sacramentsviering zich langzaam losmaakt van het liefdemaal. - De epiclese geldt het geheele offer, dus de handeling, niet alleen de elementen.

 

Constitutiones apostolorum. - In het achtste boek van de z.g. Apostolische Constituties, dateerend uit het laatst van de vierde eeuw, vinden wij de eerste volledige, gehecl uit­gewerkte orde van dienst. Zij geeft den gang van den eere­dienst weer omstreeks de helft der vierde eeuw, vermoedclijk

in dc gemeente van Antiochie. Zij is het voornaamste docu­ment van den eeredienst in de oude Kerk. Zij wordt ook wel de Clementijnsche Liturgie genoemd.

 

Schriftlezingen (Wet, Propheten, Brieven, Handelingen, Evan­gelieen).

Groet (De genade enz. En met uwen geest).

Prediking (verscheiden toespraken).

Dismissie door den Diaken van de catechumenen, de bezetenen, de photizomenoi (d. z. de verlichten, die den Doop reeds heb­ben begeerd), de boetelingen. Diaken en Bisschop verrichten voor elke categorie de voorbede, terwijl het volk roept: Kyrie eleison.

Missa fidelium.

Litanie van den Diaken.

Gebed van den Bisschop.

Groet (De vrede Gods zij met u allen. En met uwen geest).

Vredeskus.

Herhaalde waarschuwing van den Diaken, dat catechumenen enz. weg moeten.

Offerande. De Diakenen brengen de gaven naar bet altaar, waar­achter de Bisschop zit, ter weerszijden de Presbyters).

Sursum corda.

Consecratiegebed:             Praefatie (Dankzegging voor Schepping en onderhouding; Goed is 't en recht). Driemaal Heilig.

Dankzegging voor de Verlossing.

Anamnese en Inzettingswoorden.

Opdraging van het Offer.

Epiclese.

Groot Intercessiegebed.

Litanie van den Diaken.

Gebed van den Bisschop.

Het heilige den heiligen. Een is heilig enz.

Groot Gloria (Gloria in excelsis).

Benedictus (Hosanna den Zone Davids, gezegend is Hij enz.) God is Heer en is ons verschenen.

Communie (uitdeelingswoorden: Het Lichaam van Christus. Het bloed van Christus, de beker des levens. Ps. 34 wordt gezongen.

Wat overblijft, wordt apart gelegd).

Verrnaning van den Diaken.

Postcommunie (Dankgebed met intercessie van den Bisschop).

Zegenbede van den Bisschop.

 

De kinderen hebben een bizonder aandeel in de antwoorden der gemeente. De Bisschop geef t het brood, de Diaken den beker, terwijl al het volk naar de apsis komt. Bizondere na­druk wordt gelegd op orde en eerbied.

 

De Kerk van het Oosten. - In het Oosten leidde de ont­wikkeling tot enkele groote liturgieen. Wij geven het schema van die van Johannes Chrysostomus (alleen de hoofd­momenten, daar de oostersche eeredienst uiterst uitvoerig is).

Slotformule van den Diaken.

Voorbereiding (Proskomide).

De Diaken staat voor de poorten der Ikonostasis en roept den Priester op tot zegenen.

Irinika (vredesgebeden, met herhaald Kyrie eleison).

Kleine Intocht (de clerus treedt in processie uit het Sacrarium in de kerk; hoogtepunt van de Missa Catechumenorum; men draagt het Evangelieboek).

Wijsheid! Staat op! zegt de Diaken.

Klein Gloria.

Psalmlezing.

Brieflezing met Alleluia.

Evangelielezing.

Litanie van den Diaken.

Dismissie van de Catechumenen, nadat zij tot gebed zijn opge­wekt.

Missa fidelium.

Gebed voor de geloovigen.

Groote hymne (Cheroubikon).

Groote Intocht (thans worden de elementen in processie gedra­gen; rest van het brengen der gaven naar het altaar).

Vredeskus.

De deuren! zegt de Diaken, rest van de waarschuwing tegen de aanwezigheid van ongeloovigen enz.

Credo (in de Oostersche Kerk is het reciet van het uit de doop­liturgie stammend Symbool reeds vroeg een essentieel stuk; het gold als geheim, vandaar, dat het door de waarschuwing wordt voorafgegaan).

Sursum corda.

Praefatie.             Goed is 't en recht enz. Dankzegging voor schepping en verlossing.

Trishagion.

Anaphora (Offerande, de z.g. Canon van de Mis, om­vattend de anamnese; de inzettingswoorden; de prachtige formule: wij brengen U het uwe uit uwe hand; epiclese).

Gedachtenis der heiligen, dooden en levenden (de oude dip­tycha).

Gebeden, uitloopend in het Gebed des Heeren (met de Doxo­logie) v

Het heilige den heiligen! enz.

Breking des broods en elevatie.

Communie, eerst van Priester en Diaken, dan van de geloovigen onder beide gestalten.

Postcommunie (dankzegging).

 

Het sacrarium is de mysterieplaats, de diaken staat op de grens. Essentieel zijn de „intochten", die den geloovigen het heil brengen, eerst als Woord, dan als Sacrament. - Vele gebeden worden met zachte stem gezegd, slechts aan het slot luidkeels, opdat het volk zal kunnen invallen. Ook dit is een oude mysteriepractijk. - De Maagd Maria neemt een vrij groote plaats m. - De eeredienst is zaak van clerus en ge­loovigen; hij is allerminst een schouwspel alleen. - Vele ge­zangen wisselen de recitatie van gebeden en texten af. Zij zijn liederen der engelen, zooals de gansche dienst een stuk van de hemelsche liturgie is.

 

De Kerk van het Westen. Gallicaansche liturgie. - In Gallie, Spanje en Milaan ontwikkelden zich verwante typen van liturgie (de z.g. gallicaansche, mozarabische en am­brosiaansche), die eerst op den duur zich aan het romeinsche type conformeerden. Het volk heeft in het ritueel een ruime plaats en een groote taak. Ook de Diaken heeft zijn oor­spronkelijke functie behouden van het leiden van de gebeden van het volk en het bedienen van den beker. Tot deze familie behooren ook de keltische riten. De gallicaansche liturgie van de zevende eeuw ziet er ongeveer aldus uit:

 

Groet met Kyrie eleison.

Benedictus of Groot Gloria.

Gebed (het z.g. Collecta-gebed).

Prophetie (oudtestamentische Schriftlezing).

Lezing uit Handelingen of Brieven.

Hymne (Benedicite).

Evangelie (processie met kaarsen, Gloria tibi Domine).

Driemaal Heilig of Kyrie eleison.

Prediking.

Litanie van den Diaken.

Dismissie.

Missa fidelium.

Offerande: bereiding der elementen; antiphonisch gezongen psalm).

Diptycha.

Vredeskus of gebed om vrede.

Groet (de Heer zij met u - En met uwen geest).

Sursum corda.

Praefatie.

Sanctus.

Consecratiegebed:

Anamnese (in gebedsvorm) – Inzettings­woorden - Epiclese.

            Breking des broods. Vermenging van brood en wijn (ook in de Oostersche Kerk).

Gebed des Heeren met Protocol (inleidingswoorden) en Embolis­me (uitwerking van bet Libera nos).

Communie. Psalm 34 wordt gezongen.

Postcommunie (dankzegging).

Slotformule (Missa acta est, In pace e.d., door den Diaken).

 

De romeinsche ritus. - Wij geven den vorm van de zesde eeuw en then van heden.

Introitus (de Intocht van de oostersche Kerk; binnentreden van den clerus onder psalmgezang van het koor).

Kyrie eleison.            ,

Groet. " Gebed (Collecta).

Schrif tlezing Oud Testament (Prophetie) - Gezang. Brief-Graduale (lied op de trappen van bet koor) met Alleluia. Evangelie.

Dismissie. Missa fidelium. Offerande (verzameling en bereiding der elementen, toeberei­ding van bet altaar, inzameling der gaven, menging van brood en wijn, psalmgezang).

Groet. Sursum corda. Consecratiegebed: Praefatie. Sanctus-Benedictus.

Canon (intercessie, gebed steunend op de ver­diensten der heiligen in plaats van de ge­dachtenis, consecratie met gebed in plaats van Epiclese, Inzettingswoorden, Anamnese, intercessie voor de dooden).

Vredeskus.

Breking des broods.

Gebed des Heeren met Protocol en Embolisme. Communie.

Postcommunie (Dankzegging). Slotformule door Diaken.

Alles is hier nog zeer sober en streng. De romeinsche of f er­idee echter yis volkomen verwezenlijkt: de hostia wordt aan

God opgedragen (verg. Bijlage A). De epiclese is nog slechts een rudiment, zij is vervangen door de consecratie, die de latere transsubstantiatieleer reeds in kiem bevat. De priester­lijke Kerk draagt aan God het Offer van Christus op. Het gaat dan ook alleen nog om de elementen, niet om de gansche handeling. Communie van het volk is niet langer noodzake­lijk en bij de Hoogmis zelfs uitzondering. Deze wordt daar­door steeds meer tot een heilig schouwspel. - Het Missale romanum schrijft den volgenden Ordo voor:

 

In nomine Patris enz.

Psalm 43 met Klein Gloria.

Confiteor (persoonlijke schuldbelijdenis van Priester en mis­dienaar met Misereatur, gebed om vergeving).

Introitus (van zijn eigenlijke plaats verwijderd, alleen nog Psalm).

Kyrie eleison.

Groot Gloria met Hymnus angelicus (Laudamus te).

Collecta.

Brief met Antwoord: Deo gratias, en Graduale.

Evangelie met Antwoord: Laus tibi Christe.

Prediking.

Credo.

Missa fidelium.

Oremus (merkwaardige ruine in dit eerwaardig gebouw: hier stond oorspronkelijk het gebed voor de geloovigen; maar alleen de oproep tot gebed bleef staan).

Offerande (Psalm, terwijl de Dienaar met verschillende zacht gesproken gebeden brood en wijn aanbiedt, mengt enz.).

Groet: De Heer zij met u enz.

Sursum corda.

Consecratiegebed: Praefatie (Gaed is 't en recht).

Sanctus-Hosanna-Benedictus.

Canon (gedachtenis der levenden, offerande, Inzettingswoorden, Elevatie, Anamnese, res­ten van Epiclese, gedachtenis der dooden). Gebed des Heeren met Protocol en Embolisme (zander Doxo­logie).

Vredeskus (rudiment: de Priester kust het altaar).     

Breking des broods en menging.

Agnus Dei en Communie van den Dienaar.

Gebeden, met het zeer schoone: „Heer, ik ben niet waardig, dat Gij onder mijn dak zoudt ingaan" enz.

Communie van het volk onder eene gestalte.

Slotformule van den Diaken: Ite missa est, alleluia.

Zegen.

Lezing van Joh. 1 met Antwoord: Deo gratias.

 

De romeinsche Mis is een eerwaardig en veelszins schoon monument. Het laat echter aan consequentie van structuur te wenschen over, vergeleken bij alle voorafgaande litur­gieen. De bestanddeelen staan vaak zonderling door elkaar, sommige zijn geheel weggeraakt. Allerlei aanhangselen en uiterlijkheden zijn opgetreden. Goeddeels is dit het gevolg van de verdringing van den oorspronkelijken vorm van den eeredienst door de of f ergedachte. Epiclese en Of f erande ver­loren daardoor haar oorspronkelijken zin. De oostersche vorm, hoewel lang en gecompliceerd, is niettemin van struc­tuur veel consequenter dan de westersche. De Hervorming echter greep terecht terug naar de oudste liturgische vormen. De Mis van Luther. - Bij de ref ormatie, die L u t h e r op het terrein van den eeredienst doorvoerde, wogen twee dingen hem zwaar: dat de prediking van Gods Woord volkomen tot haar recht zou komen, en dat de off ergedachte in de be­diening van het Sacrament zou verdwijnen. Gelijk wij zagen, ging hij met het laatste te ver, daar hij bezwaar had tegen elke of fergedachte, niet slechts tegen die van den romem­schen ritus. De orde van den eeredienst bleef echter in groote trekken dezelf de als hij altijd was geweest en de regelmatige viering van het Heilig Avondmaal bleef even vanzelf­sprekend als dat de orde zich daarnaar richtte. Naar Luther's aanwijzingen hebben de liturgieen der duitsche en scandinavische Kerken zich tot heden over het algemeen gericht.

 

Duitsch koraal (Introitus).

Kyrie eleisan (in het Grieksch).

Collecta (de Priester met het gelaat naar het altaar).

Brief (de Priester met het gelaat naar het valk) met Duitsch koraal.

Evangelie.

Credo (in den vorm van een Duitsch koraal: Wir glauben all an einen Gott).

Prediking over het Zondagsevangelie.

Missa fidelium.

Paraphrase van het Gebed des Heeren.

Vermaning.

Inzettingswoorden

Sanctus (Duitsch)

zegening van den beker

Agnus Dei (Duitsch)

Elevatie tijdens het Sanctus.

Postcommunie (dankzegging).

Zegen (Oud-Testamentisch).

 

Nagenoeg alles wordt bij Luther gregoriaansch gezongen, ook de Schriftlezingen. - In den op hem volgenden tijd wisselde men veelal een gregoriaansch Sanctus of Gloria af met een duitsch koraal van gelijken inhoud. Het Latijn heef t zich in den lutherschen eeredienst nog zeer lang gehand­haafd.

Liturgie van Zwingli. - Bleef bij Luther de sacra­menteele structuur van den eeredienst in wezen dezelf de als tevoren, Z w i n g l i' s hervormingen zijn iets nieuws in zoo­verre als ze uitdrukkelijk gericht zijn tegen veelvuldige com­munie. Vier keer per jaar vindt hij voldoende. Dit stand­punt hangt natuurlijk samen met zijn rationalistische op­vatting van het Heilig Avondmaal. De eeredienst bij Z w i n g l i is dus in den regel loutere predikdienst. De wei­nige malen, dat Avondmaalsbediening plaats heeft, ge­schiedt deze als volgt:

 

Morgengebed (Getijdedienst, en wel de Metten)

Votum.

Gebed met Gebed des Heeren.

Text en Prediking.

Schuldbelijdenis (Offene Schuld).

Gedachtenis der dooden.

Offerande (bereiding der elementen).

Collecta.

Brief met antiphonisch gesproken Groot Gloria.

             Evangelie.

Credo (Apostolicum, niet Nicenum).

Missa fidelium.

Vermaning.

Gebed des Heeren.

Inzettingswoorden - Breking des broods – Communie.

Postcommunie (antiphonisch gesproken Psalm en Collecta).

Slotformule (Gehet in Frieden).

 

De Diakenen brengen brood en wijn aan het volk op zijn plaatsen in de kerk. Zwingli schaf te het gezang af. De bazelsche liturgie van O e c o l a m p a d i u s is minder rijk dan de zurichsche van Zwingli, maar hij laat tenminste zingen.

Overigens is de traditioneele rijkdom van Zwingli's litur­gie slechts schijn; zij is humanistenwerk, het hart is eruit.

 

De eeredienst van Straatsburg. - Straatsburg neemt in de geschiedenis der hervormde liturgie een belangrijke plaats in, vooreerst omdat de daar ontstane luthersche eeredienst iets eigens heef t, dat met den naam van B u c e r verbonden is; maar dan ook, omdat Calvijn er voor zijn eigen her­vormingswerk onuitwischbare en vruchtdragende indrukken ontving. De oudste straatsburgsche liturgie van S c h w a r z was, evenals die van Luther, een in hervormden zin ge­reinigde vertaling van de Mis, alleen getrouwer. B u c e r was de schepper van het straatsburgsche type, dat noch luthersch noch zwingliaansch is, een sterk geloof in de realiteit van het Lichaam van Christus verraadt en de preek niet verheft ten koste van al het andere. Strikt schriftuurlijk in zijn op­vatting, heeft hij ook gevoel voor de christelijke Oudheid. Hij handhaaft gebruiken als kruisslaan en behoudt den koorrok, zij het terwille der zwakken. De Avondmaals­viering is bij hem niet veelvuldig (eens per maand), maar allen nemen er dan ook aan deel. Hij houdt van veel psalm­gezang, vervangt Priester door Dienaar, altaar door tafel, schaft het woord Mess af, evenzoo de liturgische wendingen van den Priester aan het altaar (bij hem staat de Dienaar achter de Tafel). Zijn Zondagmorgendienst is Antecom­munie, geen Getijdedienst. Maar het Sacrament komt bij den dienst des Woords achter te staan. Op het kerkelijk jaar wordt weinig gelet, bij de prediking de voorkeur gegeven aan vervolgstoffen in plaats van de Zondagspericopen. Feesten ontbreken. Vele oude bestanddeelen vallen weg, waaronder Kyrie en Gloria. Te Straatsburg werd het Con­fiteor de openbare Schuldbelijdenis, die een handeling der gemeente is. B u c e r's Orde van 1526:

 

Morgengebed als op andere dagen, voor zes uur.

Gemeyn ampt, de Dienaar achter de Tafel.

Confiteor of offene Schuld.

Absolutie of Troostspreuk.

Psalm of koraal in plaats van den Introitus, eventueel Kyrie eleison en Gloria.

Collecta, ingeleid met De Heer zij met u enz.

Psalm.

Brief en Evangelie, van den kansel gelezen en met het oog op de preek.

Prediking.

Avondmaalsformulier (verschijnt hier voor bet eerst, in vier stukken).

Credo, gezongen.

Gebed, waarin het roomsche offer gesteld wordt tegenover het offer van een gebroken geest en een verslagen hart enz. Intercessiegebed, ingeleid met De Heer zij met u enz. en afge­sloten met het Gebed des Heeren (tevens Consecratiegebed).

Vermaning.

Inzettingswoorden.

Communie.

Postcommunie (Dankzegging).

Oudtestamentische zegen.

Slotformule (Geet hin! Der geist des herren geleite euch zum ewigen leben!).

 

Fransche liturgie van Straatsburg en die van Farel. - Veel van de duitsche liturgie van Straatsburg ging over in die der fransche vluchtelingengemeente aldaar. Een nieuw element werd hier echter toegevoegd, dat voor de liturgische ont­wikkeling der gereformeerde kerken van groote beteekenis zou blijken: de lezing van de Wet des Heeren. Van deze fransche liturgie van Straatsburg krijgen wij een goede voor­stelling door de Orde van dienst, die in 1551 door Valerandus Pollanus (Pullain) werd uitgegeven ten behoeve der f ransche gereformeerden in Engeland (Pollanus was ouderling te Straatsburg geweest). Deze veelszins voortref­felijke Orde (ook voor andere diensten dan Zondagmorgen) biedt het volgende beeld:

 

Voorzanger (Choraules):            Leve le coeur (Sursum corda).

Eerste tafel van de Wet des Hee­ren (gezongen).

Dienaar (aan de Tafel):             Adjutorium.

Opwekking tot schuldbelijdenis.

Schuldbelijdenis.

Absolutie (Schrifttext met: in den naam des Vaders enz.) (onder dit alles is het volk „magna cum reve­rentia" staande of geknield).

Voorzanger:                           Tweede Tafel van de Wet.

Kort gebed, de gemeente zingt het mede, terwijl de Voorzanger voor­gaat.

Dienaar:                                 Schriftlezing, vanaf den kansel, „non truncatim".

Preek (een uur).

Offerande (twee Diakenen zame­len de gaven in „sed cum silentio, ne preces turbent").

Intercessiegebed met paraphrase van het Gebed des Heeren of dit gebed alleen.

Credo.

Voorzanger:                           Psalm, door de gemeente meege­zongen.

Dienaar:                                 Oudtestamentische zegen.

Missa fidelium (om de veertien dagen            Zondags sluit de Avondmaalsbediening bij de Antecommunie aan; de Ante­communie houdt dan op met het Intercessiegebed; daarna: Credo, door bet geheele volk gereciteerd.

Dienaar „ad mensam accedit, quae ita sita est in extremo templi, ut totam eccle­siam et mensam ipsam possit habere ante conspectum suum". Bereiding van brood en wijn door Dienaar of Diaken.

Gebed, uitloopend op Gebed des Heeren.

Vermaning.

Communie (uitdeeling met de woorden van 1 Cor. 10), het brood ; door den Dienaar, de beker door den Diaken).

Postcommunie (dankpsalm).

Deo gratias.

 

Vermaning en gebeden sluiten zich aan bij die van Calvijn. - Hoewel deze Orde zeker niet in alle opzichten volmaakt is (o.a. ontbreekt de Inzetting), onderscheidt zij zich toch van vele andere uit denzelfden en later tijd door groote zorgvuldigheid en fijn liturgisch besef. Onze gereformeerde Kerk heeft groote verplichting aan de vluchtelinggemeenten, die meer aandacht besteedden aan den eeredienst dan de gevestigde.

Van veel minder beteekenis is de eerste fransch-gerefor­meerde ,liturgie, te Neuchatel uitgegeven en hoogstwaarschijnlijk van Farel af komstig (1533). Ook hier gaan Avondmaalsbediening en predikdienst niet steeds samen.

 

Opwekking tot gebed.

Gebed des Heeren.

Text (conme nostre Seigneur fist en Nazareth).

Verklaring (woordelijk).

Wet (Ex. 20).

Schuldbelijdenis.

Gebed des Heeren.

Credo.

Zegen.

Missa fidelium (de overgang is niet duidelijk, maar vermoedelijk analoog aan then van Pollanus).      

Formulier.

Gebed des Heeren.

Credo.

Formulier.

Inzettingswoorden.

Formulier (met rest van Sursum corda: Pourtant levez vos cueurs en hault, cherchons les choses celestielles, es cieulx, ou Jesus Christ est assis en la dextre du pere, sans vous arrester aux choses visibles qui se corrom­pent par lusaige. En joye de cueur, en union frater­nelle, venez tous prendre de la table de nostre Seig­neur" enz.; echo van de oude Avondmaalsvreugde, die zeldzaam en kostbaar is).

Communie (uitdeeling met formule over de inwoning van den Heiligen Geest, niet de uitdeelingswoorden).

Postcommunie (vermaning rot dankbaarheid).

 

Afgezien van enkele goede dingen, als de Avondmaals­vreugde, is alles hier veel slordiger, vormloozer dan bij Pollanus. De omwerking van het Sursum corda vinden wij zoo aanstonds ook bij Calvijn.

De eeredienst volgens Calvijn. - „Wie zich voorstelt, dat Calvijn den sacramenteelen eeredienst wilde vervangen door een predikdienst, verstaat zijn bedoeling en zijn werk geheel verkeerd en is onbekend met alles wat hij leerde en deed" (Maxwell). Calvijn wilde, evenals Luther, de Schrift en haar uitlegging een gezaghebbende plaats in den eeredienst geven. Maar tevens wenschte hij het herstel van de Eucharistie, d.w.z. van de viering van het Heilig Avond­maal met communie (niet, als in de roomsche Kerk zoo vaak, zonder dat communie noodzakelijk is), en wel als centrale,

wekelijksche dienst. De gewoonte om slechts eens per jaar te communiceeren, is een uitvinding van den duivel, zegt C al­vijn. „'s Heeren Avondmaal moet in de christelijke ge­meente op zijn allerminst eenmaal per week worden ge­vierd". Dat dit niet is geschied en dat de viering van het Avondmaal hoe langer hoe minder veelvuldig werd, is niet Calvijn' s schuld, maar die van den geneef schen magistraat. Men behoef t het met Calvijn' s sacramentsleer dus niet in alle opzichten eens te zijn (zie den Excurs boven) om te er­kennen, dat de Hervormer mijlen ver stond van hetgeen tegenwoordig als hervormde practijk geldt. Hij gevoelde catholiek en zijn opvatting van den eeredienst was sacra­menteel. Aan den anderen kant moet worden toegegeven, dat zijn liturgie, vergeleken met die van Straatsburg, die hem inspireerde, een achteruitgang beteekent, reeds door het wegvallen van Taf el en Absolutie, waartegen Calvijn in Straatsburg nog geen bezwaren had (verg. Bijlage B).

De liturgie van Calvijn getuigt van groote zorgvuldigheid. De eeredienst ging hem ter harte. In onderscheid met onze vaderen liet hij het niet bij formulieren, maar gaf een wezen­lijke Orde van dienst.

 

Adjutorium (de woorden uit Ps. 124 : 8, die in de gereformeerde Kerken het vaste begin werden).

Schuldbelijdenis (in de straatsburgsche uitgave nog met Abso­lution en daarna gezongen Wet des Heeren).

Psalm (berijmd).

Intercessiegebed met Gebed des Heeren (in paraphrase; hier zet eventueel de Avondmaalsbediening in; er wordt dan een con­secratiegebed toegevoegd).

Schriftlezing.

Prediking.

Missa fidelium.

Inzameling der gaven.

Intercessiegebed met paraphrase van het Gebed des Heeren.

Credo, gezongen, terwijl de elementen worden bereid. Inzettingswoorden.

Formulier.

Consecratiegebed.

Breking des broods.

Communie, terwijl uit de H. Schrift wordt gelezen.

Postcommunie (dankgebed) met Lofzang van Simeon.

Oud:Testamentische zegen.

 

Andere hervormde liturgieen. - Van de overige hervormde liturgieen sluit die van de Palts (1563), opgesteld door O l e v i a n u s, zich nauw aan de geneefsche aan, vertoont ech­ter ook luthersche invloeden. Ook hier vinden wij de schuld­belijdenis. - Ook moeten genoemd worden Micron's Christelijke Ordinancieen, die veel invloed op onze formu­lieren hadden. Voorts de liturgie van de vluchtelinggemeente te Londen, opgesteld door J o h a n n e s a L a s c o, een zeer zorgvuldig en m menig opzicht voortreffelijk werk, - een voorbeeld van de groote zorg, die de calvinisten aan den eeredienst besteedden en een verwijt aan hun slordige op­volgers:

 

Opwekking tot gebed.

Gebed uitloopend in Gebed des Heeren.

Psalm.

Uitlegging van den text (de Schriftlezingen niet op machinale wijze, maar in verband; de preek niet langer dan een uur).

Inzameling der gaven.

Nagebed (deze term hier voor het eerst).

Missa fidelium. Op Zondag komt daar nog bij: Wet des Heeren.

Gebed, waarin Schuldbelijdenis. Schuldvergeving (remissio seu absolutio).

Credo.

Intercessiegebed (Gebed voor allen nood der christenheid), uit­loopend in Gebed des Heeren.

Is er geen bediening van Doop of Avondmaal of huwelijks­sluiting, dan:

Psalm (in de landstaal).

Slotformule: gedachtenis der armen en zegen. Inzameling der gaven aan de deur.

Is er Avondmaalsbediening, dan moet er een voorbereiding met onderzoek zijn voorafgegaan. Op den dag der bediening staat de Tafel in totius Ecclesiae prospectu. Vanaf den kansel leest de Dienaar het Formulier.

Kerkgebed (alle ambtsdragers voor de Tafel, de Dienaar op den kansel, de gemeente knielt).

Vermaning en Inzettingswoorden (Dienaar aan de Tafel). 1 Cor. 5 : 7, 8 (weerklank van de Avondmaalsvreugde). Breking des broods en Cammunie. Intusschen leest een der Die­naren van den kansel Joh. 6.

Postcommunie (dankzegging).

Psalm.

Zegen.

 

Wij zien hoe de kansel steeds meer in het middelpunt komt en allerlei essentieele dingen verdwijnen. Toch is ook deze Orde nog een liturgie, een echte Regel. En daarin is ook allerlei behouden. - De liturgie, die D a t h e e n met hulp van Caspar van der Heyden voor de gemeente van Frankenthal maakte, staat onder den sterken invloed van Calvijn, de Palts, Micron en L a s c o, en is de onmiddel­lijke voorgangster onzer eigene.

De anglicaansche Orde van dienst. - De engelsche dienst is in vele opzichten merkwaardig, vooral door zijn vereeni­ging van catholieke elementen met specifiek calvinistische. Niettemin draagt alles een eigen karakter. - Morning Prayer kan op Zondagmorgen in de plaats komen van den Sacra­mentsdienst of ook daarmede worden gecombineerd. - In 1928 werd een poging gedaan tot revisie van het Book of Common Prayer. Het Parlement verwierp die, maar de z.g. Alternative Order werd niettemin op vele plaatsen inge­voerd.

 

Gebed des Heeren.

Collecta.

Wet des Heeren, na elk gebod: Kyrie (Lord have mercy upon us and incline our hearts to keep this law; van Calvijn over­genomen). 1928 voegt de Hoofdsom toe.

Verschillende collecta's.

Brief.

Evangelie (de gemeente staat op).

Credo (Nicea).

Prediking.

Missa fidelium.

Offerande: Schrifttexten.

Inzameling der gaven door de Diakenen of anderen, die ze naar den Priest brengen, die ze „humbly presents and places upon the holy Table").

Bereiding der elementen.

Intercessiegebed, waarin ook de gaven worden aangeboden (1928 sluit gedachtenis der heiligen en gebed voor de dooden in).

Vermaning (formulier, in den geest der gereformeerde formu­lieren; zeer lang, 1928 verkort).

Noodiging.   

Schuldbelijdenis.

Absolutie.

Troostrijke Schrifttexten.

De Heer zij met u, enz. (1928).

Sursum corda.

Consecratiegebed:             Praefatie.

Sanctus.            

Gebed (z.g. Prayer of humble access). Gebed, waarin ingesloten:             Commemoratie van het Lijden.

Inzettingswoorden.

Breking des broods, legging der handen op brood en wijn.

Anamnese (1928).

Epiclese (1928).

Aanbieding van het Offer van lof, dank en leven (1928).

Doxologie.

Gebed des Heeren (met Protocol en Doxologie) (1928).

Vrede (de vrede Gods zij met u, rest van den Vredekus) (1928).

Communie.

Gebed des Heeren (niet in 1928).

Postcommunie (dankzegging).

Groot Gloria. .

Zegen.

 

Liturgie der gereformeerde Kerken in Nederland. - Onze vaderen hebben ons zeer schoone gebeden en voortreffelijke formulieren nagelaten, maar geen Orde van dienst. Zij zijn daarin bij Calvijn, Pollanus, Lasco e. a. achtergebleven. De oorsprong onzer Liturgie wordt het gemakkelijkst grafisch aangeduid:

 

Calvijn (Staatsburg)

      |----------------------------------|------------------------------|

Calv. (Geneve)            Val. Poll.-Straatsb.-Engel. Palts-Olevianus

                                                |                                    |

Londen-Lasco-Micron                      |

                |----------------|--------------|

Syn-Dordt. 1618                           Frankenthal-Dafheen

          |-------------------------------|-----------------|

                                  Lit. Ger. Kerken

 

Zij werd voor het eerst gedrukt (met den Ziekentroost) ach­ter een Bijbel van 1590. De Orde van dienst, waarin ge­beden en formulieren gebruikt werden, kunnen wij als volgt reconstrueeren:

 

Psalm.

Adjutorium.

Gebed voor de Predikatie, uitloopend in Gebed des Heeren (hierin

opgenomen de Schuldbelijdenis, een andere verdwcen in het Gebed voor de

Predikatie in de week).

Wet des Heeren (misschien ging die ook wel aan den dienst vooraf ) .

Credo (Apostolicum).

Schriftlezing en Prediking.

Gebed na de Predikatie (Gebed voor allen nood der Christen­heid, intercessiegebed), uitloopend in Gebed des Heeren.

Psalm.

Zegen.

Missa fidelium (overgang vermoedelijk voor den Zegen).

Inzettingswoorden.

Formulier (waarin zelfonderzoek en dismissie zijn opgenomen, ook de Anamnese).

Gebed (sporen van consecratiegebed, epiclese en Prayer of hum­ble access; uitloopend in Gebed des Heeren).

Credo (Apostolicum).

Sursum corda (in den geest van F a r e l en C a l v ij n omgezet). Communie met uitdeelingswoorden; gezang of lezing van schriftgedeelten.

Postcommunie (Dankzegging in schriftuurlijken vorm, een uni­cum in den eeredienst en het schoonste stuk van onze liturgie) –

Dankgebed met Gebed des Heeren.

Zegen.

 

Liturgische beweging. - Het is natuurlijk niet mogelijk alle pogingen op te sommen, die in de verschillende kerken in den loop der tijden zijn gedaan tot verbetering van den eere­dienst. Slechts enkele mogen hier althans worden genoemd.

De liturgische hervorming van O s t e r w a l d (Neuchatel). Hij wil van het calvinistische terugkeeren tot het catholieke; daarom moeten de wezenlijke liturgische handelingen van aanbidding, schuldbelijdenis, responsie, lofprijzing, schrift­lezing enz. worden hersteld. Verschillende liturgische hande­lingen moeten op verschillende plaatsen geschieden, niet alles op den kansel. „Le peuple ne doit pas assister au service seulement en qualite d'auditeur et de spectateur, ni meme suivre simplement de la pensee ce qui est prononce par les ministres de l'Eglise, mais A doit aussi parler de son cote, et tout au moins il devrait repondre Amen a ce qui est dit au nom de l'assemblee". O s t e r w a l d staat onder sterken ang­licaanschen invloed. Hij leef de van 1663 tot 1747.

Het herzieningsproject van B e r s i e r (Parijs). Ook hij wil de gemeente laten antwoorden en gebruikt daartoe chants spontanes, d.w.z., die niet door den Dienaar eerst moeten worden gpgegeven. Hij voert een verklaring van schuld-

vergeving in, zooals Calvijn die in zijn straatsburgsche liturgie had. „L'une des raisons d'etre de la liturgie est de rappeler ces sujets toujours actuels et que le pasteur ourrait neghger dans une priere improvisee". De Schrift~ezingen worden uitgebreid tot twee, oud- en nieuwtestamentisch. Het Heilig Avondmaal krijgt een grooter plaats. Bersier heeft veel invloed gehad op den eeredienst der f ransche en fransch-zwitsersche kerken. Voor het catholieke heeft hij weinig begrip. Hij moderniseert veel. Hij leef de van 1831 tot 1899.

Ons beperkende tot de gereformeerde kerken kunnen wij nog noemen de liturgische beweging, die van Lausanne uit­gaat (Eglise et Liturgie) en het prachtige Book of Common Order van de schotsche Kerk (1928), een model van zorg­vuldige bewerking. De schotsche Kerk stelt geen enkele liturgie verplicht, zoodat ook deze Orde slechts de functie van een leiddraad heeft.

Van nederlandsche pogingen noemen wij het Formulierboek van Prof. Acquoy (1849) en de korte Liturgie, die J. H. Gerretsen omstreeks het jaar 1912 te 's Gravenhage in­voerde, - een mijlpaal in de liturgische ontwikkeling onzer Kerk:

 

Voorzang.

Votum (In den naam des Vaders, enz.). Groet.

Lofzang (Wij loven U, o God, enz.).

Schuldbelijdenis (de gereformeerde) met Antwoord: Ontferm, ontferm U, Heer, enz:

Genadeverkondiging met Antwaord: Amen! goddlijk Evangelie, enz.

Credo (Apostolicum) met Antwoord: O Vader, dat uw liefd' ons blijk, enz.

 

Schriftlezing noch gebed noch eenig ander deel van den eeredienst is in deze liturgie opgenomen. Het is een typische voordienst, waarbij het woord „liturgie" nog de preek met toebehooren uitsluit en a fortiori het Avondmaal. Maar het was een begin van een nieuwen dag. En die er bij waren, zullen nimmer de ontroering vergeten, toen hun eigen Kerk weer begon te aanbidden en te belijden in den toon der cene heilige catholieke Kerk van alle eeuwen.

 

§ 32. De eeredienst vangt aan in huis en gerf kamer, vanwaar uit Dienaar, ambtsdragers en gemeenteleden zich sa­menvoegen tot een levende gemeente, die zich opmaakt tot het gesprek met God en onderling.

De eeredienst Gods is nimmer afgeloopen. Wanneer wij „uit de kerk komen" en meenen, dat het nu weer uit is, hebben wij niet waarlijk in den eeredienst gestaan, evenmin als wanneer wij naar de kerk gaan en meenen, dat het nog niet begonnen is. Wij treden de kerk binnen uit ons huis, d.i. uit den eenen eeredienst in den anderen. Dit brengt de plicht der voorbereiding mede. Wij hollen niet naar de kerk, wij vliegen daar niet op het laatste oogenblik binnen. Wij bereiden ons voor, als het mogelijk is door stil gebed, anders door stilte en rustig gedrag. Op weg naar de kerk praten wij zoo min mogelijk over dagelijksche dingen. Wij zijn reeds bezig krachtens ons opgaan. Want de eeredienst is geen statisch ding, doch altijd in beweging. De eeredienst is gaan en komen. Wanneer wij opstaan van de tafel, waaraan wij thuis den Bijbel plegen te lezen en te bidden, zijn wij op weg, niet naar, maar in den eeredienst.

* * * De eeredienst heeft geen „hoogtepunt". Hij is geen drama met een ontknooping. Het eene stuk is precies even belangrijk en onmisbaar als het andere. Ook dat stuk, waar, naar hollandsch spraakgebruik, „de dominee nog niet op stoel is", of, in fatsoenlijker termen, de dier_st nog niet be­gonnen. Inderdaad i s de dienst reeds begonnen. De klokken luiden. Wij zijn bezig op te gaan tot Gods altaren. Het spreekt vanzelf, dat wij, in Gods Huis aangekomen, ons ge­dragen met den grootsten eerbied en dat alle gesprekken ge­heel verstommen. „Zwijg voor mijn aangezicht":            '

God is tegenwoordig; God is in ons midden: Laat ons diep in 't stof aanbidden!

Dat in heilgen eerbied alles in ons zwijge, dat voor Hem de ziel zich neige! (Gez. 265).

Het is van groot belang, dat een commissie van ont­vangst uit den kerkeraad of door dezen uit jongelieden samengesteld, de kerkgangers zoo snel en rustig mogelijk