De jaarcyclus

Ontstaan jaarcyclus vieringen (lezingen)

Op grond van de gegevens die we hebben kan de volgende reconstructie gemaakt worden:

In de vroege gemeente leefde men vanuit de piekervaring van de opstanding. Elke zondag werd dan ook de opstanding gevierd, en op het Paasfeest werd voluit gevierd het heil dat God zich in Christus als mens heeft leren kennen en de relatie van mensen met God door kruis en opstanding hersteld heeft.
De relatie met de heilsgeschiedenis werd levend gehouden door daarvan te lezen in het Oude Testament. Deze geschriften werden gelezen vanuit de ervaring die men met Jezus Christus had gehad. De eerste joodse Christenen hielden de synagogale leesroosters aan waarin de Tora jaarlijks gelezen werd.
Na enige generaties, toen de levende herinnering uitgestorven was, ontstond de behoefte om de gebeurtenissen rond Jezus' optreden op aarde intensiever te beleven en verdeelde men de lezingen rond Pasen over meerdere dagen, men reconstrueerde de laatste dagen van Jezus' aardse leven en probeerde die mee te beleven. Zo ontstond de viering van de witte donderdag, goede vrijdag, stille zaterdag en Paasmorgen. In het vervolg hierop werd ook de geboorte van Jezus Christus, de hemelvaart en de uitstorting van de heilige Geest, en zelfs de wederkomst, een plaats binnen het jaar gegeven op grond van bijbelse gegevens. Deze feesten werden zo gevierd dat de bijbelverhalen meebeleefd konden worden. Vanuit het centrum van Pasen werd op grond van bijbelse traditie de andere feesten (Pinksteren, Kerst...) een plaats gegeven. Hierbij speelde de joodse jaarcyclus een richtgevende rol.
De kerk wilde door de verdeling van lezingen over het kerkelijk jaar de hele heilsgeschiedenis aan de orde laten komen, de belangrijkste heilsgebeurtenissen werden daarom verdeeld over de zondagen, de andere belangrijke schriftgedeelten werden verdeeld over de dagelijkse (getijde)vieringen. Dit is vastgelegd in de lectionaria van de verschillende kerken.
Omdat de verdeling over de zondagen tot gevolg had dat er steeds maar gedéélten van de Schrift gelezen werden, wilden sommige Reformatoren liever doorgaande lezingen gebruiken en wisselende bijbelboeken van begin tot eind uitlezen. Dit bleek niet goed te werken, en de jaarcyclus van feesten werd al gauw hersteld. Dit gebeurde in calvinistische kring niet in een vastgelegd leesrooster, maar in gewoontevorming: in bepaalde tijden werd een bepaald soort Schriftgedeelten gelezen.