Toen al in de eerste eeuwen van de kerkgeschiedenis de scheiding
van kerk en synagoge een feit was, bleven er toch allerlei
herinneringen bestaan van de oorspronkelijke verbondenheid.
In de liturgieen is de herinnering van de joodse feesten levend
gebleven. Dit geldt ook voor de grote joodse feesten van de
herfsttijd: Rosj haSjanna (Israelitisch Nieuwjaar), Jom Kippoer
(Grote Verzoendag), Soekkot (Loofhuttenfeest), Simchat Tora
(Vreugde der Wet). Omgekeerd werd het Jodendom naar het zich
laat aanzien ook bemvloed door het christendom. Onder invloed
van het christelijke kerstfeest lijkt het Chanoeka feest te
zijn ontstaan.
De gebeurtenissen in de laatste wereldoorlog en de indringende
vragen hierdoor aan kerk en christelijke theologie hebben
de kerken er toe gebracht gedurende deze dagen zich te bezinnen
op hun relatie tot Israel. Daarom is er een "Israelzondag"
in de herfst.
In de westerse traditie was aan het begin van november Allerheiligen
en Allerzielen, met de gedachtenis van de overledenen. De
Lutherse traditie kende de gedachtenis van de overledenen
in eschatologisch perspectief op de laatste zondag van het
kerkelijk jaar (Christus Koning). Deze verwachting van de
komst van de Heer is de opmaat van de Adventstijd. (Voor
meer over de gedachtenis van overledenen van het afgelopen
jaar, klik hier.)
|