NOEME WILLEM
VISSER Wie en Waarom

LITURGIE &CETERA Thema's
 Kerkelijk Jaar
Hoofddienst  Getijden Devotie Uitingsvormen 
 
 

De Vierde Eeuw
Deel 2
Als er links geen index is, klik hier:  Index

351 Slag bij Mursa (het bisdom Valens), 28 September.  Constantius versloeg Magnentius.

351 Eerste Concilie van Sirmium.  Sirmium was een belangrijke  grenstown in Illyria, bij de  Donau.  Daarom verbleef keizer Constantius daar vaak vanwege de grensoorlogen.  This concilie ousted Photinus, bisschop van Sirmium.  Tegenover de leer van Photinus dat de Zoon van God niet bestond voor de Zoon van de Maagd, voerde het concilie aan dat de Oud Testamentische godsverschijningen verschijningen waren van de pre-incarnate Christus.  Gen 19.24 werd  in het bijzonder genoemd – de Heer (de Zoon) deed vuur van de Heer  (de Vader) neerdalen.  Het concilie gaf ook een versie van het vierde credo van Antiochie (341) uit.

351 Na de dood van Constans, had keizer Constantius alle mogelijkheid om op te treden tegen de Niceense bisschoppen.  Hij zette Marcellus van Ancyra af en herstelde Basilius.  Zo verving hij ook  Paulus (337, 342, 346) door Macedonius, en zond Paulus in exile naar Cucusus in Cappadocia , waar hij werd vermoord.  Volgens Athansius (Geschiedenis  van de Arianen, 1.7), werd Paulus gewurgd door Filippus, de prefect van Cucusus. 

352 Liberius (bisschop vanaf 352-366) werd bisschop van Rome.

353 Hilarius werd bisschop van Poitiers.  Hij bestreed mensen die dachten dat  Maria niet Maagd gebleven was na  Jesus’ geboorte, en hield vol dat Jesus’ broers  Josefs kindrren waren uit een eerder huwelijk.

353 Keizer Constantius had het idée dat de beste manier om de Niceense bisschoppen te verslaan, Athanasius in het bijzonder, was door de Westelijke bisschops, historisch gezien Athanasius’ supporters, hem te laten veroordelen.  Op Constantius’ wens werd een concilie gehouden te Arles om de oude beschuldigingen tegen Athanasius te bekijken.  Het concilie werd voorgezeten door de  Ariaanse bisschop van Arles, Saturninus.  Athanasius werd schuldig bevonden door bijna alle aanwezigen.  Constantius was echter te druk met een oorlog op de grenzen van Gallie om op dat moment meer tegen  Athanasius te ondernemen.

354 Augustinus werd geboren in Thagaste, Numidie (nu Algerije).

354/5 Keizer Constantius liet een concilie te Milaan bijeenkomen om  Athanasius te veroordelen.  Drie bisschoppen die het niet eens waren met de  door Constantius’ gewenste uitkomst werden verbannen.

In dit jaar begon  Hilarius van Poitiers  bisschoppen van Gallie aan te zetten geen communie te hebben met Saturninus van Arles, en met Ursacius en Valens, de volgelingen  van Arius die veel invloed hadden op Constantius.  Hilarius schreef een brief aan Constantius waarin hij aanvoerde dat Athanasius al lang onschuldig was bevonden door concilies, en de Arianen schuldig  – dus het was buitennissig om de veroordeelde toe te staan te intrigeren tegen de onschuldige.

356 Hilary van Poitiers verbannen naar Klein Azie  nadat hij schuldig was bevonden aan en ongespecificeerd wangedrag door een  concilie te Beziers, voorgezeten door Saturninus.  Veel  Westelijke bisschoppen die weigerden Athanasius te veroordelen werden naar het Oosten gestuurd. 

Athanasius werd wederom afgezet. Georgius, een radicale Ariaan, werd bisschop van Alexandrie, en kwam de stad binnen op 24 Februari 357.

356 Keizer Constantius sent een brief naar de overheid van Axum (Ethiopie) met het verzoek bisschop Frumentius te vervangen door een Ariaan.  Geboren in  Tyrus hadden Frumentius en zijn broer Aedesius schipbreuk geleden voor de Ethiopische kust.  Toen ze gered werden, werden ze slaven van de koning van Axum, en gebruikten hun positie als schatbewaarder en schenker om het evangelie te verbreiden.  Toen de koning stierf werden de broers vrijgelaten.  Aedesius keerde terug naar Tyrus en werd priester.  Frumentius reisde naar Egypte op zoek naar een bisschop voor de Ethiopiers; de patriarch daar, Athanasius, weidde Frumentius zelf tot hun bisschop.  Frumentius keerde terug naar Ethiopia en werkte daar voor Christus.  Hij died rond 370.

356 Tussen dit jaar en 362 schreef Athanasius, patriarch van Alexandrie,  zijn Leven van de Heilige Antonius (zie 285).  Dit werk omvat twee visioenen van het leven na de dood.  Het eerste vertelt  hoe Antonius, op een dertien daagse reis van Nitria, waar de monnik Amun gewoond had,  Amuns ziel zag opstijgen ten hemel.  Later werd duidelijk dat het visioeen samenviel met het moment van Amuns dood.  In het tweede visioen werd  Antonius opgenomen in de geest:  “Hij stond en zag zichzelf, als het ware, van buitenaf en dat hij omhoog geleid werd door zekere wezens.  Daarna stonden zekere bittere en vreselijke wezens  in de lucht en wensten hem de doorgang te verhinderen.  Maar toen zijn geleiders hen tegenhielden eisten zij te weten of hij hun geen verantwoording schuldig was.  En toen zij  zijn rekening opmaakten vanaf zijn geboorte stopten Antonius‘ geleiders hen met de woorden ‘De Heer heeft zijn zonden vanaf zijn geboorte uitgewist, maar jullie mogen de rekening opmaken vanaf het moment dat hij monnik werd en zich aan God toewijdde.’  Toen zij hem wilden beschuldigen konden zij hem niet veroordelen en was zijn weg vrij en ongehinderd.  En terstond zag hij zichzelf, als het ware, komen en alleen staan, en was hij Antonius zoals tevoren.”  Het beeld van engelen die de ziel naar boven leiden en van demonen die de ziel van zonden beschuldigen, komt opnieuw voor in Diodachos (zie 486).

357 Liberius, bisschop van Rome, werd ook verbannen rond deze tijd (de data zijn onzeker – het kan ook in 355 geweest zijn).  In een gesprek met Constantius, weigerde Liberius  Athanasius te veroordelen en hij werd verbannen naar Thracie.  Liberius keerde terug naar  Rome in 358 toen Basilius van Ancyra  Constantius’ vertrouwen won, tijdelijk in plaats van Valens.  Liberius werd gedwongen een verklaring te onderschrijven die Athanasius veroordeelde.  Athanasius schreef met sympathie en compassie over  de val van Liberius (Geschiedenis  van de Arianen, Deel V).

Nadat Constantius  Liberius verbannen had, werd een aartsdiaken, Felix II, bisschop van Rome.  Toen Liberius terug keerde werd Felix verplaatst naar Porto.  Felix heft een plaats gehad op de rooms-katholieke heilienkalender, zijn feestdag viel op 29 Juli.

357 Onder de invloed van Valens werd  het Tweede Concilie van Sirmium gehouden, waar  Hosius en Potamius hun (ketterse) geloofsbelijdenis samenstelden.  Dit credo legde nadruk op het alleen God zijn van de en betreurd zowel het homoousion (Athanasius en het Westen) als het homoiousion (Basilius van Ancyra en de meerderheid van het Oosten), samen met alle bespreking over het wezen als.  Dit credo, door  Athanasius gekenmerkt als de “godslastering,” geciteerd uit Athanasius’ de Synodis:

De Godslastering van Hosius:  “Omdat het goed leek enige bespreking te hebben over het geloof werden alle punten zorgvuldig onderzocht en besproken te Sirmium in aanwezigheid Valens en Ursacius en Germinius en de rest.  Het wordt als zeker gezien dat een ée’n God is, de Almachtige Vader zoals ook in heel de wereld gepredikt wordt.

“En zijn Ene Eniggeboren Zoon, onze Heer Jezus Christus, voortgebracht door Hem voor de tijden; en dat we niet mogen spreken over twee Goden, omdat de Heer Zelf heeft gezegd, `Ik ga naar Mijn Vader en uw Vader, en Mijn God en uw God' (Joh. 20.17). Daarom is hij  God van allen, zoals ook de Apostel leerde: `Is hij alleen God van de Joden, is hij  ook niet God van de heidenen? Ja ook van de heidenen: omdat er één God is die de besnijdenis van het geloof zal rechtvaardigen en de onbesnedenheid door het geloof ' (Rom. 3.29, 30); en al het andere komt ermee overeen en er is geen dubbelheid van betekenis.

“Maar omdat veel mensen verstoord zijn door vragen over wat in het Latijn `Substantia' genoemd wordt maar in het Grieks `ousia,' dat wil zeggen, om precies duidelijk te maken wat betreft `Coessentieel,' of wat genoemd wordt, `Gelijk in wezen,' zouden deze helemaal niet genoemd moeten worden, noch een uiteenzetting ervan in de Kerk, om deze reden en om deze motivatie, dat in de goddelijke Schriften niets erover is geschreven, en dat ze de kennis van mensen te boven gaan; en omdat niemand de geboorte van de Zoon kan, zoals geschreven staat, `Wie zal zijn voortbrenging verklaren ‘ (Jes. 53. 8)? Want het is duidelijk dat alleen de Vader weet hoe hij de Zoon voortbracht, en wederom de Zoon hoe hij voortgebracht is door de Vader. En voor niemand kan het een vraag zijn dat de Vader groter is want niemand kan betwijfelen dat de Vader groter is in eer en waardigheid en Goddelijkheid, en in naam van de Vader zelf getuigt de `De Vader die Mij zond is groter dan Ik' (Joh. 10.29, 14.28). En niemand Is onwetend dat het een katholiek leerstuk is dat er  twee Personen zijn  van Vader en Zoon, en dat de Vader groter is, en de Zoon ondergeschikt aan de Vader samen met alle dingen die de Vader aan zich ondergeschikt heeft, en dat de Vader geen begin heeft, en onzichtbaar is, en onsterfelijk, en niet kan lijden; maar dat de Zoon is voortgebracht door Vader, God uit God, Licht uit Light, en dat, als gezeg, niemand  zijn oorsprong kent dan de Vader alleen. En dat de Zoon Zelf en onze Heer en God, vlees aannam, dat wil zeggen, een lichaam, dat wil zeggen een mens, van de Maagd Maria, zoals de Engel van tevoren aankondigde; en zoals alle  Schriften leren, en in het bijzonder de Apostel zelf, de leraar van de heidenen, Christus nam de mens aan van de Maagd Maria, waardor hij geleden heeft. En het hele geloof wordt opgesomd en beveiligd, dat een Triniteit altijd bewaard moet worden, zoals we lezen in het Evangelie, `Ga heen en doop  alle naties in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest’ (Matt. 28.19). en geheel en volmaakt is het aantal van de Triniteit; maar de Paracleet, de Heilige Geest, voortgezonden door de Son, kwam volgens de belofte dat hij de Apostelen en alle gelovigen zou onderwijzen.”

De godslastering was te schokkend voor de meeste Oostelijke bisschoppen.  Dit wordt wel gezien als het begin van het einde van de Arianen.

357 Eudoxius werd bisschop van Antiochie. 

357 De controverse over de plaats van de Heilige Geest in de Godheid kwam centraal te staan.  Macedonius van Constantinopel leide een groepdie zich verzette tegen de goddelijkheid van de Geest. Deze werden bekend als Pneumatomachi, of Geestbestrijders (ook bekend als Macedoniers).  Athanasius schreef Brieven aan Serapion, waarin  hij pleit voor de goddelijkheid van de Geest.

358 de ‘Godslastering van Sirmium’ werd door  de Homoeanen, vergaderd te Antioch met open armen ontvangen.  Onder het voorwendsel dat Westelijke bisschoppen het  homoousion en het homoiousion hadden afgewezen te Syrmium, stelde Eudoxius de anomoios (ongelijk) theologie van de leek Aetius voor: Jezus was helemaal niet goddelijk.  Degenen die dit voorstonden worden wel aangeduid als de  Anomoeanen

358 Constantius bracht Liberius van Rome uit ballingschap in Thrace naar Sirmium. Liberius onderschreef één van de wijdingscredo’s van 341, en kreeg toestemming om terug te keren naar Rome. 

358 Toen hij horde van de sterke invloed van Aetius in Antiochie, hield Basilius van Ancyra een concilie met locale bisschoppen gedurende de vastentijd en stelde een synodale brief op die de wezenlijke gelijkheid (homoion kat’ ousion) van de Zoon met de Vader bevestigde.  Hij ging naar het hof van Sirmium, won de steun van Constantius en kreeg de goedkeuring  van de formula op een concilie.

De vervloekingen van het concilie van Antiochie (uit Hilarius, De Synodis):  “(1) ls iemand hoort dat de Zoon het beeld is van de onzichtbare God, en zegt dat het beeld van God hetzlefde is als de onzichtbare  God, alsof weigerend te belijden dat hij waarlijk Zoon is: let hem vervloekt zijn.  (2) en indien iemand de Zoon hoort zeggen: ‘’ Zoals de Vader  leven in Zichzelf heeft, zo heeft hij ook de Zoon gegeven leven in Zichzelf te hebben (Joh. 5.26), en zal zeggen dat hij die het leven ontvangen heeft van de Vader, en die ook verklaard:  ‘Ik leef door de Father (Joh. 6.57), dezelfde is als hij die het leven gaf, laat hem vervloekt zijn.  (3) en indien iemand hoort dat de Eniggeboren Zoon gelijk is aan de onzichtbare  God en ontkent dat de Zoon die het beeld van de onzichtbare God is (wiens beeld begrepen wordt zijn wezen te omvatten) in wezen Zoon is, als het ware zijn ware Zoonschap ontkennend: laat hem vervloekt zijn.  (4) en indien iemand deze tekst hoort: ‘Want omdat de Vader leven in zichzelf heeft heft hij dit ook  gegeven aan de Zoon om leven in zichzelf te hebben (Joh. 5.26); en ontkent dat de Zoon gelijk is aan de Vader juist in wezen, hoewel hij getuigt dat het is zoals hij heeft gezegd; laat hem vervloekt zijn.  Want het is duidelijk dat omdat het leven dat begrepen wordt te bestaan in de Vader wezen betekent, en het leven van de Eniggeborene dat werd voortgebracht door de Vader wordt ook begrepen te betekenen substantie of wezen, betekent hij daar een gelijkenis van wezen tot wezen.  (5) indien iemand de woorden gevormd of geschapen hoort en bracht mij voort, gesproken door dezelfde lippen (Spreuken 8.22), en weigert te begrijpen dat dit voortbrengen gaat over gelijkenis van wezen, maar zegt dat bracht mij voort en vormde mij hetzelfde zijne:  alsof om te ontkennen dat de volmaakte Zoon van God hier werd aangeduid als Zoon door twee verschillende uitdrukkingen, zoals Wijsheid ons gelovig heeft doen verstaan, en beweert dat vormde me en bracht me voort  enkel impliceren gevormd zijn en geen Zoonschap, laat hem vervloekt zijn.  (6) en indien iemand de Zoon enkel een gelijkenis van activiteit toestaat, maar Hem van de gelijkenis van wezen berooft die de hoeksteen is van ons geloof, ondanks het feit dat de Zoon zelf zijn wezenlijke gelijkenis met de Vader openbaart in de woorden, Want zoals de Vader leven in Zichzelf heeft, zo heeft hij ook aan de Zoon gegeven om leven in zichzelf te hebben, en ook zijn gelijkenis in activiteit door ons te leren dat Wat de Vader ook doet, de Zoon ook doet (Joh. 5.19), zo’n man berooft zichzelf van de kennis van het eeuwige leven dat in de Vader en de Zoon is, en laat hem vervloekt zijn.  (7) en indien iemand belijdtd dat hij gelooft dat er een Vader is en een Zoon en zegt dat de Vader Vader is van een wezen dat ongelijk hemzelf is maar met gelijkende activiteit; laat hem vervloekt zijn voor het spreken van profane en nieuwe woorden tegen het wezen van de Zoon en ontkennen van zijn ware goddelijke zoonschap.  (8) en indien iemand begrijpt dat de Zoon in wezen gelijk is aan Hem wiens zoon hij wordt toegegeven te zijn en zegt dat de Zoon dezelfde is als de  of deel van de Vader, of dat het door een emanatie of zulke passie als nodig is voor de voortplanting van lichamelijke kinderen dat de onlichamelijke Zoon zijn leven ontvangt van de onlichamelijke Vader: laat hem vervloekt zijn.  (9) en indien iemand, omdat niet toegelaten kan worden dat de Vader de Zoon is en de Zoon nooit toegelaten kan worden dat hij de Vader is, als hij zegt dat de Zoon anders is dan de Vader (omdat de Vader één Persoon is en de Zoon een ander, inzoverre als er gezegd is, Er is een ander die getuigenis van Mij aflegt, en wel de vader die me zond (Joh. 5.32), in zorg om de verschillende persoonlijke kwaliteiten van de Vader en de Zoon die in de kerk gelovig moeten begrepen worden te bestaan, en vreest dat de Zoon en de Vader soms toegelaten mogen worden dezelfde Persoon te zijn, en daarom ontkent dat de Zoon gelijk in wezen is aan de Vader: laat hem vervloekt zijn (10) en indien iemand toegeeft dat God Vader werd van de Eniggeboren Zoon op enig punt in de tijd en niet dat de Eniggeboren Zoon tot wording kwam zonder passie buiten alle tijden en buiten alle menselijke overweging: laat hem vervloekt zijn voor het ingaan tegen de leer van het Evangelie dat niet weten wil van enig interval tussen het zijn van de Vader en de Zoon en ons getrouw heeft geleerd dat In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God (Joh 1.1).  (11) en indien iemand zegt dat de Vader ouder is in tijd dan zijn Eniggeboren Zoon, en dat de Zoon jonger is dan de Vader: laat hem vervloekt zijn.  (12) en indien iemand denkt dat de  tijdloze substantie (dat wil zeggen de Persoon) van de Eniggeboren Zoon afgeleid is van de Vader naar het ongeboren wezen van God, alsof hij de Vader Zoon noemt, laat hem vervloekt zijn.”

Basilius steunde de homoiousion (van gelijke natuur) partij, die de meerderheid van de Oostelijke geestelijken uitmaakte.  Ze worden  soms ook de Conservatieve partij genoemd, en soms  Semiarianen.  Deze bisschoppen waren bezorgd dat het Niceense homoousion zou leiden tot Sabellianisme.  Ze zagen de invoeging van de iota als een manier om een theologische verwarring van de personen in de Godheid te voorkomen.

Dit was Constantius’ theologie toen ook.  In een brief gezonden naar de geetelijkheid te Antiochie, na de veroordeling van hun bisschop Eudoxius, schreef Constantius:  “Breng u in herinnering de woordn die we gebruikt hebben, toen we voor het eerst ons geloof beleden; want we beleden dat onze Heer de Zoon van God is, en van gelijk wezen met de Vader. 

Valens van Mursa onderschreef de Anomoeaanse theologie.  Hij zocht een formule om het Niceense homoousion te vervangen, die deze ongelijkheid zou toelaten.  Hij deed dit door de Homoeaanse visie te steunen, dat de Zoon gelijk is (homoion) aan de Vader, maar niet in wezen.  Deze gelijkenis, die niet wezenlijk is, zou in Valens’ visie een wezenlijke ongelijkheid zijn.

359 Ongeveer een jaar lang hadden Valens en Basilius van Ancyra gewedijverd om invloed op de leizer.  Valens bracht zijn formula onder de aandacht, die stelde dat de Zoon gelijk is aan de Vader zonder kwalificatie  terwijl Basilius de homoousion positie beargumenteerde.  De twee bereikten een compromis (Basilius gaf toe):  op het Derde Concilie van Sirmium werd een credo opgesteld bekend als het gedateerde credo omdat het de datum 23 Mei, 359 draagt.  Het credo werd gechreven ter voorbereiding van het concilie dat te Rimini (Ariminum) en Seleucie gehouden zou worden als een mogelijke oplossing.  Het stelde dat de Zoon is gelijk de Vader, volgens de Schriften, maar verbood het gebruik van de term ousia.  Deze verklaring specificeerde niet dat de gelijkenis wezenlijk is waardoor Valens manoevreerruimte kreeg. Maar het claimde ook niet dat de Zoon ongelijk was aan de Vader – een positie waar Constantius het niet mee eens zou zijn.  Het gedateerde credo, volgens Socrates in zijn Kerk Geschiedenis :

“Het katholieke geloof werd uiteengezet te Sirmium in aanwezigheid van onze Heer Constantius, in het consulaat van de meest illustrieuze Flavius Eusebius, en Hypatius, op de 23e Mei.

“Wij geloven in één enkele en ware God, de Almachtige Vader, de Schepper en Vormer van alle dingen: en in één eniggeboren Zoon van God, voor alle tijden, voor alle begin, voor alle bedenkbare tijd, en voor alle begrijpbare gedachte, verwekt zonder: door wie alle tijden werden gevormd, en alle dingen gemaakt: die werd geboren als de eniggeborene van de Vader, enig van enig, God van God, gelijk de Vader die hem verwekte, volgens de Schriften: wiens voortbrenging niemand kent dan de Vader die hem voortbracht. We weten dat deze, zijn eniggeboren Zoon neerkwam uit de hemelen door goedkeuring van Zijn Vader voor het wegdoen van de zonde, werd geboren uit de Maagd Maria, sprak met zijn discipelen, en vervulde elke dispensatie volgens de wil van de Vader: werd gekruisigd en stierf, en daalde af naar de lagere delen van de aarde en regelde de zaken daar. Bij het zien van hem beefden de deurbewaarders dan de Hades: nadat hij op de derde dag opstond sprak hij opnieuw met zijn discipelen en nadat veertig dagen voltooid waren steeg hij op naar de hemel, en is gezeten an de rechterhand van de Vader; en op de laatste dag zal hij komen in zijn Vader’s glorie om iedereen te geven naar diens. 

“[Wij geloven] ook in de Heilige Geest, die de enig-geboren Zoon van God, Jezus Christus zelf beloofde te zenden naar het menselijke ras  als de Trooster, volgens dat wat geschreven is:  ‘Ik ga weg naar mijn Vader, en vraag hem en Hij zl u een andere trooster zenden, de Geest van de waarheid. Hij zal van het mijne ontvangen, en zal u onderwijzen en alle dingen in herinnering brengen.’ Wat betreft de term ‘wezen,’ die gebruikt werd door onze vaderen met het oog op grotere eenvoud, maar door onbegrip aanstoot heft gegeven vanwege het feit dat de Schriften het begrip niet bevatten, leek het wenselijk dat de term helemaal afgeschaft zou worden, en dat in de toekomst wezen niet meer gebruikt zal worden met betrekking tot God omdat de goddelijke Schriften nergens gesproken hebben met betrekking tot het wezen van de Vader en de Zoon. Maar  we zeggen dat de Zoon  in alle dingen is gelijk de Father,zoals de Heilige Schriften bevestigen en leren.”

359 Constantius riep  een oecumenisch concilie bijeen op twee plaatsen:  In het Westen in Italie tt Rimini (Ariminum), en in het Oosten te Seleucie in Klein Azie (Isauria).  Te Seleucia kwamen 160 bisschoppen samen, ongeveer ¾ waren waarschijnlijk  Conservatieven of Semiarianen (Basilius’ richting), terwijl de rest Ariaans of trouw aan de belijdenis van Nicea.  Het credo van Lucianus  van het Wijdingsconcilie (341) werd aangenomen.  De Arianen werden geëxcommuniceerd, en een opvolger werd benoemd voor de Ariaanse bisschop Eudoxius van Antiochie.

Het concilie te Rimini bevestigde de Niceense formule.  Elk concilie zond een afvaardiging naar Constantius.

Te Nike in Thracie, kreeg Valens de afvaardiging van het Westen met bedrog zover dat ze een versie van het gedateerde credo onderschreven dat zei dat de Zoon ‘gelijk de Vader in alle dingen, zoals de Schriften zeggen' De verklaring was blijkbaar wat Constantius wilde - een algemene verklaring die ieder naar eigen inzicht kon interpreteren en mee kon instemmen.  Valens herwon zo  Constantius’ gunst, ten koste van  Basilius van Ancyra en van de Semiariaanse richting.  Het credo van Nike, zoals gegeven door Athanasius in de Synodis:

“Wij geloven in Eën God, de Almachtige Vader uit wie alle dingen voortkomen;

“En in de Eniggeboren Zoon van God, voortgebracht uit God voor alle tijden en voor elk begin, door wie alle dingen werden gemaakt, zichtbaar en onzichtbaar, en geboren als eniggeboren, enkel van de Vader, , God uit God, gelijk de Vader die hem voortbracht volgens de Schriften; wiens oorsprong niemand kent, behalve de Vader alleen die  Hem voortbracht. Wij erkennen dat de Eniggeboren zoon werd gezonden door de Vader en kwam omlaag uit de hemelen, zoals geschreven is, om de zonde teniet te doen, en werd geboren uit de Heilige Geest, uit de Maagd Maria naar het vlees, zoals geschreven is, en kwam samen met de discipelen, en nadat hij de hele  Economy vervuld had volgens de wil van de Vader, werd hij gekruisigd en stierf en werd hij begraven en daalde hijaf naar de gedeelten onder de aarde; geconfronteerd met Hem beefde de Hades zelf: die ook opstond uit de dood op de derde dag, en verbleef met de discipelen, en, nadat veertig dagen vervuld waren, werd hij opgenomen in de hemelen, en zit aan de rechterhand van de Vader, om weer te komen op de laatste dag van de opstanding in de glrie van de Vader opdat hij ieder mens naar zijn werken zal geven.

“En in de Heilige Geest, die de Eniggeboren Zoon van God, onze Heer Jezus Christus,  zelf beloofde te zenden naar het menselijk ras als Paraclete, zoals geschreven staat, `de Geest van de waarheid' (Joh. 16.13), die hij hen zond toen  hij was opgevaren naar de hemelen.

“But de name van `Essence,' which was set down by de Fathers in simplicity, and, being unknown by de people, caused offence, because de Scriptures contain it not, it has seemed good to abolish, en for de future to make no mention van it at all; since de divine Scriptures have made no mention van de Essence van Father en Son. For neither ought Subsistence to be named concerning Father, Son, en Holy Ghost But, we say that de Son is Like de Father, as de divine Scriptures say en teach; en all de heresies, both those which have been afore condemned already, en whatever are van modern date, being contrary to this published statement, be they anathema.”

De Semi-Arianen werden verslagen door Valens’ invloed aan het hof en hun werd hun bisschopszetels ontnomen en zij werden vervangen door Homoeanen.

Hieronimus schreef over het concilie van Rimini, “de wereld kreunde toen deze ontdekte Ariaans te zijn.”

359 De Perzen onder Shapur II vielen Amida aan, boven aan de Tigris, en begonnen de oorlog die zou eindigen met de dood van  Julianus de Afvallige in 363.

360 Een concilie in Constantinopel, bijeengeroepen om de wijding van de kerk van de Heilige Wijsheid (Hagia Sofia,) gaf een credo uit  (een versie van het Nike credo van 359) dat stelde dat de Zoon gelijk is aan de Vader, zonder verdere kwalifikaties.  (Aetius, die dit niet kon onderschrijven, werd verbannen.)  Spoedig hierna werden, Basilius en Macedonius van Constantinopel (zie 337, 342, 346) afgezet vanwege wangedrag. Hoewel Macedonius werd afgezet, bleven de Pneumatomachi een duidelijke richting.

Eudoxius van Antiochie werd bisschop van Constantinopel (zie het jaar 357).

360 Athanasius, leider van de homoousios richting, realizeerde zich dat hij en de homoiousios (“gelijk in wezen”) richting (geleid door Basilius van Ancyra) in feite bondgenoten waren.   Hij schreef, “Degenen die het Niceense credo onderschrijven maar twijfels hebben over de term homoousios moeten niet behandeld worden als vijanden...”  hij wees erop dat hoewel kenmerken gelijk kunnen zijn, wezen dat niet kan zijn maar of hetzelfde is, of verschillend.  Hij geloofde dat als dee homoiousianen dit zich realizeerden ze zijn kant zouden komen versterken  .

360 Meletius, voorheen bisschop van Sebastea, werd tot bisschop van Antiochie verkozen toen Eudoxius overgeplaatst werd naar  Constantinopel. Binnen een paar weken werd  Meletius, die te veel sympathie voor de Niceense positie liet blijken, verbannen door Constantius, en vervangen door  Euzoios, een Ariaan.

360 In dit jaar werd in de in Edessa al het feest van Alle Martelaren op 13 Mei gevierd.

361 Constantius stierf op 3 November, 361.  Julianus “Apostata (de afvallige)e” werd keizer.  Hij stierf in 363 gedurende een campagne tegen de Perzen. Julianus kondigde zijn heidendom af en probeerde de kerk te ontwrichten door alle bisschoppen die verbannen waren door Constantius terug te roepen.  Julianus gaf ook toesteming en verschafte fondsen om de tempel in Jeruzalem te herbouwen.  Dit  project werd door een aardbeving voortijdig beëindigd .

Julianus zag met lede ogen aan hoe de populariteit van de christenen toenam en schreef dat toe aan de naastenliefde die de christenen tentoonspreidden en gaf daar om de opdracht:  In elke stad moeten opvanghuizen gebouwd worden. Want het is een schande dat onder de joden niemand hoeft te bedelen, en nog schandelijker is het dat christenen niet slechts hun eigen armen voeden maar ook de onze.’  Historicus Peter Brown laat de ontwikkeling van ons deel van de wereld dan ook beginnen bij de christelijke armenzorg in de Oudheid. Omdat die niet ging om familiemacht en familiebetrekkingen of om andere belangen, maar om een ideáál. De zorg voor zwakken en behoeftigen die voortkwam uit het Christelijke ideaal van een betere wereld.

Ambrosius vermeldt (Brief 40) dat de Joden twee basilicas in Damascus in brand staken, en andere in Gaza, Ascalon, Berytus en Alexandrie gedurende Julianus’ regering.

361 Eerste vermelding van Epiphanie in het Westen.  Ammianus Marcellinus, een heiden, vermeldde dat het gehouden werd in Gallie.  In de vierde eeuw wordt nergens vermeld dat 25 Decemper in Gallie gevierd werd.

362 Op 9 Februari publiceerde Julianus een edict dat alle bisschoppen die verbannen waren door Constantius terugriep.

362 Athanasius kreeg zijn bisschopszetel terug. Einde van zijn derde en laatste lange ballingschap. Athanasius werd nog voor korte perioden gedwongen Alexandrie te verlaten in 362/3 en 365.

362 Begin van het schisma in Antiochie.  Een beroemde asceet genaamd Paulinus werd tot bisschop van Antiochie verkozen.  Hij werd gewijd door Lucifer van Caralis (Cagliari, Sardinie), een stricte aanhanger van de Niceense formule.  De richting die Paulinus steunde was bekend als de Eustathianen naar de pro-Niceense bisschop Eustathius, die de Arianen hadden afgezet in 328.  Meletius was al bisschop van Antiochie.  Hij was verbannen (zie 360) door Constantius, en keerde spoedig na  Julianus’ edict van 9 Februari terug.  

362 Een nieuwe groep, bekend als de Tropici, verscheen in de Nijl delta.  Ze ontkenden de godheid van de Heilige Geest, noemden hem enkel een dienende geest en werden veroordeeld op het concilie in Alexandrie.

362 Athanasius riep een concilie bijeen in Alexandrie om te behandelen: (1) de voorwaarden waaronder de Arianen terug mochten keren in de gemeenschap en (2) om de opvolging te  Antiochie te regelen (zie onder).  Besloten werd de Arians te ontvangen op voorwaarde van hun acceptatie van de Niceense formule en hun afzweren van het Arianisme, inclusief de leer dat de Heilige Geest een schepsel is.  Dit concilie was van groot belang.  Hieronimus zei dat door zijn oordeelkundige verzoening het “de wereld uit de muil van de Satan greep.”  Bannelingen keerden uit heel het rijk terug (zie het jaar 356) en het voorbeeld van dit concilie werd gevolgd, en eenheid werd bereikt op  Niceensebasis.

Er waren drie rivaliserende bisschoppen in Antiochie, twee  anti-Ariaans, Meletius en Paulinus.  In de loop van het concilie begon Athanasius te handelen volgens het principe dat orthodoxy een zaak van bedoelingen is, niet van formules.  Een logomachy behandelde het gebruik van de term hypostases.  De anti-Sabelliaanse traditie die  Origenes navolgde had gesproken over drie hypostasen,  en bedoelde drie entiteiten die op zich bestonden als veiligheid tegen het idee dat de Vader, Zoon en Geest slechts beschrijvingen zijn van goddelijke atrributen.  Maar voor sommigen leek “drie hypostasen” op tritheisme.  Meletius sprak over drie hypostasen, maar Paulinus van één.  Vanwege hun affiliatie erkenden Rome en Athanasius  Paulinus als de rechtmatige bisschop van Antiochie, maar ze beschouwden Meletius als orthodox.

362 Het colossale standbeeld van Apollo in Antiochie (Syrie), gemaakt van goud met edelstenen als ogen, werd door vuur vernietigd.

363 Op 26 Juni stief keizer Julianus in een veldslag met de Perzen.

363 Het concilie van Laodicea (in de Lycus vallei in Phrygie) somde de canon van de Schriften op in Canon 60 (maar de authenticiteit ervan is omstreden).  De Nieuw Testamentische canonische boeken waren te tegenwoordige met uitzondering van Openbaring.

Het Oude Testament kwam overeen met het moderen Protestantse Oude Testament, aamgevuld met Baruch en de Brief.  (In tegen stelling tot Athanasius verklaarde Laodicea het boek Esther canoniek.)

Theologen van de Alexandrijnse school stemden over het algemeen in met Athanasius:  Cyrillus van Jerusalem, Gregorius van Nazianzus, en Epiphanius, bijvoorbeeld. De Antiocheense school (b.v., Johannes Chrysostomos en Theodoret) keek goedgunstiger tegen naar de "Apocryfen."  Het Westen koos voor de Apocryfen, het Oosten twijfelde.

De andere 59 canons van de synode bevestigden dat het geoorloofd was de hertrouwden en boetvaardigen weer in de gemeenschap op te nemen; bepaalden dat bekeerde Montanisten gedoopt moesten worden; en verbood Christenen te bidden op de kerkhoven van ketters, verbood eer te brengen aan ketterse martelaars in plaats van getrouwe, verbood de zegen te ontvangen van ketters, verbood te bidden met ketters of zich afscheidende groepen, verbood hun kinderen te laten trouwen met ketters, verbood 'liefdes feesten' in de kerk te houden, verbood de joodse gewoonte om op de Sabbat te rusten, verbood overblijfselen te ontvangen van de feesten van ketters of Joden of samen te scholen 'voor drankvermaak'. Het concilie vaardigde ook een aantal canons uit over wat betamelijk is in de eredienst en over de Vastentijd.  De synode sprak zich uit over het reizen van bisschoppen naar synoden en verbood priesters en andere geestelijken te reizen zonder de toestemming van de bisschop.  Geestelijken mochten geen tovenaar zijn, geen magische amuletten maken en geen toneelstukken bekijken bij trouwerijen en banketten.

De exacte datum van deze synode is onbekend, maar ergens tussen 343 en 381.

363 Een concilie kwam samen in Antiochie in dit jaar.  De Arianen waren onderhand verdeeld in drie groepen:  de Acacianen die, in het voetspoor van Acacius, zeiden dat de Zoon gelijk de Vader was , zonder nadere uitleg; de Semiarianen, of homoiousianen; en de Aetianen, die stelden dat de Zoon ongelijk de Vader was.  Later zouden de Aetianen ook wel Eunomianen genoemd worden.  Dit concilie van Antioch heeft de naam Acaciaanse synode gekregen. 

364 Valentinianus I (364-75) werd Keizer.  Hij herstelde de verdeling van het keizerrijk, en vertrouwde het Oostelijke rijk aan zijn broer Valens (364-78) toe.  Valens' vrouw bracht hem ertoe Eudoxius, de Ariaanse bisschop van Constantinopel te steunen en diens Ariaanse opvolger, Demophilus.

364 Basilius, die later bisschop van Caesarea in Cappadociawerd, gewijd als priester.  Rond deze tijd schreef hij zijn boek tegen Eunomius.  Eunomius was een volgeling van Aetius, die een kerkelijke secte in Constantinopel leidde. Eunomius werd veroordeeld op het tweede oecumenische concilie te Constantinople in 381 en stierf ca. 394.

Volgens Sozomen (vi, 26), werd Eunomius ervan beschuldigd de eerste te zijn die doopte met een enkele onderdompeling.  Theodoret vermeldt ook dat hij naliet de Drieëenheid aan te roepen bij de doop.

364 Op een concilie in Lampsacus, verzetten de Semiarianen zich tegen de concilies van Arminium (359) en Constantinopel (360), en vaardigden opnieuw het Luciaanse credo van Antioch (341) uit.  Ze zetten ook Acacius van Caesarea in Palestina af.

365 Op 5 Mei verbandde keizer Valens de bisschoppen die Julianus had toegestaan terug te keren naar hun zetels (zie het jaar 362) opnieuw. Meletius, een van drie rivaliserende bisschoppen in Antiochie, bleef in die stad. 

366 Semiariaanse afgevaardigden gezonden naar Liberius in Rome van het concilie van Lampsacus.  Zij onderschreven het Niceense credo en toonden zo hun orthodoxy.

366 Liberius, bisschop van Rome, stierf.  Hij had een Ariaans credo onderschreven (zie het jaar 358), maar bleef de kerk in Rome regeren. Damasus en Ursinus streden erom bisschop van Rome te zijn.  Aan het einde van een dag in de strijd lagen er 137 lijke in de Liberiaanse basilica.  Damasus won en regeerde tot 384.  In Damasus'tijd werd Latijn voor het eerst in de Romeinse liturgie gebruikt.

Damasus schreef dat Rome de plaats was waar Petrus bisschop was, zijn zetel was dus de “apostolische zetel.'  Hij begon de gewoonte om het majesteitsmeervoud in zijn geschriften te gebruiken en sprak zijn medebisschoppen aan als zonen in plaats het traditionele 'broeders' .  Damasus claimde de 'exclusieve erfgenaam van alles te zijn, en meer dan alles, wat het Nieuwe Testament ons vertelt over het prerogatief van Petrus.'  Hij claimde ook dat het gezag van het concilie van Nicaea gebaseerd was op de acceptatie ervan door zijn voorganger Sylvester.  Dit was misschien een antwoord op de pretenties van Constantinopel (zie 381).

Dat de bisschop van Rome wereldlijke macht had in deze periode is af te leiden uit de woorden van de heidense ambtenaar Praetextus tege Damasus:  'Maak me bisschop van Rome en ik wordt Christen.'

367 Hetconcilie van Tyana accepteerde het herstel van de Semiarian bisschops.  (De kerkelijke afwikkeling Julianus' edict van 362?)

367 In zijn jaarlijkse feestbrief gaf Athanasius, bisschop van Alexandria, een lijst van de boeken in de canon van he Heilige Schrift.  Zijn canon lijkt sterk op de moderne Protestante Bijbel, en vermeldt de Wijsheid van Solomon, de Wijsheid van Jezus Sirach, Esther (!), Judith, en Tobit als boeken buiten de canon.  Het is echter waarschijnlijk dat hij de Griekse aanvullingen van de Hebreeuwse boeken als deel van de canon zag.  Hij noemt het boek  Maccabeeën niet.  (Athanasius' lijst is gelijk aan die van Laodicea, 363, zij het dat hij het boek Openbaring er wel toe rekent.)  Dit was de eerste lijst van de 27 books van het moderne Nieuwe Testament als canon, zonder de boeken die nu ook als niet-canoniek worden beschouwd. 

367 Epiphanios (Epiphanius) werd bisschop van Salamis in Cyprus.  Hij diende tot 403.  Hij vond een doek met afbeeldingen van Christus of een heilige, verscheurde het en protesteerde sterk bij de bisschop van Jeruzalem.  [Dit kan een apocryf verslag zijn van de hand van iconoclasten (afwijzers van afbeeldingen.]

Epiphanios stelde dat Maria en niet Eva de moeder van alle levenden is.  Hij bevestigde noch ontkende haar dood.  De meeste Oostelijke theologen geloofden dat Maria zondig was en verzoening nodig had.

367 De West Romeinse keizer Valentinianus I (364-75) gaf de bisschop van Rome het recht om recht te spreken over andere bisschoppen.

367-9 Christenen in Gallie vervolgd gedurende de Gothische oorlog van de Oostelijke keizer Valens.

368 Waarschijnlijke jaar van de doop vanJohannes ChrysostomosMeletius, bisschop van Antioch, ging waarschijnlijk voor in de dienst.  Johannes diende als hulp van bisschop Meletius gedurende de periode 368-371.

370 De Cappadocische Vaders kwamen naar voren in het post-Niceense debat. Basilius werd metropoliet van Caesarea, de metropool van Cappadocie.  Hij verving Eusebius en diende tot in 379.  Basilius bouwde een stevige Niceense partij op in Cappadocie door steeds orthodoxe kandidaten te benoemen.  Verbonden met Basilius waren zijn jongere broer Gregorius, die bisschop werd van Nyssa (372-75, 375-395), en zijn vriend Gregorius wiens vader [Gregorius] (zie het jaar 381) voor hem bisschop was van Nazianzus. 

Gregorius van Nazianzus is ook bekend als Gregorius de Theoloog.  Basilius steunde de zaak van Meletius te Antiochie - ze vonden elkaar op de 'drie hypostasen' formule.  (Zijn vader was overgehaald het Christendom te accepteren door zijn vrouw (Gregorius' moeder) Nonna, en werd spoedig daarna bisschop van Nazianzus.  Gregorius werd geboren na zijn vaders bekering en wijding.)  In zijn geschriften vertelt Gregorius een verhaal over een maagd die Maria smeekte haar te helpen in nood.  Hij vertelt het zo dat je de indruk krijgt dat dat in zijn tijd al een gewone praktijk was.

Gregorius van Nyssa schreef over de toestand van de doden:  'Als hij zijn lichaam heeft verlaten en het verschil tussen deugd en ondeugd bekend is, kan hij God niet naderen totdat het louterende vuur de smetten waarmee zijn ziel aangedaan is gereinigd heeft. Dat zelfde vuur zal in anderen het vergaan van de materie en de neiging tot het kwaad wegbranden'.

Basilius steunde de zaak van Meletius te Antiochie - ze werden het eens over de 'drie hypostasen' formule.  Hij speelde een grote rol in het betomen van de excessen van individualisme onder de asceten.  Basilius benadrukte gehoorzaamheid, zelfs boven armoe en kuisheid, in de kloosters in zijn gebied.

Bij zijn kritiek op Epiphanios, impliceerde Basilius dat de visie dat Maria kinderen had bij Jozef nadat Jezus was geboren niet unorthodox is.  Gregorius van Nyssa  (en Athanasius) gingen ervan uit dat Maria maagd was voor, gedurende en na de geboorte van Christus.  Gregorius ging er ook van uit dat Maria en haar maagdelijkheid een einde maakten aan de regering van de dood.

In een passage die slaat op de Palamitische controverse van de veertiende eeuw (zie 1333), schreef Basilius: 'De energieën zijn verscheiden, het wezen één.  Maar we zeggen dat we onze God kennen uit zijn energieën, maar ondernemen het niet om dichter bij zijn wezen te komen. Zijn energieën komen omlaag naar ons, maar zijn wezen blijft buiten ons bereik'.  (Brief 234.1)

370 Bij keizerlijk decreet werd het aan geestelijken verboden de huizen van rijke weduwen of hun erfgenamen te bezoeken.

371 Martinus werd bisschop van Tours.  Martinus was geboren uit heidense ouders maar was op 10 jarige leeftijd Christen geworden.  Hij werd gedwongen militair te worden in het Romeinse leger maar verzocht Keizer Julianus Apostatus om ontslag en kreeg dat uiteindelijk.  Hij verbreidde daarna het evangelie in Pannonia en Illyricum.  In 360 voegde hij zich bij Hilarius van Poitiers en stichtte het eerste klooster in Gallie, te Liguge (bij Poitiers).  Als bisschop bleef Martin het evangelie verbreiden, in het bijzonder in Touraine en het omliggende gebied waar het geloof nog weinig bekend was.

371 Toen keizer Valens zijn hoofdkwartier opzette in Antioch, werd Meletius verbannen.  Hij keerde terug naar zijn plaats van afkomst in het gewest Armenia (misschien bij Sebastea, aan de rivier Halys).  Meletius bleef in ballingschap tot Gratianus' edict van tolerantie, na de slag bij Adrianopel in 378.

372 De Oostelijke keizer Valens beperkte de macht van Basilius van Caesarea door Cappadocie in tweeën te delen.  Hij bepaalde dat Tyana de hoofdstad van de nieuwe provincie.  Een canon van Nicaea had kerkelijke provincies gebonden aan burgerlijke provincies en daardoor werd Basilius jurisdictie als metropoliet van Cappadocia beperkt.

372 Basilius maakte Gregorius Nazianzus bisschop van het kleine dorp Sasima.  Voor Basilius was dit een tactische zet om hem bij te staan tegen de rivaliserende bisschop van Tyana.  Antithimus, bisschop van Tyana, ging ervan uit dat hij dezelfde privileges als Basilius moest hebben.

373 Athanasius stierfApollinarius van Laodicea in Syria, zijn vriend, kwam met een Christologie waarin de Logos de menselijke geest van de Zoon verving. Dit had de soteriologisch ongewenste implicatie dat Christus niet volledig menselijk was.  Christologies van het 'Woord-Vlees' type (zoals die van Apollinarius) kwamen vaak uit Alexandria, terwijl Antiochie 'Woord-Man' theologie voortbracht.  Het eerstgenoemde type had de neiging Christus' menselijkheid gering te achten terwijl de laatstgenoemde moeite had met het samengaan van de twee naturen (menselijk en goddelijk) in een persoon.

373 (374?) Toen Auxentius stierf werd een Ariaan, Ambrosius bisschop van Milan, tot 397.  Ambrosius geloofde in Maria's blijvende maagdelijkheid, zij het na aarzeling. Ambrosius schreef dat Petrus het primaat van belijden had, niet van ambt; een primaat van geloven, niet van status.  Gedurende Ambrosius' periode was Milaan de hoofdstad in het Westen en Ambrosius had aanzienlijke invloed op de keizer.  De bisschop van Rome werd gedwongen de zeggenschap over de kerk in Noord-Italie over te laten aan de bisschop van Milaan.  (Milaan was oorspronkelijk hoofdstad van het Westen geworden in 286 toen Diocletianus het rijk opdeelde.  Maar het keizerlijk hof was enige tijd te Trier geweest, maar kwam in 383 naar Milaan.)

374 (De later heilig verklaarde) Epiphanios, bisschop van Salamis in Cyprus, publiceerde zijn Ancoratus.  Er stonden twee credo's in waarvan de eerste vrijwel identiek was aan die van Constantinople (381).  Deze had de zinsnede: 'de Heilige Geest, de Heer en gever van leven, die uitgaat van de Vader, die met de Vader en de Zoon samen aanbeden wordt en verheerlijkt, die sprak door de profeten'.

374 Toen Auxentius, de Ariaanse bisschop van Milan, stierf, werd Ambrosius in zijn plaats verkozen - hoewel hij nog maar catechumen was. De later heilig verklaarde Ambrosius zond een deputaatschap naar de eveneens later heilig verklaarde Basilius om het lichaam van de heilige Dionysius te halen, de voormalige katholieke bisschop van Milaan. 

374 Vanwege zijn tegenstand tegen het Arianisme, werd Macarius de Egyptenaar (stierf 390) verbannen naar een eiland in de Nijl door bisschop Lucius van Alexandrie.  Macarius was rond 330 kluizenaar geworden in de woestijn van Scete, en woonde daar het grootste deel van de volgende 60 jaar.  Macarius had de gave van de genezing en de profetie.  Hij was de auteur van 50 Geestelijke Homilieën, die de opgang van de geest beschrijven, door werk, discipline, en meditatie, naar het aanschouwen van het licht.

375 Basilius van Casarea publiceerde zijn Over de Heilige GeestZijn argument ten gunste van de goddelijkheid van de Geest was grotendeels gebaseerd op de traditie rond de doop en de doxology.

375 Epiphanios (zie 335), bisschop van Salamis in Cyprus (367-403), lanceerde een aanval op de orthodoxie van Origenes.  Hij wilde Origenes (posthum) voor het gerecht brengen en had moeite met de invloed van Origenes' geschriften op zekere Egyptische monniken, namelijk Ammonius en drie broers, tezamen bekend als de Lange Broers.  Evagrius ging naar Egypte en plaatste zich onder Ammonius' gezag; hij werd de zegsman in geschrifte van de Lange broers.

Epiphanios was een geleerde.  Volgens Hieronimus kende hij Grieks, Hebreeuws, Syrisch, Koptisch, en enig Latijn.  Hij was ook een energiek verdediger van het Orthodoxe geloof.  Zijn belangrijkste geschriften zijn het Panarion, geschreven rond 377, dat 80 ketterijen beschrijft, en de Ancoratus, een compendium van kerkleer uit ca.374.   In zijn geschriften wees Epiphanios een secte van de Collyridianen af, die Maria vereerden.  Hij beschreef ook een groep Quartodecimanen in Klein Azie die leerden dat Jesus gekruisigd was op 25 Maat en die Pasen altijd op die datum vierden.

In het Panarion, ook bekend als de Weerlegging van alle Ketterijen, schreef Epiphanios: 'De Heiland werd geboren in het 42e jaar van Augustus, keizer van de Romeinen ... op 8 voor de Ides van Januari' (6 Januari).  Hij beweerde dat de bruiloft te Cana plaats vond op dezelfde datumm, maar stelde dat de doop van Christus op 8 November plaatsvond.  Uitgezonderd Palestina (en daar kwam Epiphanios vandaan), vierde het Oosten 6 Januari als de dag van de doop van de Heer. 

375 De westerse keizer Valentinianus I (364-75) stierf aan een hartaanval.  Zijn zestien jaar oude zoon Gratianus, die toen in Trier was, werd uitgeroepen tot keizer.  De legioenen aan de Donau proclameerden Gratianus' vier en een half jaar oude half-broer Valentinianus II mede-keizer.

376 Toen Euzozios, de Ariaanse bisschop van Antiochie stierd werd hij opgevolgd door Dorotheos, ook een Ariaan.

377 De Oostelijke keizer Valens stond de Visigothen toe de Donau over te steken en zijn rijk binnen te trekken.   Als onderdeel van de overeenkomst die Valens en de Gothische leider Fritigern (volgens de historicus Sozomen) hadden, stemde Fritigern toe om het Ariaanse geloof van de keizer aan te nemen en zijn volgelingen over te halen hetzelfde te doen.  Andere stammen - Burgundiers, Ostrogothen, Sueven, en Vandalen - werden ook Ariaans bij het binnentreden van het keizerrijk. De Hunnen waren de drijvende kracht achter de migratie van de Ostrogothen, die de Visigothen noopten over de Donau te trekken.

377 Hieronimus bezocht Evagrius in Antiochie.  Evagrius won hem voor de partij van bisschop Paulinus (die gekant was tegen de hen die Meletius steunden, inclusief Basilius van Caesarea) in de strijd om de bisschopszetel van Antiochie.  De overgrote meerderheid van de Christenen in Antiochie steunden Meletius.  (Zie 362).

377 Damasus realizeerde zich de implicaties van de Christologie van Apollinarius en hield een concilie that zijn leer veroordeelde.  Dit oordeel werd bevestigd door synoden in Alexandria in 378 en Antiochie in 379.

378 Paulinus wijdde Hieronimus tot priester in Antiochie.  Hieronimus werd leerling van Gregorius van Nazianzus.

378 Gratianus (375-83), keizer in het Westen, steunde de aanspraak van de bisschop van Rome op gezag over de andere bisschoppen in het Westen.  Op verzoek van Gratianus schreef, Ambrosius het eerste twee boeken van zijn De Fide.

378 Op 9 Augustus stierf de Oostelijke keizer Valens in de slag van Adrianople tegen Fritigern en zijn Gothen.  Meer dan 2/3 van Valens' leger kwam om.  Valens' neef Gratianus, die een aanhanger van Nicaea was, publiceerde terstond een edict dat verbannen bisschoppen terugriep.  Meletius van Antiochie keerde terug op zijn bisschopszetel na een ballingschap van zeven jaar (371-78).

Toen Valens Constantinopel verliet om de Gothen te bestrijden werd hij aangesproken door Izaak, a monnik uit Syrie, die profeteerde dat de keizer niet zou terugkeren tenzij hij de kerk deed terugkeren naar de Orthodoxie.  (De meerderheid in Constantinopel was Ariaans.)  Izaak werd in de gevangenis geworpen maar bevrijd door keizer Theodosius I (zie 379).  Izaak werd later een bittere vijand van Johannes Chrysostomos (zie 398), wiens gezag hij verwierp.

378 Diodorus werd bisschop van Tarsus, tot 390.  Hij was de leraar van Johannes Chrysostomos.  Diodore (uit de Woord-Man school) raake in conflict met Apollinarius over de natuur van Christus.  Apollinarius verdacht Diodorus ervan te geloven dat Jesus enkel een zeer geïnspireerd mens was.  Diodorus weigerde Maria Theotokos te noemen zonder te zeggen dat Maria ook de moeder van een mens was.

379 Op 1 Januari stierf Basilius de Grote.

379 Theodosius (379-95) werd Eastern Roman keizer.  Ruled through 395.  Christianity werd een ingredient van good citizenship, en many pagan temples were closed.  Pagans themselves were generally tolerated.  Through Theodosius’s influence, een imperial edict (3 August 379) was issued which condemned heretics van all kinds.

Theodosius made it clear that hij wanted conformity with de creed van Nicaea.  Bisschops not in communion with Pope Damasus en Athanasius’ successor at Alexandria, Peter, would not be recognized.  hij soon discovered, however, that Meletius van Antioch was capable van bringing de Greek world to unity.  Paulinus refused to be co-bisschop with Meletius, so hij was abandoned.  Meletius later presided at de concilie van Constantinople (381).

379 De kleine Orthodoxe gemeenschap in Constantinopel nodigde Gregorius van Nazianzen (zie 370) uit om de kerk te leiden tot een bisschop gekozen zou worden.  Hij vormde een kamer in het huis waar hij verbleef om tot de Kapel van de Opstanding (Anastasia) en preekte daar zijn Vijf Theologische Oraties.  Hieronimus bezocht deze kapel en hoorde Gregorius preken.  Een zekere Maximus de Cynicus, gesteund door een groep Egyptische bisschoppen, liet zich wijden tot bisschop van Constantinopel terwijl Gregorius ziek was.  Toen de gemeente hiervan hoorde dwongen zij Maximus en zijn landgenoten de stad te verlaten.

379 Een schrijn werd opgericht voor de heilige Babylas in Antiochie. Zie 250.

380 In een edict, uitgevaardigd op 28 Februari, erkende Theodosius de bisschoppen van Rome (Damasus) en Alexandrie (Petrus) als de behoeders van het ware geloof.  Hij reserveerde de titel 'Katholieke Christenen' voor hen die de Niceense theologie aanhingen.  Toen Theodosius Constantinopel binnentrok in dit jaar, werd de Ariaanse bisschop Demophilus afgezet, de Arianen werd het gebruik van de kerken van de stad ontzegd, en Gregorius van Nazianzen en zijn gemeente betrokken de Grote Kerk (waarschijnlijk de voorganger van de Hagia Sophia).

380 In de canons van de synode van Saragossa (Caesaraugusta), in Spanje, wordt voor het eerst melding gemaakt van Advent als een voorbereidingsperiode voor Epiphany.  Het concilie veroordeelde ook condemned de leer van Priscillian, later bisschop van Avila, Spanje.  Vanaf ca. 375 leerde Priscillian dat lichamen geschapen werden door de Satan, dat zielen gekerkerd werden in lichamen als straf voor de zonde en dat engelen en menselijke zielen emanaties waren uit de Godheid.  Elf preken toegeschreven aan Priscillianus werden gepubliceerd in 1889.  Ze leren dat de Zoon alleen in naam verschilt van de Vader.

380 Rond dit jaar werd Kerst voor het eerst op 25 December gevierd in Antiochie

381 Tweede Oecumenische Concilie te Constantinopele - in feite het einde van de strijd tegen het Arianisme.  Keizer Theodosius stelde Meletius van Antiochie aan als voorzitter (Meletius was niet in communie met de bisschop van Rome, die Paulinus had gesteund in de strijd om de bisschopszetel te Antioch).  Er waren geen afgevaardigden uit Rome aanwezig.  De homoousios werd onderstreept. Het concilie erkende de bisschop van Constantinopel als tweede in rang na Rome, omdat“Constantinopel het nieuwe Rome is (Canon 3).

Het credo van het Concilie van Constantinopel, bekend als de geloofsbelijdenis van Nicea of het Credo van de 150 Vaders, is wellicht helemaal niet op dit concilie aangenomen.  Het was echter de traditie en wat men dacht op het Concilie van Chalcedon.  Het credo:

  “Wij geloven in één God, de Alles Regerende Vader, schepper van hemel en aarde, van alle zichtbare en onzichtbare dingen;

  “En in één Heer Jesus Christus, de eniggeboren Zoon van God, geboren uit door de Vader voor alle tijd, Licht uit Licht, ware God uit ware God, geboren, niet gemaakt, van hetzelfde wezen als de Father [homoousion to patri], door wie alle dingen hun bestaan kregen.  Die voor ons mensen en voor ons heil neer kwam uit de hemel, en vlees werd door de Heilige Geest en de Maagd Maria en mens werd.  Hij werd gekruisigd voor ons onder Pontius Pilatus, leed en werd begraven, en verrees op de derde dag, volgens de Schrifteb, en voer ten hemel, en zit aan de rechter hand van de Vader, en zal weerkeren in glorie om de levenden en de doden te oordelen.  Zijn koningkrijk zal geen einde hebben.

  “En in de Heilige Geest, de Heer en leven-gever, Die voortkomt uit de Vader, Die aanbeden en verheerlijkt wordt samen met de Vader en de Zoon, Die sprak door de profeten; en in één, heilige, algemene en apostolische kerk.  Wij belijden één doop voor de afwassing van de zonde.  We zien uit naar de opstanding van de doden en het leven van de wereld die komt.  Amen.”

De invloed van Basilius van Caesarea is te zien in de zinsnede“Die aanbeden en verheerlijkt wordt samen met de Vader en de Zoon,” en in het feit dat de Zoon geboren is terwijl de Geest voortkomt.

De toevoeging 'door de Heilige Geest en de Maagd Maria' was een verdedigingswerk tegen de ketterij van Apollinarius (zie 373).  Apollinarius ontkende de menselijke natuur van Christus en geloofde dat zijn menselijke ziel vervangen was door de Goddelijke Logos en dat zijn vlees niet van Maria kwam maar direct uit de hemel. .

Naast zijn onorthodoxe Christologie schreef Apollinarius over de opstanding vanuit een mythisch, of Joods, standpunt; Hij legde er de nadruk op dat we zullen terugkeren naar de aanbidding van de Wet, de besnijdenis, het houden van de Sabbat, ons houden aan voedselvoorschriften, God offers brengen, aanbidden in de Tempel te Jeruzalem, en van Christenen Joden worden” (Basilius, L263.4).  Apollinarius; ketterijen werde veroordeeld in Canon 1 van het Tweede Oecumenische Concilie, sindsdien zijn zulke elementen onorthodox.

 De eerste canon van het concilie:  “Het geloof van de drie honderd en achtien vaders samengekomen te Nicaea in Bithynie zal niet terzijde geschoven worden, maar blijven zoals het is.  En elke ketterij zal vervloekt wordem, in het bijzonder die van de Eunomianen of Eudoxianen, en die van de semi-Arianen of Pneumatomachi, en die van de Sabellianen, en die van de Marcellianen, en die van de Photinianen, en die van de Apollinarianen.”

381 In one van its first acts, de concilie installed Gregory van Nazianzus as bisschop van Constantinople (in de face van een angry, Arian majority).  After de death van Meletius, hij presided over de concilie -- until hij was deposed on a technicality, probably through de influence van Timothy, bisschop van AlexandriaNectarius, de city prefect, who was only a catechumen at de time, werd bisschop van Constantinople (381-97).  Gregory returned to property zijn family owned in Arianzus (near Nazianzus) waar hij lived as een ascetic until 389).  In zijn later life, hij worked against de Apollinarian heresy. 

Continuation van de Schism at Antioch.  Gregory van Nazianzus had hoped that Paulinus would be appointed bisschop van Antioch after Meletius’s death, en so end de schism at Antioch en mollify de west.  Instead, de concilie appointed Flavian, whom Meletius had appointed naar de priesthood.  As een ascetic layman associated with Diodore (later bisschop van Tarsus – see 378), Flavian had been a leader among de “three hypostases” party at Antioch.  Socrates reports that “the bisschops van Egypt, Arabia, en Cyprus combined against Flavian, en insisted on zijn expulsion from Antioch; but those van Palestine, Phoenicia, en Syria contended with equal zeal in zijn favor” (Book V, Chapter X).  de bisschop van Rome refused to recognize Flavian as bisschop en excommunicated those involved in zijn ordination.

381 Keizer Theodosius I liet de relieken van Paulus, voormalig bisschop van Constantinopel, terugbrengen naar de stad uit Cucusus.  Hij plaatste ze in een kerk die Paulus' Ariaanse opvolger Macedonius had gebouwd.

381 Een cuncilie, samengeroepen door de westelijke keizer Gratianus, werd gehouden te Aquileia en veroordeelde de leer vanPalladius en Secundianus.  Ambrosius van Milan was er bij.  Rond deze tijd voltooide Ambrosius zijn De Spiritu Sancto, in drie boeken.  Het concilie zond ook een brief naar Deodosius als steun voor Damasus (tegen Ursinus -- zie 366).

382 Keizer Theodosius liet de Tervingi, een Gothische stam die in 376 (377?) toegang had gekregen tot het rijk, zich vestigen in Moesia.  Deze Gothen hadden Valens in 378 verslagen bij Adrianopel.  Het hoofd van het gezantschap dat toesteming vroeg voor de vestiging was Ulfila, Ariaanse bisschop van de Gothen.

382 Hieronimus (340-420) werd adviseur van Damasus in Rome.  Hieronimus wees eerst Maria's maagdelijkheid bij de geboorte af, maar accepteerde die later, zoals later ook haar eeuwige maagdelijkheid.  Hieronimus had de theorie dat Jesus' broers in feite neven ware en dat Jozef zowel als Maria maagd waren.  Hij verzette zich tegen de mening dat maagdelijkheid en huwelijk gelijkwaardig zijn. 

Hieronimus schreef: 'Het is niet het geval dat er één kerk is in Rome en een andere in de rest van de wereld. Gallie en Brittannie, Afrika en Perzie, Indie en het Oosten aanbidden één Christus en houden zich aan één regel der waarheid. Indien je om gezag vraagt, dan heeft de wereld meer gewicht dan de hoofdstad ervan. Waar ook een bisschop is, of dat nu te Rome is of in Engubium, of het in Constantinopel is of in Rhegium, of het in Alexandrie is of in Zoan, zijn waardigheid is één en zijn priesterschap is één. Noch het beschikken over rijkdom noch de nedrigheid van armoede maken hem meer bisschop of minder bisschop. Allen zijn ze gelijkelijk opvolgers van de apostelen' (Brief CXLVI aan Evangelus)

Hieronimus' principe voor het oplossen van kerkelijke en theologische problemen was éénheid met de bisschop van Rome.  Hij is het vroegste gezag voor de claim dat Petrus 25 jaar bisschop van Rome was.

Hieronimus geloofde dat de Duivel en degenen die God ontkend hebben eeuwig gemarteld zullen worden maar dat afvallige Christenen uiteindelijk gered worden.

Hieronimus maakte een nieuwe vertaling van de Bijbel in het Latijn (nu bekend als de Vulgaat).  In tegenstelling tot de Oude latijnse Versie ging de vertaling van Hieronimus uit van het Hebreeuwse Oude Testament en niet van de Septuagint.  Zijn vertaling werd gezag gegeven op het concilie van Trente (Vierde Zitting, 1546).  Hieronimus begon zijn vertaling gedurende zijn verblijf in Rome (382-85) toen Damasus bisschop was. Hij werkte eerst aan de psalmen en het Nieuwe Testament.  Hij voltooide zijn vertaling, de Vulgaat twerijl hij in 405 in Bethlehem woonde. 

Middeleeuws kunstwerk beeldt Mozes soms af met hoorns.  Deze afbeelding is te danken aan Hieronimus' foutieve vertaling van verzen in Exodus 34.  Vers 29:  'Hij wist niet dat gezicht hoorns had vanwege het spreken van de Heer.'  Vers 30:  'En Aaron en de kinderen van Israel, ziende dat het gezicht van Mozes gehoornd was, hadden angst om naderbij te komen'. Vers 35:  'En zij zagen dat het gezicht van Mozes toen hij naar buiten kwam gehoornd was.' De juiste vertaling moet zijn dat zijn aangezicht scheen.

382 Gratianus beval het beeld van Victorie te verwijderen van het forum in Rome.

382 Een concilie te Rome stelde vast dat het Romeinse primaat niet gebaseerd is op synodale beslissingen (Constantinopel, 381), maar op de belofte van Christus aan Petrus.  Er werd een hierarchie gezien:  de belangrijkste bisschopszetel is te Rome, de tweede te Alexandrie, en de derde te Antiochie.  Rome erkende Constantinopel als tweede in 869, op de synode die Photios (Photius) veroordeelde.

382/3 Rond deze tijd vestigden Izaak van Syrie (zie 378) en een zekere Dalmatios het eerste orthodoxe klooster in Constantinople.

383 In Juni, riep keizer Theodosius I een bijeenkomst samen van de verschillende secten van het Christendom om 'algemene eendracht' te bevorderen. Arianen, Eunomianen, en Macedonianen (Pneumatomachianen) waren vertegenwoordigd.  Op advies van de Novatianen (de Novatiaanse bisschop Angelios, maar in het bijzonder zijn lector Sisinnios), confronteerde Nectarios, bisschop van Constantinople de secten met de geschriften van de kerkvaders, 'die bloei brachten voordat verdeeldheid de kerk in verwarring bracht'.   Socrates (5.10) schreef dat keizer Theodosius 'aan hun verwarring (zag) dat hun enige vertrouwen gevestigd was op subtiele argumenten, en dat ze vreesden een beroep te doen op de uiteenzettingen van de vaders' ten aanzien van de kwestie van de goddelijkheid van de Zoon.  Theodosius keurde alleen de homoousion visie io de Triniteit goed.  De Novatianen kregen gelijke privileges van de keizer als de Orthodoxen.  [De Novatianen hadden zich afgescheiden van de kerk in 251 naar aanleiding van de vraag of de afvalligen tijdens vervolgingen weer opgenomen konden worden in de kerk. Zij vonden van niet.  Verder stemden zij overeen met de Orthodoxen.]

383 Op 25 Augustus werd de westelijke keizer Gratianus te Lyon vermoord.

384 Siricius (384-99) werd bisschop van Rome.  Hij was de eerste Romeinse bisschop die de titel Paus gebruikete.  Siricius eiste voor zijn geschriften en decreten dezelfde bindende kracht op als de decreten van synodes, omdat 'de zorg voor alle kerken aan hem was opgedragen' en dreigde met sancties tegen degenen die hem niet gehoorzaam waren.

384 Een synode in Bourdeaux (Burdigala, Aquitania), waarbij Martinus van Tours aanwezig was, veroordeelde het Priscillianisme (zie 380, Saragossa).  Hoewel Martinus zich verzette tegen het doden van ketters liet Keizer Magnus Maximus (383-88) Priscillianen ter dood brengen.

385 Na de dood van Damasus, en onder vuur vanwege zijn kritiek op de Romeinse geestelijkheid, lakse monniken, en hypocriete maagden, en vanwege zijn verbetering van de evangelietekst verliet Hieronimus Rome en ging naar het Heilige Land, en vestigde zich te Bethlehem.

385 De Pelgrimstocht van Sylvia, geschreven rond deze tijd, beschreef de reis naar Palestina van een vrome vrouw (Sylvia, of Etheria) uit Gallie.  Silvia vermeldt dat op Hemelvaartsdag (40 dagen na Pasen) er een plechtige processie was naar de Olijfberg.  De processie eindigde bij de kerk van de Hemelvaart die door Keizerin Helena op die berg gebouwd was.  De Pelgrimstocht noemt ook het Feest van de Reiniging (of Hypapante, nu gevierd op 2 Februari) als feest dat toen in Jeruzalem gevierd werd op 14 Februari, veertig dagen na Epiphany, de datum waarop Christus' geboorte werd gevierd.  Hypapante werd later Lichtmis (in EngelandCandlemas) genoemd vanwege de woorden van Simeon (Lukas 2.32).  Zie 542.

Een nieuwe basilica werd ingewijd in Milaan.

385-6 De bisschop van Rome, Siricius (384-99), schreef een brief aan Himerius van Tarragona (Tarraco, Spanje met kritiek op de praktijk om de doop te bedienen met Kerst, Epifanie, en de gedenkdagen van heiligen en martelaren.  In Rome werd de doop enkel bediend op pasen en Pinksteren.  In de brief schreef Siricius ook het celibaat voor voor priesters.  Dit was het eerste decreet hierover.  Siricius verdedigt zijn gebod met Romeinen 8.8:  'degenen die van het vlees zijn kunnen God niet behagen'.  De brief aan Himerius bevat een verwijzing naar Matteus 16.18-19 als ondersteuning van de pauselijke rechten.  Dit is de vroegste dergelijke interpretatie van die passage.

385 Theophilus (385-412) werd bisschop van Alexandrie.  De Romeinse praktijk van doop met Pasen was rond deze tijd onbekend in Alexandrie.

385 Volgens een brief geschreven door Ambrosius was de Metonische cyclus in gebruik (gebruikt om de Paasdatum te berekenen, genoemd naar een Atheense astronoom, Meton, die rond 433 overleed). 

386? Flavianus, bisschop van Antiochie, wijdde Johannes Chrysostomos tot priester.  Rond deze tijd beweerde Johannes in een preek dat contact met (of zelfs nabijheid van) schrijnen van heiligen kan resulteren in wonderen.

387 Oproer brak uit in Antiochie over nieuwe belastingen.  Flavianus, de bisschop van Antiochie, reisde naar Constantinopel en deed voorspraak bij de keizer.

387 Een zekere Johannes volgde Cyrillus op als bisschop van Jerusalem.

387 Ambrosius doopt Augustinus in Milan.

388 Ambrosius, bisschop van Milaan, wees keizer Theodosius terecht voor de manier waarop hij oproerige lieden die een Joodse Synagoge hadden vernield bestrafte.

388 De Dood van Paulinus van Antiochie.  Op zijn doodsbed wijdde hij Evagrius als zijn opvolger.  Het schisma in Antioch doorde aldus voort.  (Evagrius was dezelfde die met Hieronimus omgegaan was in 377.)  Zoals ze Paulinus voor hem hadden erkend, zo erkenden Rome en Alexandrie Evagrius als bisschop van Antiochie, ondanks zijn afwijkende wijding.

389 Gregorius van Nyssa schreef zijn Commentaar op het Hooglied.  In dit commentaar, in zijn Leven van Moses, en in andere geschriften kreeg Gregoriud' mystirkr theologir vorm.  Tegen het heidense idee dat verandering onvolmaaktheid is - dat bij Origenes geleid had tot het idee dat mensen opnieuw zouden kunnen vervallen tot zonde, zelfs in het toekomstige leven - beschreef Gregorius de volmaaktheid van de mens als een eeuwige opgang tot steeds groter wordende heiligheid.  Een onveranderlijke toestand is niet bereikbaar omdat God gehuld is in ondoordringbare goddelijke duisternis - geen schepsel kan hem ooit volledig kennen. 

390 (391?) Theodosius liet duizenden Thessalonicenzen dooden omdat ze een barbaarse legeraanvoerder gedood hadden.  Ambrosius, bisschop van Milaan, bracht de keizer tot publieke boetedoening.

390 Symeon de Styliet geboren.  Stierf 459.  Leefde bovenop een zuil bij het klooster in Telanissos in Syria.  Hij werd zo prestigieus dat zijn goedkeuring nodig werd voor de oordelen van de concilies van Efese in 431 en Chalcedon in 451.  Zijn navolger, Daniel (409-493), leefde 37 jaar bovenop een zuil bij Constantinopel.

390 De dood van Gregorius Nazianzus.  De dood van Ephraim de Syrier (303-390).  Veel van Ephraim's theologische geschriften zijn in de vorm van hymnes.

390 Op de Synode van Side, in Pamphylie, werd de Messaliaanse ketterij veroordeeld (toem genaamd Adelphiaanse ketterij).  De Messalianen geloofden dat Satan de oudere broer van Christus was.  Vanwege zijn trots had hij gerebelleerd tegen de Vader en de materiele wereld geschapen, die zij als slecht beschouwden.  De ziel van elke persoon had volgens hen inwoning van een demon, die de Messalianen probeerden uit te werpen door te spuwen en te bidden.  Het enige gebed dat ze gebruikten was het Onze Vader.  Degenen die er in slaagden de demon uit te werpen konden verenigd worden met de Heilige Geest en de Vader zien. Als ze deze toestand bereikt hadden was zonde onmogelijk geworden:  Messalianen hadden een reputatie voor buitensporig gedrag.  Ze weigerden het kruis te aanbidden of de Maagd Maria, omdat het kruis het werktuig van Jezus' dood was en Maria enkel de moeder van een mens, Jesus, waarin de Heilige Geest later zijn intrek nam.  Jezus werd gereduceerd tot leraar of voorbeeld.  Epiphanios (Ephanius) schrijft dat als je een Messaliaan vroeg 'Ben je een Patriach?  Een Profeet?  Een Engel?  Jezus Christus?' dat hij altijd antwoordde 'Ja'.  Messalianen waren ook bekend als Euchetes (bidders) of Enthousiasten. 

391 In twee edictendie dit jaar uitgevaardigd werden en in 392 maakte Theodosius het Christendom de officiele religie van het rijk.  Paganisme werd verboden.

391 Theophilus, bisschop van Alexandrie, liet de tempel van Serapis (het Serapeum) afbreken.  Daarmee voerde hij recente keizerlijke wetgeving uit die heidense tempels tegenging.  Het Serapeum was 's werelds grootste tempel voor Serapis, een zonnegod, een genezingsgod en een vruchtbaarheidsgod.  Gnostici identificeerden Serapis soms met de godheid.

392 Theodorus (392-429) werd bisschop van Mopsuestia in de Ciliciaanse vlakte, tot 428.  Theodorus ontwikkelde de Christologie van Diodorus verder.  Het was zijn zorg om Christus' menselijke natuur te beschermen die hij noodzakelijk achtte voor de redding van de mensen.  Hij leerde Christus als één persoon (prosopon) in twee naturen.  Diodorus en Theodorus zijn vertegenwoordigers van de Woord-Man Christologie.

 Theodorus werd geestelijk leider van de exegetische school te Antiochie.  In plaats van de allegorische uitleg methode die te Alexandrie gebruikt werd, legde Theodorus de nadruk op de letterlijke betekenis.  Hij zei dat diegenen die de Schrift allegorisch interpreteren 'alles terugdraaien omdat ze geen onderscheid maken in de goddelijke Schrift tussen wat de tekst zegt en dromen ....”

Hoewel beïnvloed door Origenes, identificeerde Theodorus' exegese van Mt 16.17-18 de Rots niet met Christus, maar met Petrus' geloofsbelijdenis.  Volgens Theodorus wordt de kerk gebouwd op Petrus' geloofsbelijdenis (Rom 10.9).  Zo ook Chrysostomos (zie 398).  Theodorus en Johannes Chrysostomos waren samen leerling gewest in Libanios' welsprekendheis (rhetorica) school in Antiochie.

393 Een  concilie te Hippo kwam tot de canon van bijbelboeken in de lijn van Augustinus - inclusief de Deuterocanonieke boeken.  Augustinus' Oude Testament lijst:  Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri, Deuteronomium, Jozua, Richteren, Ruth, de vier boeken van de Koningen (Samuel en Koningen), de twee boeken van de Kronieken, Job, Tobias, Esther, Judith, twee boeken van de Maccabeeën, twee boeken van Esdras (Ezra en Nehemia), Psalmen, Spreuken, Hooglied, Prediker, Wijsheid, Jezus Sirach, de twaalf kleine profeten, Jesaja, Jeremia, Daniel en Ezechiel.  Augustinus' Nieuwe Testament is zoals we het nu kennen. 

393 Hieronimus en Epiphanius van Salamis bestreden Johannes van Jeruzalem omdat hij de visie van Origenes deelde.  Epiphanius zette de monniken van Palestina aan tot anti-Origenisme.  Johannes weigerde hun bekeerlingen te dopen of hun doden te begraven.

393 Een concilie in Caesarea (Palestina) steunde Flavianus in zijn opeisen van de bisschopszetel van Antiochie.  Siricius, bisschop van Rome, had het concilie aangeraden Evagrius niet te steunen vanwege zijn afwijkende wijding.  Maar Siricius nam geen actie om het schisma te beëindigen.

393/4 Dood van Evagrius, hoofd van de Eustathiaanse partij in Antiochie.  (Zie 362.)  Evagrius had Paulinus in 388 opgevolgd.  Volgens Socrates werd 'geen ander in zijn [Evagrius’s] plaats aangesteld, door toedoen van Flavianus.'  Toch werd het schisma in Antiochie niet geheeld daar degenen die Flavianus niet mochten “hun bijeenkomsten gescheiden hielden.” 

394 Siricius van Rome arbitreerde in een geschil in de Arabische kerk over de bisschopszetel van Bosra (Bostra).

394 Keizer Theodosius versloeg een pretendent genaamd Eugenius in de slag bij de Frigidus Rivier in noord-oost Italie (bij Aquileia).  Ook benoemde Theodosius waarschijnlijk in dit jaar Flavius Stilicho (wiens vader een Vandaal was) als regent voor zijn jongere zoon Honorius Augustus in het Westen.

394 Olympische spelen afgeschaft.

395 Dood van keizer Theodosius.  Arcadius werd keizer in het Oosten (395-408), Honorius in het Westen, en Stilicho nam de rol van voogd voor beiden op zich.

395 Augustinus bisschop van Hippo (in Noord Afrika).  Stierf 430.  Schrijver van de Confessiones, de Stad van God, etc.  Hij was de meest invloedrijke Westelijke theoloog van de vroege kerk en ervoer waarschijnlijk de werking van Christus als zo krachtig dat hij dacht dat Maria niet alleen maagdelijk moet geweest zijn maar dat haar maagdelijkheid wel blijvend moet geweest zijn.  Hij ging ervan uit dat Maria zonder zonden was, maar niet door haar eigen wil (zoals de Pelagianen aannamen) maar door een speciale genade.  Uitgaande van wat er over Maria in het evangelie staat ging hij ervan uit dat zij net als alle mensen met de erfzonde geboren was, maar door bijzondere genade (de engel sprak ervan) hiervan werd verlost.

 Augustine becommentarieerde Matteus 16.18:  “Allen werden gevraagd, maar Petrus alleen antwoordt, Gij zijt de Christus; en het wordt tegen hem gezegd, Ik zal u de sleutels geven; alsof hij alleen de kracht had ontvangen om los te maken en te binden; terwijl hij voor allen sprak, en gemeenschappelijk voor allen ontving, hij was als het ware de vertegenwoordiging van de eenheid.”  Dit doet denken aan de interpretatie van Cyprianus.

 Augustinus over de kinderdoop: 'Als iemand zou vragen om goddelijk gezag in deze zaak, hoewel de hele kerk dit praktizeert en het niet door de concilies ingesteld is -- maar altijd praktijk was -- er wordt redelijkerwijs van aangenomen dat het niets anders is dan iets dat overgeleverd is door het gezag van de apostelen, mogen we daarnaast het naar waarheid inschatten hoeveel het sacrament van de doop kleine kinderen helpt door te kijken naar de besnijdenis die God's vroegere volk ontving.'

Over kinder communie:  'Als dan, zoals zo veel goddelijke getuigenissen overeenstemmen, noch de redding noch het eeuwig leven te hopen is door iemand zonder doop en het lichaam en bloed van onze Heer, dan wordt het tevergeefs aan kinderen beloofd zonder deze.'  'Uit dit alles volgt dat zelfs voor het leven van kinderen Zijn vlees gegeven werd, dat hij gaf voor het leven van de wereld; en dat zelfs zij geen leven zullen hebben als ze niet eten van het vlees van de Zoon des mensen'.  (Over Vergeving van Zonde, en de Doop, Hoofdstuk 33, 27 en 26.)

Augustinus schreef Over de Triniteit, waarin hij redeneert dat de Geest uitgaat van de Vader en de Zoon.  In Latijnse vertalingen van het Credo van Constantinopel (381), werd deze“filioque” clausule uiteindelijk ingevoegd. Men vond het een onmisbare anti-Ariaanse stelling.

 Augustine ging ervan uit dat verdoemenis van de verlorenen eeuwig is, maar dat de kwelling van ongedoopte kindere het minst erg zal zijn.  Christenen die verstrikt zijn geraakt in aardse geneugten zullen reiniging door vuur moeten ondergaan.

 Op enig moment tijdens zijn werkzame leven woonde Augustine een concilie te Milevita (zie 419) bij.  Het concilie excommuniceerde degenen die een beroepszaak verder dan de zee brengen.  Vertegenwoordigers uit from Rome produceerden fraudulente copieën van de declaraties van Nicaea (325) die Rome het recht leken te geven om beroepszaken uit Afrika te horen.  De Afrikaanse bisschoppen lieten in Constantinopel copieën halen van de canones van Nicaea, en ontdekten het Romeinse bedrog. Blijkbaar speelde het streven naar macht niet alleen buiten de kerk maar ook binnen de kerk een rol.

395 De Hunnen trokken over het Caucasus Gebergte en deden invallen in Mesopotamie en Syrie.  Hieronimus schreef (Brief 60.16, uit 396), 'Twintig jaar lang en meer is het bloed van Romeinen dagelijks vergoten tussen Constantinopel en de Juliaanse Alpen.' 'De Romeinse wereld is aan het instorten'. 'In het afgelopen jaar zijn de wolven op ons losgelaten uit de uithoeken van de Caucasus en in korte tijd hebben ze deze grote provincies onder de voet gelopen.  Hoeveel kloosters hebben ze niet ingenomen!  Hoeveel rivieren hebben ze niet rood gekleurd met bloed!  Ze belegerde Antiochie en sloegen andere steden aan de rivier de Halys, de Cydnus, de Orontes, en de Euphrates.  Ze namen troepen mee als gevangenen.  Arabie, Phoenicie, Palestina en Egypte zagen zichzelf in hun angstdromen al als hun slaven.'

395 Ontevreden omdat hij geen hoge militaire post toen hij Theodosius de slag bij de Frigidus (394) hielp winnen, leidde Alaric de Visigothen bij een inval in Macedonie en Thessalie.  Stilicho leidde de legermacht van zowel het westelijke als oostelijke deel van het rijk en nam stelling in om hem te vermorzelen in Thessalie.  De oostelijke keizer, Arcadius, verdacht Stilicho er echter van dat hij de Balkan bij het westelijke rijk wilde voegen en gaf Stilicho opdracht om zijn oostelijke troepen door te sturen naar Constantinopel en met de rest van de troepen terug te keren naar het westen.  Alaric kon zo ontsnappen.

396 Hieronimus publiceerde een scherpe aanval op Johannes van Jerusalem.  De aanleiding was het bezoek van Epiphanius aan Jeruzalem.  Epiphanius preekte tegen het Origenisme, terwijl Johannes te keer ging tegen het Anthropomorphisme - het andere uiterste.  Er ontstond een breuk tussen de twee, en Hieronimus koos de zijde van Epiphanius.  In de period van ca. 393-403 was de veroordeling van het Origenisme wijdverbreid.  De ruzie tussen Hieronimus en Johannes was van korte duur.  [Dit kan ook rond 393 gebeurd zijn.]

397 Ninianus (Ninian) vestigde ene klooster op Whithorn Island in Schotland met een gewitte stenen kerk - de Candida Casa (Witte Huis) - in die tijd mogelijk de enige stenen kerk in in Brittanie.  Van daaruit werkte hij aan de bekering van de Picten en de Kelten.  Ninianus' school op Whithorn was de enige school in het noorden van Brittanie.  Ninianus werd geboren in Scotland rond 360 en was in Rome geweest rond 380, waar hij bisschop Siricius en Hieronimus ontmoette.  Siricius gaf hem de opdracht Schotland te evangeliseren en gaf hem priesters mee als gezellen, en ook religieuze gewaden, relieken, boeken en heilig vaatwerk.  Onderweg naar Schotland ontmoette Ninianus Martinus van Tours. 

397 Hieronimus en Johannes van Jerusalem verzoenden zich door tussenkomst van Theophilus, bisschop van Alexandrie.  Johannes werd neutraal ten aanzien van Origenes, terwijl Hieronimus en zijn vroegere collega, Tyrannius Rufinus bleven strijden.  Theophilus zelf was nu tegen het Origenisme.

397 Rond deze tijd had Alaric en zijn Visigothen Megara, Corinth, Argos, en Sparta in Griekenland onder de voet gelopen.  Stilicho stak de Adriatische zee over en confronteerde Alaric te Elis in de noordwestelijke Peloponesos.  Alarac ontsnapte naar Epirus, en de oostelijke keizer Arcadius gaf Stilicho opdracht om terug te keren naar het Westen.

398 Dood van Didymus de Blinde (~313-398).  Didymus was blind vanaf zijn geboorte en werd door Athanasius aangesteld aan het hoofd van de catechetische school in Alexandrie.  Hij was een tegenstander van het Arianisme, maar een deel van zijn leer is misschien veroordeeld door het Vijfde Oecumenische Concilie in de tiende vervloeking tegen Origenes (zie 553).  De voorgeschiedenis van canon 1 van het Quinisext concilie (zie 691) noemt Didymus samen met Origenes en Evagrios (zie 399) als ontkenner van de opstanding van het vlees en verbreider van de leer dat de hel tijdelijk is, 'en ontelbare andere idiote godslasteringen.'  Didymus is misschien ook de auteur geweest van zekere geschriften die vroeger toegeschreven werden aan Basilius de Grote (pseudo-Basilius). 

398 Op 26 Februari werd Johannes Chrysostomos, priester onder bisschop Flavian van Antiochie, bisschop van Constantinopel. tot 404. 

Hoewel Siricuis van Rome zijn steun aan Evagrius in 393 had ingetrokken waren hij en Theophilus van Alexandrie nog steeds niet verzoend met Flavianus van Antiochie.  Kort na zijn wijding als bisschop van Constantinopel zond Johannes een delegatie naar Rome om zijn wijding mede te delen en om de breuk met Antiochie te helen. Het schijnt dat hij dit deed met medewerking van Theophilus.  De delegatie was succesvol, en de breuk tussen Rome-Alexandrie en Antiochie werd hersteld.  (Maar zie 412 en 414 .)

Johannes Chrysostomos was leerling van Didorus (zie 347, 378) geweest, de latere bisschop van Tarsus, net als zijn gezel Theodorus (de latere bisschop van Mopsuestia).  Zoals Diodorus legde Chrysostomos nadruk op de letterlijke betekenis van de Heilige Schrift.

Hij ging ervan uit dat Maria niet zonder zonde was. In zijn commentaar op Matteus 12.46-49, bij voorbeeld (Homilie 44 over Matteus), schreef Chrysostomos: 'Want in feite wat ze geprobeerd had te doen was overbodige ijdelheid, want ze wilde de mensen laten zien dat ze macht en gezag heeft over haar zoon.'  Later 'genas Hij de [in deze contekst: haar] kwaal van ijdelheid en gaf haar de eer die haar toekomt ondanks het feit dat haar verzoek onredelijk was.'

Chrysostomos visie op de plaats van Petrus in de kerk was complex.  Over de 'Rots' passage schreef hij: (Homilie 54 over Matteus):

“Wat zegt Christus dan? ‘Gij zijt Simon, de zoon van Jonas; gij zult Cephas genoemd worden.’  ‘Daarom omdat gij mijn Vader hebt verkondigd, noem ook Ik hem die u verwekte;’ ongeveer zeggend: "Zoals gij zoon van Jonas bent, zo ben ik zoon van mijn Vader." Anders was het overbodig te zeggen: “Gij zijn Zoon van Jonas;” maar omdat hij had gezegd: “Zoon van God,” om duidelijk te maken dat hij zo Zoon van Godis, zoals de ander zoon van Jonas, van hetzelfde wezen met Hem die hem verwekte, daarom voegde hij eraan toe: ‘En Ik zeg u, Gij zijt Petrus, en op deze rots zal Ik mijn kerk bouwen’; dat wil zeggen, op het geloof van zijn belijdenis. Hierdoor duidt hij aan dat velen op het punt stonden te gaan geloven, en hij beurt hem op en maakt hem herder.”

Hij hield zich helemaal niet bezig met het primaat van de Zetel van Petrus.  Inplaats daarvan verdedigde hij de eer en majesteit van de Christus:

“Ziet gij hoe Hij zelf Petrus leidt tot hoge gedachten over Hem, en zichzelf openbaart, en impliceert dat hij Zoon van God is door deze twee beloften? Want al deze dingen zijn voorbehouden aan God alleen, (zowel het zonden vergeven als het ervoor zorgen dat de kerk niet omver geworpen kan worden door zulke aanstormende golven, en om te laten zien dat een mens een visser is die steviger staat dan enige rots, terwijl de hele wereld tegen hem ten strijde trekt), dit belooft hij Zelf te geven; als de Vader, sprekend tegen Jeremia, zei dat hij hem als‘een bronzen zuil en als een muur’ zou maken; maar in zijn geval enkel voor één natie, deze man voor elk deel van de wereld.”

“Ik zou graag vragen aan hen die de waardigheid van de Zoon willen verminderen, welke gaven groter waren, die de Vader gaf aan Petrus, of die de Zoon aan hem gaf? Want de Vader gaf aan Petrus de openbaring van de Zoon; maar de Zoon gaf hem dat van de Vader en dat van Hemzelf overal in ieder deel van de wereld te zaaien; en aan een sterfelijke mens vertrouwde hij het gezag toe over alle dingen in de Hemel, door hem de sleutels te geven; wie breidde de kerk uit over elk deel van de wereld en verklaarde dat deze sterker was dan de hemel. ‘Want hemel en aarde zullen voorbij gaan, maar mijn woord zal niet voorbij gaan.’  Hoe is hij dan minder, die zulke gaven gegeven heeft, zulke dingen teweeggebracht heeft?”

Hoewel de Arianen niet langer kerken binnen de stad konden gebruiken (zie 380), hielden ze dageraadsprocessies door de stad en zongen ze liederen die het orthodoxe geloof belachelijk maakten en kwamen daarna samen buiten de stadsmuren.  Chrysostomos ensceneerde Orthodoxe processies die nog veel spectaculairder waren en de Arianen gaven hun pogingen om de stad op deze manier voor zich te winnen al gauw op.  De Orthodoxe processies gingen echter door tot ten minste 440.  Johannes probeerde de Gothen ook te bekeren tot de Orthodoxie, hij voorzag hen van een kerk in de stad en land voor een klooster en zond zendelingen naar de stammen in Moesia. 

399 Op 27 Augustus werd een wet uitgevaardigd in Constantinopel die spectakels, paardenrennen, en theater voorstellingen op zondag verbood.  De wet kan in het verlengde liggen van de recente kritiek die Johannes Chrysostomos had op de concurrentie tussen de kerkdienst en vermaak op zondag.

399 Na oorspronkelijk de kritiek van de Lange Broers op de Anthropomofieten gesteund te hebben verbande Theophilus van Alexandrie de Origenisten.  Ze vertrokken naar Constantinopel en probeerden Johannes Chrysostomos voor zich te winnen.  (Alexandrie was het niet eens met de verhoogde status van Constantinopel na het concilie van Constantinopel in 381.)  In 400 liet Theophilus een concilie bijeenkomen en Origenes veroordelen.

399 Dood van Evagrius van Pontus (bekend als“de Eenzame”).  Evagrios, geboren rond 345, was gewijd tot lector door Basilius de Grote en diaken door Gregorius van Nazianzen. Na het concilie van Constantinople in 381 ging hij naar Egypte in 383 en werd monnik.  Net als Gregorius van Nyssa geloofde Evagrius believed in de uiteindelijke alverzoening - een positie die later werd veroordeeld op het Vijfde Oecumenische Concilie in 553.  Hij schreef ook over praktische zaken zoals geestelijke discipline van de Woestijn Vaders.  Johannes Cassianus was een leerling van Evagrios’ - hoewel Cassianus de alverzoening verwierp.

399 Toen Yezdegerd I de troon van Perzie besteeg in dit jaar, stopte hij de vervolging van Christenen in zijn rijk.  Yezdegerd werd hiertoe gebracht door de invloed van Maruta, bisschop van Martyropolis (Mayferqat) in Mesopotamie, die keizer Arcadius als ambassadeur zond.  Yezdegerd gaf Maruta toestemming om waar hij maar wilde kerken te bouwen.

400 De eerste geconsolideerde editie van de kerkelijke wetgeving werd rond deze tijd in het Oosten gepubliceerd. Het bevatte de canones van veel vierde eeuwse concilies.  (Zie 545.)

400 De Peshitta, een vertaling van de Bijbel in het Aramees, werd voltooid rond deze tijd.  (Sommigen houden het erop de dat Peshitta veel ouder is.)  Het Oude Testament bevat de zogenaamde 'Apocryfe' boeken.  Het Nieuwe Testament mist 2 Petrus, 2 en 3 Johannes, Judas, en Openbaring. 

~400 Johannes Chrysostomos vermeldt een feest van Alle Martelaars dat in Antiochie gevierd werd op de Zondag na Pinksteren.



 
 
setstats 1