NOEME WILLEM
VISSER Wie en Waarom

LITURGIE &CETERA Thema's
  Kerkelijk Jaar
Hoofddienst   Getijden   Devotie   Uitingsvormen  
 
 

De Zevend Eeuw
Als er links geen index  is, klik dan hier:  Index

601 Augustinus werd de eerste Aartsbisschop van Canterbury

601 Gedurende  deze eeuw, werd het gewoonte adem- en accentuatie-tekens te gebruiken in Griekse manuscripten. 

Frankische namen waren zeldzaam voor bisschoppen in Gallie voor het einde van de  zesde eeuw.  Gedurende de zevende eeuw werden ze gangbaarder naarmate Frankische leiders hun invloed deden gelden over het episcopaat.

602 Phokas (602-610) Romeinse Keizer.

602 Paus Gregorius de Grote (590-604) schreef aan de bevolking van Rome en verbood de zaterdag in acht te nemen als sabbath “volgens het wangeloof van de Joden.” 

603 Columbanus beschuldigd door een synode van Frankische bisschoppen van de “dwaling” het Paasfeest te vieren volgens het Celtische gebruik.  Columbanus schreef aan Paus Gregorius I (590-604):  “Hoe dan, met al uw geleerdheid ... geeft u de voorkeur aan een donker Pasen?  Een Pasen waarvan bewezen is dat het geen Pasen is?”  Columbanus maakte de Paastabellen van Victor van Aquitaine (zie 457) die in Rome tot ca. 630 gebruikt werden belachelijk.  De Celtische tabel die Columbanus volgde schijnt een  84-jarige cyclus gehad te hebben, zoals gebruikelijk was in het grootste deel van het westen vanaf de derde eeuw tot 457.  Columbanus citeerde Hieronimus die zich vooraf al keerde tegen Victor’s tabel.

604 Dood van Paus Gregorius de Grote (590-604).  Er volgde een aantal pausen die maar kort de pauselijke zetel bezetten. Tussen dit jaar en 649, waren er 10 pausverkiezingen.  Sabinianus (604-606) volgde Gregorius op als paus.  Gregorius, de eerste monnik die paus werd, werd kort afgedaan in een officiele pauselijke kroniek, de Liber Pontificalis.  Sabinianus werd geprezen in dat werk omdat hij “de kerk vulde met geestelijken” en niet (naar het schijnt) met monnikens.  Het zou 70 jaar duren voor er weer een monnik gekozen werd tot paus.

Gedurende deze periode kon wie tot paus gekozen was pas ingewijd worden als hun verkiezing bevestigd was door de Romeinse keizer in Constantinople.  Sabinianus moest zes maanden wachten tot hij ingewijd werd.

De bisschoppen van Rome fungeerden ook als keizerlijke bankiers.  Ze betaalden de Romeinse (Byzantijnse) troepen en schoten geld voor aan de keizerlijke regering als die krap bij kas was.

604+ Omdat Constantinopel Thessalonike niet kon verdedigen vestigden Slaven zich in die buurt vanaf deze periode.

607 In een poging om de verhoudingen met Rome te verbeteren, gaf Keizer Phokas de titel “Universele Bisschop” aan Bonifatius III (607), bisschop of Rome.  Bonifatius III moest wel een jaar lang wachten tot Constantinopel zijn benoeming bevestigde.

608 Bonifatius IV (608-15), bisschop van Rome, vroek keizerlijke toestemming om het Pantheon, een heidense tempel om te vormen tot een kerk, Santa Maria Rotunda of ad Martyres, gewijd in 609.  Het Pantheon was gebouwd door Keizer Hadrianus tussen 118 en 128 A.D.

Bonitius moest 10 maanden wachten tot de kezier zijn benoeming als paus bevestigde.

609 Patriarch Anastasios II van Antiochie werd gelynched door  Joden uit die stad.  Het incident was te wijten aan de poging van Phokas’s (602-10) om de  Joden te bekeren tot het Christendom en aan Joodse steun voor de Perzische invasielegers (zie 611).

610Herakleios (610-41) (Heraclius) werd Romeins (Byzantijns) keizer.  Tot de tijd van Herakleios werd Latijn gebruikt bij de overheid en in het leger in het Romeinse (Byzantijnse) Rijk.  Herakleios beëindigde dit anachronistische gebruik van het Latijn en verving het door het gangbare Grieks. 

Sergios I werd genoemd als patriarch van Constantinopel (610-638).  Hij hielp de veldtochten van keizer Herakleios van 622-28 met geldelijke bijdragen uit de kerkelijke schatkist en door als regent op te treden terwijl Herakleios op veldtocht was.  (Zie ook 619.)

610 Columbanus (zie 590), onvoerd uit zijn  klooster in Luxovium (Luxeuil) door samenzwerende vijanden aan het hof van de Frankische koning Theodoric (Theuderic) II, reisde naar Zwitzerland en preekte voor de heidense Alemanni.  (Columbanus had geweigerd de zonen die Theuderic had bij zijn concubines te zegenen.)  Zelfs zonder Columbanus froreerde het klooster te Luxeuil en groeide tot 200 monniken.  In deze periode werden kloosters zo groot dat ze locale economische centra werden.

Rond deze tijd bekritizeerde Columbanus zowel Vigilius (537-55) als Bonifatius IV (608-15), de toenmalige bisschop van Rome wegens het steunen van ketters door de bepalingen van het Vijfde Oecumenische Concilie te onderschrijven.  “Pas op dat het niet voor jullie uitpakt zoals voor Vigilius, die niet waakzaam genoeg was.”  Als Bonifatius niet genoeg waakzaam is, “zal de normale situatie van de Kerk omgekeerd worden.  Je kinderen zullen je hoofd worden, maar jullie … zullen de staart van de Kerk worden; daarom zullen zij die het Katholieke geloof hebben bewaard jullie rechters zijn, wie het ook mogen zijn, zelfs de jongste.”

610 In dit jaar bevatte de schatkist van de kerk in Alexandrie 8000 pond goud.  Het patriarchaat steunde 7500 armen en bezat schepen die tot aan Morocco en Cornwall voeren.

611 Op 20 April werd Constantinopel getroffen door een aardbeving.

611 (613?) De Perzen namen Antiochie in.

612/14 Columbanus stichtte een klooster te Bobbio (noord Italie, zuidwest van Piacenza).  Columbanus’s volgelingen en  Celtische monniken bouwden in deze periode kloosters en ontplooiden missionaire activiteiten.

612 De vrouw van Keizer Herakleios, keizerin Fabia-Eudokia, stierf aan epilepsie.  Ze liet twee kinderen achter - haar zoon werd Constantine III, die kort in 641 aan de macht was.  Herakleios trouwde zijn nicht, Martina, ondanks protesten van patriarch Sergios.

613 Aethelfrith of Northumbria won een veldslag bij Chester en sneed Wales af van de Kelten in het noorden.  Rond deze tijd hebben de binnenvallende volken  2/3 tot 3/4 van het eiland in handen.

614 De Perzen onder Koning Chosroes II belegerden Jeruzalem op 15 April.  Op 5 Mei drongen de Perzen het gebied binnen de muren binnen met hulp van Joden.  Met kerken en huizen in brand rondom hen werden Christenen massaal gedood door zowel Perzische soldate als de hen behulpzame Joden.  Zestig duizend kwamen om en nog eens dertig duizend werden als slaaf verkocht.  De Perzen namen het Ware Kruis als buit mee

Van de kerken in Palestina ontliep alleen de Geboortekerk in Bethlehem verwoesting. Klaarblijkelijk kwam dat door een mozaiek boven de deur dat Wijzen uit het Oosten afbeeldde in Perzisch kostuum.

616 (619?) De Perzen namen Egypte in.

616 Thomas van Harkel vertaalde de Bijbel in het Syrisch.  Dit is het enige complete Nieuwe Testament in het Syrisch.  Harkel maakte gebruik van kritische tekens om afwijkende Griekse versies aan te duiden.  Zijn vertaling is ongeveer een eeuw later dan de  Philoxeniana (zie 507/8), twee eeuwen later dan de Peshitta (zie 400), en drie later dan Vetus Syra (zie 300).

617 De Perzen namen Chalcedon in.  De Perzische campagnes in de period van 614-19 droeg bij aan de neergang van zelf-regerende steden en de opkomst van een meer landelijke economie in Klein Azie.

617 Donnan van Eigg werd vermoord, samen met zijn monikken.

619 Koning Sisebut van het  Visigothische Spanje schreef aan Adaloald, koning van de Lombarden en moedigde de ze aan het Arianisme op te geven.  Sisebut gaf hoog op van de voordelen die het Visigothische koninkrijk ten beurt waren gevallen sinds het aannemen van de Orthodoxie.

619 Op het provinciale concilie of Sevilla was er ophef over de leer van een zekere bisschop Gregorius, een Syrier, en voorvechter van de akephaloi - geestelijken zonder erkende meerdere.

619 Gedurende een aanval van de Avaren op de buitenwijken van Constantinopel had Sergios gouden en zilveren vaatwerk van de kerk laten omsmelten.  De eruit geslagen munten werden benut om vrefe af te kopen van  Chagan, de leider van de Avaren.  Mogelijk tijdens deze aanval liet  Sergios het reliek van het gewaad van de Maagd tijdelijk overbrengen van Blachernai, buiten de stadswallen, naar de Hagia Sophia.  Later werd dit reliek teruggebracht met een wake en in processie.  Na de val van Egypte dwong het tekort aan brood de Romeinse regering om te stoppen met de gratis brooduitdelingen en de prijzen werden vastgesteld op  drie folleis per brood.  Johannes “de Aardbeving,” een beambte belast met de uitdeling, probeerde acht folleis per brood te laten betalen.  Sergios zelf liet de stadsprefect  Johannes arresteren en de uitdeling tegen de vastgestelde prijs voortzetten.

620+ De Visigothen slaagden erin de Romeinse provincie in Spanje te veroveren.

622-681 De Monotheletische strijd

622 Keizer Herakleios (610-41), op bezoek in Armenie in een poging om meer steun te krijgen onder de Monofysiten in Syrie en Egypte, suggereerde dat de goddelijke en menselijke naturen in Christus, hoewel helemaal gescheiden in zijn persoon, toch maar één  wil (thelema) hadden en één werking (energeia).  Sergios, patriarch van Constantinopel, was een fervente verdediger van deze leer van één theandrische energie in Christus.

623 Een Frankische koopman genaamd Samo hielp de Slaven van Bohemie, Moravie en Slowakije in hun opstand tegen hun  heren uit het volk van de Avaren.  Hij kreeg hen zover dat ze een koninkrijk stichtten dat zich uitstrekte van de bovenloop van de Elbe tot het midden van de Donau.  Deze opstand, waarschijnlijk begonnen door Herakleios (610-41), verzwakte de Avaren, die op het punt stonden naar  Constantinopel te gaan.

625Honorius I (625-38) werd patriarch van Rome.  Hij aanvaarde later de leer van de éne theandrische energie in Christus.  Daarom werd  Honorius vervloekt bij het Zesde Eocumenische Concilie in Constantinopel (681).

626 Perzen en Avaren die Constantinopel belegerden werden geheel verdreven door de Romeinse (Byzantijnse) keizer Herakleios (610-41).  Rond deze tijd verliet Maximos (Maximus) Confessor, (580-662) voormalige eerste secretaris van Herakleios en later monnik en abt te Chrysopolis, Constantinopel.

Maximos was de belangrijkste theoloog die zich verzette tegen de Monotheletische ketterij.  Hij was de scherpzinnigste analyticus van Chalcedon in de oudheid.  Maximos leerde dat de leer van de monophysieten een pessimistische benadering van de menselijke natuur impliceerde.  Chalcedon, van de andere kant, waarborgde de autonomie van de mens en gunde een onafhankelijke status en positieve waarde aan de schepping.  De Christus die bekend is in twee naturen is in staat een model te zijn voor onze vrijheid en individualiteit, an voor een mystieke eenheid met God waarin de afzonderlijkheid van de mens als schepsel wordt gerespecteerd.

In zijn tijd, stelde Maximos, was de Zoon, voor het Westen niet de oorzaak van het bestaan van de Heilige Geest, zodat in deze zin de Heilige Geest niet uitgaat van de Zoon.  Eeuwen later zou het Westen op het Concilie van Florence de claim doen dat de Vader en Zoon beide oorzaken zijn.

Rond dit jaar was de hele Balkan, behalve Constantinopel, Thessalonica, en verscheidene steden aan de Adriatische kust iin handen geraakt van Slavische invasielegers.  Volgens sommige historici droegen de Slavische volken bij aan het opwerpen van een barriere tussen Oost en West door de Latijn-sprekende bevolkin van Illyricum te doden en een barbaarse barriere tussen Constantinopel en het Westen op te werpen. 

Rond deze tijd nodigde Herakleios (610-41) de Kroaten, een Slavische stam die toen in Galicie, Silesie, en Bohemie woonde, uit om zich te vestigen in Illyricum.  Ze kregen land tussen de Drava en de Adriatische Zee als ze het land verlosten van de Avaren.  Zo mochten de Serven ook uit hun thuisland ten noorden van de Karpathen zich vestigen in het gebied ten oosten van de Kroaten.  De keizer vroeg de bisschop van Rome missionarissen te zenden naar beide groepen, maar het schijnt dat deze inspanningen weinig blijvend success hadden.

627 Keizer Herakleios (610-41) behaalde een beslissende overwinning op de Perzen te Nineveh en verwoestte het laatste van hun legers.  De oostelijke provincies, die onderhand grotendeels Monophysitisch waren, werden opnieuw in bezit genomen.

627 Paulinus bekeerde Edwin, Koning van Northumbria, die gedoopt werd op Kerst.  Paulinus werd de eerste bisschop van York.

628 Na een verblijf op Creta kwam Maximos Confessor in Noord Afrika. 

629 Keizer Herakleios (610-41) voerde niet langer de titel Imperator, maar gebruikte de titel Basileus.  Hierin is de verschuiving van het Latijn naar het Grieks te zien (zie 610 boven).

630 Fursa, een abt in County Lough, Ierland, had een 'bijna dood' ervaring.  In zijn visioen werd hij beschermd door engelen tegen een menigte demonen die hem beschuldigden van allerlei zonden en hem intimideerde met de Ierse oorlogsschreew.   Fursa vestigde zich later in Frankrijk waar zijn verhaal verbreid werd onder de gelovigen.  Zie Diadochos, 486.

630 Rond dit jaar nam de kerk in Rome de Paastabellen aan van Dionysios Exiguus (zie 525).  Een groot deel van het Westen bleef de tabellen van Victor van Aquitaine (zie 457) volgen tot ver in de achtste en tot in de vroege negende eeuw.  Vanaf ongeveer 630 tot de kalenderwijziging van 1582, stonden Rome en het Oosten op één lijn wat betreft de berekening van de Paasdatum.

631 Keizer Herakleios (610-41) benoemde Kyros, bisschop van Phasis in Colchis tot patriarch van Alexandrie, en als onderkoning  (dioiketes) van Egypte.  Kyros begon een tien-jaar lange vervolging van de niet-Chalcedonische Koptische Christenen.  De Koptische patriarch Benjamin I (622-661) dook onder in de woestijn en Kyrios liet Benjamin's broer Mina martelen in een poging om achter zijn schuilplaats te komen. Vervolgens liet hij hem verdrinken in de Nijl, vastgebonden in een zak vol stenen.  De verdeeldheid onder de Christenen vergemakkelijkte waarschijnlijk de Islamitische machtsovername in Egypte (639-641).

632 Dood van Mohammed.

633 Rond dit jaar verwierf Sergios (Sergius), patriarch van Constantinopel 610-38, de goedkeuring van Keizer Herakleios (610-41) door de leer dat Christus slechts één werking of energie had.

633 Op grond van de leer van de ene theandrische energie in Christus, ondersteund door patriarch Kyros van Alexandrie, werd een verklaring van eenheid getekend in Alexandrie in Juni 633 tussen Constantinopel en een gematigde groep Monofysieten, de Theodosiers. Sophronios, een monnik van het klooster van de heilige Theodosius in Jeruzalem, die de  Byzantijnse kroniekschrijver Johannes Moschus op zijn reizen had vergezeld, bezocht Alexandrie en Constantinopel om de  patriarchen te overreden het Monotheletisme af te zweren.  Later toonde patriarch Sergios minder enthousiasme voor zijn monoenergisme.

633 Het Vierde Concilie van Toledo kwam samen in de kerk van de heilige Leocadia en bestond uit 62 bisschoppen die samenkwamen op verzoek van Koning Sisenand (heerste over de Visigothen 631-36). Het concilie bevestigde de uitspraak van het Credo van Athanasius dat “Wie gered wil worden moet bovenal het Katholieke geloof hebben.”  Dit is van belang in de kontekst van het toenmalige Arianisme van de Visigothen. Isidorus (560-636), aartsbisschop van Sevilla vanaf ca. 600, zat dit concilie voor, dat ook opkwam voor tolerantie voor Joden en maatregelen nam om tot grotere uniformiteit te komen in de misviering in Spanje.  Bovendien beval het concilie: “Laat de priester en de diaken bij het altaar communiceren, de rest van de geestelijkheid in het koor, en de leken buiten het koor.”  Overblijfselen uit die tijd duiden erop dat het altaar  niet voor iedereen vanuit de kerkruimte te zien was (in Spain gedurende deze periode).

Isidorus is bekend om zijn Etymologies, een vroege encyclopedie die veel invloed had in de Donkere- en de Middel-Eeuwen, met nadruk op elementen van een klassieke opvoeding zoals de zeven vrije kunsten.  In het zevende deel schreef Isidorus, “Alleen de Vader komt nergens vandaan, daarom wordt alleen Hij ongeschapen genoemd; de Zoon alleen is door zijn wezen van de Vader, daarom wordt Hij alleen geschapen genoemd [sic]; de Heilige Geest gaat uit van de Vader en de Zoon, daarom wordt alleen de Geest door hen beiden geconstituteerd.”   Isidorus respecteerde de paus maar legde ook nadruk op de onafhankelijkheid van de Spaanse kerk en hij zag de Spaanse monarchie als een opkomende macht in tegenstelling tot  de teruglopende macht van het Romeinse Rijk, belaagd door Perzen, Hunnen en Slaven.  Zijn veronachtzaming van Constantinopel is ook te zien in zijn weigering om de bisschop van Constantinopel patriarch te noemen, zijn minimalizering van het gezag van Justinianus in De viris illustribus, en in zijn stellingname dat Constantinus I een Ariaan was.  Isidorus is zelfs kritisch over de Oostelijke praktijk om een zijden doek (en niet een linnen doek) te gebruiken om het brood te bedekken bij de eucharistie.  Isidorus’ invloed in het latere Westerse Christendom droeg waarschijnlijk bij aan het schisma van 1054.

Isidorus vertelde dat Koning Sisebut van het Visigothische Spanje alle Joden opdroeg zich te laten dopen.

633/4 Sophronios (634-38) verkozen tot patriarch van Jeruzalem.  Hij zond een synodale brief aan Honorius en de Oostelijke patriarchen met een uitleg van het orthodoxe geloof in de twee naturen van Christus (in tegenstelling tot het Monothelitisme dat hij beschouwde als een subtiele form van Monofysitisme).  Hij stelde ook een Florilegium (anthologie) samen van 600 teksten uit de Bijbel en de Griekse kerkvaders ter ondersteuning van de orthodoxe leerstelling van het Dyotheletisme (twee willen) in Christus.

634 De Saracenen veroverden de kust van Palestina tot Caesarea.  Vier duizend Christelijke, Joodse en Samaritaanse boeren werden gedood.

634 Patriarch Sergios (610-38) van Constantinopel publiceerde een kort document, de Psephos (Beslissing), die het verbood om te spreken over zowel één als twee wilsprincipes in de activiteit (energie) in Christus.  Zowel Maximos de Confessor als patriarch Sophoronios accepteerden dit.

635 Koning Oswald van Northumbria verzocht de Schotten hem een bisschop te zenden om zijn volk te bekeren.  Aidan een monnik uit Hii of Iona werd gezonden en vestigde zijn bisschopszetel op het eiland Lindisfarne (Holy Isle).

635 Damascus ingenomen door de Saracenen.  De Monofysieten in Syrie, die jaren door de Romeinse autoriteiten vervolgd waren, steunden de invallende troepen.

636 Regering van Rothari (636-52), koning van de Lombarden.  Hij was de laatste Lombardische koning waarvan bekend is dat hij Ariaan was.

636 Antiochie ingenomen door de Saracenen.  Keizer Herakleios (610-41) trok zijn troepen terug uit Syrie.

637 Jeruzalem ingenomen door de Arabieren.  Sophronios onderhandelde over burgerlijke en religieuze vrijheden voor de  Christenen in ruil voor een heffing.

638 Keizer Herakleios (610-41) vaardigde zijn  Ekthesis uit waarin hij koos voor de Monotheletische leer (dat er maar één wil in Christus is) en proclameerde dit als de officiele leer van de Kerk.  De vier oostelijke patriarchen stemden in.  Maar de Ekthesis werd heftig bestreden, in het bijzonder door Maximos de Confessor.

Pyrrhos werd patriarch van Constantinopel (638-42, 53/4-?) na Sergios’ dood.  Pyrrhos was een voorvechter geweest van het  Monothelitisme en een vriend van keizer Herakleios (610-41).

638 Severinus (640) werd verkozen tot bisschop van Rome in dit jaar.  Maar omdat Severinus de Ekthesis niet wilde accepteren vertraagde Herakleios (610-41) de bevestiging van de verkiezing twee jaar lang (zie 604).  Severinus werd tot paus gewijd in 640.

639 Duizenden stierven in Palestina door hongersnood en ziekte vanwege de invasie van de Saracenen waarbij dorpen verwoest werden en het land onbewerkt achterbleef.

639 In December viel de Saraceense generaal Amr ibn al-Asi Egypt binnen met tussen de 3500 en 4000 soldaten.

639 Johannes Climacus (579-649) verkozen tot abt van het klooster van de heilige Katharina op de berg Sinai.  Hij schreef De Ladder van de Goddelijke Opgang, een werk in 30 hoofdstukken dat de geestelijke opgang naar morele vervolmaking beschrijft. 

640 De Saracenen veroverden de haven van Caesarea in Palestina.  Kalief Umar beval een volkstelling in Palestina.  Alle bezit (land, vee, bomen, etc.) werd geteld om een evenredige belasting te kunnen heffen.  In Iraq verhoogde Umar de belasting met een factor 3 tot 4 in vergelijking met wat de Perzen als belasting opgelegd hadden.

641 De Arabieren veroverden Egypte, inclusief Alexandrie.  In September trokken de Saraceense troepen van Amr ibn Al-Asi  Alexandrie binnen waarmee Egypte compleet veroverd was.  Ze verbrandden de boeken van de bibliotheek om de openbare badgelegenheden te verwarmen.  De voorraad boeken was genoeg voor een jaar.  Desalniettemin waren de eerste jaren van Islamitische regering gunstig voor de Koptische Christenen, die hun godsdienst mochten blijven praktizeren en kerken mochten blijven bouwen en repareren zonder beperkingen.  De vroege jizyah (belasting) was niet zwaarder dan de keizerlijke belastingen geweest waren. 

Keizer Herakleios (610-41) stierf op 11 Februari, hij nam patriarch Sergios de Ekthesis kwalijk.  Zijn oudste zoon, Constantijn III, stierf op 25 Mei van hetzelfde jaar.  Er wordt gespeculeerd dat hij gedood werd door zijn stiefmoeder, Martina.  Constantine III’s zoon Herakleios werd keizer Constans II (641-68).  (Constans II werd Pogonatus, genoemd: “de baardige,” vanwege zijn grote baard - hoewel alle Romeise keizers in deze periode baarden hadden.)

Johannes IV (640-42), patriarch van Rome, veroordeelde Herakleios’ Ekthesis, en de leer van één wil in Christus.

642 Theodorus werd patriarch van Rome (642-49).  Gedurende zijn ambtsperiode excommuniceerde hij twee patriarchen van Constantinopel voor het accepteren van de Ekthesis.  Als reactie werd het altaar in het verblijf van de paus in Constantinopel ontwijd; de vertegenwoordiger van de paus werd gearresteerd en verbannen; dn de troepen van de keizer roofden de pauselijke schatkist in het Lateraanse paleis.  (Theodorus was afkomstig uit het Oosten, geboren in Jeruzalem.)

642 Patriarch Pyrrhos van Constantinopel - een bondgenoot van Martina - vervangen door Paulus, die zich tegen haar verzette en Constans II (641-68) steunde in de opvolgingsstrijd van 641.

642 Koning Chindaswinth van Spanje (642-53) beval de doodstraf voor Christenen die eredienst hielden als Joden.

643 De Saracenen verwoestten Tripoli.

643 Aartsbisschop Sergios van Cyprus schreef aan Theodorus I (642-49), patriarch van Rome, en vroeg om zijn steun bij het bestrijden van de Monotheleten van Constantinopel.  Sergios noemde de paus de opvolger van Petrus en de rots waarop de Kerk gebouwd is.  In een brief die rond deze tijd opgesteld is schreef Maximos Confessor over “de zeer heilige kerk van Rome, de apostolische zetel, die God het Woord Zelf en eveneens  alle heilige synoden, volgens de heilge canons en de heilige definitie, hebben ontvangen, en die de macht bezit in alle zaken en voor allen, over al de heiligen die er zijn voor de hele bewoonde wereld, en eveneens de macht om te verenigen en om los te maken ...” 

645 In een debat in Carthago, georganiseerd door de exarch Gregorius, overtuigde Maximos Confessor Pyrrhos, voormalig patriarch van Constantinopel, de Monotheletische ketterij af te zweren.  Pyrrhos bedacht zich later en werd hersteld als patriarch van Constantinopel in 653 of 654.

646 Een synode in Spanje beperkte het gevolg van een bisschop tot vijftig.  Dit verminderde de last van degenen die hem gastvrijheid moesten verlenen.

647 Gregorius, exarch van Karthago, proclameerde zich onafhankelijk van Constantinopel.  Hij werd gesteund door de bevolking van Chalcedon.  Deze opstand eindigde toen de Arabieren Karthago binnenvielen vanuit Libie en Gregorius doodden (649).  Karthago werd uiteindelijk door de Arabieren ingenomen in 705.

648 De Romeinse (Byzantijnse) keizer Constans II (641-68) vaardigde een edict uit waarin hij, om de intense controverse veroorzaakt door de Monotheletische leer te beëindigen,  verbood de Monotheletische leer te bespreken.  Dit edict, in Constans' naam verspreid door patriarch Paulus,  is bekend als het Typos.  Anastasius, een pauselijke legaat in Constantinopel, werd verbannen naar Trebizond voor het weigeren zich te houden aan het edict.

648 Paus Theodorus I excommuniceerde Pyrrhos, voormalig patriarch van Constantinopel.

649 Paus Theodorus I verklaarde patriarch Paulus van Constantinopel afgezet.

649 Martinus I (649-55), patriarch van Rome, werd gewijd zonder keizerlijke bevestiging af te wachten (zie 604).  Zonder rekening te houden met keizerlijk belijd, veroordeelde het door hem bijeengeroepen Lateraanse concilie de Monotheletische leer.  De patriarchen Sergios, Pyrrhos en Paulus vam Constantinoprl werden vervloekt, samen met Kyros van Alexandriea.  Een florilegium werd samengesteld van 161 fragmenten van orthodoxe auteurs tegen het Monotheletisme (slechts 28 auteurs schreven in het Latijn).  Honderdvijf westelijke prelaten waren aanwezig op de synode, ter vertegenwoordiging van Sicilie, Afrika, Sardinie, en Italie, maar er waren geen vertegenwoordigers uit het gebied ten noorden van de Alpen of Spanje.  Een groot aantal oostelijke monniken woonde de synode ook bij (velen waren vluchtelingen vanwege de Monotheletische vervolgingen in het Oosten), en verder vertegenwoordigers van de oostelijke  patriarchen.  Martinus liet de bevindingen van het concilie vertalen in het Grieks en liet ze zenden aan keizer Constans II (641-68) met het verzoek de monotheletische ketterij af te zweren. 

Maximos Confessor woonde de synode bij.  Uit Rome schreef Maximos over de kerk daar:  “ze heeft de sleutels van het geloof en van de orthodoxe belijdenis; wie haar nederig benadert, voor hem wordt de ware en unieke vroomheid geopend, maar zij sluit haar mond tegen elke ketter die tegen de rechtvaardigheid spreekt.”

649 Koning Recceswinth van Spanje (649-54) verbood het Joodse Paasfeest, de Oud Testamentische spijswetten en Joodse huwelijken.  Het was Joden verboden een rechtszaak te voeren tegen Christenen of tegen hen te getuigen.

649 De Saracenen vielen Cyprus aan en doodden veel van de bevolking of voerden deze in slavernij.

653Bisschop Martinus I van Rome en Maximos Confessor werden gearresteerd op bevel van keizer Constans II (641-68).  Martin werd gearresteerd door Theodorus Calliopas, exarch van Ravenna.   Beide werden verbannen wegens hoogverraad in 655, blijkbaar vanwege hun tegenstand tegen de Monotheleten.  Martinus I werd verbannen naar de Krim, waar hij stierf op 16 September 655.

653-58 Een zekere Wilfrid bezocht Rome als  pelgrim.  Na zijn terugkeer naar Engeland werd hij abt van het klooster in Rippon.  Later werd hij bisschop van York (664).  Wilfrids historie toont de beperking van de invloed van  de bisschop van Rome.

654-57 Eugenius, bisschop of Rome.  Eugenius weigerde in te gaan op het verzoek van de keizer om Petrus, patriarch van Constantinopel, die monotheleet was, te erkennen.  Maar verluid erkende hij hem wel nadat hij bedreigd was door zijn parochianen in in Rome.

655 Zeeslag tussen de Romeinen (Byzantijnen) en de Arabieren voor de kust van Phoenikos (modern Finike) in Lycie.  De Romeinse vloot werd gedecimeerd en keizer Constans II (641-68) ontsnapte maar net.

656 Kalief Othman werd vermoord in Medina terwijl hij de Koran las.  De Arabische wereld was er vijf jaar door in rep en roer. Dit gaf de Romeinen een adempauze.

657 Toen Vitalianus (657-72) werd verkozen tot bisschop van Rome in dit jaar, veroordeelde hij de Typos van keizer Constans II (641-68) niet (zie 648).  De keizer bevestigde zijn benoeming.

659 Op haar doodsbed vroeg Gertrude van Nivelles, de dochter van Pepijn I van Frankrijk begraven te worden in een eenvoudig linnen doodshemd.  Dit ging in tegen de gebruikelijke (heidense) praktijk van een  “aangekleed” graf.  Haar voorbeeld vond navolging.  Rond 750 betekende dit het einde van de praktijk in Frankrijk van het aankleden van graven met goederen die de overledenen nodig zouden hebben in het hiernamaals.

661 De Frankische koning Chlothar III en zijn koningin Balthilde stichtten een klooster te Corbie en gaven het vrijwaring van belasting en toezicht door locale bisschoppen in ruil voor gebed, waarvan de koninklijke weldoeners vertrouwden dat het hun koninkrijk zou beschermen en verrijken. 

661 Dit jaar was het zover dat de Franken alle Romeinse bisschoppen in Gallie vervangen hadden door Frankische bisschoppen (zie 601 boven). Bonifatius beschreef de Franken als:  “begerige leken, overspelige geestelijken en dronkaards, die tot de tanden bewapend in het leger vechten en die met eigen handen zowel Christenen als heidenen doden.”

661/2 Maximos Confessor werd teruggeroepen uit verbanning  in Thracie, berecht en veroordeeld tot verminking.  Zijn tong en  rechterhand werden afgehakt om verdere tegenstand tegen de Monothelen te voorkomen. 

Maximos’ belangrijkste theologische inbreng is misschien wel zijn interpretatie van het werk van Pseudo-Dionysius in  Orthodoxe zin, waarbij hij zowel de Trinitarische benadering als de diophysitische Christologie benadrukt.  Maximos was een voorstander van de apophatische benadering van de Godskennis.  Zijn werk neemt meer ruimte in in de Philokalia (zie 1782) dan het werk van enige andere schrijver en behandelt het proces van de vergoddelijking. 

Op het Concilie van Florence (1439) citeerden de Orthodoxen Maximos om aan te duiden met welke betekenis het  filioque in het westen werd opgevat in de zevende eeuw.  Maximos schreef, “de Romeinen bevestigen niet dat de Zoon de veroorzaker is van de Geest, want zij weten dat de Vader de veroorzaker is van de Zoon en de Geest, van de ene door geboorte, van de  ander doordat deze van Hem uitgaat; maar zij laten alleen zien dat de Geest door de Zoon gezonden wordt.”  De Orthodoxen gaven aan dat als dit nog steeds de Romeinse stellingname was, “dan zijn geen verdere discussies nodig en kan de voormalige vereniging van Kerken plaatsvinden.”  Ongelukkig genoeg was de Westerse leer ingrijpend gewijzigd.

662 Op 13 Augustus stierf Maximos Confessor in ballingschap in Lazica aan de zuidoostelijke kust van de Zwarte Zee.

662 Keizer Constans II (641-68) verliet Constantinopel. Hij wilde eerst zijn hof vestigen te Rome.

662 Rond dit jaar, gedurende de regering van hun koning Grimoald (662-71), aanbaden de Lombarden in het gebied van Benevento een afbeelding van een slang; deze cultus bestond al in de oudheid.  St. Baratus liet het beeld van de slang smelten en vermaken tot een schaal en kelk.

663 Constans II (641-68) bezocht Rome, waar hij 12 dagen verbleef. Hij ontdeed de kerken van hun waardevolle bezittingen - hij nam zelfs de dakbedekking van de kerk van St. Maria ad Martyres.

664 De synode te Whitby.  Kerken in het noorden van Engeland (die ontstaan waren onder invloed van Celtische evangelisten) stemden ermee in de Paasdatum zoals gebruikelijk in Rome aan te houden, net als de kerken in het zuiden die vanuit Rome ontstaan waren.  De Celten stelden dat hun praktijk afkomstig was van de evangelist Johannes, terwijl de zuiderlingen zich beriepen op Petrus.  Koning Oswy (van Mercie) werd overtuigd door het argument dat Petrus de sleutels van het hemelrijk had:  “opdat niet, als ik bij de poorten van de hemel kom, er niemand zou zijn om deze te openen, en hij die mijn tegenstander is de sleutels blijkt te hebben.”

Het is opmerkelijk dat de Celten Pasen vierden volgens de regeling gemaakt te Nicaea in 325 (op de Zondag na de veertiende dag van de maand die het dichtst is bij de  voorjaars equinox). Ze waren zich echter niet bewust dat sinds Nicaea Alexandrijnse astronomen een fout hadden gevonden in de manier waarop de Joden het Pascha berekenden.  De methode om de Paasdatum te berekenen was veranderd in het westen in 525 zodat de datum (zoals nog steeds) altijd tussen 22 Maart en 24 April viel -- op de eerste zondag na de eerste volle maan op of na de voorjaars equinox (21 Maart).  Het beroep van beide kanten op het gezag van de apostelen was dus onterecht.

664 De pest brak uit in.  Koning, Sigehere, en zijn volk vielen van het geloof.  Bisschop Jaruman van Mercia bracht ze opnieuw tot geloof.

666 Keizer Constans II (641-68) gunde Aartsbisschop Maurus van Ravenna wat hij verzocht en stond deze stad toe zijn bisschop te wijden zonder goedkeuring van Rome.

668 Paus Vitalianus (657-72) wijdde Theodorus van Tarsus als zevende aartsbisschop van Canterbury.

668/9 Hadrianus, abt van het Niridische klooster bij Napels, vergezelde Theodorus van Tarsus op zijn reis door Frankrijk.  Volgens Beda, hield Ebrin, de beheerder van het paleis, “Hadrianus tegen, omdat hij vermoedde dat hij met een boodschap van de keizer voor de koningen van Brittannie (Engeland) op weg was ten nadele van zijn koninkrijk.”  In deze periode waren de pausen burgers van het Romeinse (Byzantijnse) rijk en werd het mogelijk geacht dat zij over een bondgenootschap zouden onderhandelen met de Saxische koningen van Brittanie (Engeland) tegen de Franken.

669 Wilfrid benoemd als bisschop van York.  Hij had de Romeinse positie verdedigd te Whitby in 664.

670 Het gezag van de geloofsbelijdenis van Athanasius bevestigd door een concilie in Toledo.

672 De Saracenen vielen de eilanden Cos en Rhodos binnen en doodden velen van de bevolking of maakten hen tot slaaf. 

673-5  Een synode te Saint-Jean-de-Losne veroordeelde het jagen door geestelijken (zie 517, 747).

674 Benedict Biscop (~628-689/90), beschouwd als de vader van het Benedictijnse kloosterwezen in Engeland, bouwde het klooster van St. Petrus in Wearmouth.  Benedict reisde vaak naar Rome en kreeg instructies over de monastieke praktijk en manuscripten, schilderijen en relieken voor het klooster te Wearmouth en een zusterklooster te Jarrow.  Samen vormden deze vestigingen een leidinggevend centrum voor kennis en kunst in West Europe gedurende deze periode.  Biscop werd opgevolgd als abt van Wearmouth door Ceolfrith in 690.

674 De Saracenen vielen Kreta binnens  en doodden velen van de bevolking of maakten hen tot slaaf.

678 Constantijn IV (668-85) zocht naar een uiteindelijke oplossing voor de Monotheletische kwestie.  Hij deed het voorstel een algemene synode te houden.

Rond dit jaar zond Agatho, bisschop van Rome (678-81), een zekere Johannes, eerste zanger van de Schola Cantorum in Rome, naar Engeland om studenten in de kerkmuziek op te leiden in Wearmouth.

678 Vanwege een ruzie tussen de Aartsbisschop van Canterbury, Theodorus, en Koning Ecgfrith van Northumbria, werd Wilfrid uit zijn ambt gezet in York.  Hij reisde naar Rome om in beroep te gaan bij de bisschop van Rome.  Onderweg bekeerde Wilfrid veel Friesen - bijgestaan door het toeval van goede visvangst.

679 Barontus, voorheen koninklijk beambte, nu monnik in het klooster van Logoretum (bij Bourges, centraal Frankrijk), werd erg ziek.  Hij had een visioen waarin hij engelen zag die hem naar de hemel begeleidden, maar tevens demonen die  hem aanvielen. Toen Barontus bij de poorten van de hemel kwam, somden de demonen op verzoek van Petrus zijn zonden op. Zie Diadochos, 486.

680 De Bulgaren, die de Donau waren overgestoken naar Dobrudja (tussen de Donau en de Zwarte Zee) gedurende de voorafgaande tien jaar, versloegen de Romeinse troepen die gezonden waren om hen te verdrijven.  Voortaan woonden de Bulgaren permanen ten zuiden van de Donau.

680 Koning Ervig van Spanje (680-87) verbood Joden om de Sabbath te vieren.

680 Rond deze tijd werden de Lombarden bekeerd tot de Orthodoxy.

680 In een brief bestemd voor het Zesde Oecumenische Concilie, interpreteerde Paus Agatho (678-81) Lukas 22.31 als een verwijzing naar de pure leer van het pausdom en de unieke pastorale plichten van pausen.  De passage luidt:  “Petrus, Petrus, zie, Satan wil u hebben, opdat hij u schifte als graan; maar ik heb voor u gebeden, opdat uw geloof niet zou falen.  En als gij bekeerd zijt, versterk dan uw broeder.”  Voor Agatho was het duidelijk dat de kerk in Rome “nooit afgeweken is van het pad van de apostolische traditie, en ook niet gefaald heeft door toe te geven aan ketterse vernieuwingen, maar ... onbezoedeld blijft tot het einde, volgens de goddelijke belofte” van Lukas 22.31.  Dit is de eerste bekende interpretatie van dat vers ten gunste van pauselijke aanspraken.  Vroegere vaders, zoals Chrysostomos en Ambrosius, hadden het gezien als een voorspelling van Petrus’ ontkenning en berouw.   Voor hen was er geen verband met een veronderstelde permanente rol voor hem (of zijn opvolgers).

680 Wilfrid keerde terug naar York met een beslissing van de bisschop van Rome ten gunste van Wilfrid.  Koning Ecfrith zette Wilfrid echter gevangen en herstelde hem niet als bisschop.  Wilfrid werd vrijgelaten in 681 maar verbannen uit Northumbria.

681Zesde Oecumenische Concilie, gehouden tt Constantinopel (het Derde Concilie van Constantinopel). Het concilie vervloekte Honorius, voormalig patriarch van Rome (zie 625), en zette Makarios, de patriarch van Antiochie, af wegens de   Monothelitische ketterij.

Uit de geloofsverklaring die door het concilie werd aangenomen:

 “ ... gelovend dat onze Heer Jezus Christus, onze ware God, een is van de Heilige Triniteit zelfs nadat hij het vlees aangenomen had, verklaren we dat zijn twee naturen helder naar voren komen in zijn ene hypostatis, waarin hij zowel de wonderen liet zien en het lijden door de gehele loop van zijn dispensatie, niet in schijn, maar waarlijk, het verschil van wezen werd herkend in dezelfde ene hypostasis door het feit dat elk wezen wil en werkt wat erbij past, in gemeenschap met het andere.  Uitgaande van dit principe vereren wij twee natuurlijke willen en werkingen die met elkaar samenwerken ter redding van het menselijke ras. 

  “... evenzo proclameren [we] volgens de leer van de heilige vaderen dat Christus twee volities of willen heeften twee natuurlijke werkingen zonder scheiding of verandering, zonder onderverdeling of vermenging.  En de twee natuurlijke willen zijn geenszins tegengesteld (zoals de goddeloze ketters hebben gezegd); maar de mneselijke wil is meegaand en niet tegengesteld of tegengericht; in feite is deze zelfs gehoorzaam aan zijn goddelijke en almachtige wil.”

Uit de veroordeling van Paus Honorius van Rome (sessie 13):  “Nadat we de leer-brieven  heroverwogen hadden, zoals we aan uwe hoogheid hadden beloofd, van Sergius, eens patriarch van deze koninklijke god-beschermde stad, gericht aan Cyrus, die toen bisschop was van Phasis en aan Honorius, ooit Paus van het Oude Rome, en ook de brief van de laatstgenoemde aan dezelfde Sergius, vinden we dat deze documenten helemaal vreemd zijn aan de apostolische leer, aan de uitspraken van de heilige Concilies en aan alle aanvaarde Vaders en dat ze de valse leer van de ketters volgen; daarom verwerpen wij ze volkomen en werpen ze verre van ons als schadelijk voor de ziel.  Maar de namen van die mannen wier leer wij afwijzen moeten ook geschrapt worden uit de heilige Kerk van God, namelij die van Sergius, eens bisschop van deze God-beschermde koninklijke stad die de eerste was die deze goddeloze leer schreef; ook die van Cyrus van Alexandrie, van Pyrrhus, Paulus, en Petrus, die stierven als bisschoppen van deze God-behouden stad en die het met hem eens waren; en die van Theodorus, ooit bisschop van Pharan, die allen verworpen werden door de heiligste en driemaal gezegende  Agatho, Paus van het Oude Rome, in zijn aanraden aan onze vroomste en  God-behouden heer en machtige keizer, verworpen omdat zij ingesteld waren tegen ons orthodoxe geloof, allen die wij omschijven moeten vervloekt worden.  En met deze die we omschrijven om uitgeworpen te worden uit de heilige Kerk van God en vervloekt: Honorius, ooit Paus van het Oude Rome, vanwege wat we door hem geschreven vonden aan Sergius, dat in alle opzichten hij zijn inzicht volgde en zijn goddeloze leer bevestigde.”  Volgens het concilie was Paus Honorius’ misdaad dus niet slordigheid of apathie maar de ketterij van Sergius (de leer van de  enkele theandrische energie of werking van Christus -- zie 633).

Dit concilie valt op door de extreme zorg die genomen werd om de authenticiteit van de aangehaalde documenten te controleren.  Deze zorg kwam omdat documenten die betrekking hadden op het Vijfde Oecumenische Concilie, en op het Zesde Oecumenische Concilie gelezen werden, vervalsingen bleken te zijn.

Patriarch Makarios van Antiochie en zes andere Monothelieten werd toestemming gegeven in beroep te gaan in Rome.  Twee van hen werden later weer verbonden met de Kerk.  Makarios en de andere vier werden gevangen gezet in kloosters in Rome.

De patriarch van Jeruzalem, Theodorus, die niet in staat was dit concilie bij te wonen, zond Andreas van Kreta (toen Diaken Andreas) om hem te vertegenwoordigen.  Als kind was Andreas niet in staat geweest te spreken.  In de kerk had hij op een dag gebeden dat God hem zou genezen.  Toen hij de communie ontving begon hij te spreken en loofde God.  Op het concilie toonde Andreas wijsheid en kennis en werd later bisschop van Kreta.  Andreas was ook dichter en dichtte de  “Grote Canon” die gedurende de 40-dagentijd gelezen wordt in Orthodoxe Kerken.

Een groep Griekse geestelijken, gevlucht voor de monotheletische keizer, vertegenwoordigde Paus Agatho (678-81) op het concilie.  Spoedig na het concilie werd de communie tussen Rome en Istria hersteld (698) en hoefden de bisschoppen van Rome niet langer hun verkiezing laten bevestigen door de keizer in Constantinopel voor ze gewijd konden worden (zie 604).

684 De Maronieten werden een onafhankelijk volk toen de legers van Justinianus II werden verslagen door Johannes Maron (later patriarch van Antiochie van 685-707).

685 Kalief Abd al-Malik (685-705) stelde het Arabisch in als officiele taal van het Umayyaadse Rijk.  Andere talen waren niet toegestaan op regeringsniveau.

686 Wilfrid keerde terug naar zijn bisschopszetel in York onder Aldfrith, de opvolger van Koning Ecfrith.

686-89 Te eniger tijd gedurende deze periode zette de Arabische gouverneur van Egypt, Abd al-‘Aziz ibn Marwan, de Koptische paus, Izaak (686-689) gevangen omdat deze tussenbeide gekomen was in een dispuut tussen de keizer van Ethiopie en de koning van Nubie (beide Christenen).  De gouverneur ontdeed de kerken van kruisen, in het bijzonder de kruisen van goud of zilver.  Hij bracht ook borden aan op kerkhekken waarop stond dat Mohammed de apostel van Allah was, en dat Jezus niet de Zoon van God was.

Abd al-‘Aziz ibn Marwan werd opgevolgd door zijn zoon, al-Asbagh, die, bijgestaan door een Kopt genaamd Benjamin, Koptische schatten opspoorde en in beslag nam.  Al-Asbagh breidde de (hoofdelijke omslagbelasting) uit tot monniken en voegde 2000 dinars toe aan de land belasting van de bisschoppen.  Een golf van bekeringen tot de Islam vond plaats tijdens deze tijd van financiele vervolging.  (Van Al-Asbagh wordt ook gemeld dat hij op een ikoon spuwde van Marie in een processie te Helwan.)

686 De aartsbisschop van Toledo, Julianus, hoofd van de kerk van Spanje, schreef een werk om Joodse pogingen te bestrijden die wilden bewijzen dat Jezus de Messias niet was.  Het schijnt dat er een aanzienlijk aantal bekeringen tot het Jodendom was ondanks de door de wet opgelegde boetes (zie 642, 649, 680).

687 Gedurende zijn periode als paus introduceerde Sergius I (687-701) een nieuwe vorm van litanie in Rome.  De nieuwe litaniestijl was in Syrie ontwikkeld en omvatte de aanroeping van heiligen en toewijding tot het Lam van God en het Kruis.  Sergius zelf kwam uit Syrie.  Het Agnus Dei werd door Sergius naar Rome gebracht.  Sergius beval dat het Agnus Dei gezongen zou worden door geestelijkheid en volk tijdens de mis bij het breken van het geconsacreerde brood.  “Geef ons uw vrede” verving het laatste “Ontferm U over ons” ongeveer vier honderd jaar later.  Aan Sergius wordt ook toegeschreven dat hij een processie invoerde op het feest van de Naamgeving en besnijdenis van de Heer in de tempel.

Sergius werd verkozen na een strijd tussen aartsdeken Paschal en aartspriester Theodoor.  De keizerlijke exarch, Johannes Platyn, koos Sergius in plaats van hen.  Sergius werd gesteund door de hogere geestelijkheid.  Platyn dwong echter Sergius hetzelfde bedrag als smeergeld te betalen als Paschal had beloofd.

Periode van Griekse pausen (687-752).  Sergius is de eerste Grieks-sprekende paus gedurende een periode die overheersd wordt door pausen uit het Oosten.  Dertien pausen werden verkozen tussen 687 en 752, elf waren afkomstig uit Griekenland, Syrie, of Byzantijns Sicilie.  Slechts twee (Benedictus II (684-5) en Gregorius II (715-31)) waren in Italie geboren.  De meeste oude Romeinse aristocratische families, waaruit de pausen gekozen waren, emigreerden naar het Oosten en veel Oosterse monniken vluchtten naar het Westen, eerst vanwege de vervolging van de Monotheleten -- later om de vervolging van de Iconoclasten te ontvluchten.

689 Laat voorbeeld van tekenen van een uitgestelde doop:  Paus Sergius I doopte Koning Cadwalla van Wessex juist voor diens dood op 30-jarige leeftijd op reis naar Rome.

690 Willibrord, die monnik was geweest in Wilfrids klooster in Ripon, vroeg permissie aan Sergios I (687-701), bisschop van Rome, om een zendingsexpeditie te mogen ondernemen op het vasteland van Europa.  De paus voorzag hem ook van relieken.  Vergezeld van elf gezellen en beschermd door Pippijn II en Karel Martel, vestigde Willibrord een klooster te Echternach (ongeveer halverwege Rheims en Mainz).

~ 690 Een zekere Rupert stichtte de kathedrale kerk in Salzburg.  Salzburg en Passau waren Romeinse forten geweest en het is mogelijk dat het Christendom er was blijven leven sinds de Romeinse tijd.

691/2 Abd al Malik legde een hoofdelijke omslag (belasting) op aan de Syriers.  Volgens de kroniek van de Monofysitische monnik bekend als Pseudo-Dionysius, vaardigde al Malik “een strict edict uit dat ieder persoon zou gaan naar zijn land van herkomst, naar zijn dorp, waar hij zijn naam moest laten inschrijven, die van zijn vader, zijn wijnranken, zijn olijfbomen, zijn bezit, zijn kinderen en alles wat hij bezat.  Dit was het begin van de hoofdelijke omslag; dit was de oorsprong van alle kwaad dat zich uitspreidde over de Christenen.”

692 Een  concilie van 327 (211?) bisschoppen werd gehouden in de trullo of koepelkamer van het palijs van de keizer in Constantinopel.  Bijeengeroepen door keizer Justinianus II (685-95, 705-11), wordt dit concilie aangeduid als het Quinisext concilie of het Concilie in Trullo, en gezien (in het Oosten) als een vervolg op de 5e en 6e oecumenische concilies.  Er waren geen canons geformuleerd voor de hele Kerk sinds Chalcedon (451), dus hield het Quinisext concilie zich bezig met contemporaine praktijken.  De 102 canons waren er om (a) bisschoppen, priesters, en monniken te binden aan hun respectieve plaats of dienst; (b) de oostelijke Romeinse, en niet Armeense, Joodse of Latijnse gewoonten te ondersteunen en (c) om heidendom en bijgeloof te onderdrukken. 

Canon 1 vervloekte “Origenes, en Didymus, en Evagrios, die alle verzonnen Griekse mythen introduceerden.”

Eén canon (13) veroordeelde het verplichte celibaat.

Canon 73 beval passende verering (proskunhsin) van de figuur op het kruis aan, en dat dit niet op de grond aangebracht zou worden opdat er niet op getreden zou worden.

Canon 79 gaf aan dat de Maagd deed geboren worden zonder pijn of bloedvloeing.

Canon 82 beval dat de afbeelding van Christus in ikonen een menselijke figuur zou zijn en niet een lam, zoals in eerdere tijden: “opdat we ons in onze herinnering brengen zijn conversatie in het vlees, zijn lijden en zijn heilzame dood en zijn genoegdoening die tot stand gebracht werd voor de wereld.”  Sergius I, bisschop van Rome, heeft misschien het Agnus Dei in de Romeinse liturgie ingevoerd als reactie op deze canon.  Hij beval het herstel van een mozaiek in de apse van de kerk van St. Cosmas en Damiaan, die Christus afbeeldde als lam.

Canon 90 verbood het knielen van de Vespers op Zaterdag tot Zondagavond.

Canon 91 stelde abortus gelijk aan moord.

Canon 95 maakte onderscheid tussen voormalige ketters die weer in de kerk ontvangen kunnen worden door zalving en degenen die gedoopt moeten worden.

De bisschoppen van Rome waren terughoudend met het goedkeuren van de canons die uitgingen van het Quinisext concilie.  Bisschop Sergius I van Rome (687-701) weigerde ze te ondertekenen toen zij hem bezorgd werden door de afgevaardigden die het concilie hadden bijgewoond.  In contrast met de gebeurtenissen rond Martinus I (653 boven), toen Justinianus II de keizerlijke beambte Zacharias opdracht gaf Sergius te arresteren, trokken de legers van Ravenna en Pentapolis naar Rome om de bisschop te beschermen.  Later verzocht Justinianus  Johannes VII (705-7) de canons goed te keuren en dat heeft hij zo te zien ook gedaan. Hadrianus I (772-95) keurde de canons goed in een brief aan Tenasius van Constantinopel.

692 Wilfrid, bisschop van York kreeg ruzie met Koning Aldfrith en werd weer verbannen.

694 Koning Egica van Spain beval alle Joden slaaf te maken en hun bezit te confiskeren.

695 Willibrord benoemd tot  aartsbisschop van Utrecht.  Hij liet kerken en kloosters bouwen onder de Friezen.  Vanuit het klooster te Echternach zond Willibrord zendelingen naar het oosten, naar Hesse, Thuringen en Franconie.

698 Karthago werd overlopen door de Saracenen.

698 Eind van het Istrische Schisma (548-698).  De synode van Pavia herstelde de gemeenscha tussen Istrie en Rome, die verbroken was gedurende het Vijfde Eecumenische Concilie (zie 548).

700 In Rome werd van rond dit jaar een groot fragment van het Ware Kruis vereerd in de Kerk van het Ware Kruis in Jeruzalem.


 
  1