LITURGIE &CETERA | Thema's | |||||||
![]() |
||||||||
Hoofddienst | Getijden | Devotie | Uitingsvormen | ![]() |
||||
![]() |
||||||||
![]() De Achtste Eeuw ![]() |
![]() 701+ De Romeinse liturgie werd gedurende deze eeuw opgelegd aan de Westelijke kerk. Toen Karel de Grote stierf was dit proces bijna voltooid. 702 Koning Egica van Spanje moedigde de vrije bevolking aan om ontsnapte slaven te zoeken. Zie 694 boven. 703 Wilfrid, bisschop van York, reisde opnieuw naar Rome en zocht steun voor zijn zaak (zie 678 boven). De bisschop van Rome (Johannes VI (701-05)) besliste opnieuw in zijn voordeel. Wilfrid en zijn gezellen werden verontrust door het feit dat degenen die het dichtst bij de paus stonden onderling Grieks spraken. 705 De Romeinse keizer Justinianus II (685-95, 705-11) beloonde de Bulgaar Khagan Tervel met de titel 'Caesar; voor zijn hulp om de keizerlijke troon terug te krijgen. 705 Johannes VII (705-7) van Rome keurde klaarblijkelijk de canones van het Quinisext concilie goed (zie 692 boven). Het Liber pontificalis zegt dat hij “een timide en vreesachtig man (was), en ze ongewijzigd terugstuurde [naar keizer Justinianus II].” 705 Wilfrid, bisschop van York, werd ontvangen door Koning Osred, de opvolger van koning Aldfrith. Ondanks de beslissing van de bisschop van Rome kreeg hij niet de kans terug te keren naar zijn bisschopszetel. Wilfrid stierf in 709 in een klooster in Mercia. 705 De koptische Paus Alexander II (705-730) werd gearresteerd toen hij bij de Omayyadische kalief ‘Abd al-Malik klaagde over de financiele vervolging die door de heerser in Egypte werd geregeld. De kalief stelde een losprijs van 3000 dinar voor de vrijlating van Alexander. In deze periode maakte de Islamitische gouverneur van Egypte er een gewoonte van kerken en kloosters te brandschatten en monniken als slaven te verkopen. Die kopten die probeerden onder de belasting uit te komen werden gegeseld en gebrandmerkt als ze gepakt werden; hun armen of benen werden afgehakt en hun bezit werd geconfisceerd. 707 De Saracenen veroverden Noord Afrika. 709 Koning Cenred van Mercia werd monnik in Rome. 710 Op uitnodiging van keizer Justinianus II (685-695, 705-711) reisde Constantijn I (707-15), bisschop van Rome, naar Constantinopel, waar hij een versie van de besluiten van het Quinisext concilie (zie 692 boven) goedkeurde. Dit was het laatste pauselijk bezoek aan Constantinople tot 1979. 711 Justinianus II vermoord. Constantijn I, bisschop van Rome, veroordeelde de usurperende Phillipicus Bardanes (711-13) als Monotheleet. 711 Spanje verviel aan de Saracenen. De overwinning van de Saracenen in Spanje wordt ook wel gezien als een overwinning voor de lagere Romeinse klassen die zo bevrijd werden van hun Gothische heersers. Het gevolg was echter dat ongeveer 30,000 Christenen als slaaf naar Damascus gezonden werden als buit voor de kalief.712 De Bulgaren onder Tervel vielen Thracie binnen en rukten op tot de muren van Constantinopel. 716 Abt Coelfrith (Geoffrey) had een gevolg van tachtig man toen hij dit jaar Engeland verliet op weg naar Rome. Coelfrith, een gezel van St. Benedict Biscop, was deze in 690 opgevolgd als abt van Wearmouth en Jarrow. Deze kloosters bleven een reputatie houden voor kennis. Beda (zie 731 onder) genoot hier zijn opleiding. Coelfrith kon zijn pelgrimage naar Rome niet voltooien. Hij stierf nabij de stad Langres (Lingonas) in het diocees Lyon. Zijn relieken werden teruggebracht naar Wearmouth. 717 719
In Mei kreeg Winfrith, een monnik van Nursling, de opdracht
van Gregorius II, bisschop van Rome from 715 tot
731, om op het vasteland te evangelizeren. Hij kreeg ook een
nieuwe naam - Bonifatius
- naar een vroege Romeinse martelaar. Bonifatius werkte onder de
Friese en Germaanse stammen (zie 722). Hij stichtte de
abdij te Fulda in 743/4, en was aartsbisschop van
Mainz van 744-754. Vermoord in 754/5(?). Hij moet de
heilige eik omgehakt hebben te Geismar in wat nu Hesse in
Duitsland is. Hij gebruikte het hout om een kapel te bouwen. Op zeker punt tijdens zijn leven in Duitsland ontmoette Bonifatius een Ier genaamd Clemens, die leerde dat allen, “gelovigen en ongelovigen, degenen die God prijzen en degenen die afgoden dienen” bevrijd waren van straf doordat Christus de zielen uit de Hel redt. 719 Johannes van Otzun, Catholicus van de Armeense kerk, hield een synode te Dovin die de Pauliciers veroordeelde. De Pauliciers waren dualisten die geloofden dat het Hemelse Wezen en de Demiurg (de schepper van de wereld) beide eeuwig waren. Ze geloofden niet dat Christus het vlees aangenomen had van Maria; in plaats daarvan ontving hij zijn lichaam in de hemel en passeerde slechts door Maria heen. Ze verwierpen de sacramenten en vereerden het kruis niet, though they had no scruples about dissimmulating and pretending to conform to normative Christianity. Ze verwierpen het huwelijk en er gingen verhalen over buitensporig gedrag. De Pauliciers verwierpen ook ikonen en relieken. 720 Kalief Yazid II (720-24) stelde de waarde van het leven van een Islamiet vast op 12,000 dinar en dat van een niet-Moslimop 6,000. 721 Saracenen vielen Aquitane binnen maar werden verslagen door Hertog Eudo bij Toulouse. 722 Laatste vervolging van de Montanisten. 722
Gregorius II gaf Bonifatius opdracht het evangelie ten oosten van de
Rijn te prediken. Onder bescherming van Karel Martel (regent van
het paleis van 714-41), concentreerde hij zijn
activiteiten Thuringen en Hesse. 723 Bonifatius hieuw de heilige eik om te Geismar in wat nu Hesse, Duitsland, is. Hij gebruikte het hout om een kapel te bouwen. Hij schreef naar Engeland met de vraag om exemplaren van de Heilige Schrift geschreven in goud. Bonifatius wilde ze gebruiken om indruk te maken op de heidenen. 723 Kalief Yazid II, die erg ziek geweest was, werd genezen door een Joods genezer. Op suggestie van de genezer gaf Yazid opdracht dat alle Christelijke afbeeldingen in kerken, markten en privé huizen vernietigd zouden worden. 724 Permin, afkomstig uit Septimania, vluchtte voor de Saracenen en vestigde het Richenau klooster op een eiland in het Meer van Constance. He stichtte later kloosters te Murbach, Pfaffers, Niederaltaich en Hornbach. Pirmin schonk vijftig boeken aan de bibliotheek te Richenau - die uitgroeide tot een van de grootste bibliotheken in West Europa gedurende deze periode. 724-43 Onder de regering van kalief Hisham werden Christenen in het Arabische Rijk onderdrukt door excessieve belasting en heffingen. 724 Territoriaal geschil tussen Bonifatius en de bisschop van Mainz, die de gebieden die Bonifatius evangelizeerde aan zijn diocees wilde toevoegen. 725 De Saracenen liepen Septimania onder de voet. 725 Buitensporige belasting van Christenen leidde tot een opstand van de kopten in neder Egypt. Veel Kopten werden omgebracht. Anderen vluchtten overzee. 726 Beginnend Iconoclasme. De Romeinse (Byzantijnse) keizer Leo III (Leo de Isaurier (717-741)) gaf opdracht de ikoon te vernietigen van Christus in het 'Chalke' - een gebouw dat diende als poort naar het keizerlijke paleiss the gateway to the Imperial palace. De ikoon was geschilderd boven de bronzen deuren bij de ingang van het 'Chalke'. Toen de sloopploeg arriveerde werd hun aanvoerder aangevallen en vermoord door een menigte ontdane vrouwen. Ook kwam het exarchaat van Ravenna in opstand als gevolg van het vernielen van deze ikoon (727), gesteund door Gregorius II, bisschop van Rome (715-31). 727 De Lombardische koning Liutprand nam het exarchaat van Ravenna in. Het exarchate de noordelijke en zuidelijke Lombardische graafschappen van elkaar gescheiden. De exarch, een eunuch genaamd Eutychius, vluchtte naar Venetie. 727 De Saracenen werden verslagen te Nicaea en over de Tarsus bergen gedrevens. 727
Keizer Leo III stelde Kosmas I aan als patriarch van
Alexandrie. De Orthodoxen daar waren de afgelopen 70 jaar zonder
patriarch geweest. Onderhand vormden de Kopten een meerderheid
onder de Egyptische Christenen. Samenwerkend met Koptische
kerkleiders leidde Kosmas een revolutie tegen de Arabieren, die
niet slaagde. Nadien bleef er voor de Orthodoxen slechts
één kerkgebouw over in Alexandrie. Christenen
werden vervolgd. Velen emigreerden of bekeerden zich tot
de Islam. 729 De Lombardische koning Liutprand viel Rome aan. Nadat Paus Gregorius II hem confronteerde liet Liutprand zijn wapenrusting achter bij het graf van Petrus als offer en hief zijn beleg op. 729 De eunuch Eutychius nam Ravenna terug en keerde zich toen tegen Rome om Gregorius II terecht te wijzen. Op dit moment waren Gregorius en Liutprand, koning van the Lombarden, bondgenoten tegen de exarch. Liutprand oefende weinig macht uit over de Lombardische hertogen maar Gregorius II bracht de zuidelijke hertogdommen onder zijn beheer en zo bleef de exarch geisoleerd in Ravenna. Gregorius II (715-31) was nu politiek onafhankelijk van Constantinopel. De schattingsbetalingen die begonnen in de tijd van Pelagius II (579-90) gingen door toen Gregorius III (731-41) paus was tot Zacharias (741-52) bisschop van Rome werd. 730 Evantius, aartsdiaken van Toledo, schreef tegen de praktijk van sommige Christenen in Saragossa die sommige soorten voedsel meden uit angst onrein te worden. 730 - 842: Iconoclasme 730 De Romeinse (Byzantijnse) keizer Leo III (Leo de Isaurier (717-741)), vaardigde met instemming van een concilie van bisschoppen en senators een edict uit dat eiste dat alle ikonen uit kerken verwijderd zouden worden. De patriarch van Constantinopel (Germanus) voegde zich bij de opstand ten gunste van ikonen en de keizer zette hem af in 730 en benoemde Anastatius als patriarch. Eén motief voor Leo acties kan geweest de wens om de invloed van kloosters te beperken (kloosters verdienden het merendeel van hun inkomen aan het maken van ikonen). Misschien dacht hij ook dat zijn militaire tegenslagen te wijten waren aan Gods ongenoegen over ikonenverering. Na het edict gaf Leo opdracht ikonen binnenin kloosters te vernietigen. Veel monniken vluchtten naar Griekenland en Italie en namen kleinere ikonen mee onder hun kleding - anderen vluchtten naar de grotten van de Cappadocische woestijn. Leo’s edict had weinig effect buiten Constantinopel. De patriarchen van Rome, Alexandrie, Antiochie en Jeruzalem spraken zich openlijk uit ten gunste van ikonen. Het verbod van kunst sloeg enkel op religieuze werken. Scenes van de Concilies geschilderd in het Milion (een publiek gebouw in Constantinopel) werden vervangen door schilderijen van een paardenrace in het Hippodroom. 730 Gregorius II (715-31), bisschop van Rome, schreef een brief naar Constantinopel waarin hij ontkende dat de keizer het recht had zich te bemoeien met de kerkelijke leer (in het bijzonder de controverse over ikonen) en beweerde dat als de keizer probeerde om geweld tegen de bisschop van Rome te gebruiken, de hele westerse wereld hem te hulp zou komen. Gregorius vervloekte de iconoclasten zonder de keizer expliciet te noemen. Gregorius schreef, “Wereldlijke macht en kerkelijke macht zijn onderscheiden zaken; het lichaam is onderworpen aan de eerstgenoemde, de ziel aan de laatstgenoemde; het zwaard van de gerechtigheid is in de handen van de overheidsdienaar; maar een formidabelet zwaard – dat van excommunicatie – behoort aan de geestelijkheid. O tyran, je komt gewapend om ons aan te vallen; wij zijn geheel onbeschermd maar kunnen Jezus Christus, de prins van het hemelse leger, te hulp roepen en hem smeken de devil op je af te sturen, die zowel je lichaam als het heil van je ziel zal vernietigen. De barbaren hebben gebogen onder het juk van het Evangelie en alleen jij bent doof voor de stem van de herder. Deze godvrezende barbaren zijn vervuld van woede; ze branden van ijver om de vervolging die de kerk in het oosten geleden heeft te wreken. Geef je vermetele en rampzalige onderneming op, denk na, beef en bekeer je.” 730 Johannes gaf de volgende lijst van Oud Testamentische boeken: Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri, Deuteronomium, Jozua, Richteren, Ruth, 1 en 2 Koningen (1 en 2 Samuel), 3 en 4 Koningen (1 en 2 Koningen), 1 en 2 Paraleipomena (1 en 2 Kronieken), Job, Psalmen, Spreuken, Prediker, Hooglied, de twaalf kleine profeten, Jesaja, Jeremia, Ezechiel, twee boeken van Esdras (Ezra en Nehemia) en Esther. Het enige boek uit de moderne Hebreeuwse Bijbel dat niet genoemd wordt is Klaagliederen – maar Johannes kan dat onder Jeremia gerekend hebben. Johannes sloot specifiek Wijsheid van Solomo en Jezus Sirach (Ecclesiasticus) uit, die hij deugdzaam en nobel noemde. Johannes’ Nieuwe Testament was de moderne lijst boeken plus Clemens' Canones van de heilige apostelen (zie De Exacte Uiteenzetting, Boek 4, Hoofdstuk 17). 731 In zijn Tijdrekening,
reviseerde Beda
Eusebius’ chronologie (zie 327 boven) volgens de data
in
het Hebreeuwse (en niet het Griekse ((de Septuagint)) Oude
Testament. Door dat te doen kon hij de dag des oordeels
verscheidene eeuwen uitstellen daar de Hebreeuwse en Griekse data
erg verschillen wat betreft de tijd van geboorte van
de patriarchen van voor de zondvloed.
Een letterlijke lezing van de genealogie in
Genesis 5 plaatst de zondvloed in 2243 anno mundi volgens de Septuagint (LXX)
maar in 1657 volgens de Biblia Hebraica. Grotendeels hierdoor
was Beda in staat Tiberius’ vijftiende jaar (Lukas 3:1)
te berekenen als 3981 jaar na Adam. Zo plaatste
hij Christus’ geboorte in het jaar 3953 anno mundi. 731 Gregorius III (731-41) hield een concilie in Rome. Alle iconoclasten werdeg geëxcommuniceerd en iconoclasme werd veroordeeld. De aartsbisschop van Ravenna (keizerlijk gebied) woonde het concilie bij. 732 Slag bij Tours (Slag van Poitiers). Franken onder Karel Martel keerden de Saracenen. Eudes (Odo), hertog van Aquitaine, was in opstand gekomen tegen de Frankische regering en had de Saracens gevraagd hem te hulp te komen. Hij vroeg daarna Karel Martel om hulp tegen de Saracenen. [Zo zou de Arabische invasie hulp in een Gallo-Romeinse revolutie tegen hun Frankische heersers zijn geweest. In de slag van Provence in 739 zou deze revolutie dan uiteindelijk de kop ingedrukt zijn.] 732
De Romeinse (Byzantijnsee) keizer Leo III’s vloot, bedoeld voor
een
invasie van Italie, werd vernield door een storm. Leo
had Westerse (in het bijzonder Pauselijke) tegenstand tegen
iconoclasme willen de kop indrukken. 732
Gregorius III (731-41), patriarch van Rome, weigerde net
als zijn voorgangers om in te stemmen met Leo III op het punt van
afbeeldingen. Leo confisceerde de pauselijke gebieden in Sicilie
en Zuid Italie waar het grootste deel van het inkomen van
Gregorius vandaan kwam. Leo reorganizeerde ook de kerk: Hij verwijderde de Grieks-sprekende provincies van Illyria, Sicilie en Zuid Italie -- de
aartsbisdommen van Thessalonica, Corinthe, Syracuse, Reggio, Nicopolis, Athene
en Patras -- uit de jurisdictie van Gregorius en plaatste ze onder de patriarch van Constantinopel. In feite verwijderde
Leo de patriarch van Rome uit zijn Rijk. (De paus herwon het bewind over zuid Italie rond 1059. 732 Paus Gregorius III benoemde Bonifatius als aartsbisschop van Duitsland. 733 Paus Gregorius III onderhandelde succesvol met de Lombarden over de terugkeer van Ravenna in het keizerrijk – ondanks het feit dat hij en Constantinopel het niet eens waren over de iconoclastische politiek van de keizer. 737 Een Saraceense legermacht versloeg een leger van Khazaren bij de Wolga. Maar toen de Saracenen gedwongen werden zich terug te trekken behaalden de Khazaren een strategische overwinning, die door velen als van hetzelfde belang als de Slag bij Tours (732) gezien wordt. Door de Kaucasus te vrijwaren tegen de Islamitische aggressie, vertraagden de Khazaren hun verovering van oostelijk Europa en maakten ze het de Saracenen onmogelijk Constantinopel van het noorden aan te vallen. De Khazaren waren een Turks volk dat aan het einde van de zesde eeuw aan het licht treedt op de steppen ten noorden van de Kaucasus. Hun hoofdstad was te Itil’ in het estuarium van de Wolga en ze heersten op de steppen tussen de Wolga en de Dneiper. Volgens middeleeuwse Hebreeuwse bronnen waarvan niet kan vastgesteld worden hoe betrouwbaar deze zijn, accepteerde de Khazaarse Bulan enige Joodse geloofspunten tussen 730 en 740. Sommige moderne historici zijn van mening dat de Khazaarse heersende klasse het Jodendom aannam tussen 850 en 900. 739 Een Koptische opstand in Egypte bloedig onderdrukt door de Saracenen. 739/40
Bonifatius reorganizeerde het Bavarische episcopaat. Bavaria
fungeerde later als uitvalsbasis voor de Frankische bekering van
de Slaven. 739 Liutprand, koning van de Lombarden, nam vier steden van het hertogdom van Rome in en verwoestte Ravenna. Hij belegde ook Rome. Zijn troepen vernielden de basilica. 740 Leo III versloeg de Saracenen te Akroinon en stopde daarmee de Arabische invasie bij de Tarsus bergen in het oosten, zoals Karel Martel deze gestopt had bij de Pyreneeën te Poitiers in 733. 741 Constantijn V (741-75) werd Romeins keizer. Net als zijn vader was hij iconoclast. Er wordt gezegd dat hij het doopwater bezoedelde toen hij gedoopt werd. Daardoor is hij bekend als Constantijn Copronymus (dat wil zeggen, Constantijn "mest-naam"). In 742 werd zijn troon gekaapt door zijn zwager, Artabasdus. In 743 slaagde hij er echter in de troon te herwinnen. Patriarch Anastatius (730-54), die zijn zwager gesteund had moest naakt de arena rondlopen, achteruit reiden op een ezel, maar kreeg daarna zijn ambt terug. Naast beeldenverering verwierp Constantijn de kinderdoop en heiligenverering. Deze, zei hij, konden niets voor ons doen. 743 In ruil voor Bavarische hulp bij het verslaan van de Avaren, accepteerde Boruth, leider van de Carantiers de Bavarische hegemonie en gaf zijn zoon Cacatius edneef Cheitmar als geizelaars om opgevoed te worden als Christenen. De Carantiers woonden aan de bovenloop van de rivier de Drava river (zuid Oostenrijk). Cheitmar werd later hertog van de Carantiers (~752) en nodigde priesters en bisschoppen uit Salzburg uit naar Carantanie te komen. 744 Bonifatius stichtte het klooster te Fulda (in het huidige Duitsland), In 779 telde het ongeveer 360 monniken. 744-50 Regering van kalief Marwan II. De Monofysitische monnik Pseudo-Dionysius schreef over hem, “Marwan’s hoofddoel was het verzamelen van goud en zijn juk woog zwaar op het volk van het land. Zijn troepe richten veel kwaad aan onder de mannen: ze werden geslagen, beroofd, hun vrouwen werden in het bijzijn van hun echtgenoot verkracht.” 744 Toen de Egyptische gouverneur hen vermindering van de jizyah (hoofdelijke belasting) aanbood, bekeerden 24,000 Koptische Christenen zich tot de Islam. Vanaf deze tijd, en zeker na 832, waren de Kopten een minderheid in Egypte. 745 Bonifatius werd bisschop van Mainz. 745 De leer van Clemens (zie 719 boven) en van een zekere Aldeburt werden veroordeeld op een synode in Rome. Aldeburt, geboren in Gallie, beweerde een brief van Jezus gekregen te hebben. Hij verspreidde zijn eigen haar en vingernagels als heilige relieken en betwijfelde het nut van een pelgrimsreis naar Rome. Aldeburt zette ook rivaliserende kerken of kapellen op en probeerde de mensen weg te lokken bij de bestaande kerken. 745-7 De Pest in Klein Azie doodde ca. 1/3 van de bevolking. De Peloponesen werden in 746-747 getroffen. Nadien werden de Peloponesen vrijwel exclusief bewoond door Slaven. 746 Constantijn V viel Syrie binnen en veroverde Germania. Hij verplaatste de bevolking naar Thracie. Veel van de nieuwe bewoners waren Pauliciers, die de iconoclast Constantijn beschouwde als bondgenoten en die hij nodig had voor zijn machtsevenwicht in Thracie. 747 De Romeinse kerkelijke kalendar werd ingevoerd in Engeland door een synode die samenkwam in Cloveshoe. Bovendien werd het vieren van de feestdagen van de heiligen Gregorius de Grote en Augustinus ( van Canterbury) voorgeschreven. De Engelse kerk maakte unilateraal (zonder permissie van de bisschop van Rome) veranderingen in haar kalender tot 1161, toen Edward de Belijder gecanonizeerd werd. Dezelfde synode verbood kloosters onderdak te verlenen aan dichters, harpspelers, musici en narren. 747 Een Saraceense vloot uit Alexandrie werd op zee verwoest door een Romeins vloot die Grieks vuur gebruikte. 747 Een Frankische synode verbood geestelijke wapens of opvallende kleding te dragen. Een synode gehouden in Duitsland onder Bonifatius verbad geestelijke te jagen (zie 517, 673), rond te trekken emt honden en havikken te houden. 747 Een concil in England schreef de 'Rogation Days' voor (zie Mamertus boven, ~452). 749 De Lombardische koning Aistulf kondigde zijn voornemen aan om de paus te onderwerpen (tot vasal te maken). Hij veroverde het exarchaat van Ravenna (Juli 751). Sommige historici gaan ervan uit dat rond deze tijd de vervalste Donatie van Constantijn werd opgesteld om de Paus een legale aanspraak op het exarchaat van Ravenna te geven. 749 De Omayyadische Kalief Marwan II (744-750) bracht een leger naar Egypte om een Koptische opstand te onderdrukken die zijn kern had in al-Bashmur in de moerassen van de Nijl delta. Hij zette de Koptische Paus Kha’il (744-767) gevangen en nam hem geketend mee naar Rashid (Rosetta). Zijn leger werd verslagen door de Kopten, die toen Rashid verwoestten. De Paus en zijn geestelijken werden bevrijd. 750-800 Het begin van “het klein optimum,” een periode van relatieve warmte in Europa die duurde tot de tweede helft van de twaalfde eeuw (ca. 1150-1200). Het milde weer kan een oorzaak geweest zijn voor de bevolkingstoename die plaats vond in deze periode. 750 De Slag van de Grotere Zab Rivier. Kalief Marwan II's troepenmachten werden verslagen door die van Abu al-Abbas al-Suffah, dit bracht een einde aan de Omayyad dynastie van Damascus. Het kalifaat kwam onder beheer van de Abbasiden van Baghdad. Saraceense militaire druk op het Romeinse Rijk werd minder omdat de Abbasiden veel aandacht hadden voor landen aan hun oostzijde. 751
(754?) Pepijn III (751-68), Regent van het Paleis in Frankrijk wendde zich tot Rome
voor juridische hulp bij het afzetten van de Merovingische koning. Hij vroeg, “Is
het wijs om koningen zonder macht te hebben?”
De paus antwoordde, “Het is beter een koning te hebben die kan regeren.
Uit hoofde van mijn apostolisch gezag vraag ik dat u gekroond wordt tot koning van de Franken.” Bonifatius zalfde Pepijn met olie kroonde hem tot koning van de
Franken. In deze periode was Zacharias (741-52) bisschop van Rome. 751 Op 7 Juli was het exarchaat van Ravenna (568 of 584 tot 751) beëindigd door toedoen van Aistulf, koning van de Lombarden. 751 Toen de Saracenens Samarkand in dit jaar veroverden verwierven zij het geheim van hoe papier gemaakt wordt. De Chinesen hadden net een groep mensen gestuurd om daar een papierfabriek op te zetten. Deze Arabische vaardigheid kwam ook in Europa terecht. In 1280, was er een door water gedreven papier molen in Fabriano in Italie. Het fabriceren van papier is de sleutel tot de ontwikkeling van goedkoop drukwerk en dus een aanzet tot de gedrukte Bijbel rond de Reformatie. 752 Eind van de Periode van Griekse Pausen (687-752). Dood van Zacharias, bisschop van Rome vanaf 741. Na Zacharias zou ca. 700 jaar lang geen paus van oostelijke origine gekozen worden. 753 Paus Stephanus II (752-7) wendde zich tot Pepijn de Frank om hulp tegen Aistulf. Stephanus had ook hulp gezocht in Constantinopel, maar werd genegeerd. 754-75 Vervolging van Christenen door kalief al-Mansur. Hij verdubbelde de schatplicht van de Christenen. De belasting werd afgedwongen door marteling. Mensen vluchtten voor de belastinginzamelaars en trokken van plaats tot plaats. Naast de excessieve belasting eisten de inzamelaars ook nog geschenken voor zichzelf. Dit ging zelfs ten koste van de armen, weduwen en wezen. 754 Toen Bonifatius (zie 716) vermoord werd bij Dokkum in Friesland in dit jaar, stierven 53 leden van zijn gezelschap met hem. 754 (en opnieuw in 756) versloeg Pepijn Aistulf en gaf de landen van het oude exarchaat van Ravenna aan Stephanus (een actie bekend als de Donatie van Pepijn). Deze werden de kerkelijke staten. De Franken verwezen in volgende jaren naar deze staten als het Romeinse Rijk, en de echte Romeinen in het Rijk dat geregeerd werd vanuit Constantinopel noemden ze Grieken. The significance van this is that the bisschop van Rome was transformed from a subject van the Eastern Romein keizer into an independent secular sovereign, not dependent on any other sovereign, with an independent territory and with possession van supreme state authority on this territory. The “Donatie van Constantijn,” which was to play a large role in the growth van papal power in the Middle Ages, was forged in this era (see 749 above), either to help convince Pepin to provide land to the church, or to establish legal grounds for turning Romein (Byzantine) imperial territory over to the papacy. The document has Constantine writing, “And we ordain and decree that he [the Pope] shall have the supremacy as well over the four chief seats: Antioch, Alexandria, Constantinople, and Jerusalem, as also over all the churches van God in the whole world. And he who for the time being shall be pontiff van that holy Romein church shall be ... chief over all the priests van the world; and according to his judgment, everything which is to be provided for the service van God or the stability van the faith van the Christians is to be administered.” In another section, Constantine is depicted as giving the pope “all the prerogatives van our supreme imperial position and the glory van our authority” and as giving “over to the van t-mentioned most blessed pontiff ... the city van Rome and all the provinces, districts and cities van Italy or van the western regions.” 754 Constantine V called a synod, which met at the Palace van Hiera in Constantinople and condemned the use van images in worship. The synod, under the presidency van bisschop Theodosius van Ephesus, declared against icons on the grounds that Christ's nature was perigraptos, uncircumscribed. They stated: Whoever, then, makes an image van Christ, either depicts the Godhead which cannot be depicted and mingles it with the manhood (like the Monophysites), or he represents the body van Christ as not made divine and separate and as a person apart, like the Nestorians. The synod excommunicated the iconodule church leaders. No bisschops from the patriarchates van Rome, Alexandria, Antioch or Jerusalem were present. After
the synod, Constantine V increased the persecution van the
monasteries. Hundreds van monks and nuns were
mutilated or put to death. The governor van the Theme
van Thracesion (located in the central Ionian coast),
Michael Lachanodrakon, assembled monks and nuns and commanded them to
marry immediately. He also had monks' beards soaked with
flammable liquid and set on fire. Michael burned monastery
libraries and had consecrated vessels melted down, sending the precious
metal to Constantine. Many monks fled to the West. In Rome,
Pope Paul I (757-67) gave them refuge. Constantine referred to monks as ‘the unmentionables’ and accused them van all manner van corruption. He had one van the leaders van the iconodule resistance, Stephen, abbot van the monastery van St. Auxentius in Bithynia, stoned to death in the street. 756 Constantijn V versloeg een invasieleger van de Bulgaren. Daarna waren er regelmatig schermutselingen met de Bulgaren; Constantijn leidde negen campagnes tegen hen. 757
Constantijn V plaatste Syrische en Armeense colonisten in forten in
Thrace om het rijk tegen Bulgaarse aanvallen te beschermen.
Deze colonisten verspreidden waarschijnlijk de Paulicische ketterij
(zie 872) naar de Balkan. 762 Paus Paulus I (757-67) verplaatste de relieken van Sylvester I, bisschop van Rome (314-355), naar de kerk van S. Silvestro in Capite. 763 In een dag-lange veldslag op 30 Juni versloeg Constantine V de invasiemacht van Koning Teletz van de Bulgaren. 764 Gedurende een veldslag tussen de kloosters van Durrow en Clonmacnois (Ireland) kwamen 200 monniken van Durrow om. 764 bisschop Felix van Cordoba bekriticeerde Christenen die zich wilden houden aan Joodse vastendagen. 767 Nu dat de bisschop van Rome een wereldlijke heerser was geworden ontstond er onenigheid en geweld over zijn verkiezing. Rellen braken uit toen een locale heerser (Toto, hertog van het bisschopdom van Nepi) zijn broer liet verheffen van leek tot bisschop van Rome in een enkele dag (5 Juli 767). Deze onfortuinlijke persoon (Constantijn II) werden de ogen uitgestoken door de troepen van de Lombardische koning, Desiderius. De Lombarden doodden Toto. Een andere pretendent (Philip) werd vermoord. Een derde (Stephanus III, 768-72) verkreeg het bisschopsdom door een beroep te doen op de Lombarden voor militaire ondersteuning. [Sommige bronnen, zoals Britannica zeggen dat alleen Constantijn II verdween en dat Philip intrad in een klooster.] 767 767 Stephanus de Jongere werd martelaar als iconofiel. 767 Koptische rebellen versloegen een Islamitisch leger dat gezonden was om hen te onderwerpen. 769 Koning Tassilo III van Bavaria stichtte het klooster te Innichen “vanwege het ongeloof van de Slavische volken, om hen te leiden op de weg van de waarheid.” (Innichen lag bij de bronnen van de rivier de Drava en was geschikt voor missionaire activiteiten stroomafwaarts naar het oosten onder de Carantiers en de Croaten.) 772
Hadrianus I (of Adrianus I, 772-95) werd bisschop van
Rome. In een brief aan Tenasius van Constantinopel
schreef hij: “Al de heilige zes synodes ontvang ik met al
hun canones,
die terecht en goddelijk werden uitgevaardigd door hen, waaronder die
ene is waarin verwezen wordt naar een Lamb dat aangewezen wordt
door de Voorganger als te vinden in zekere vererenswaardige
afbeeldingen.” Dit is een verwijzing naar canon 82
van het Quinisext concilie, gehouden in het jaar
692.
Hadrianus’ uitspraak impliceert dat hij het Quinisext
concilie beschouwt als deel van het zesde Oecumenische Concilie. 773 Desiderius, koning van de Lombarden, belegerde Rome. 774
De Lombardische koning Desiderius maakte ruzie met Hadrianus,
bisschop
van Rome, over het bezit van de steden van het
voormalige exarchaat van Ravenna. Karel de Grote
veroverde het Lombardische koninkrijk, bezette de hoofdstad
(Pavia) en riep zichzelf uit tot koning van de Franken en de
Lombarden. Door zichzelf tot koning van de Lombarden
uit te roepen kwam Karel de Grote in conflict met de
Donatie van Constantijn. Maar de paus kreeg zijn
steden. Karel de Grote bracht Pasen in Rome door, waar Paus Hadrianus hem begroette met de eer die vroeger de exarch te beurt viel. Hadrianus vroeg Karel de Grote de Donatie van Pepijn te bevestigen en Karel de Grote stemde hiermee in, waarmee hij Hadrianus erkende al heerser van tweederde van het Italiaanse schiereiland. (Karel de Grote’s handeling wordt soms de Donatie van Karel de Grote genoemd.) Volgens
sommigen was het Karel de Grote’s
grootste politieke doel om revolutie te voorkomen van
de niet-Frankische
autochtone bevolking, die zichzelf nog steeds beschouwden
als Romeins en zich loyaal voelden aan het Romeinse Rijk dat
nog bestond en bestuurd werd vanuit Constantinople. Om deze
band te breken begon hij een lastercampagne waarbij hij
de Romeinen van het Romeinse Rijk afschilderde als
“Grieks” en ketterss. Daarom ook de veroordeling door
zijn kerk van de besluiten over afbeeldingen van het 7e
Oecumenische
Concilie (Frankfurt, 794) en de nadruk op het filioque (Aken, 809). Karel de Grote wenste eenheid op te leggen aan de kerken in zijn gebied. Hadrianus gaf hem een verzameling canones (de Dionysio-Hadriana) voor kerkregering en Romeinse liturgischeal boeken om als model in de eredienst te gebruike. 775 Dood van Constantijn V (Copronymous), na een veldtocht tegen de Bulgaren. 777 Koning Tassilo III van Bavaria stichtte het Kremsmunster klooster (zuidelijk van Linz, Oostenrijk) om de Slaven te bekeren. 780 780 In dit decennium hield de bisschop van Rome op met de oude praktijk documenten te dateren bij het regeringsjaar van de Byzantijnse keizer en ging in plaats daarvan het regeringsjaar van Karel de Grote gebruiken. In de 90er jaren werd de officiele aankondiging van zijn verkiezing aan Karel de Grote gezonden in plaats van naar Constantinopel, zoals gebruikelijk geweest was. 784 Irene benoemde Tarasius tot patriarch van Constantinople toen zijn iconoclastische voorganger zijn patriarchaat beëindigde. 785 De synode van Cealchythe of Calcuith. Enige geval waar pauselijke gezanten aanwezig waren op een synode in Angel-Saxischn Engeland. Het concilie werd bijeengeroepen door Offa, koning van Mercia, in een poging wraak te nemen op Jaenbert, aartsbisschop van Canterbury (766-90). De aartsbisschop had koning willen worden van Kent toen die troon opgevolgd moest worden en, wetend dat Offa zijn oog op de troon had laten vallen, had een beroep gedaan op de hulp van Karel de Grote. Toen Offa Kent toegevoegd had aan zijn domeinen, riep hij het concilie bijeen om een nieuw aartsbisschopsdom te vestigen te Lichfield in Mercia. Daardoor werd het gebied direct onder Canterbury een stuk kleiner. De aartsbisschop van Lichfield ontving zijn pallium van de bisschop van Rome. Bovendien stelden de pauselijke gezanten een wet voor die het dieet en de kleding van monniken en nonnen regelde. 785 Na talrijke Frankische invallen, zoals één in 782 waarin Karel de Grote 4500 gevangenen liet ombrengen, gaf Koning Widukind van de Saxen zich gewonnen en accepteerde hij de doop. De bisschop van Rome, Adrianus I (772-795) hield drie dagen van litanieën en dankzegging toen hij het nieuws vernam. Na de Saxische capitulatie gebruikte Karel de Grote het klooster van Bonifatius te Fulda en andere kloosters als basis voor missionaire activiteit onder de Saxen. Gedwongen bekering van de Saxen: Karel de Grote ondersteunde zijn missionaire activiteiten door juridische actie. Het Saxische Capitularium, of het capitularium van Paderborn, stelde de dood als straf voor het weigeren van de doop. De doodsstraf stond ook op misdaden als het eten van vlees tijdens de Lijdenstijd, het aanvallen van kerken, het doden van geestelijken, het deelnemen aan heidense rituelen, en samenzwering tegen de Frankische koning. Het capitularium eiste ook dat Zondagen en heiligendagen beschouwd werden als rustdagen en dat men de kerk bezocht op die dagen. Kinderen moesten binnen een jaar na geboorte gedoopt worden. Betaling van tienden was verplicht om de kerk te ondersteunen. Begrafenis was beperkt tot kerkhoven. Crematie was verboden en huwelijken van naaste familieleden was verboden. 785 Irene en haar zoon, de vijftien jaar oude Constantijn VI, nodigden Paus Hadrianus I (772-95) uit om afgevaardigden te sturen naar een concilie om het iconoclasme af te schaffen. Hadrianus, van zijn kant, antwoordde schriftelijk, in zijn synodica, een document dat gelezen en goedgekeurd was op het concilie van 787, maar later veroordeeld was door de Franken. 786 Een concilie kwam samen in Constantinopel om het religieuze gebruik van ikonen weer te sanctioneren maar werd gedwongen uiteen te gaan door een groep soldaten van de keizerlijke garde. De vertegenwoordigers uit Rome vertrokken per schip. De rebellerende troepen werden naar Azie gestuurd en de concilie afgevaardigden kwamen opnieuw samen. 786 Een synode in Engeland verbood het gebruik van een drink-hoorn in de eucharistie als kelk. 787 787 “Wij, stellen daarom met alle zekerheid en nauwkeurigheid vast dat net als de figuur van het kostbare en leven-gevende Kruis, zo ook de eerbiedwaardige en heilige afbeeldingen, zowel in schilderkunst en mozaiek als van ander passend materiaal, in de heilige kerken opgesteld moeten worden ... te weten, de figuur van onze Heer God en Heiland Jezus Christus, van onze onbevlekte Vrouwe, de Moeder van God, van de eerbiedwaardige Angels, van de heiligen en van alle vrome mensen.” Deze figuren moesten geëerd worden, maar niet aanbeden. De Septuagint en het Nieuwe Testament gebruiken beide het woord proskunhseiV voor getoonde eer, zowel aan geschapen zaken als aan God, maar ze reserveren het woord latreuseiV (aanbidden) voor God alleen. Het concilie moedigde aan tot proskunhseiV van afbeeldingen: “...en aan deze zou passende begroeting en eerzame verering (proskunhsin) gegeven moeten worden, niet de ware aanbidding (latreian)
van het geloof die alleen hoort bij de goddelijke natuur; maar aan
deze, zoals aan de figuur van het kostbare en leven-gevende Kruis
en het Boek van de Evangelie en aan andere heilige objecten,
wierook en lichten kan eer gegeven worden volgens de oude vrome
gewoonte. Want de eer die gegeven wordt aan de beelden wordt
doorgegeven aan wat (wie) de afbeelding voorstelt ...” De besluiten van het concilie werden unaniem genomen door de 350 bisschoppen die samengekomen waren. Er waren geen Frankische vertegenwoordigers uitgenodigd voor het concilie. Karel de Grote voelde zich beledigd en behandeld als een barbaarse koning. 787 Engeland begon 'Peter’s pence' te betalen, een betaling van aalmoezen aan Rome. 788 Karel de Grote annexeerde Bavaria na Tassilo III, de laatste koning van de Agilolfing familie afgezet te hebben. 789 Karel de Grote vaardigde een edict uit, opgesteld door Alcuinus(735-804), een Engelsman, gekozen tot architect van de hervorming van het Frankische onderwijs en de kerkelijke organisatie. Het edict schreef voor: “In eider bisdom en in ieder klooster moeten de psalmen, de noten, de zang, rekenen en grammatica geleerd worden en moeten zorgvuldig gecorrigeerde boeken zijn.” Karel de Grote nam deze stappen om de teruggang van Christelijke kennis tegen te gaan. Bovendien namen kloosters verschillend regels over voor het formeren van letters, hetgeen leidde tot een wildgroei in kennis. Karel de Grote benoende Alcuinus tot hoofd van een school van calligraphy in Tours om het formeren van letters te standaardizeren. De moderne Romeinse kleine letters zijn het resultaat van de inspanningen van Alcuinus. 790 Rond deze tijd hadden Karel de Grote en zijn theologen een Latijnse vertaling ontvangen van de acta van het Zevende Oecumenische Concilie. Een document dat deze acta bestreed werd opgesteld: Capitulare adversus synodum. Het geschrift Capitulare was kritisch over Irene’s rol in het samenroepen van dit concil, omdat zij een vrouw was; over Tarasios’ plotselinge promotie van leek tot patriarch; over het gebruik door het concilie van oudere concilie beslissingen die zij niet relevant achtten; en van de beslissing ten gunste van het vereren van afbeeldingen, omdat nergens in de Bijbel de verering wordt opgedragen; en over de gedeelten van Hadrianus’ synodica van 785 die in 787 voorgelezen werden aan het concilie. De tekst van Capitulare is verloren gegaan maar kan opgemaakt worden uit het antwoord van Hadrianus. Er wordt gedacht dat de oppositie van Karel de Grote tegen het tweede concilie van Nicaea een poging was om de toenadering tussen de paus en het Romeinse (Byzantijnse) Rijk te verstoren. ~792 Het Libri Carolini werd door de Franken naar de bisschop vab Rome gezonden. Het Libri was eeen uitgebreide beschouwing over de zaken betreffende het Zevende Oecumenische Concilie, gemotiveerd door Hadrianus beargumenteerde afwijzing van Capitulare (zie 790). Het beschuldigde de “Griekens” ervan het vereren van of “bijgelovig aanbidden” van ikonen. Volgens het Libri, was het juiste gebruik van afbeeldingen beperkt tot instructie van ongeletterden. Het concilie van 787 werd ook bekritizeerd omdat het te weinig respect zou hebben getoond voor de bisschop van Rome. Paus Hadrianus werd bekritizeer omdat hij vertrouwde op de Handelingen van of St. Sylvester als bewijs ten gunste van verering van ikonen. Constantinopel werd gekaracterizeerd als een poel van ketterij. 792 Een Frankische synode die samenkwam in Regensberg veroordeelde de leer van Felix, bisschop van Urgel, een stad in het Spaanse grensgebied onder hegemonie van Karel de Grote. Felix was een voorstander van het adoptionisme, de leer dat Christus alleen lid van de Drieëenheid was omdat hij door God aangenomen was. Deze leer had enige invloed in Spanje, daar werd deze door Aartsbisschop Elipand van Toledo verdedigd. Alcuinus en Paulinus (een voormalige grammaticaleraar, kerkelijk adviseur van Karel de Grote, en op enig moment aartsbisschop van Aquileia) schreven monografen tegen het adoptionisme, die werden goedgekeurd door synoden in Frankfurt (794) en Aquileia (796). 793 Viking invaller verwoestten Lindisfarne. 793 Islamitische invaller uit Spanje verbrandden de voorsteden van Narbonne in Frankrijk. 794 Patriarch Tarasios’ formula die aangaf dat de Heilige Geest voortkomt “van de Vader door de Zoon” werd veroordeeld als een dwaling. In de gen van de Franken impliceerde het dat de Heilige Geest geschapen was en niet echt deel van de Drieëenheid was. Paulinus van Aquileia’s libellus, dat ging over het voortkomen van de Geest uit de Vader en de Zoon, werd ook te Frankfort gelezen. (Het filioque werd omarmd door Karel de Grote die zelfs zover ging het Oosten ervan te beschuldigen dat zij het opzettelijk weglieten uit het oude Niceense Credo.) Adoptionisme werd ook veroordeeld, daar weren van zowel Alcuinus en Paulinus tegen die ketterij gelezen en goedgekeurd werden. Alcuinus, die aanwezig was bij de synode van Frankfort, was van mening dat Karel de Grote , door de synode te leiden, in feite opgetreden was als “richtingwijzer van het Christelijke volk” in zijn rijk. 795 Theodorus, abt van een klooster bij de berg Olympus in Bithnia en later bekend als Theodorus Studites of Theodorus van Stoudion, had kritiek op Constantijn VI (780-97) vanwege zijn tweede huwelijk, met zijn maitresse Theodote. Theodorus werd verbannen naar Thessalonica. 796 Frankische overwinning op de Avaren resulteerde in de annexatie van Pannonia (westelijk Hongarije). Eén van de zoons van Karel de Grote ontmoette Arn van Salzburg en Paulinus, aartsbisschop van Aquileia en besloot de doop niet op te dringen aan de Avaren (zie 785 boven voor de Frankische behandeling van de Saxen). 796 De synode van Aquileia. Paulinus van Aquileia argumenteerde dat het filioque eenvoudigweg een verheldering was van het oorspronkelijke Niceense credo, zoals het credo van 381 geweest was. Hij moedigde het openbaar reciteren van het credo aan, met het filioque, als middel tegen ketterse opvattingen zoals adoptionisme (zie 793 boven) en Arianisme. 797 Irene liet de ogen van haar zoon, keizer Constantijn VI, uitsteken. Hij stierf aan de verwondingen. Vanaf dit punt tot het moment dat ze afgezet werd in 802, was Irene keizerin. Irene recalled Theodore Studites (see 795) from exile, and he and his followers moved to the monastery of Stoudion in Constantinople. 798
Bavarie kreeg een aartsbisschop, met een zetel in Salzburg. De eerste aartsbisschop,
Arn, zette zich in voor de bekering van de Avaren (zie 796) en de Carantiers.
Arn was oom medeverantwoordelijk voor de prima bibliotheek te Salzburg. 799 In April leidde de neef van de overleden Paus Hadrianus, Paschalis, een menigte in een aanval op Leo III, de nieuwe paus (795-816). Ze probeerden zijn tong uit te trekken en hem blind te maken, maar hij ontsnapte. Leo vluchtte naar Karel de Grote in Paderborn. Karel de Grote zond een commissie naar Rome om de klachten tegen Leo te onderzoeken, daarna kwam hij zelf naar Rome. 800
In het Westen begon rond deze tijd de bisschop van Rome als enige
Paus genoemd te worden. Het woord betekent Vader en werd voorheen
voor bisschoppen (en zelfs voor priesters) gebruikt. 800 Paus Leo III (795-816) kroonde Karel de Grote tot Romeins Keizer. Door de keizer te kronen bevestigde de bisschop van Rome zijn aanspraak op het Westen, zoals gegeven in de Donatie van Constantine: als hij de keizerlijke titel gaf kon hij die ook wegnemen. 800 Ergens gedurende de achtste eeuw werd ongezuurd brood in het Westen geïntroduceerd in de eucharistie. 800 De stad Mikulcice in Moravia (tussen de rivieren Morava en Donau) werd rond deze tijd gevestigd. 800 Felix van Urgel zwoer het adoptionisme af. 800+ Christelijke geschriften, voorheen enkel beschikbaar in het Latijn, werden vertaald en verspreid in het Iers. |