NOEME WILLEM
VISSER Wie en Waarom

LITURGIE &CETERA Thema's
  Kerkelijk Jaar
Hoofddienst   Getijden   Devotie   Uitingsvormen  
 
 

De Negende Eeuw
Als er links geen index is, klik dan hier:  Index

802 Keizerin Irene werd afgezet door een groep hoge ambtenaren, gearresteerd en verbannen naar een eiland in de Marmara, daarna naar Lesbos, waar ze in 803 stierf.

801 Een gezantschap dat Karel de Grote naar Baghdad gezonden had keerde terug (slechts één van de drie gezanten overleefde de reis). Het gezantschap bracht een olifant mee.  Kalief Harun al Rashid had Karel de Grote permissie gegeven een klooster te stichten in Jerusalem.  De oostelijke monniken waren geschokt door de Frankische wijziging in het credo (het filioque).  De westese monniken deden een beroep op Leo III, bisschop van Rome van 795-816, om te bemiddelen.  Zie 809 & 810 onder.

803 Het aartsbisdom Lichfield (zie 785 boven) werd opgeheven door de synode van Cloveshoe.  “Wij geven deze opdracht en tekenen het met het teken van het kruis, dat de aartsbisschoppelijke zetel van nu af aan nooit meer in het klooster van Lichfield zal zijn, noch op enige andere plaats dan de stad Canterbury, waar Christus’ Kerk is en waar het katholieke geloof het eerst op dit eiland zijn licht verpreidde en waar de heilige doop het eerst werd gevierd door de heilige Augustinus ... Maar als iemand het durft Christus' kleding te scheuren en de eenheid van de heilige kerk van God te verdelen, tegen de apostolische aanwijzingen en al de onze in, laat hem weten dat hij voor euwig verdoemd is tenzij hij de aangegeven genoegdoening doet voor wat hij verkeerd gedaan heeft, tegen de canones.”

804 Alcuinus schreef aan het volk van Lyons en waarschuwde hen niet het filioque toe te voegen aan het credo.  De Spaanse bisschop Felix d’Urgel was daarheen verbannen en brak een lans voor het filioque.  [Nota bene:  deze gebeurtenis is problematisch.  In 804 had Felix het adoptionisme afgezworen en van Alcuin is het bekend dat hij voor het gebruik van het  filioque in de openbare eredienst was.]

805 Een synode in Aachen gaf bisschoppen opdracht kerkmuziek scholen te ontwikkelen naar het Romeinse model (zie 595 boven). 

805 Karel de Grote verbood wapenhandel met de Slaven.

806 Het Klooster van  St. Columba op Iona verwoest door invallende Vikingen.  Alle monnikn werden gedood.

806 Theodorus Studites verzette zich tegen keizer Nicephorus I (802-11) terzake de benoeming van Nichephorus (806-15) als patriarch van Constantinopel.  Theodore was tegen deze benoeming omdat de gedoodverfde patriarch zich zacht opstelde tegenover overspelige huwelijken (zie 795), een tussenpositie innam in theologische kwesties en al als patriarch werd benoemd terwijl hij nog leek was.  Vanwege zijn tegenstand tegen het iconoclasme verwierf Nichephorus later Theodorus’ goedkeuring.

808-10 De Romeinse (Byzantijnse) kroniekschrijver George Synkellos schreef zijn Chronografie, gebaseerd op het Alexandrijnse Tijdperk (zie 5509 aan het begin van de tijdlijn).  Hij plaatste de schepping in 1 A.M. (anno mundi, jaar van de wereld – 5492 v. Chr.), de Zondvloed in 2242 A.M. (3251 v. Chr.), de Exodus in 3817 A.M. (1676 v. Chr.), de Incarnatie in 5501 A.M. (9 A.D.), en de Kruisiging in 5533 A.M. (41 v. Chr.).  Synkellos ging ervan uit dat de Incarnatie, Opstanding en de schepping van de wereld alle op 25 Maart vielen.

809 Theodorus Studites voor de tweede keer verbannen (809-811) na veroordeling door een synode.

809 Op het Concilie van Aken (of Aix-La-Chapelle), decreteerde Karel de Grote dat geloof in het filioque noodzakelijk was  voor het zieleheil.  Hij gaf Theodulf van Orleans opdracht om passagges van de Patres te verzamelen die deze toevoeging aan het credo ondersteunden. 

810 Het concilie van Aix-la-Chapelle verwees de kwestie van het  filioque naar de Paus.  Volgens de notulen van het gesprek dat in 810 gehouden werd tussen de drie apocrisari van Karel de Grote en Paus Leo III, bewaard door de Frankische monnik Smaragdus,  accepteerde Leo de leer van de Patres, geciteerd door de Franken, dat de Heilige Geest uitgaat van de Vader en de Zoon, zoals geleerd werd door Augustinus en Ambrosius.  Hij verklaarde echter dat het filioque niet toegevoegdmoet worden aan het Credo, zoals de Franken gedaan hadden.  Leo gaf de Franken permissie het Credo te zingen, maar niet er iets aan toe te voegen. Leo benadrukte dat hij zich niet in een hogere positie kon opstellen dan de Patres van de Synoden, die het filioque niet bij vergissing weglieten, maar door goddelijke inspiratie. 

Leo liet het credo zonder het  filioque graveren op twee zilveren tableaux en liet ze ophangen in de St. Pieterskerk boven de inscriptie, “Ik, Leo, heb deze tableaux op laten hangen uit liefde voor het behoud van het orthodoxe geloof.”  Het lijkt erop dat de Franken simpelweg de instructies van de Paus negeerden om het  filioque weg te laten als ze het credo reciteerden.

811 De Bulgaar Khan Krum doodde de Romeinse keizer Nicephorus I (802-11) in een veldslag in een nauwe bergengte in de Balkan. Krum liet een kelk maken van de schedel van Nicephorus.

811 Karel de Grote trad op als rechter in een twist tussen de kerken van Salzburg en Aquileia over missionaire activiteiten in het gebiedvan Carantania.

813 De Bulgaren verwoestten Adrianopel en brandschatten de voorsteden van  Constantinopel. Hun Khagan Krum stierf het volgende jaar.

814 Een verdrag tussen de Romeinen (Byzantijnen) en de Franken garandeerde de politieke onafhankelijjkheid van Venetie van het Duitse Rijk.  In 840/41 blijkt Venice ook onafhankelijk van Constantinopel te handelen.

814 Karel de Grote stierf te Aken.  Zijn zoon Lodewijk de Vrome volgde hem op.

815 (813?) Nadat keizer Leo de Armeniaan (Leo V, 813-20) aan de macht kwam in Constantinopel, werden ikonen opnieuw verboden in het Romeinse Rijk.

815 Patriarch Nicephorus van Constantinopel werd verbannen naar een klooster bij Chalcedon.  Terwijl hij daar was schreef hij invloedrijke tractaten tegen het iconoclasme.

815 Een Bulgaarse boyar emigreerde naar Constantinopel en nam de Christelijke naam Theodorus aan.  Hij kreeg de rang vanf patricier.  Bekeringen zoals deze schijnen niet ongewoon geweest te zijn in deze periode, zoals te lezen in een brief aan de boyar van de hand van Theodorus Studites.

816 Theodorus Studites opnieuw verbannen (816-20), deze keer vanwege zijn tegenstand tegen iconoclasm.

816+ De aartsbisschop van Lyons, Agobard (816-40), schreef pamfletten tegen Jodenbekeerders die actief waren in zuid Gallie onder zowel plattelanders als stadsbewoners en tegen Joodse invloed aan het Franse hof.  Toen Agobard missionarissen zond naar de Joden in Lyons, klaagden zij bij  Koning Lodewijk de Vrome (814-40), die de kant koos van zijn Joodse onderdanen.

816 Paus Stephen IV (816-17) kroonde Lodewijk de Vrome tot keizer in Rheims.

817 De afgezette patriarch van Constantinopel, Nicephorus, schreef Apologeticus major, een verdediging van het vereren van ikonen.  Zijn overtuigingskracht is misschien een factor geweest in het gedogen door Michael II van ikonen.  Nicephorus is bekend vanwege zijn Breviarium Nicephori, een geschiedenis van het Romeinse Rijk van 602-769 en vanwege zijn chronologischee tabellen die de belangrijkste kerkelijke en politieke leiders van Adam tot 829 opsommen.  Veel van het werk van Nicephorus werd vertaald in het Latijn door Anastasius de Bibliothecaris (zie 867-8 onder).

817 Paus Paschalis I (817-24) overreedde de Frankische keizer Lodewijk om in te stemmen met het  Pactum Ludovicianum, een document dat het bezit van de paus van de pauselijke patrimonies bevestigde en de Frankische keizer verbood zich met pauselijke aangelegenheden te bemoeien, tenzij aartoe uitgenodigd.  Het stelde ook dat  nieuwverkozen pausen niet op keizerlijke goedkeuring hoefden te wachten alvorens hun ambt te aanvaarden.

820 Keizer Michael II (820-29), een iconoclast, stond Theodorus Studites toe terug te keren naar Constantinopel.  Theodorus kreeg niet de gelegenheid zijn rol als abt weer op te nemen. 

822 Mojmir (prins van Moravie) gedoopt door bisschop Reginhere van Passau, een Frank.

823 Een delegatie met Aartsbisschop Ebo van Rheims en Willeric, bisschop van Bremen, reisde naar Denemarken om de Deense Koning, Harald Flak, te overtuigen het Christendom aan te nemen.

824 Paus Eugenius (824-27) accepteerde Frankische keizerlijke souvereiniteit in de pauselijke staat.  Hij accepteerde ook de eis van de Frankische keizer dat een gekozen paus trouw aan de Frankische paus moet zweren voor hij gewijd wordt.

825 De monnik Blathmac van Iona werd vermoord door Vikingen omdat hij weigerde te zegen waar de schatten van het klooster verborgen waren.  Het verhaal van zijn dood verspreidde zich snel tot aan Reichenau toe. 

826 Koning Harald Flak van Denemarken gedoopt aan het Duitse keizerlijke hof in Ingelheim (bij Mainz).

827 De Aghlabid Amirs uit Noord Afrika vielen Sicilie binnen.

827/8 Islamieten uit Spanje vielen Kreta aan.  Ze maakten de bevolking van 29 steden tot slaaf. Christelijke eredienst was slechts op één plaats op het eiland toegestaan.  Later vielen de Islamieten het eiland Aegina in de golf van Corinthe binnen.  Alle bewoners werden gedood of gedeporteerd.

827 Keizer Michael de Stotteraar (Michael II, 820-29) zond Koning Lodewijk de Vrome van Frankrijk (814-840) een kopie van de werken van Pseudo-Dionysius.

828 De relieken van Markus de Evangelist overgebracht van Egypte naar Venetie.

830+ Herstichting van de Universiteit van Constantinopel door keizer Theophilus I (829-42).  De geleerden die de universiteit afleverde bevorderden de volgende eeuwen de welvaart van het keizerrijk en beïnvloedde de bekering van de  Slaven (zie bijvoorbeeld 862).  De oostelijke renaissance werd ook bevorderd door bestuurshervorming, de invoering van  nieuwe administratieve regio's bekend als 'theme'.  Bestaande documentatie laat zien dat de 'theme' ingevoerd werd in de Peloponnesen (800), Macedonie (802), Cephalonie en de Ionische Eilanden (809), Dyrrachium (825) en Thessalonica (836). (Een 'theme' was een district dat gevestigd werd met soldaten die een erfelijke plicht van militaire dienst op zich namen.  Themen werden geregeerd door strategoi, die zowel militair als burgerlijk bestuur voerden.)

831 Doop van een groot aantal Moraviers door bisschop Reginhere van Passau.

831 Saraceense legers onder Kalief Mamun vielen Cappadociea (Klein Azie) binnen.  Dit dwong de Romeinse (Byzantijnse) Keizer Theophilos (829-42) zijn troepen daar te concentreren waardoor Sicilie verzwakt achterbleef.  De Saracenen hadden al sinds827 geprobeerd Sicilie te veroveren.  Dit lukt uiteindelijk in 859.

832 Anskar, opgeleid in het klooster te Corby, die in 826 naar Denemarken gegaan was en recentelijk bisschop van Hamburg geworden was, reisde naar Rome waar hij de opdracht kreeg van Gregorius IV (bisschop van Rome, 827-844) om het Noorden te evangeliseren.

832 Getergd door buitensporige belasting en pijniging rebelleerden de Kopten uit Neder-Egypte opnieuw tegen hun Saraceense heren (zie 725 en 739).  Hun dorpen, wijstokken, tuinen en kerken werden afgebrand.  Velen werden gedood of gedeporteerd.

833 Mojmir (prins van Moravie) annexeerde het gebied van Pribina, prins van het Slavische gebied Nitra.  Moravische macht was gegroeid sinds Karel de Grote de Avaren versloeg in 795.  Nadien bezocht Pribina Koning Lodewijk de Duitser (840-76), onder wiens bescherming Pribina een fort en een kerk bouwde te Zalavar aan de westelijke kant van het Balaton Meer in Pannonia (nu Hongarije).  Aartsbisschop Liupram van Salzburg consecreerde de kerk daar en zestien andere kerken in Pannonia.

834 Gedurende het bewind van de Armeense Catholicus Johannes V (834-55) stichtte een zekere Sembat die in de hooglanden woonde ten noorden van het Van Meer een ketterse sect bekend als de Thonraki.  In geloof en praktijk leken de Thonraki op de Pauliciers (zie 719).  De Thonraki bleven bestaan tot de 19e eeuw.

835 De Frankische koning Lodewijk de Vrome begon, op aandringen van Gregorius IV (828-44), bisschop van Rome, Aller Heilige te vieren op 1 November.  Die datum was sinds laat in de 8e eeuw in Engeland al gevierd als gedenkdag van Alle Heiligen.

838 Islamieten uit Carmargue, Spanje hielden een razzia  (om slaven te vangen) in Marseilles, Frankrijk.

838  Een zekere Bodo uit Alemannia, diaken in dienst van de Frankische Koning Lodewijk de Vrome, ging in het geheim over naar het Jodendom onder invloed van prominente Joden aan het hof van Lodewijk.  Voorwendend op bedevaart naar Rome te gaan, reisde hij naar Spanje waar hij zijn naam veranderde in Eleazar, een Joods meisje trouwde en zijn neef ook dwon Jood te worden.  Eleazar begon een briefwisseling met Paul Avlar van Cordoba, de zoon van Joodse bekeerlingen tot het Christendom, over de relatieve verdiensten van de twee geloven.  Eleazar voorspelde de toekomstige overwinning van de Joden en de verschijning van de Messias in 867.  Hij beschuldigde de Christenen van tritheism en van het aanbidden van een mens.

Een paar jaar na zijn vertrek naar Spanje probeerde Eleazar de Amir Abd-ar-Rahman II, heerser van Spanje, zover te krijgen dat hij de Christenen zou dwingen hun geloof te verlaten.

~840 Het klooster te Samos (noordwest Spanje), oorspronkelijk gesticht door bisschop Ermefredus van Lugo rond 660, opnieuw gesticht door een immigrant uit het Islamitische zuiden van Spanje rond dit jaar.  In 857 vluchtten er meer monniken heen uit Cordoba.

840 Een zekere dame genaamd Dhouda, die in Zuid Frankrijk woonde, schreef een boek over Christelijke devotie voor haar zoon. 

840+ Wonderverhalen verzameld te Fulda door een monnik genaamd Rudolf noemen het sacrament van de biecht.

840+ Amolus, opvolger van Agobard als aartsbisschop van Lyons, schreef een boek getiteld Liber contra Judeos, opgedragen aan de keizer van de westelijke Franken, Karel de Kale.  Amolus vermeldt dat enige Christenen in Lyons synagoges bezochten omdat rabbis beter konden preken dan Christelijke priesters.  Hij klaagde over de Toledoth Yeshu, een anti-Christelijk boek dat de evangelien belachelijk maakte.  Amolus vermeldt de praktijk van Joodse belastinginners die aan boeren belasting kwijtscholden als ze zich bekeerden tot het Jodendom.

842 Na de dood van haar echtgenoot en in naam van haar vijf-jaar oude zoon, keizer Michael III, riep Keizerin Theodora de Orthodoxe bisschoppen en priesters terug die verbannen waren door haar iconoclastische echtgenoot, Keizer Theophilus.  Een synode werd samengeroepen om het Orthodoxe geloof te bevestigen tegen de iconoclasten.

842 Islamieten uit Carmagure (Spanje) deden een razzia in Arles (Frankrijk).

842 Saraceense troepen veroverden Messina in Sicilie en konden zo de de Straat van Messina beheersen.

843 De Verdeling van Verdun.  Karel de Grote's rijk werd verdeeld onder Lodewijk II de Duitser (Duitsland), Karel de Kale (Neustrie en Aquitaine – ongeveer het moderne Frankrijk), en Lotharije (Italie en een gedeelte van het Rhone dal tot de Belgische kust).

843 Op de eerste Zondag van het Grote Vasten, 11 March, werd het Synodicon van Orthodoxie geproclameerd.  In zijn huidige vorm verschilt het Synodicon enigszins van plaats tot plaats.  Het vervloekt: 

(1) alle aanvallen op de Patriarchen Germanus, Tarasius, Nicephorus, Methodius, Ignatius, Photius, Stephen, Anthonius en  Nikolaas;
(2) alles, in verleden heden en toekomst tegengesteld aan de traditie van de Kerk en de leer en instellingen van de Vaderen;
(3) degenen die de term onomschreven gebruiken om tegen de afbeelding van Christus in ikonen te argumenteren;
(4) degenen die zich realizeren dat afbeeldingen (waarschijnlijk, afbeeldingen van de pre-Incarnate Logos) geopenbaard werden aan de Old Testamentische profeten (en degenen die dat niet doen), maar toch erop staan dat ikonen van het geïncarneerde Woord niet moeten gemaakt worden;
(5) degenen die Christus' reddende werd accepteren maar weigeren die handelingen afgebeeld te zien op ikonen of ze te vereren;
(6) degenen die de godslasteringen van de Joden en de Grieken tegen Christus nadoen door zijn ikonen te lasteren;
(7) Anastatius, Constantinus, en Nicetas;
(8) Theodotus, Anthonius en Johannes (- deze laaste zes waren iconoclastische patriarchen van Constantinopel);
(9) Paulus, Theodorus Gastes, Stephanos Molytes, Theodorus Crithinus (Aartsbisschop van Syracuse), Leo Laloudis en hun gelijken (deze vervloeking geldt blijkbaar de toen-levende iconoclasten);

[Het gedeelte in groen is toegevoegd om een samenvatting te geven van het complete Synodicon.  De vervloekingen  zijn ook elders te vinden in deze tijdlijn in hun chronologische contekst.] 
Anathemas 11 tot en met 21 veroordelen Johannes Italus (veroordeeld in 1082) en zijn heidense Griekse filosofie.

(10) Gerontius (11e eenuw), die blijkbaar zichzelf “Christus” noemde;
(11) degenen die precies proberen te ontdekken hoe het Woord verbonden was met zijn menselijke substantie en hoe dat werd vergoddelijkt;
(12) degenen die Griekse leer over de ziel, hemel, aarde en de schepping in de kerk introduceren;
(13) degenen die zielsverhuizing (metemphychosis) of de vernietiging van de ziel na de dood leren;
(14) degenen die zeggen dat ideeën of materie net zo eeuwig zijn als God, en degenen die zeggen dat de schepping eeuwig en onveranderlijk is;
(15) degenen die eren, of wie gelovend dat  God zal eren: Griekse filosofen of ketters die dwaling leerden, boven de Vaders van de concilies die zich vasthielden aan de waarheid, hoewel deze laatstgenoemde misschien gezondigd hebben door hartstocht of onwetendheid;
(16) degenen die de wonderen van Christus, de Theotokos (Maria) en al zijn heiligen niet geloven;
(17) degenen die denken dat Griekse filosofie waar is en gelovigen proberen te overtuigen dat zij gelijk hebben;
(18) degenen die leren dat de schepping het noodzakelijke resultaat is van de deelname van materie aan ideeën en niet het resultaat van Gods vrije wil;
(19) degenen die zeggen dat het onmogelijk is dat we opstaan voor het oordeel in deze zelfde lichamen;
(20) degenen die geloven in de pre-existentie van zielen; degenen die ontkennen dat heel de schepping uit niets is geschapen (ex nihilo); degenen die zeggen dat de hel tijdelijk is of dat heel de schepping hersteld zal worden (inclusief het meest kwade); en degenen die het Koninkrijk der Hemelen opvatten als tijdelijk.
(21) heel de leer van Johannes Italus voor zover deze tegengesteld is aan het Orthodoxe geloof;

Nilus’s dwaling was dat hij stelde dat Christus’ menselijke natuur werd vergoddelijkt van nature en niet door de hypostatische vereniging; zie 1184 onder.

(22) Nilus’ leer en degenen die het met hem eens zijn;

De volgende vier vervloekingen betreffen de dwalingen van de Bogomilen, een ruwweg Manicheese secte van de  10e-13e eeuw.  De Bogomilen hadden een lage opinie over de schepping en over de God van de schepping.  Ze stelden dat de redding van de mens eruit bestond dat hij door de dood bevrijd werd van zijn lichaam waarin hij tijdens zijn leven gevangen zat.  Deze vervloekingen werden toegevoegd in 1143.

(23) degenen die ontkennen dat de drie leden van de Triniteit één natuur hebben; degenen die zeggen dat de Zoon toevallig geschapen werd en enkel een engel is; en degenen die zeggen dat de Heilige Geest onderworpen is aan de Zoon en de Vader;
(23) degenen die zeggen dat Satan de schepper en heerser van het heelal is en de schepper van de mens;
(24) degenen die ontkennen dat de Logos en Zoon verwekt werd voor de tijd en vlees werd door de Maagd Maria voor onze redding; en degenen die geloven dat de eucharistie slechts brood en wijn is en niet waarlijk het vlees en bloed van de Heiland;
(25) degenen die het kruis niet vereren waardoor onze  God Jesus Christus de middelen van de vijand vernietigde;

De volgende twee vervloekingen zijn gericht tegen Eustratios (Eustratius), metropoliet van Nicaea, die één van Italos leerlingen was geweest.  Eustratios werd in 1117 veroordeeld.  Leo, de metropoliet van Chalcedon, stelde dat het  iconoclastisch was om de kostbare metalen lijsten van ikonen om te smelten.  Leo werd gecorrigeerd in 1091/92.  Er lijkt een scheiding tussen de hypostasis en Christ benadrukt te worden.

(26) degenen die zeggen dat Christus’ menselijke natuur altijd dienstbaar zal zijn aan zijn Goddelijke natuur;
(27) degenen die het onderscheid tussen de twee naturen van Christus onjuist gebruiken en zeggen dat de menselijke natuur lager is in waardigheid en verplicht de Goddelijke natuur te vereren; en degenen die zeggen dat onze Hogepriester die menselijke natuur is en niet de ene persoon Christus;

De volgende acht vervloekingen zijn gericht tegen de dwalingen van Basilakes en Soterichus, veroordeeld door de Synode van Blachernae in 1157.

(28) degenen die zeggen dat Christ zijn offer alleen aan God de Father bracht en niet aan hemzelf en aan de Heilige Geest;
(30) degenen die ontkennen dat het dagelijkse offer van de priesters van de Kerk aan de Heilige Triniteit is;
(31) degenen die zeggen dat het offer van de Goddelijke Liturgie slecht figuurlijk het offer van Christus' lichaam en bloed is; degenen die ontkennen dat het offer in de Liturgie één en hetzelfde is als dat van Christus op het kruis;
(33) degenen die ontkennen dat Christus ons verzoende met Hemzelf door het hele mysterie van de 'economie' en zo ons verzoende met de hele Drieëenheid, maar in plaats daarvan zeggen dat we werden verzoend met de Zoon door de incarnatie en met de Vader door de passie;
(34) degenen die de leer van de Kerk verkeerd begrijpen en vervormen;
(35) degenen die denken dat de vergoddelijking van Christus' menselijkheid zijn menselijke natuur vernietigde; en degenen die ontkennen dat zijn vergoddelijkte menselijke natuur waard is vereerd te worden; en degenen die zeggen dat, omdat de menselijke natuur van Christus opgenomen werd in de Goddelijkheid, zij lijden een illusie was;
(36) degenen die de leer van Athanasius, Cyrillus, Ambrosius, Amphilochius en Leo van het Oude Rome verwerpen en die niet accepteren de leer van de Oecumenische concilies, in het bijzonder het vierde en zesde concilie;
(37) degenen die zeggen dat karacteristieken van Christus’ menselijke natuur - zoals geschapen zijn, ruimtelijke beperking, sterfelijkheid en zondeloze hartstocht - alleen hypothetisch bestaan als men Christus' menselijke natuur in abstracto beziet en niet echt en waar;

  De volgende vervloekingen zijn gerich tegen Constantijn de Bulgaar, voorheen Metropoliet van Corfu, en Johannes Irenicus. Hun inzichten werden veroordeeld door een synode in 1166.

(38) Constantijn de Bulgaar, die zegt dat “Mijn Vader is groter dan Ik” enkel naar Christus' menselijke natuur verwijst, abstract genome; terwijl de Vader zulke abstracties enkel gebruiken om uitspraken uit te leggen die dienstbaarheid of onwetendheid lijken in t houden, en de uitspraak “Mijn Vader is groter dan Ik” op verschillend manieren uitleggen, één ervan is dat de uitspraak verwijst naar het feit dat Christus’ menselijke natuur zijn kenmerken behield in de hypostatische vereniging;
(39) degenen die het eens zijn met Constantijn van Bulgarije;
(40) Johannes Irenicus, die dezelfde meningen had;

Verscheidene vervloekingen:

(41) de iconoclastische synode;
(42) degenen die de Schrift gebruiken om verering van vererenswaardige ikonen te veroordelen;
(43) degenen die gemeenschap hebben met de vijanden van ikonen;
(44) degenen die zeggen dat ikonen onze “goden” zijn;
(45) degenen die zeggen dat iemand anders dan Christus (b.v., Keizer Constantijn Copronymus) ons redde van idolatrie;
(46) degenen die beweren dat de Kerk van het geloof gevallen is door idolatry te accepteren;
(47) degenen die ketters en hun volgelingen verdedigen, oud of modern;
(48) degenen die de ikonen van onze Heer Jezus Christus, die zijn menselijkheid afbeelden, niet vereren;
(49) alle ketters;

Vervloekingen tegen Barlaam en Acindynus.  Barlaam werd veroordeeld door het Concilie van St. Sophia in 1341, en Acindynus door het Concilie van Blachernae in 1351:

(50) Barlaam en Acindynus en hun volgelingen;
(51) degenen die denken dat het licht van Christus' Transfiguratie een verschijning was; en degenen die zeggen dat het de essentie van God was; iedereen die niet belijd dat het goddelijk licht de ongeschapen genade en energie van God is die altijd voortvloeit uit Gods essentie;
(52) degenen die weigeren te erkennen het ongescheiden verschil tussen Gods essentie en zijn energie;
(53) degenen die ontkennen dat de energie van God ongeschapen is;
(54) degenen die zeggen dat het onderscheid tussen energie en essentie impliceert dat God  niet eenvoudig en onsamengesteld is;
(55) degenen die claimen dat de term “Godheid” alleen juist wordt toegepast op de essentie van God en niet op de goddelijke energie;
(56) degenen die zeggen dat de goddelijke essentie wordt overgedragen;
(57) alle godlasterlijke geschriften van die mensen;

De volgende vervloekingen zijn gericht tegen Isaac Argyrus, een leerling van Nicephorus Gregoras.  Blijkbaar had hij meningen die veroordeeld werden in de vervloekingen 50-57.  Argyrus werd veroordeeld door het concilie of 1351.

(58) Isaac Argyrus;

Verscheidene vervloekingen tegen oude ketterijen en ketters:

(59) Arius;
(60) Petrus de Volder, die zei dat de Triniteit voor ons gekruisigd wer;
(61) Noetus - die zei dat de Triniteit leed - en Valentinus (de Gnosticus);
(62) Paulus van Samosata, Theodotion en Nestorius;
(63) Petrus de Onnozele (Lycopetrus), Eutyches en Sabellius;
(64) Jakobus Stanstalus, Dioscorus, Severus, drie Monothelitische patriarchen van Constantinopel (Sergius, Paulus en Pyrrhus) en Sergius (een leerling van Lycopetrus);
(65) de volgelingen van Eutyches, de Monotheliten, de Jacobiten, de Artziburiten, en alle ketters;

Hoewel de lijst van vervloekingen lang is is het Synodicon vol lof over de Orthodoxe leer en zijn aanhangers.  Historisch, werd het Synodicon gelezen op de eerste zondag van de Lijdenstijd ter onderwijzing van de gelovigen.

In 843 worden religieuze gebeurtenissen en personen opnieuw afgebeeld op munten van het Romeinse Rijk.  De iconoclasten hadden enkel wereldlijke abeeldingen toegestaan op munten.

844 In de pauselijke verkiezing dit jaar steunde het volk van Rome de aartsdiaken Johannes.  De adel steunde Sergius II.  Terwijl Johannes zichzelf verdedigde in het Lateraans paleis, werd Sergius zonder keizerlijke toestemming gewijd in de St. Pieter.  Sergius beschermde toen Johannes tegen de edelen die hem wilden vermoorden.  Later werd Johannes gevangen gezet in een klooster.

Paus Sergius II (844-47) stemde in met de eis van de Frankische keizer dat hij het recht had pauselijke verkiezingen te bevestigen en een afgevaardigde aanwezig te hebben bij de wijding.  De Romeinse (Byzantinse) keizers hadden een dergelijke praktijk gevolgd (zie 604).

844 De koningkrijken van de Picten en de Schotten werden samengevoegd toen Kenneth mac Alpin (McAlpine), koning van de Schotten, de Pictische troon erfden.

845St. Blaith werd gedood door Vikingen terwijl hij poogde het klooster opnieuw te vestigen op Iona.

845 Hamburg vernietigd door Deense piraten.

845 Boheemse adel kwam bij Koning Lodewijk de Duitser (840-76) en vroeg Christen te worden.  Lodewijk liet hen dopen.

846 Saracenen verwoestten de voorsteden van Rome, inclusief het Vaticaan.  Ze haalden kostbare ornamenten van de graven van Petrus en Paulus.

847 Bij de verkiezing van Paus Leo IV (847-55) in dit jaar bevestigde Lodewijk (zoon van Lothair), koning van Lombardije en keizer-elect het keizerlijke recht om de pauselijke verkiezing te bevestigen.

847-61 De regering van Kalief al-Muttawakkil werd gekenmerkt door vervolging van niet-Muslims, gedwongen bekeringen en de vernietiging van kerken en synagogen door heel het Abbasidische Rijk (centrum: Baghdad).

848 De Synode van Mainz veroordeelde Gottschalk of Orbais (803-868) wegens ketterij.  Gottschalks theologie benadrukte de Augustijnse leer van de predestinatie.  Gottschalk werd onder de jurisdictie van aartsbisschop Hincmar van Rheims [Reims] (806-882) geplaatst, die hem gevangen zette in Hautvillers abbey.

Als antwoord op Gottschalks nadruk op predestinatie schreef Hincmar: “Over Gods Predestinatie en de Vrije Wil” waarin hij ontkent dat er predestinatie tot de hel is.  Hincmar en Gottschalk waren ook verwikkeld in een theologisch dispuut over bepaalde manieren om naar de Triniteit te verwijzen die polytheisme zouden kunnen impliceren. 

Hincmar is de eerste waarvan bekend is dat hij twijfelde aan de authenticiteit van de Vervalste Decreten.  (Hij had daar aanleiding toe – zie 861.)  Deze decreten doken op rond het midden van de negende eeuw en leken afkomstig van Isidoor van Seville (zie 633).  Karel de Grote had de kerk in zijn gebied gereorganiseerd door de macht van aartsbisschoppen te vergroten en zo keizerlijke invloed te vergroten.  De bisschoppen en lagere geestelijkheid waren tegen aartsbisschoppelijke en keizerlijke invloed.  De decreten overdrijven de macht van de paus om die van de aartsbisschoppen te verminderen.  Veel van de decreten zijn veronderstelde brieven van vroege pausen.

849 Paus Leo IV (847-55) arrangeerde een alliantie tussen meerdere Griekse steden in Italie.  Hun gecombineerde vloot verwoestte een Saraceense vloot voor de kust van Ostia.

~850  Een anonyme Christelijke monnik in Palestina schreef de Summa Theologiae Arabica, een apologetisch boek geschreven in het Arabisch, dat grote kritiek had op Christenen die omwille van persoonlijk comfort en belang het verschil tussen het Christendom en de Islam minimaliseerden om het geloof palatabeler te maken voor de Islamieten.  Hij schreef, “Onder ‘Er is geen god dan God’ vertaan zij een andere god dan de Vader, Zoon en Heilige Geest.”

850+  Toen Christenen die zich in Cordoba tot de Islam bekeerd hadden terugkeerden tot het Christendom werden zij gedood.  De Islam groeide in kracht in Spanje tot ca. 1050.

851 In November werd een jonge vrouw genaamd Flora gedood in Spanje vanwege afval van de Islam.  Flora was kind van een Islamitische vader en een Christelijke moeder en werd opgevoed als Christin na haar vaders dood.  Toen ze in een klooster binnentrad vond haar Islamitische broer haar en gaf haar aan bij de overheid. 

851-58 Ten tijde van de koptische paus Cosmas II (851-858), werd de vervolging van Christenen uitgebreid tot het vernielen van kruisen en klokken en de vernietiging en ontwijding van kerken.  Kopten werd het verboden om paard te rijden en ze moesten zich in het zwart kleden.  Kopten werden ontslagen uit overheidsdienst maar velen keerden daarin terug toen de overheid niet solvent bleek te kunnen blijven zonder hun hulp.  Gedurende deze periode gingen veel Kopten over naar de  Islam.

852 Dood van Aurelius en Sabigotho.  Aurelius was de wees van een Islamitische vader en een Christelijke moeder. Hij werd grootgebracht door een tante aan moeders zijde.  Toen hij zijn opleiding kreeg van Islamitische familieleden hield hij zijn geloof geheim.  Hij trouwde in het geheim met een Christelijke vrouw genaamd Sabigotho, wier stiefvader, een geheime Christen, de familie bekeerd had.  Aurelius en Sabigotho begonnen goede werken te doen.  Toen ze een gevangenis bezochten ontmoetten zij Flora (zie 881 boven) die hen waarschuwde dat hun einde nabij zou zijn als ze een buitenlandse monnik ontmoetten.  Aurelius en Sabigotho verkochten hun bezit en namen hun intrek in het klooster van Tabanos.  Daar ontmoetten zij George, een Palestijnse monnik uit het klooster van St. Saba.  Toen zij, samen met Aurelius’s familielid Felix en zijn vrouw Liliosa, publiekelijk de Islam afzworen, werden zij en de monnik George geëxecuteerd.

852 De Muur van Leo.  Onder Paus Leo IV, (847-55), werden de muren van Rome uitgebreid zodat zij om de Vaticaanse heuvel liepen.  Leo wenste een herhaling van de Saraceense aanval van 846 te voorkomen.  De muur was 40 voet hoog, 12 voet dik en had 54 torens.

853 Het Concilie van Quiercy stelde dat “de Almachtige God hem [de mens] rechtvaardig schiep, zonder zonde en voorzien van vrije wil.”   Het stelde ook dat “God, de goede en rechtvaardige, verkoos, op grond van voorkennis, degenen uit de massa verlorenen die hij door genade voorbestemde tot leven.”

855 Lodewijk II (855-75), zoon van Lothair, volgde zijn vader op als keizer in Italie.  Te zeer bezig met de dreiging van de Saracenen in de Middellandse Zee, verloor, Lodewijk zijn noordelijke gebieden aan zijn broers Lothair en Karels.

856  Dood van Rabanus Maurus, Abt van Fulda en Aartsbisschop van Mainz.  Maurus wordt gezien als de schrijver van de hymne Veni, Creator Spiritus.

856-62 Viking invallen in Noord Frankrijk.

858 De Romeinse (Byzantijnse) keizer Michael III (842-67) leidde een leger tegen de Pauliciers (voor hun geloof, zie 719).  De Pauliciers hadden tegen het keizerrijk gevochten namens de emirs van Melitene en Tarsus.  Michael woonde de Goddelijke Eredienst bij in zijn kamp bij Samosata toen de Pauliciers en Saracenen aanvielen.  De keizer en zijn minister Bardas ontsnapten maar ten minste 100 belangrijke keizerlijke beambten werden gevangen genomen.

858 De Schotse koning Kenneth mac Alpin begraven op.  Dit werd de traditie voor Schotse koningen gedurende de volgende  ~250 jaar.

858 Het schisma van Paus Nikolaas (het Photische schisma), 858-880.  Patriarch Photios (Photius) van Constantinopel begon de herdecoratie van de kerken. Photios was van leek patriarch geworden in een dag (852), en dit stond Paus Nikolaas I (858-67) tegen.  Photios’ promotie werd gemotiveerd door de wens Ignatios (Ignatius), die toen patriarch was, te vervangen, pmdat deze zich ertegen verzette dat de keizer zijn moeder in een klooster plaatste.  Keizer Michael III hield een concilie (861) dat Photios’ benoeming bevestigde en de pauselijke legaten stemden in met de beslissing.  Nikolaas was het er echter niet mee eens, hield een ander concilie in Rome in 862, en excommuniceerde Photios.

Nikolaas was de eerste bisschop van Rome die gebruik maakte van de Vervalste Decreten (zie 863).  Deze vormen een verzameling kerkrechtelijke acta die in het West aan het begin van de negende eeuw werden opgesteld op naam van Isidoor, een gezaghebbende Spaanse heilige minister.  Omdat zowel de naam van de samensteller als de inhoud van de verzameling later bleek niet te kloppen heeft de verzameling de naam “Pseudo­Isidorschen Decreen gekregens.”  De verzameling bestaat uit drie gedeelten.  In het eerste gedeelte zijn vijftig Apostolische Canones en zestig decreten van  Romeinse pausen.  Van deze zestig decreten zijn er twee gedeeltelijk vervalst, terwijl 58 geheel op bedrog berusten.  In het tweede gedeelte, tussen ander verzonnen materiaal, is de verzonnen schenking van de stad Rome door Keizer Constantijn de Grote aan de Romeinse Paus Silvester. 

Eén visie is dat de decretals verzonnen waren om het Frankische feodale systeem onderuit te halen door een Romeinse administrator (de bisschop van Rome), onder andere inbreng te geven in de verkiezing van bisschoppen in het Westen.  Bovendien kon geen Frankische koning vanuit Rome regeren omdat de bisschop van Rome in Constantijns zetel.  (Maar zie 749 boven.)

859 De Saracenen voltooiden hun verovering van Romeins (Byzantijns) Sicilie met de val van Enna in dit jaar.  De Romeinse (Byzantijnse) vesting van Taormina hield stand to 1 Augustus 902.

859 Dood van Eulogius, auteur van Memoriale Sanctorum, een geschiedenis van de Christelijke martelaren in Spanje.  Eulogius werd geëxecuteerd door de Islamitische autoriteiten.  Zijn biografie werd geschreven door Paulus van Alvar, die gewedijverd had met Bodo (zie 838 boven).

860 De Rus, in tweehonderd schepen, lanceerde een aanval op Constantinople.  Ze verdwenen nadat er een processie was gehouden langs de muren van de stad met de gewaden van de Maagd Maria.

860 Van hun basis in Melitene vielen de Pauliciers onder leiding van Carbeas met hun Saraceense bondgenoten het Romeinse Rijk binnen en kwamen tot aan de kust van de Zwarete Zee.

860/1 De broers Cyrillus en Methodius (zie 862 onder) werden op zendingsreis gezonden om de Khazaren te bekeren.  Ongelukkigerwijs waren de Khazars al gedurende de vijftiger jaren van de 9e eeuw bekeerd tot het Jodendom en waren zij de 13e stam geworden.”  Er wordt wel gedacht dat de missie ook diplomatiek van aard was, bedoeld om de Khazaren over te halen de Rus aan te vallen.  De Khazaren hadden al een strategisch doel gedien door het oprukken van de Islam door de Kaucasus te blokkeren.

861 Mohammed al-Mudabbir werd Abbasid minister van financien in Egypte.  Hij verdrievoudigde de jizya (beschermingsgeld) dat betaald moest worden door Christenen en Joden.  Velen konden dit niet betalen; dit vulde de gevangenissen.  Kerken werden leeggeroofd en geconfisceerd om geld op te brengen voor de diwan (de Islamitische schatkist).  Monniken werden gevangen gezet.  De koptische patriarch van Alexandrie, te zeer verarmd om de belasting te kunnen betalen, hield zich schuil.

861 In antwoord op klachten over het gedrag van  Johannes, aartsbisschop van Ravenna, liet Paus Nikolaas I deze naar Rome komen.  Johannes argumenteerde dat oude precedenten hem immuun maakten voor dit soort verzoeken.  Nikolaas excommuniceerde hem daarop.  Johannes schikte zich.  Als gevolg van dit conflict was het gezag van de aartsbisschop beperkt en moest hij trouw zweren aan Rome.

861 Hincmar van Rheims zette Rothad van Soissons af.  Toen Rothad in beroep ging bij de Paus, probeerde Hincmar hem tegen te houden, met gebruikmaking van Frankische wet.  Paus Nikolaas besliste de zaak ten gunste van Rothad. Zijn argument was dat geen enkele bisschop afgezet kon worden zonder pauselijke toestemming.  Hincmar probeerde de paus te slim af te zijn, maar deze dreigde hem de toestemming om de liturgie te vieren te ontzeggen.  Joals Johannes van Ravenna, legde Hincmar zich hierbij neer.  Nadat Nikolaas stierf, verzette Hincmar zich wederom tegen pauselijke inmenging in locale Frankische kerkelijke zaken.  (Een brief die verondersteld wordt te zijn van Zephyrinus, bisschop van Rome (199-217), deel van de Vervalste Decreten, bevat het volgende:  “Want de rechtszaken van bisschoppen en zwaardere kerkelijke zaken moeten, zoals de apostelen en hun heilige opvolgers hebben beslist, uiteindelijk beslist worden … door de zetel van de apostelen, en door geen ander.”)

862 De Ier Johannes Scotus (genoemd Erigena) vertaalde het werk van Pseudo-Dionysius in het Latijn.  Johannes woonde aan het hof van Karel de Kale, de West Frankische koning (840-77) en vertaalde ook werk van Gregorius van Nyssa,  Maximos de Belijder en Epiphanios.  Scotus schreef De praedestinatione als respons op het voortslepende dispuut over predestinatie (zie 848, 853), maar zijn werk werd veroordeeld door het kerkelijk gezag.  Scotus is het meest bekend door zijn De divisione naturae, een poging om de Christelijke leer te laten overeenstemmen met neo-Platoonse filosofie.  Voor velen had De divisione naturae pantheistische implicaties.

862 Boris, Khan van de Bulgaren ontmoette Koning Lodewijk de Duitser (840-76) langs de Donau bij Wenen en stelde een bondgenootschap voor tegen de Romeinen (Byzantijnen).  Boris stemde in het Christendom aan te nemen van de Franken.

862 Om de hen omgevende alliantie van Franken en Bulgaren (zie 862 boven) tegen te gaan verzocht Ratislav, prins van Groot Moravie (centrum bij modern Slovakie), dat de Romeinse Keizer Michael III hem missionarissen zou zenden.  Photios en de keizer kozen de broers Methodius (een tot prioester gewijde monnik) en Constantijn (een filosofie leraar aan de Universiteit van Constantinopel, die later de naam Cyrillus kreeg toen hij monnik werd) om de missie te leiden.  Duitse missionarissen die de Latijnse liturgie gebruikten waren Groot Moravie binnengetrokken - zie 822 en 831 boven. Cyrillus en Methodius werden gekozen omdat ze Slavisch spraken.  Cyrillus had een Slavisch alfabet gemaakt en vertaalde liturgische teksten en delen van de Schrift in het Slavisch.

De Romeinse (Byzantijnse) missionarissen werden vervolgd door hun Frankische (Duitse) collega's.  De Franken claimden dat er maar drie legitieme talen voor de eredienst waren:  Latijn, Grieks en Hebreeuws - de drie talen gebruikt in de inscripties op Christus’ kruis.  Om deze reden noemde Cyrillus de Duitsers Pilaters, verwijzend naar de drietalige woorden op het kruis op Calvarie's berg.

862-4 Gedurende deze periode zond de Rus een gezant naar Constantinopel.  De ambassadeur van de Rus nam het Christendom aan.

863 Paus Nikolaas I verklaarde dat Patriarch Photios van Constantinopel afgezet was.  Nikolaas citeerde de Vervalste Decreten als kerkelijke wetgeving.  Hij claimde suprematie over de oude patriarchaten - dit werd niet geaccepteerd omdat het tegengesteld was aan de traditionele opvatting van het pauselijke primaat zoals uitgestippeld door de oecumenische concilies.  Uiteindelijk droeg deze nieuwe opvatting van de paus als een soort regent bij aan het schisma van het Westen en de Apostolische Zetels van het Oosten.  In de opvatting van sommige historici, gaf Nikolaas het pausdom de moderne invulling.

863 Romeinse legers versloegen de Saracenen in Noord Anatolie.

864 In Februari belegerde de Italiaanse keizer Lodewijk II (855-75) Rome.  Zijn broer Lothair (koning van Lorraine) was een vruchteloos huwelijk aangegaan met Theutberga, een dochter van de Hertog van Bourgondie.  Lothair probeerde van haar te scheiden (door haar van incest te beschuldigen), maar zij beriep zich op de paus, die in haar voordeel besliste.  Nikolaas weigerde toe te geven aan de keizer en zijn legers en Lothair erkende de wettigheid van zijn huwelijk met Theutberga.

864 De Franken vielen Moravie binnen en dwongen Ratislav tot horigheid.  Omdat dit de positie van de Duitse missionarissen versterkte reisden Cyrillus en Methodius naar Pannonia (866) en daarna naar Rome (867-8) op verzoek van Paus Nikolaas I. 

864 In ruil voor het ophefen van een blokkade stemde Boris, koning van Bulgarije ermee in de Orthodoxie aan te nemen.  Boris probeerde zijn onderdanen gedwongen te laten dopen, maar zij kwamen in opstand.  Om deze heidense opstand neer te slaan liet Boris 52 boyars en hun families executeren.

865-76 Viking invallen in heel Engeland.

866 Photios eiste dat de Bulgaarse kerk zich onderwierp aan Constantinopel.  Boris weigerde en vroeg Rome en Duitsland om hulp.  Paus Nikolaas I zond een Latijnse missie naar Bulgarije als antwoord, waar ze Bisschop Hermanrich van Passau verbanden en bleven tot.  Op een zeker moment vroeg Boris of het hoofd van de Romeinse delegatie, Formosus, bisschop van Porto en later Paus Formosus (891-96) als aartsbisschop van Bulgaria benoemd zou kunnen worden.  Omdat zo'n benoeming niet conform de kerkelijke wetgeving was weigerde Nikolaas dit verzoek.

Bulgarije had een bijzondere status: het was tot de tijd van Keizer Leo III (718-41) onder Romeinse jurisdictie geweest, deze plaatste het onder de jurisdictie van Constantinopel (zie 732).

866(?) Nikolaas I (858-867), bisschop van Rome, stelde dat zijn voorganger uit de zesde eeuw, Vigilius, alle beslissingen van het Vijfde Oecumenische Concilie had bevestigd. 

867 Patriarch Photios kondigde de bekering van de Rus aan.  De mate van deze bekering werd wellicht overschat.

867 Twerwijl zij in Venetie waren ontmoetten Cyrillus en Methodius een groep geestelijken die erop stonden dat de getijden slechts in drie talen konden worden gevierd:  Hebreeuws, Grieks en Latijn.  In het najaar arriveerden Cyrillus en Methodius in Rome, op uitnodiging van de paus.  Zij schonken Paus Hadrianus II (867-72) de relieken van Clemens, die zij haden verworven tijdens hun gezandschap naar de Khazaren (860/1).  Hadrianus plaatste ze in een kerk genaamd St. Clemente.  Cyrillus en Methodius vroegen toestemming aan Hadrianus om een Slavische liturgie te mogen gebruiken.  De  Paus stond dit toe in een speciale bul.  Hij wijdde ook de Moravische en Pannonische priesters die opgeleid waren door de broers.  Hadrianus wilde ook een bisschop benoemen voor de Slaven die onafhankelijk zou zijn van Duitse (Salzburg en Passau) invloed.  Hij had wellicht hierbij het oog laten vallen op Cyrillus. 

867 Een synode kwam samen in Constantinopel.  Deze vervloekte de Westelijke leer dat de Geest uitgaat van de Vader en de Zoon (filioque) en de praktijk van het kerkelijk celibaat, “uit welk gebruik we in het westen veel kinderen zien die hun vaders niet kennen.”  De synode excommuniceerde Nikolaas I.  Photios werd kort daarna afgezet omdat hij de nieuwe keizer, Basil de Macedonier, voor het hoofd stootte, maar werd al snel weer in genade aangenomen (879) en erkend door  Paus Johannes VIII (872-82).

Photios zond een encycliek naar de Patriarchen van het Oosten waarin hij de Paus ervan beschuldigde (1) dat hij het woord “filioque” aan het Credo had toegevoegd; (2) dat hij zich bemoeide met de nieuwe Kerk van Bulgarije door de zalving van de Bulgaarse Christenen over te doen onder voorwendsel dat zij gedoopt waren door getrouwde priesters uit Constantinopel; (3) dat hij de kerken van het Westen domineerde en (4) dat hij zich bemoeide met disputen buiten zijn eigen jurisdictie.

867 Dood van Nikolaas I, bisschop van Rome.  Hierna volgde een periode van neergang voor het pausdom.

867 Vikings vielen York binnen.

867-68  Een gezantschap arriveerde in Constantinopel afkomstig van de Frankische keizer Lodewijk II.  Het doel van de onderneming wa om een huwelijksband tussen de Franken en de Romeinse keizer Basilius I (867-86) te smeden.  De ongeslaagde missie werd geleid door de pauselijke bibliothekaris Anastasius (~810-78), die Photios bestreed over het filioque.  Anastasius bleef in Constantinopel en woonde het concilie van 869-70.  Anastasius de bibliothecaris vertaalde het werk van Patriarch Nicephorus in het Latijn (zie 817 boven) en schreef een commentaar op het werk van Pseudo-Dionysius.

867/68 De Paulicische leider Johannes Chrysocheir, de neef van Carbeas, leidde een inval in het keizerrijk tot Smyrna toe.  Keizer Basilius I zond een gezantschap onder Petrus de Siciliaan naar Chrysocheir om de gevangenen los te kopen en een bondgenootschap aan te bieden.  Naar verluid antwoordde Chrysocheir: “Laat de keizer, als hij vrede wil, afstand doen van het Oosten en zich terugtrekken om het westen te regeren.  Als hij weigert zullen de dienaars van de Heer hem van de troon verjagen.”  Petrus vernam dat de Pauliciers in Melitene in contact waren met hun soortgenoten in Thracie (zie 746).

867-74 De Serven bekeerd tot het Christendom.

868 Dood van de West Frankische Benedictijnse monnik Ratramnus.  Hij had een controverse met zijn abt, Paschasius Radbertus van Corbie, over de aard van het brood en de wijn in de eucharistie.  Ratramnus anticipeerde de Reformatie inzoverre hij Christus' aanwezigheid voor symbolisch hield.  Zijn De corpore moest vanwege het Concilie van Vercelli in 1050 vernietigd worden; en het werd veroordeeld door de Lateraanse Synode in 1059.

Ratramnus argumenteerde ook tegen Hincmar ten gunste van predestinatie tot heil; maar hij was zelf tegen de leer van de  predestination tot verdoemenis.  Hij schreef ook “Tegen Griekse Oppositie” over de filioque controverse.  In een andere controverse met Radbertus, argumenteerde Ratramnus dat Christus’ geboorte natuurlijk was.  De gangbare opvatting was dat Maria maagd bleef bij de geboorte.

869 Dood van Cyrillus.  Paus Adrianus II (867-72) benoemde Methodius tot bisschop van alle Slavische kerken in Moravie en Pannonia met de titel aartsbisschop van Sirmium.

869 Hincmar van Rheims kroonde Karel de Kale tot Frankisch keizer tegen de bezwaren van Paus Adrianus II in.

869 Keizer Basilius I liet een synode samenkomen (de Latijnen noemden dit het Achtste Oecumenische Concilie), en dwong de bisschoppen om Photios te veroordelen.  De afgevaardigden van Paus Adrianus II en Basilius dwongen hen ook te aanvaarden dat de paus het “hoogste en absolute hoofd van alle Kerken, zelfs verheven boven oecumenische synoden” is. 

Op dit concilie accepteerde de Romeinse kerk uiteindelijk de uitspraak van het concilie van 381 dat Constantinopel in status tweede is, na Rome (canon 21 van het zogenaamde Achtste Oecumenische Concilie).

869 Islamieten uit Carmargue, Spanje, hielden ee razzia  (een inal om slaven te maken) in Valencia, Frankrijk.

870-930 IJsland door de Noren gevestigd.

870  Op een bijzondere zitting van het concilie dat samenkwam op 4 Maart werd Bulgarije onder de jurisdictie van Conastantinopel geplaatst.  Boris verbande de Latijnse geestelijkheid uit zijn land.  Hoewel Ignatios was hersteld werd door het concilie van 869, verraadde hij zijn Romeinse supportersdoor een aartsbisschop voor Bulgarije te wijden en er Orthodoxe missionarissen heen te sturen.  Bulgarije ontving een onafhankelijk aartsbisschopdom.

Rond dit jaar zond Petrus van Sicilie, die voor de patriarch van Constantinopel werkte, een brief aan de aartsbisschop van Bulgarije om hem te waarschuwen dat de Pauliciers (zie 719) missionarissen naar zijn land wilden sturen.

870 Terugkeer van Methodius naar het Slavische missieveld.  Toen hij terugkeerde naar Moravie werd Methodius gearresteerd, berecht te Regensburg, en twee en een half jaar gevangen gezet door de Franken.  Hermanrich, bisschop van Passau, probeerde hem te lijf te gaan et een paardenzweep.  Methodius werd uiteindelijk in Mei 873 vrijgelaten op aandringen van Paus Johannes VIII (872-82) en hij keerde terug naar het Moravische missieveld.

870 Conversio Bagoariorum et Carantanorum (De Bekering van de Bavarier en Carantanen) geschreven Salzburg rond dit jaar.  Het kwam op voor Duitse rechten in het Slavische missieveld tegenover Romeinse binnendringers als Cyrillus en Methodius.

870 De Saracenen veroverden Malta.

871 Alfred de Grote, een ridder en geleerde, werd koning van de West Saxen.

871 In Februari nam de Italiaanse keizer Lodewijk II (855-75), in samenwerking met een Romeinse (Byzantijnse) vloot,  Bari, het Saraceense hoofdkwartier op het vasteland van Italie.

871 In Augustus nam  Adelchis, hertog van Benevento, de Italiaanse keizer Lodewijk II (855-75) gevangen.  Adelchis was bang dat de keizer hem zijn onafhankelijkheid zou afnemen, daarom dwong hij Lodewijk om te beloven niet meer het zuidelijk deel van het schiereiland binnen te vallen. Paus Adrianus II (867-72) onthief Lodewijk van zijn eed.

872 The Roman emperor Basil I sent an army into Asia Minor under his son-in-law Christopher to deal with the Paulicians.  They were a heretical sect believing in two co-eternal principles (good and evil), rejecting the Old Testament, denying the Incarnation, and holding matter to have been created by the evil principle (see 719).  Paulicians under their leader Chrysocheir had defeated Basil at Tephrice in 870.  Christopher caught Chrysocheir’s forces at Bathyrrhyax at the foot of Mount Zogoloenus as they were returning from a raid on the center of Asia Minor, heavily loaded with booty.  The Paulician forces were crushed, and Chrysocheir himself was slain by a Greek he had captured in 870.

872 In December, John VIII (872-882) succeeded Adrian II to the papacy.  John was particularly concerned with uniting Italy against the Saracen threat.

872 The Italian emperor Louis II (855-75) defeated a Saracen force at Capua.

873 The duke of Benevento rebelled against the Italian emperor Louis II (855-75) and placed himself and his territories under the protection of the Roman (Byzantine) emperor Basil I (867-86).

874 Pannonia annexed by the east Franks.  German missionaries in Moravia and Pannonia opposed the use of Slavonic in the liturgy and accused Methodius of heresy.

874 Patriarch Ignatios of Constantinople sent a bishop to the Rus.

875 On the death of the Frankish emperor Louis II, Pope John VIII crowned Charles II the Bald of France emperor.  From this year, Pope John VIII strengthened Rome’s fortifications against Saracen attack.  He also stood up the papal navy.

876 The Roman Empire began the re-conquest of southern Italy from the Saracens.

876 Viking raiders forced the monks of St. Audoen in Rouen to abandon their monastery.

876 When Pope John VIII (872-82) appointed a papal legate for Germany and Gaul, Hincmar, bishop of Rheims, opposed him vigorously.  Hincmar viewed the action as an intrusion on his rights as archbishop.

876 Pope John VIII deposed and excommunicated Formosus, the cardinal bishop of Porto.  Formosus later became pope (see 891).

877 At some point after this year, the Vetus Synodicon, a collection of summaries of church councils, was prepared.  The synodicon is the source of the legend that the First Council of Nicaea determined the canon of scripture.  Those attending the council supposedly placed a collection of works near the church altar, prayed, and found the approved scripture atop the altar, with the rejected books beneath.

878 Prince Zdeslav of Croatia acknowledged the sovereignty of Constantinople.  However, he was assassinated by a strong pro-papal party the following year, and Croatia fell under the influence of Rome thereafter.  Branimir, Croatia’s new leader, swore to keep his nation loyal to the pope.

878 The Aghlabids (Saracens) captured Syracuse, defeating its Roman (Byzantine) defenders.  Thousands of the inhabitants were killed during and after the nine-month seige.  Few escaped alive.  Syracuse was pillaged and destroyed.

879-80 In 879, the emperor Basil restored Photios as patriarch of Constantinople.  In November, a council met in Constantinople.  It is sometimes recognized as the Eighth Ecumenical Council by Orthodox Christians.  The council reaffirmed the creed of A.D. 381 and declared any and all additions to the creed invalid.  It also placed Bulgaria formally under the jurisdiction of Constantinople.  Rome and Constantinople, apparently, agreed not to interfere in the internal affairs of the other.  This council’s teaching was affirmed by the patriarchs Constantinople (Photios), Antioch, Jerusalem, and Alexandria and by Emperor Basil I.  Three hundred and eighty-three bishops attended.  Pope John VIII (872-882) recognized Photios as patriarch.  John VIII is believed by some to have simultaneously accepted the council’s teaching that no one should add to the creed and maintained that the filioque, as a doctrine, is true.  However, both Photios and a letter from John VIII to Photios indicate that the bishop of Rome believed the filioque to be false.  Many believe that John VIII was unwilling to publicly denounce the filioque because he was fearful of Frankish military retaliation.

In a private letter to Patriarch Photios (858-867, 877-886), Pope John VIII assured his colleague that the Filioque was never added to the Creed in Rome (as had been done by the Franks when they feudalized Northern Italy), that it was a heresy, but that the question should be handled with great caution... “so that we will not be forced to allow the addition...”  This papal letter was added at the end of the minutes of the Synod and explains why the Synod did not name the heretics who were condemned. 

The schism finally occurred in 1054, but only after the church in Rome had accepted the filioque into their liturgy in 1014.

Photios on the filioque:  “Everything, therefore, which is seen and spoken of in the all-holy and consubstantial and coessential Trinity, is either common to all, or belongs to one only of the three: but the projection of the Spirit, is neither common, nor, as they say, does it belong to any one of them alone (may propitiation be upon us, and the blasphemy turned upon their heads). Therefore, the projection of the Spirit is not at all in the life-giving and all-perfect Trinity.”  And:  “For otherwise, if all things common to the Father and the Son, are in any case common to the Spirit, …and the procession from them is common to the Father and the Son, the Spirit therefore will then proceed from himself: and He will be principle of himself, and both cause and caused: a thing which even the myths of the Greeks never fabricated.”

880 Paus Johannes VIII (872-82) benoemde een Duitse priester genaamd Wiching tot bisschop van Nitra, ondanks bezwaren van Methodius.

880 In een brief aan Svatopluk, Ratislav’s neef en opvolger als heerser van Moravie, schreef Paus Johannes VIII (872-82): “Het is zeker niet tegen het geloof of de leer om de mis in het Slavisch te zingen of om het Heilige Evangelie of de goddelijke lezingen van het Nieuwe en Oude Testaments goed vertaald en geïnterpreteerd, of om de andere getijden te cantileren, want Hij die de drie belangrijkste talen maakte, Hebreeuws, Griek en Latijn, schiep ook al de andere voor zijn eigen lof en glorie.”  Johannes legde echter een tijdelijk verbod op de Slavische liturgie.

881 Paus Johannes VIII (872-82) kroonde Karel III de Dikke, koning van de Franken, tot keizer.

882 Paus Johannes VIII werd bruut doodgeslagen door leden van zijn eigen gezelschap.

883 Paus Marinus I (882-84) rgaf Formosus terug aan het aartsbisdom Porto.

~884 De Koptische paus Kha’il II (880-907) werd gevangen gezet door de Egyptische gouverneur, Ahmad ibn Tulan (868-884), die vermoedde dat de paus rijkdommen verborg.  De gouverneu liet hem uiteindelijk vrij maar dwong hem binnen een maand 10,000 dinars te betalen en een verdere 10,000 dinars binnen vier maanden als losgeld.  Daar Ahmad ibn Tulan omkwam in een veldslg werd de tweede betaling nooit gedaan.

885 Dood van Methodius.  Bisschop Wiching van Nitra overreedde Svatopluk, heer van Moravie, om Methodius’ leerlingen te verbannen uit zijn gebied.  De Duitse priesters met hun Latijnse liturgie kreeg zo een overheersende rol in Moravia.

885 Basilius I vestigde het schiereiland van de berg Athos als een plaats van hesychia (stil gebed) in dit jaar.  De oorsprong van het monachisme op Athos zijn onduidelijk.  Er waren kluizenaars op het schiereiland vanaf de zevende eeuw, gevlucht voor de Arabische verovering van het Midden Oosten, inclusief Egypte.  Sommige bronnen dateren het ontstaan van monachisme op de berg Athos tijdens de regering van Constantijn de Grote en zijn moeder, (St) Helena.  Het eerste klooster werd op Athos gevestigd in 962/63.

Voor de dood van Basilius I in 886 aanvaardden de Narentani het Christendom.  Als piraten waren zij een bedreiging geweest van de scheepvaart in de Adriatische Zee, eerder in de 9e eeuw.  De Narentani, bekend als Pagani bij de inwoners van de Romeinse steden aan de kust van Dalmatie, waren de laatste stam in de noor-westelijke Balkans die zich bekeerden tot het Christendom.

886 Vanwege voortgaande Duitse vervolging en de dood van Methodius (zie 885), verhuisde de meeste Slavische geestelijken in Moravie en Pannonia naar Constantinopel. Op uitnodiging van Koning Boris van Bulgarije, vestigden Clemens en Naum, van Ohrid in Macedonie, later een Slavische academie in Ohrid, die fungeerde als krachtbron voor de bekering van de slavische volken.  Clemens had naar verluid 3500 leerlingen, die voor een groot deel priester werden.  Koning Boris van Bulgarije hielp bij het vestigen van de academie te Ohrid en van andere te Preslav en Pliska.

Sommige van de leerlingen van Cyrillus en Methodius in Moravia waren niet erg fortuinlijk.  Een gezant van de Romeinse Keizer Basilius I, op bezoek in Venetie, zag dat een groep van hen als slaaf verkocht werd door Joodse kooplieden.  De Moraviers hadden hen wegens ketterij als slaaf verkocht.  De gezant kocht hen vrij en zond hen naar Constantinopel.

886 Leo VI, bekend als Leo de Wijze of Leo de Filosoof, werd Romeins (Byzantijns) Keizer (886-912).  Leo was opgeleid door Patriarch Photios.  Hij produceerde een wettelijk stelsel dat het stelsel van het keizerrijk werd, schreef romans over wereldlijke en kerkelijke problemen, liturgische gedichten, poezie en militaire tractaten.

889 De Magyars vielen Bessarabie en Moldavie binnen.

890 De eerste verwijzing in de geschiedenis van het gebruik van nokken bij een watermolen.  Dit werd gebruikt bij het klooster van St. Gallen in Zwitzerland om bier te maken voor de monniken.  De nokken, die ronde beweging in op en neer beweging omzetten, waren de sleutel tot de welvaart van kloosters in de middeleeuwen, in het bijzonder voor de Cistercienzers.

891 Na de dood van Paus Stephanus V (885-91) werd Formosus I (891-96) verkozen tot Paus.

893 Nadat een heidense opstand neergeslagen was verplaatste een Bulgaarse samenkomst de hoofdstad van Pliska (waar de heidense invloed nog sterk was) naar Preslav.  Het Slavisch werd de officiele taal in plaats van het Grieks.

894 Twee Griekse kooplieden kregen een handelsmonopoly voor handel tussen het keizerrijk en Bulgarije.  Hun verleegen van de markt van Constantinopel naar Thessalonika leidde tot de oorlogen tussen de Bulgaren en de Romeinen aan het begin van de tiende eeuw.  De verplaatsing van de markt had een negatief effect op de steden van het zuiden naar Constantinopel.

895 Het vroegst bestaande afschrift van de Masoretische - de Cairo Codex van de profeten - dateert van rond dit jaar.

895 Twee Boheemse edelen zochten Duitse hulp tegen de Magyaarse invasies in Regensburg, daarbij aanvaardden zij de  Duitse koning als Heer over zich.

896 Om Rome te bevrijden van de Spoletaanse Heilige Roomse keizers Guy en Lambertus ontstond er een bondgenootschap tussen Paus Formosus en Arnulf, koning van de Oostelijke Franken.  Arnulf viel vervolgens Italie binnen maar overleed voor hij Spoleto kon aanvallen.

896 In Maart oordeelde de Synoda horrenda (aook bekend als de “Cadaver Synode”) over het lichaam van Paus Formosus (891-96), die acht maanden eerder overleden was.  Het lichaam was aangekleed in pauselijke kledij en zat op de pauselijke troon.  De beschuldiging tegen Formosus was dat hij van zetel gewisseld had – bisschop van Rome geworden was terwijl hij bisschop was van een ander diocees, tegen de kerkelijke wetgeving in – maar zijn echte misdaad was dat hij één van Karel de Grote's afstammelingen verraden had ten gunste van een andere afstammeling.  Spoedigna het gericht werd Rome getroffen door een aardbeving, hetgeen opgevat werd als een slecht teken.  Stephanus VII (896-97) werd gewurgd.  Zeven pausen en anti-pausen wedijverden de volgende jaren om het bisschopsdom Rome.  De chaos eindigde toen kardinaal Sergius, een partijgenoot van Stephanus, paus werd met militaire hulp van een edele.

897 Paus Stephanus VI (896-97) werd gewurgd (vermoord).

898 In January werd Johannes IX (898-900) gewijd tot paus in Rome.  Johannes hield synodes die de Synoda horrenda teniet deden en rehabiliteerde Formosus.  Hij bevestigde ook de Constitutio Romana van de Frankische Lothair I die eiste dat een vertegenwoordiger van het keizerlijke gezag aanwezig was bij pauswijdingen.

899 De Magyaren verwoestten Pavia in noord Italie, vermoordden de inwoners en verbrandden 43 kerken.

900-907 De Magyaren vielen Bavarie binnen.

900 Benedictus IV werd paus (900-903).  In Juni excommuniceerde hij de graaf van Vlaanderen, Baldwin II, vanwege diens betrokkenheid bij de moord op Fulk, aartsbisschop van Rheims.


 
  setstats 1