NOEME WILLEM
VISSER Wie en Waarom

LITURGIE &CETERA Thema's
  Kerkelijk Jaar
Hoofddienst   Getijden   Devotie   Uitingsvormen  
 
 

De Elfde Eeuw
Als er links geen index is, klik dan hier:  Index

1001 De titel “koning” geschonken aan Stephanus (Waik) van Hongarije.  Koning Stephanus nam St. Petrus als beschermheilige van de Hongaren.  Paus Sylvester II (999-1003) stemde in met de vestiging van een Hongaars aartsbisdom, dat uiteindelijk gevestigd werd in Esztergom (Gran).  Zie ook 1038.

Sylvester behandelde hem als een Romeinse keizer en coördineerde beslissingen over kerkelijke zaken met Otto III, zelfs zaken die landen betroffen buiten de grenzen van Otto III’s gebied.  Because of his role in the establishment of independent archbishoprics in Poland and Hungary, the German church, which had been anxious to extend its authority in those regions, revolted against the emperor.  In this era, the German chuch was a critical source of imperial funds and manpower.

1002 Nadat de Duitse keizer Otto III dit jaar stierf werd Johannes Cresentius III (zoon van Cresentius II) patricius van Rome en heerste over de stad tot zijn dood in 1012.

1003 Na de dood van Paus Sylvester II in dit jaar nam zijn grote geleerdheid legendarische trekken aan.  Sommigen schreven het toe aan magie, geleerd in Spanje; sommigen aan de duivel; anderen aan een kunstmatig hoofd dat vragen beantwoordde.

1003 In Juni werd een zekere Sicco of Secco benoemd als Johannes XVII, bisschop van Rome, op aanwijzing van Johannes Cresentius III.  Paus Johannes XVII stierf op 6 November.

1004 In Januari werd een zekere Fasano gewijd tot Johannes XVIII (1004-1009), bisschop van Rome. Zijn verkiezing werd bepaald door Johannes Cresentius III.

1004 De Fatimid Kalief Hakim begon een 10 jaar durende vervolging van Christenen in zuidelijk Syrie en Palestina.

1008 De Leningrad Codex stamt uit dit jaar.  Het is het oudste complete afschrift van het Hebreeuwse Oude Testament en is de bron van de meeste moderne vertalingen van het Oude Testamen.

1009 Hakim gaf opdracht tot de vernietiging van de  Kerk van het heilig Graf.  In 1014 had Hakim al 30.000 kerken vernietigd.

1009 Bruno van Querfurt, een Duitse edele, werd gedood door de Pruisen.  Bruno was als missiebisschop voor de Slaven gewijd in 1004 en werkte in het gebied tussen de Oekraine en Zweden.  Hij was ook de schrijver van een biografie van Adalbert, bisschop van Praag (zie 996/7).

1009 Paus Johannes XVIII trad af.  Nadien  woonde hij in de Abdij van St. Paulus Buiten de Muren (Rome).

1012 Benedictus VIII (1012-24), bisschop van Rome.  Benedictus was de eerste puas afkomstig uit de machtige Tusculani familie die de Cresentii als leiders in Rome verving.

1013 Kalief Hakim stond Christenen to naar het Romeinse (Byzantijnse) gebied te emigreren als concessie aan de keizer.

1014Het Credo van Nicea  werd, naar men aanneemt, voor het eerst gebruikt in de liturgie tt Rome bij de kroning van de Duitse (Heilige Roomse) Keizer Hendrik II (1002-24).  De versie van het credo bevatte het filioquePaus Benedictus VIII moedigde Hendrik aan om het Romeinse (Byzantijnse) Zuiden aan te vallen.  Hij hoopte de pauselijke jurisdictie daar te herstellen (die kwam tot een einde in 732).

1014 De Romeinse (Byzantijnse) Keizer Basilius II (963-1025) veroverde west Bulgarije.

1015 Invallen in Tuy in noordwest Spanje door Noormannen.  De bisschopszetel daar was vacant tot 1070.

1015 Koning Olaf Haraldsson bevrijdde Noorwegen van Deense overheersing.  Olaf regeerde tot 1028, toen hij vluchtte voor Knut (zie 1015/16) en naar Rusland vluchtte.  Gedurende zijn regering bracht Olaf geestelijken uit Engeland naar Noorwegen.  Olaf stierf in 1030 in een poging om de troon opnieuw te bemachtigen.  Toen hij in 1031 werd opgegraven ontdekte men dat zijn lichaam niet vergaan was en werd Olaf beschouwd als heilige en martelaar.

1015 Gerard, bisschop van Limoges, vervolgde Manicheese ketters.

1015/16 Koning Knut veroverde England.  In 1019 veroverde hij Denemarken en Noorwegen in 1028.  Knuts rijk viel uit elkaar toen hij stierf in 1035.

1016/17 Paus Benedictus VIII (1012-24) sloeg een Saraceense aanval op Noord Italie terug.  Benedictus moedigde de  Normandiers aan de legers van het  Romeinse (Byzantijnse) rijk in het zuiden aan te vallen.

1016 Hakim’s vriend Darazi kondigde aan dat Hakim  God was.  In 1017 gaf Hakim religieuze vrijheid aan de Christenen en gaf hun onteigende bezit terug.  Hakim verving de naam Allah door zijn eigen naam in de moskee diensten.  Hakim verdween in 1021, maar Darazi’s volgelingen, de Druzen, geloven dat hij terug zal komen.

1017 Paus Benedictus VIII (1012-24) vestigde een nieuw bisdom in Besalu.  Elke nieuwe bisschop van Besalu moest de paus een pond goud betalen “als teken van ware gehoorzaamheid.”

1018 Een opbloeiend Romeinse (Byzantijnse) Rijk verovert en annexeert Macedonie en Bulgarije.

1020 In Toulouse werd rond dit jaar een zekere kapelaan genaamd Hugo werd de taak gegeven om “een Jood te slaan, zoals daar altijd gewoonte is op Pasen.”  Hugo sloeg de man zo hard dat deze stierf.  Deze “gewoonte” was misschien een graadmeter voor een toenemende on-Christelijke houding (zie 1040 & 1096). 

1022 Gedurende de regering van Anund (1022-39), zoon van Olof, verspreidde zich het  Christelijk geloof in Zweden.

1022 Paus Benedictus VIII (1012-24) riep de synode van Pavia bijeen. Bijgewoond door de Duitse keizer Hendrik II, vaardigde de synode decreten uit tegen geestelijke die niet celibatair waren en tegen simonie.

1022 Koning Robert II van Frankrijk (Robert de Vrome, 996-1031) bracht enige Kanunniken van St. Croix in Orleans op de brandstapel vanwege hun overtuiging dat de materiele wereld inherent slecht is.  Eén van de ketters was een zekere Stephen, die biechtvader was geweest voor de koningin, Constance van Aquitane.

1022 Verscheidene Manicheeërs werden ter dood gebracht in Toulouse.

1024 Toen Paus Benedictus VIII in het voorjaar stierf werd hij opgevolgd door zijn broer, Johannes XIX (1024-32).  Johannes (pre-pauselijke naam: Romanus) was de heerser van Rome.  Hij werd van leek tot paus in een dag.

1024 Paus Johannes XIX stemde in dat de kerk van Constantinopel moest worden erkend als “universeel in haar gebied.”

1025 Gedurende zijn ambtsperiode als patriarch van Constantinopel, legde Alexius de Studiet (1025-43) monniken en geestelijke die gerechtigheid zochten in de kerkelijke rechtbanken beperkingen op en standardizeerde de betalingen die de lagere geestelijken aa hun bisschoppen moesten betalen.  Alexius vernieuwde ook de vervolging van de Jacobieten, deze keer vooral bij Melitene.  In een poging om het lekenpatronaat van kloosters te beperken (bekend als kharistike), begon hij een register van geestelijk bezit en van patronaatsrechten,  het chartophylakeion.

1025 Een zekere Gundulf leidde een groep  Manicheese missionarissen van Italie naar het diocees van Arras.  Reginald, bisschop van Arras en Gerard, bisschop van Cambrai, bekeerden de missionarissen tot het Katholieke geloof.

1027 Knut, koning van Engeland, reisde naar Rome als pelgrim, “Omdat ik van wijze mannen hoorde dat Petrus de Apostel van de Heer grote macht heeft ontvangen om te binden en los te maken en de sleutels van het koninkrijk der hemelen draag en daarom leek het mij buitengewoon nuttig om zijn patronaat voor God te zoeken.”

1027 Paus Johannes XIX kroonde Conrad II tot Duitse Keize.  Koning Knut van Engeland was getuige van deze kroning.

1028 Sihtic, zoon van Olaf Cuaran van Dublin (zie 980), ging op pelgrimstocht naar Rome en onderhandelde waarschijnlijk over een bisschopszetel voor zijn zoon in Dublin.

1028 Willem V, hertog van Aquitane, riep een concilie bijeen van de bisschoppen van Charroux om de onderdrukking van de Manicheese ketters te effectueren.  De ketterij was waarschijnlijk binnengekomen vanuit Italie. 

1030 Een Russisch handelscentrum werd gevestigd te Yuryev (Tartu), Estland, rond een Orthodoxe kathedraal van St. George.

1030 Een gemeenschap van Kathaarse ketters (zie 1143) berstond in dit jaar in Monteforte.

1032 De veertien jaar oude Theophylact (kleinzoon van Graaf Gregorius van Tusculum, zelf zoon of kleinzoon van Alberic, zoon van Marozia) werd verkozen tot Paus Benedictus IX (1032-44, 1045, 47-48).  Benedictus was neef van de broers Benedictus VIII (1012-24) en Johannes XIX (1024-32) en de laatste paus uit de Tusculani familie.  Sommige bronnen geven aan dat Theophylact (Teofilatto) nog geen dertig was toen hij paus werd.  Zijn vader, Graaf Alberic III, verkreeg de pauselijke verkiezing door omkoping.

1034 Rond dit jaar produceerde een zekere Euthymios een beschrijving van een ketterse groep die bekend stond als de  Phoundagiagitai.  Rond het jaar 1000 werd de veronderstelde stichter van de groep, Johannes Tzourillas, beschuldigd van verkrachting.  Johannes had met aanzienlijk succes gepreekt in de omgeving van Smyrna.  De Phoundagiagitai verstoorden graag kerkdiensten omdat ze vonden dat gebed privé moest zijn (Matteus 6.6).  Initiatie in de groep omvatte een ceremonie waarin de Apocalyps van St. Petrus werd voorgelezen boven het hoofd van de nieuwkomer.  Ze geloofden dat de duivel verbannen was uit de hemel vanwege het stelen van de zon en de ziel.  Euthymios voegde toe:  “Ze leren niet de herrijzing  van de overledenen te verwachten noch de wederkomst, noch het laatste oordeel maar dat alle macht over aardse zaken met hel en paradijs toebehoren aan de heer van deze wereld, dat wil zeggen, de duivel en dat hij zijn vrienden in het paradijs laat komen en zijn vijanden in de hel en dat hij niets gemeen heeft met God maar dat God in de hemel regeert en de heer van de wereld op aarde.”

1036 Lukas gewijd als bisschop van Novgorod.  He was de eerste autochtone Rus die bisschop werd.

1038 Dood van Koning Stefanus van Hongarije.  Stefanus’ Edict, een verzameling kerkrecht, vereiste kerkgang, het houden van de zondag als sabbat en vasten in de 40-dagentijd.  Hij voorzag ten minste één kerk per 10 vestigingen.  De contemporaine historicus Rudolfus Glaber schreef, “De Hongaren, voorheen gewend om hun buren te beroven, moesten nu vrijwillig van zichzelf geven omwille van Christus.  Zij die de Christenen op de brandstapel gebracht hadden ... verwelkomden hen nu als broeders en kinderen.”  (In deze periode veroorzaakte de oost-west handel en de pelgrimages naar het Heilige Land een toename van verkeer door Hongarije.)

1039 Op enig punt in zijn regering verving Emund, koning van Zweden, half-broer van zijn voorganger, Anund, bisschop Adalward van Skara door een zekere Osmund, mogelijk een Engelsman.  Adalward was door Hamburg-Bremen gezonden.

1040 Rond dit jaar gaf Rodulfus Glaber (Ralph de Kale) de schuld aan de Joden van Orleans van de verwoesting van de Kerk van het Heilig Graf (zie 1009).  Ralph stelde dat de Joden aan de “prins van Cairo” schreven en hem aanmoedigden om de kerk te verwoesten - “dat als hij niet snel de eerbiedwaardige kerk van de Christenen verwoestte, zij spoedig zijn hele rijk zouden bezetten en hem al zijn macht zouden ontnemen.” 

1042 Een Christelijke Wend genaamd Gottschalk kwam aan de macht onder de Wagrianen en de Abotriten, de westelijkste Wendische stammen.  Gottschalk was opgevoed in een saksisch klooster in Luneburg.  Toen een Saks zijn vader doodde was Gottschalk teruggekeerd naar huis om wraak te nemen maar hij was gevangen genomen door Graaf Bernhard van Saxen.  Bernhard had Gottschalk vrijgelaten, die in dienst getreden was van Koning Knut van Denemarken, Zweden en Engeland.  Na in dit jaar teruggekeerd te zijn in zijn geboorteland, trouwde Gottschalk een dochter van de Deense Koning Sweyn, bouwde kerken, vestigde kloosters en nodigde Duitse priesters uit naar zijn land.  Bishopszetels werden gevestigd te Oldenburg en Mecklenburg. 

1042 Patriarch Alexius de Studiet steunde de volksopstand tegen Keizer Michael V (1041-42).  Michael werd afgezet.

1045 Benedictus IX’s losbandigheid veroorzaakte een rebellie onder de Romeinse bevolking.  Benedictus ontvluchtte Rome en Johannes van Sabina werd verkozen tot Paus Silvester III (1045).  Benedictus’ broers dreven vervolgens  Silvester de stad uit en Benedictus werd in zijn ambt hersteld.

1045 Giovanni Gratiano werd Paus Gregorius VI (1045-46).  Hij kocht het ambt van paus van Benedictus IX voor 1500 pond  goud.  Benedictus had een losbandig leven geleid als paus maar werd verliefd op Gratiano’s nicht.  Hij wilde haar trouwen maar wilde geen afstand doen van het pauselijk ambt zonder winst.  Benedictus veranderde later van mening en keerde terug naar Rome als paus.  Toen waren er drie mensen die aanspraak maakten op de pauselijke troon.

1045 Michael Psellus (1018-1078) werd door keizer Constantijn IX (1042-54) gekozen als hoofd van de filosofie afdeling van de recent gevestigde keizerlijke universiteit.  Na het schisma was Psellus sterk gekant tegen hereniging met Rome.  Vanwege Psellus' invloed als Consul van de Filosofen, keerde de nadruk van de filosofie terug naar zijn Platoonse wortels, het idealisme van de Cappadociers en weg van de Aristotelische nadruk die bevorderd was door Photius.

1046 Keizer Constantijn IX (1042-54) begon de Kerk van het Heilige Graf te herbouwen.  Een Duitse  Saks, Suidger van Bamburg, werd aangesteld als paus (Clemenst II) door de Duitse (Heilige Roomse) Keizer Hendrik III.  Benedictus was canonisch afgezet.

1046 In December 1046 werd de pauselijke situatie in Rome opgelost door de Heilige Roomse Keizer Hendrik III (1039-56) op een synode in Sutri.   De synode zette de drie rivaliserende pausen af en Suidger, bisschop van Bamberg, een Duitser, werd Clemens II (1046-47).  Clemens kroonde vervolgens Hendrik tot keizer.  Toen Clemens stierf in 1047, kwam Benedictus Rome weer binnen maar werd verdreven en Poppo van Brixen (ook een Duitser) verving hem als Damascus II (1048).

1049 Stichting van het klooster van de Theotokos Euergetis in Constantinopel door een zekere voormalige overheidsdienaar genaamd Paulus.  Dit klooster werd erg invloedrijk, deels vanwege de hulp die het ontving van de keizerlijke familie.  Paulus stelde een bloemlezing samen, bekend als de Euergetinos, met veel heiligenlevens en werd populair, hetgeen ook de invloed van het klooster ten goede kwam.

1049 De Duitse keizer Hendrik III benoemde de Alsatische graaf Bruno, bisschop van Toul, als paus.  Bruno weigerde de benoeming tenzij deze goedgekeurd werd door de geestelijkheid en het volk van Rome.  Hij kwam toen te voet Rome binnen als pilgrim en werd gewijd als Paus Leo IX (1049-54).

1049 Synode van Rheims.  Paus Leo IX reisde naar Rheims om de kerk van  St. Remigius (de patroonheilige van Frankrijk).  Omdat de koning van Frankrijk zijn bisschoppen verbood aanwezig te zijn waren slechts twintig aanwezig.  De paus eiste te weten wie voor zijn ambt betaald had.  De bisschoppen die het opbiechtten ontvingen absolutie.  Anderen werden geëxcommuniceerd en afgezet.

1050De investituurstrijd.  Sommigen zien de periode van 1050 tot 1130 als een van een belangrijke wereldrevolutie.  Volgens deze zienswijze zijn de Gregoriaanse hervormers de revolutionairen die klagen over de bemoeienis van leken met kerkelijke zaken, simonie in het bijzonder.  Hun ideale maatschappij had een volledig vrije kerk zonder invloed van de staat, de ontkenning van het sacramentale karakter van het koningschap en zeggenschap van de paus over wereldlijke heersers.  De radicale revolutionaire leiders zijn Humbert en Hildebrand, terwijl Petrus Damianus gezien wordt als een gematigde revolutionair.

De hervormingsbeweging werd misschien wel gemotiveerd door de wens om onderscheid te houden tussen de geestelijken en de leken, een onderscheid dat dreigde te vervagen door toenemende heiligheid onder het gewone volk.  Koningen zoals  Hendrik III (1039-56) van Duitsland en Edward de Belijder (1042-66) van Engeland waren erg vroom, evenals veel edelen.  Als de geestelijke (en dekloosters) niet heiliger waren dan het gewone volk, dan was het moeilijk om rechten en privileges te verdedigen? 

1050 Berengar van Tours, kanunnik van de kathedraal en hoofd van de school van Saint-Martin, begon te leren dat in de  eucharistie de Heer enkel geestelijk aanwezig is.  Berengar schreef aan Lanfranc, toen leraar in Normandie maar later aartsbisschop van Canterbury (1070-89) tegen diens veroordeling van Ratramnus.  Lanfranc was afwezig toen the brief aankwam en anderen gaven de brief door aan Paus Leo IX (1049-54), die Berengar excommuniceerde en hem opdroeg voor het Concilie van Vercelli te verschijnen. Berengar reisde naar Parijs om toestemming van Koning Hendrik I te verkrijgen om het concilie bij te wonen en Hendrik liet hem opsluiten.  Het geschrift  De corpore van Ratramnus (zie 868 boven) moest van het Concilie van Vercelli vernietigd worden en Berengar werd in zijn afwezigheid veroordeeld.

1050 Tussen ruwweg dit jaar en 1250 werd Spanje grotendeels heroverd door de Islamieten.  Alleen Granada en een klein stuk gebied wist stand te houden  - tot 1492.

1051 Stichting van het Klooster van de Grotten in Kiev.

1052 De relieken van Symeon de Nieuwe Theoloog werden overgebracht naar Constantinopel.

1052 De Normandiers hadden de Grieken in Romeins (Byzantijns) Italie gedwongen zich te houden aan de Latijnse gebruiken; de patriarch van Constantinopel, Michael Cerularius (1043-59), eiste op zijn beurt dat de Latijnse kerken in  Constantinopel  Griekse gebruiken zouden observeren en in 1052, toen ze weigerdem, sloot hij deze.  (Angold plaats het sluiten van de kerken in 1049.)

1052 In dits jaar woonden circa 700 monniken op de berg Athos (zie 963).

1053 Paus Leo IX  (1049-54) vermeldde in een brief aan Bisschop Thomas van Karthago dat er slechts vijf bisschoppen waren in noord Afrika.  In de tijd van Augustinus (rond het jaar 400), ware er meer dan 600.

1053 De slag bij Civitate.  In Juni namen de Normandiers Paus Leo IX gevangen.  Leo werd negen maanden later vrijgelaten.  Hij was op veldtocht tegen hen geweest in het zuiden van Italie, maar het pauselijke leger werd verslagen op 18 Juni.  In zijn oorlog tegen de Normandiers had Paus Leo een bondgenootschap met  de Romeinse (Byzantijnse) keizer Constantijn Monomachos (1042-55), die beloofde de jurisdictie over zuid Italie over te dragen van het patriachaat van Constantinopel naar de paus.  Constantijn legers onder Argyrus, de Romeinse (Byzantijnse) gouverneur in zuid Italie, waren in Februari verslagen.

1054 Het grote Oost-West Schisma (Het Schisma van 1054).  Leo, de aartsbisschop van Ochrida, schreef een brief aan Bisschop Johannes van Trania in Italie waarin hij de vernieuwingen van de Romeinse Kerk opsomde.  Leo vroeg Johannes om de brief breed te laten circuleren (alle Frankische bisschoppen en priesters en volken en de meest eerbiedwaardige paus zelf”) opdat de waarheid zou overwinnen.  Deze brief werd direct gevolgd door een brief van Michael Cerularius, de patriarch van Constantinopel (1043-59). Paus Leo IX (1049-54) zond een scherp antwoord en wees Cerularius streng terecht.  Hij schreef, “Niemand kan ontkennen dat, net als de hele deur bestuurd wordt door de deurkruk, de orde en structuur van de hele kerk gedefinieerd wordt door Petrus en zijn opvolgers.  En net als de deurkruk de deur drukt en trekt terwijl deze zelf op zijn plaats blijft, zo hebben Petrus en zijn opvolgers het recht om te oordelen in elke locale kerk.  Niemand moet hen weerstand bieden of op enige manier hun plaats proberen in te nemen, want de hoogste zetel kan door niemand geoordeeld worden.”  Leo citeerde de Donatie van Constantijn (zie 754) als bewijs van zijn rechten en beschuldigde de “Grieken” ervan het  filioque weggelaten te hebben uit het Niceense Credo.

Omdat de keizer van Constantinopel, Constantijn Monomachos (1042-55, ook genoemd Monomathus), een bedreiging van zijn politieke belangen in Italie ondervond had hij behoefte aan de steun van de paus.  Monomachos zond een  pacificerend antwoord en vroeg Leo IX hem afgevaardigden te sturen om de vriendschappelijke betrekkingen te herstellen.  De paus zond kardinaal Humbert en kardinaal Frederik van Lorraine (later Paus Stephanus IX (1057-58)), en Bisschop Petrus van Amalfi, die in April arriveerden en de keizer ontmoetten.  Monomachos dwong Nicetas van Stethanos, een volgeling van   Simeon de Nieuwe Theoloog en een openlijke criticus van Rome, om publiekelijk zijn geschriften tege Romeinse praktijken te verbranden en af te zweren.

Cerularius ontving de pauselijke brief van de afvaardiging maar weigerde nadien hen te ontmoeten.  Gefrustreerd liet Humbert een bul achter op het altaar van de St. Sophia (16 Juli).  De bul stigmatizeerde de Oostelijke Kerk als “de opslag van alle ketterijen van het verleden.”  Deze vervloekte ook Michael Cerularius, het gebruik van ongerezen brood in de  Eucharistie, het huwelijk van priesters en de leer dat de Heilige Geest alleen uit de Vader voortkomst.  Humbert vertrok op 18 Juli 18.  Constantijn riep Humbert terug om de bul op een synode te bespreken en zond hem vervolgens weg toen hij ontdekte dat hij zelf de synode niet zou kunnen bijwonden en dat het volk de patriarch volledig steunde.  Cerularius op zijn beurt, als voorzitter van een synode van twee aartsbisschoppen, twaalf metropolieten en zeven bisschoppen, veroordeelde de auteurs van de bul tot excommunicatie samen met “alle die behulpzaam waren bij het opstellen ervan, door hun advies of zelfs gebed” (20 Juli).

1054 Het klooster van Cluny (zie 909) werd bevrijd van bisschoppelijk gezag en direct onder pauselijke jurisdictie geplaatst.

1056 Dood van Jaroslav de Wijze, zoon van Vladimir en prins van Kiev.  Gedurende zijn regering herbouwde Jaroslav de Kerk van de Heilige Wijsheid in Kiev en stichtte het klooster van  St. George.  Zijn dochters trouwden de koningen van Noorwegen en Hongarije.  Jaroslav’s vrouw, Ingigard, die uit Zweden kwam, stichtte het klooster van St. Irene.

1057 Michael Cerularius, patriarch van Constantinopel, arrangeerde de val van Keizer Michael VI Stratiotikos en liet Isaac Comnenus, een generaal, tot keizer gekroond worden.  Op zijn beurt stond Comnenus toe dat de patriarch de belangrijkste   patriarchale administrators benoemde.

1057/58 Volgens een 13e eeuwse bron riep Michael Cerularius een concilie bijeen dat de naam van de patriarch van Rome verwijderde van de diptychs. 

1058  De Romeinse (Byzantijnse) keizer Izaac Comnenus beschuldigde Michael Cerularius ervan zich keizerlijk gezag toe te eigenen.  Cerularius werd nooit berecht omdat hij in 1059 stierf.  Sommige historici speculeren dat Michael’s houding beïnvloed was door het lezen van de Donatie van Constantijn, die kardinaal Humbert meegenomen had naar de keizer en  patriarch, in 1054.  Omdat het tweede en vierde oecumenische concilie de patriarch dezelfde privileges had gegeven als de paus, heeft Michael dat misschien als grond gezien voor zijn aanvullende gezag.  Deze uitleg wordt gegeven in het werk van Theodorus Balsamon, een 12e eeuwse specialist in kerkelijke wetgeving. 

Michael Psellus fungeerde als aanklager voor de keizer.  Het conflict tussen Psellus en Cerularius ging tenminste terug tot Humberts bezoek in 1053/54, toen Psellus namens de keizer was opgetreden.  Terwijl Cerularius canonizatie verkreeg voor Symeon de Nieuwe Theoloog, zag Psellus weinig heil in mystici.  Hij gaf toe dat mystieke, apofatische kennis mogelijk was, maar weigerde deze te zien als de enige grond voor het Christendom, omdat deze inherent op zichzelf gericht was en weinig bijdroeg aan de maatschappij.  De Rede zag hij echter als een zekerder toegang tot God, en de rede bevorderde een vruchtbaar leven in de grotere Christelijke gemeenschap.

1058 Met gebruikmaking van veel smeergeld verkreeg de Romeinse aristocratie de verkiezing tot Paus van Johannes Mincius, lid van de machtige Tusculani family, als Paus Benedictus X (1058-59).  Petrus Damianus, kardinale Bisschop van Ostia, weigerde Benedictus te wijden.  In December kwam een groep kardinalen samen in Siena en verkoos Gerard van Lorraine, de bisschop van Florence, een Fransman, als Paus Nikolaas II (1058-61).  Gesteund door keizerlijke troepen en het  Romeinse volk (dat hij overlaadde met geschenken), dwong Nikolaas Benedictus Rome te verlaten.

1059 Kardinaal Humbert was verantwoordelijk voor de publicatie van twee werken die de westelijke kerk hervormden.  Eén ervan beperkte de verkiezing van de paus tot  het college van kardinalen.  Voor deze tijd had de Duitse keizer Hendrik III (1039-56), regelmatig zelf pausen verkozen.  Zijn zoon, Hendrik IV (1056-1106), was nog minderjarig en zijn familie was gewikkeld in een strijd met de Duitse adel.  Het tweede werk was De Drie Borkrn Tegen de Simoniaken.  Het omschreef  simonie, was de gebruikelijke betekenis “het kopen en verkopen van kerkelijke ambten”, dit werd aangescherpt tot “elke bemoeienis van een leek met kerkelijke zaken”.  Op deze manier werde de meeste heersers van Europa beticht van ernstige zonde.  In dit werk riep Humbert de gelovigen ook op om te weigeren de communie te ontvangen van een priester wiens persoonlijke leven onwaardig was (dit was in feite de ketterij van de Donatisten).  Dit  advies werd later veroordeeld door de paus.

1059 Op een Lateraans concilie gehouden in April van dit jaar stelde Paus Nikolaas II (1059-61) nieuwe procedures in voor de verkiezing van pausen, met een doorslaggevende stem voor de kardinalen.  Eerder was de bisschop van Rome vaak gekozen door de Romeinse adel of de Duitse keizer.  In feite, toen Stephanus IX stierf in 1058, had de Romeinse adel en een minderheid van de kardinalen Benedictus X als paus verkozen terwijl de meerderheid van de kardinalen Nikolaas gesteund had, destijds Gerhard, bisschop van Florence.  Nikolaas’ verkiezing was veiliggesteld door kardinaal Hildebrands invloed op deDuitse Keizer.  In 1061 verklaarden de Duitse bisschoppen Nikolaas’ procedures voor pausverkiezingen nietig.

1059 De corpore van Ratramnus (zie 868 en 1050 boven) werd veroordeeld op de Lateraanse Synode die dit jaar gehouden werd.

1059 De paus, verontrust door de Normandische verovering van Sicilie en zuid Italie, begon een bondgenootschap met de  Normandiers tegen de Duitse keizer (op dat moment Hendrik IV, 1056-1106).  In wat bekend is als de Investituur van Melphi gaf  Paus Nikolaas II (1059-61) Capua aan Richard van Aversa en Calabrie, Apulia en Sicilie aan Robert Guiscard.  In ruil zwoeren de Normandiers trouw aan de Paus.  Deze landen hadden alle toebehoord aan het Romeinse (Byzantijnse) rijk voor de Normandische aanvallen, die begonnen waren te Melfi in 1041.  Guiscard nam Calabria in 1060, maar Apulia wist stand te houden tot 1071 toen Bari viel.

Paus Nikolaas gebruikte de  Donatie van Constantijn om de roof van Romeinse (Byzantijnse) keizerlijke landen te verdedigen.

1060 Een synode van Spalatum (Croatie) verbood de wijding van Slaven tenzij zij Latijn konden lezen en schrijven.  Dit schijnt gericht te zijn geweest tegen de Slavische liturgie.

1061 Anselm van Baggio verkozen als Paus Alexander II (1061-73).  De keizerlijke regent, Keizerin Agnes, koos de kant van de Romeinse adel tegen Alexander en erkende Petrus Caladus van Parma als Paus Honorius II (1061-64).  Als bisschop van Parma, had Honorius zich verzet tegen Hildebrands hervormingsbeweging.

1061 Gedurende zijn ambtsperiode als paus schreef Paus Alexander II (1061-73) aan de bisschoppen van Spanje met het verzoek de Joden te beschermen tegen soldaten die de Saracenen bestreden.

1061 Richeldis, de 'lady of the manor' in Little Walsingham, Norfolk, Engeland, had drie visioenen van de Maagd Maria waarin deze haar het huis waar ze gewoond had in Nazareth toonde.  Maria instrueerde Richeldis een copie van het huis te bouwen.  Naar verluid begonnen Richeldis’ werklieden aan een gebouw in de toen courante stijl.  De volgende dag vonden zij het 70 yard verderop en afgemaakt door onbekenden.

1062 In April kwam Honorius II naar Rome.  Graaf Godfrey van Toscane overtuigde Alexander en Honorius te wachten op een keizerlijke beslissing.  Een groep edelen ontvoerde de Duitse keizerin Agnes en Anno, aartsbisschop van Keulen, werd regent.  Op aangeven van Anno werd de zaak van de pauselijke opvolging onderzocht en de keuze viel Alexander toe..

1063 Honorius II vestigde zich wederom in Rome.  Hij verliet Rome in 1064 toen het Concilie van Mantua, in Toscane, ten gunste van Alexander besloot.

1063 Paus Alexander II (1061-73) zond de pauselijke banier naar de Normandiers die tegen de Saracenen vochten in Spanje en Sicilie.  De banier was een tekn van pauselijke goedkeuring en zegen.

1064 Een groep van ettelijke duizenden pelgrims reisde van Duitsland naar het Heilige Land.  Ze werden geleid foot vier bisschoppen.

1066 Gottschalk (een leider van de Wenden -- zie 1042) gedood tijdens een opstand.  Als gevolg van het geweld raakten de bisdommen te Mecklenburg en Oldenburg vacant en bleven dat tot 1149.  Bisschop Johannes van Mecklenburg, een Ier onder de jurisdictie van de aartsbisschop van Hamburg-Bremen, werd gemarteld en onthoofd.  Zijn hoofd werd op een speer aangeboden aan de Slavische god Redigast.  Monniken in Ratzeburg werden gestenigd.

1066De Normandische Verovering van Engeland.  De invasie van Willem van Normandie werd gesteund door de paus, die een twist had met Harold Godwinson.  Harold had geweigerd een pauselijke beslissing uit te voeren om de aartsbisschop van Canterbury af te zetten.  De paus zond Willem de banier van St. Petrus.  Toen Willem echter koning van Engeland was geworden bepaalde hij dat geen enkele geestelijke naar Rome kon gaan, een pauselijke gezant kon ontvangen of een beroep doen op een pauselijke rechtbank zonder zijn toestemming.  Gregorius VII (1073-85) claimde dat de Donatie van Constantijn inhield dat Willem zijn vassal was, maar Willem stemde daar niet mee in.

Willems nieuw veroverde koninkrijk bevatte 35 kloosters.  Deze beheerden een zesde van de inkomsten van het koninkrijk.

1066 Andreas, de aartsbisschop van Bari, een stad in zuid Italie, bezocht Constantinopel.  Terwijl hij daar was zwoer hij het Christendom af en verklaarde hij Jood te zijn.  Daarop vertrok hij naar Egypte.

1068 De koning van Aragon maakte zijn koningkrijk horig aan de paus.

1069 Op enig punt gedurende zijn de periode dat hij patriarch was van Constantinopel (1057-69), onderdrukte Lukas Chrysoberges de carnival-achtige festiviteiten die het feest van de Heilige Notarissen (Marcianus en Martyrius), gehouden op 25 November, waren gaan karakteriseren.

1071 Een Turks leger versloeg de Romeinen (Byzantijnen) te Manzikert, waardoor Klein Azie kwetsbaar werd.  De Romeinse keizer Alexius Comnenus (1081-1118) vroeg de paus om militaire hulp.  De investituurstrijd belette Gregorius de gevraagde hulp te kunnen geven.

1071 De Normandiers in zuid Italie veroverden Bari, de hoofdstad van het  Romeinse (Byzantijnse) Apulia.  (Zie 1059)

1071 De koning van Aragon verbood de Mozarabische rite.  Gebruik van de Latijnse rite werd verplicht.

1071 Toen de bisschop van Milaan stierf benoemde de Duitse keizer Hendrik IV (1056-1106) iemand tot bisschop die gekant was tegen de hervormingsbeweging.  Paus Alexander II (1061-73) erkende iemand anders als bisschop van Milaan.  De Patarini (letterlijk, “vodden-rapers”), een populistische beweging in Milaan, gekant tegen het huwen van geestelijken en simoniey, verzette zich tegen de kandidaat van de keizer en steunde die van de paus.

1072-76 Adam van Bremen schreef de Handelingen van de Bisschoppen van de Kerk van Hamburg.

1073 Paus Alexander II (1061-73) excommuniceerde de adviseurs van de Duitse keizer Hendrik IV die hem ertoe hadden aangezet de nieuwe bisschop van Milaan te benoemen (zie 1071).

1073 Gregorius VII (1073-1085), “Hildebrand,” die dacht dat de Vervalste Decreten authentiek waren, stelde deze verplicht.  Ook decreterrde hij in A.D. 1073, op een synode te Rome, dat de titel van ‘paus’ voorbehouden was aan de Bisschoppen van Rome.  In zijn  Dictatus Papae (1075), stelde hij dat de paus het recht had om keizers af te zetten, dat het gezag van de paus het gezag van Christus is, dat alleen het pauselijk gezag universeel was, dat de paus (zonder synode) bisschoppen kon afzette zonder de aangeklaagde te horen, dat niemand iemand die zich beriep op de apostolische zetel veroordeeld kon worden, dat geen enkel concilie canoniek was zonder pauselijke goedkeuring en dat geen boek of decreet canoniek was zonder pauselijke goedkeuring.  Bovendien claimde hij dat de Romeinse kerk nooit gedwaald had, en dat ook nooit zou doen, “tot in alle eeuwigheid.”  Het idee dat de paus alleen universeel en plenair, terwijl allr andere machten in de wereld bijzonder en afhankelijk zijn wordt de “volheid van macht” genoemd. Bij het schrijven van de Dicataus Papea maakte Gregorius gebruik van de vervalste decreten van Pseudo-Isidore.

Het is belangrijk zich te realizeren dat zo'n 200 jaar voor deze datum de macht van de bisschop van Rome erg beperkt geweest was.  De grote bishoppelijke zetels en abdijen van west Europa hadden gebloeid met weinig of geen hulp van Rome en zonder effectieve pauselijke jurisdictie over hun zaken.

Gregorius drong ook aan op uniformiteit in liturgie en organizatie.

1074 Een papiermolen werd gebouwd in oostelijk Spanje in dit jaar, de eerste in Europa.

1075 De kathedraal in Milaan brandde af ten gevolge van een conflict tussen locale gezaghebbers en de Patarini (zie 1071).  Op verzoek van het stadsbestuur zette de Duitse keizer Hendrik IV beide rivaliserende bisschoppen van Milaan af en  installeerde een nieuwe.  Paus Gregorius VII (1073-85) dreigde de keizer met excommunicatie en afzetting.

1075 Spoedig na dit jaar schreef een zekre Kekavmenos, gouverneur van de theme van Hellas, een boek met advies voor zijn zonen, bekend als Advies en Raadgevingen.  Kekavmenos bevorderde regelmatige kerkgang, het recitateren van een psalm gedurende de nachtelijke stiltre (vanwege de concentratie), en privé studie van de Heilige Schrift. 

1076 In Januari riep de Duitse keizer Hendrik IV (1056-1106) een concilie bijeen in Worms.  Het concilie zette Paus Gregorius VII (1073-85) af en bestempelde hem als een “false monnik.”  De bisschoppen van Lombardije bevestigden later de beslissing van dit concilie.  De paus beantwoorde deze beslissing door de bisschoppen die hem wilden afzetten te excommuniceren en door Hendrik afgezet te verklaren.  Gregorius onthief Hendriks onderdanen van hun trouwverplichting aan hem.  Gregorius gebruikte het feit dat Paus Zacharias toestemming gegeven had aan Pepijn om de  laatste van de Merovingische koningen (Childeric III) af te zetten als precedent voor het idee dat pausen koningen kunnen afzetten.

1077 De Duitse keizer Hendrik IV vroeg de Paus om absolutie in Canosa, Noord Italie, nadat hij zijn machtsbasis kwijtgeraakt was in de Duitse Kerk omdat Gregorius dreigde wie hem steunde te excommuniceren.  De paus was op weg naar een concilie van Duitse edelen die zouden samenkomen om Hendrik te vervangen.  Door de interventie van Abt Hugo van Cluny, stemde Gregorius ermee in Hendrik de absolutie te geven en hem op de troon te laten.  De Duitse princen maakten echter Rudolf van Swabie koning van Duitsland.

1080 In Maart verklaarde Paus Gregorius VII (1073-85) opnieuw dat Hendrik IV afgezet was.  Gregorius verklaarde dat Hendrik spoedig zou sterven en benoemde Rudolf tot koning van Duitsland.

1080  De Duitse keizer Hendrik IV riep een concilie samen te Mainz, dat Paus Gregorius VII afzette en Guibert, aartsbisschop van Ravenna benoemde tot Paus Clemens III (1080-1100).  In een veldslag op de oevers van der rivier de  Saale in Saksen raakten de troepen van Hendrik IV en Rudolf van Swabie slaags.  Hoewel Hendriks leger verslagen werd, sneuvelde Rudolf (October).  Terwijl de Duitse adel zich beraadde over de opvolging van Rudolf viel Hendrik Italie binnen en belegerde.  Hij slaagde pas in 1084 erin de stad in te nemen.

Gedurende de periode van 1080 tot 1111 waren er doorgaans twee rivaliserende pausen.

1080+ Eerste Benedictijnse klooster gesticht in Denemarken.

1080+ Toen Koning Inge van Zweden poogde  een einde te maken aan de heidense eredienst in Upsalla, werd hij afgezet.  Zijn zwager Sweyn eigende zich de troon toe, maar Inge nam deze met geweld terug en legde het Christelijke geloof als verplichting op.  Paus Gregorius VII (1073-85) feliciteerde Inge met zijn overwinning.

1081 Alexius Comnenus, die recentelijk Romeins (Byzantijns) keizer (1081-1118) was geworden, confisceerde kerkelijke eigendommen om een oorlog te financieren tegen de Normandiers, die, geleid door Robert Guiscard (zie 1059), probeerden om Dyrrachium in te nemen als voorbereiding op een aanval op Constantinopel.  De Normandiers namen Dyrrachium in in October 1081.  In 1082 had het keizerlijke leger enig succes tegen de Normandiers, nu geleid door Robert’s zoon Bohemund.  De Normandiers begonnen zich terug te trekken en de Venetiers, Alexius’s bondgenoten, namen Dyrrachium in bezit voor de keizer.  In 1082 beloofde Alexius nooit meer kerkelijk bezit te onteigenen.

Patriarch Cosmas I (1075-81) had een penitentie opgelegd aan Alexius en zijn familie vanwege de opstand van Alexius’ supporters.  Alexius voldeed de voorgeschreven penitentie, zette daarna Cosmas af en verving hem door Eustratios Garidas (1081-84). 

Gedurende Alexius’ regering veroordeelde de patriarchale synode Neilos of Calabria.  Neilos leerde dat Christ was vergoddelijkt pas na zijn opstanding en dat als beloning voor een voorbeeldig leven.  Neilos concludeerde dat elke voorbeeldige Christen kon verwachten vergoddelijkt te worden na de dood.  Bovendien weigerde hij Maria de Theotokos te noemen.

1081 Op campagne tegen de Normandiers in Epiros (Epirus), deserteerden ongeveert 2500 Paulicische solddaten uit het gebied rond Philippopolis uit het leger van keizer Alexius.  (De Pauliciers waren dualistische ketters -- zie 719.)  Na de Normandiers verslagen te hebben probeerde Alexius hen te bekern tot de Orthodoxie.  Hij ging persoonlijk in debat met de Paulicische leiders Culeon, Cusinus en Pholus.  Alexius had enig maar niet volledig succes. 

1082Johannes Italos (Italus) werd veroordeeld door een Orthodox concilie in dit jaar.  De volgende vervloekingen, gericht tegen zijn leer, werden opgenomen in het Synodicon van Orthodoxy (zie jaar 842 boven).

(11) degenen die precies proberen uit te vinden hoe het Woord verbonden was aan zijn menselijke substantie en hoe het laatste vergoddelijkt werd;
(12) degenen die Griekse leer in de kerk introduceren omtrent de ziel, hemel, aarde en de schepping;
(13) degenen die metemphychosis leren of de vernietiging van de ziel na de dood;
(14) degenen die zeggen dat ideeën of materie net zo eeuwig zijn als God en degenen die zeggeb dat de schepping eeuwig is of onveranderlijk;
(15) degenen die Griekse filosofen vereren of geloven dat God hen zal eren, of aartsketters die  dwalingen leerden boven de leer van de Vaderen van de concilies die zich hielden aan de waarheid, hoewel deze laatsten misschien dwaalden door passie of  onwetendheid;
(16) degenen die de wonderen van Christus, de Theotokos en al zijn heiligen niet aanvaarden;
(17) degenen die denkend dat Griekse filosofie waar is en de gelovigen proberen tot hun overtuiging te brengen;
(18) degenen die leren dat de schepping het noodzakelijke resultaat is van de deelname van materie aan ideeën en niet het resultaat van Gods vrije wil;
(19) degenen die zeggen dat het onmogelijk is dat we opstaan tot het oordeel in deze zelfde lichamen;
(20) degenen die geloven in de pre-existentie van zielen; degenen die ontkennen dat de hele schepping is ex nihilo; degenen die zeggen dat de hel tijdelijk is of dat de hele schepping hersteld zal worden (inclusief de slechtsten); en degenen die het Koninkrijk der hemelen als tijdelijk opvatten.
(21) heel de leer van Johannes Italos die tegengesteld is aan het Orthodoxe geloof.

Italos was Michael Psellus opgevolgd als Consul van de Filosofen.  He was in dienst geweest van keizer Michael VII Doukas (1071-78) in de pogingen van deze om vrede te sluiten met de Normandiers.  Na zijn veroordeling werd Italos opgesloten in een klooster.

1082 In ruil voor de hulp tegen de Normandische invallen gaf de Romeinse (Byzantijnse) keizer Alexius I Comnenus (1081-1118) aan Venetie het recht van onbeperkte handel zonder belasting door heel het rijk.

1084 Nicholas III Grammatikos (1084-1118) patriarch van Constantinopel.  Ergens tijdens zijn ambtsperiode schaftte Grammatikos de Kerst en Maria-Lichtmis festiviteiten die geïntroduceerd waren in de St. Sophia, waarschijnlijk tijdens de tijd van patriarch Theophylact (933-56).  Grammatikos karacterizeerde degenen die deelnamen aan zulke maskerades als “toegewijden aan Dionysios.”  Nikolaas stelde ook een orde van predikers in om de ketterij te bestrijden, waarvan velen  zich voordeden als monniken (zie de beschrijving van Basilius de Bogomiel, 1104).

Gedurende de vroege jaren van Nikolaas als patriarch ontstond een controverse over de vraag of Christus’ menselijke  natuur vergoddelijkt was van nature of door een hypostatische vereniging.  Nilus de Calabrier (Neilos van Calabriea) argumenteerde dat het van nature was.  Deze mening werd gezien als een vernieuwing van de Monofysitische ketterij.  De keizer zelf discussieerde met Nilus over dit punt, zonder resultaat.  Na Nilus’ veroordeling werd een veroordelingsregel toegevoegd aan het Synodicon van de Orthodoxy (see 843).  Veroordeling #11 van het synodicon schijnt ook over Nilus te gaan.

Ook gedurende Alexius’ regering als keizer leidde een zekere Blachernites een groep  “Enthusiasten” in Constantinopel.  Ze schijnen Messaliaans geweest te zijn qua leer en praktijk (zie 390).  Een paar jaar eerder had Psellus aangegeven dat Messalianen zich gedijsd hielden in de hoofdstad.  Hij beschuldigde ze van het gebruik van magie.

1084 Nadat een deel van de Duitse kerk zijn kant weer koos was de Duiste keizer Hendrik IV in staat zijn conflict met de paus voort te zetten.  In Maart dreef Hendrik Paus Gregorius VII uit Rome (zie 1180).  Een synode die samenkwam in het  Lateraanse paleis zette Gregorius af en herkoos Clemens III als paus.  Op 31 Maart kroonde Clemens Hendrik tot Duitse  keizer.  Gregorius vond een onderkomen in Castello Sant’ Angelo.

1084/5 Robert Guiscard, teruggekomen van zijn campagne tegen de Romeinen (Byzantijnen) (zie 1081), bracht een leger van 36.000 man op de been en ging op weg naar Rome.  De Duitse keizer Hendrik IV trok zich terug naar Duitsland.  Guiscard’s Normandiers verwoestten Rome.  De bevolking, ontzet door het gedrag van de bondgenoot van Paus Gregorius, weigerden zijn terugkeer.  Clemens III kwam Rome weer binnen als paus, en Paus Gregorius VII stierf in Salerno op 25 Mei, 1085.

1085 Alfonso VI van Castilie heroverde Toledo.  Hoewel hij de Moslims het gebruik van de hoofdmoskee van de stad had toegezegd, keerde de aartsbisschop het volgende jaar terug in zijn kathedraal.  Toledo werd een belangrijk centrum waarlangs oude Griekse en meer recente Arabische kennis door kon dringen in het Westen.

1087 Nicetas, metropoliet van Ancyra, had in 1084 een zaak onder de aandacht gebracht van keizer Alexius betreffende een van Nicetas’ hulpbisschoppen die verheven was tot de status van metropoliet door keizer Constantijn X Doukas (1059-67).  Nicetas argumenteerde dat, volgens canon 12 van het concilie van Chalcedon, een metropoliet gezag behield over een hulpbisschop die promotie had gekregen.  Alexius verwees de zaak naar de patriarch, maar de synode van de patriach kon niet tot een besluit komen, deels vanwege de druk van de patriarchale geestelijkheid, die er de voorkeur aan gaf dat het gezag om  metropolieten te benoemen bij het patriarchaat zou berusten.  Alexius besloot toen de zaak zelf, tegen Nicetas.

1087 Dood van Constantijn de Afrikaan (1020-1087).  Constantijn had boeken verzameld uit Egypte, Perzie, Chaldea en Indie, ze in het Latijn vertaald en ze een plaats gegeven in Monte Cassino.

1087 Paus Victor III (1086-87) zond een leger naar Tunis.  Het versloeg daar een Saraceense legermacht en dwong hen schatting te betalen aan Rome.

1087 Paus Victor III (1086-87) hield een synode te Benevento.  Deze excommuniceerde Paus Clemens III (1080-1100) en veroordeelde dat leken geestelijke ambten kregen.

1087 Italiaanse handelaren stalen de relieken van St. Nikolaas van Myra (zuidwest Klein Azie) en brachten deze naar Bari (Italie).  Nikolaas was bisschop van Myra gedurende de vierde eeuw.  Volgens legende woonde Nikolaas het concilie van Nicaea in 325 bij.

1088 Christodoulos (stierf 1093) stichtte het klooster van  St. Johannes de Theoloog op Patmos.  Turkse invallen waren gebruikelijk in die periode en het eiland was verlaten door zijn bewoners.  Het klooster moest verlaten worden in 1092 vanwege deze invallen maar de monniken keerden spoedig terug toen de Romeinse (Byzantijnse) vloot de overhand kreeg in de Aegeische Zee.  In 1200 bevatte de bibliotheek van het klooster 330 boeken.

1088 Odo van Chatillon-sur-Marne werd op 12 maart verkozen tot Paus Urbanus II (1088-99) door de hervormingspartij in Terracina (ten zuiden van Rome).

1089 Paus Urbanus II hief de excommunicatie op die Paus Gregorius VII (1073-85) had uitgesproken jegens de Romeinse (Byzantijnse) keizer Alexius Comnenus (1081-1118).

1091 De Normandiers voltooiden de verovering van  Sicilie, begonnen in 1061.  Gedurende de erop volgende eeuw gebruikten de Normandiers de Siciliaanse contacten met het Romeinse (Byzantijnse) Rijk om een aantal antieke boeken in Griekenland op te halen, waaronder veel geschriften van Plato, Aristoteles, Ptolemeus and Euclides.

1091/92 Een synode die samenkwam in het Blachernae Paleis in Constantinopel corrigeerde de leer van Leo, metropoliet van Chalcedon.  Leo had zich verzet tegen het omsmelten van de metalen lijsten van ikonen omdat dat de heiligheid van het ikoon aantastte.  De synode las de verklaringen van het tweede concilie van Nicaea en wees erop deat de betrekkelijke  verering die aan ikonen gegeven moet worden zich niet uitstrekt tot het materiaal van de ikonen.  Leo heeft misschien izijn leer verdedigd met een onjuiste Christologie, want zijn naam wordt genoemd bij twee vervloekingen in het Synodicon van de Orthodoxie, ook gericht tegen de leer van Eustratios van Nicaea.  Zie 1117.  Leo accepteerde de uitspraak van de synode en werd in eer hersteld.

1093 Anselmus (1033/4 - 1109) werd Aartsbisschop van Canterbury.  Hij is het bekendst vanwege zijn bewijs voor het bestaan van God.  Het bewijs komt er kortweg op neer dat omdat we een idee hebben van een absoluut volmaakt wezen, dat idee bewijs is van het bestaan ervan, omdat hij onvolmaakt zou zijn als hij niet bestond.  Anselmus ontwikkelde ook een verzoeningstheorie in zijn Cur Deus homo? (Waarom wer God mens?)  Uitgaande van het feodale systeem, waarin genoegdoening voor een misdaad afhing van de eer van de tekortgedane persoon offended, rgumenteerde Anselmus dat een misdaad jegens God een oneindige genoegdoening vereiste.  Zo, in Anselmus' theorie, kon alleen de dood van de God-mens de voldoende genoegdoening leveren om een goede relatie met God te herstellen. 

Gedurende Anselmus’ ambtsperiode sanctioneerd Paus Urbanus II (1088-99) het Engelse kerk-staat systeem, in ruil voor de erkenning dat hij en niet Paus Clemens III (1080-1100), de echte paus was.  Urbanus sloot een dergelijke overeenkomst met de Normandiers van Sicilie, waardoor hij hen zeggenschap gaf over de kerk in hun gebied.

1093 De Saxen en Danen maakten Hendrik, zoon van Gottschalk (zie 1066), koning van de Wenden.  Hendrik regeerde vanuit Oud Lubeck, een geisoleerd eiland van Christendom in een heidens gebied.

1095Op het concilie van Clermont (Frankrijk), kondigde Paus Urbanus II de Eerste Kruistocht aan.  Geen enkele Duitse prins trouw aan Hendrik IV nam deel aan deze kruistocht.

1096 Circa 800 Joden uit de stad Worms werden afgeslacht door de kruisvaarders.  Sommigen werden schuil gehouden door de locale bisschop, maar zijn bescherming mocht niet baten.  De enige overlevenden waren zij die zich lieten dopen. 

1098De kruisvaarders namen Antiochie in op 3 Juni, met hulp van een Armeense Moslim genaamd Firouz, die de stad verried.  De Turken werden afgeslacht.  Bohemund, een Normandier, maakte zichzelf prins van Antiochie.  Door dat te doen brak hij de overeenkomst met Alexius Comnenus dat Antiochie teruggegeven zou worden aan het Romeinse (Byzantijnse) rijk.

1098 In reactie op de decadentie van hun orde leidde Robert van Molesme een groep Benedictijnse monniken in een hervorming. Zij stichtten de Cisterciensische orde.  Hun eerste kloonster was in een arm, moerassig deel van het  Bourgondische bos dat bekend stond als Cisteaux.  De Cistercienzers specializeerden in de ontwikkeling van marginale landerijen en werden al snel erg welvarend.

1098 Op een concilie gehouden te Bari stond Paus Urbanus II (1088-99) de Grieken van zuid Italie en Sicilie, die nu onder Normandische heerschappij stonden, toe om hun eigen rituelen en gebruiken te houden.

1099De kruisvaarder namen Jerusalem in op 14 Juni. Ze slachtten de Islamitische bevolking af en verbrandden de Joden leven in hun synagoge.  Godfrey van Lorraine was de eerste heerser over het Koninkrijk Jeruzalem, hoewel hij de titel 'koning' weigerde.  Hij werd opgevolgd door zijn broer Baldwin.

1099 Paschalis II (1099-1118) werd paus.  Gedurende zijn periode werd paedocommunie nog steeds gepraktiseerd in het Westen.  Dit is duidelijk uit een brief die Paus Paschalis II schreef aan Pontius, de abt van Cluny:  “Omdat Christus zowel brood als wijn instelde, elk op zich, en omdat het altijd zo door de kerk geobserveerd is, moet het zo ook altijd in de toekomst gedaan worden, uitgezonderd in het geval van kleine kinderen en zieken, die over het algemeen geen brood konden eten.”

1100 Over het kruisteken (een kruis slaan), uit de Catholic Encyclopedia:  “In deze periode schijnt de manier van kruisslaan geweest te zijn zoals dat nu in het Oosten gebeurt, dwz. slechts drie vingers werden gebruikt en de hand ging van de rechter schouder naar de linker. ... Bovendien is het tenminste duidelijk van veel afbeeldingen en sculpturen dat in de twaalfde en dertiende eeuw de Griekse praktijk om slechts drie vingers uit te steken ook door vele Latijnse Christenen gevolgd werd... Er kan echter weinig twijfel over zijn dat lang voor het einde van de Middeleeuwen het grote teken van het kruis in het westen vaker met de open hand gemaakt werd en dat de dwarsbalk van het kruis getekend werd van links naar rechts.” 

1100 Een Russische bisschopszetel gevestigd te Polotsk aan de Dvina Rivier.

1100 Tussen dit jaar en 1152 begonnen de Cistercienzers meer dan driehonderds nieuwe kloosters.


 
  setstats 1