NOEME WILLEM
VISSER Wie en Waarom

LITURGIE &CETERA Thema's
  Kerkelijk Jaar
Hoofddienst   Getijden   Devotie   Uitingsvormen  

Liturgie

LITURGIEK
Liturgiek TVG

Liturgiegeschiedenis

Joods

Vroeg Christelijk

Oosters Orthodox

Westers Katholiek

Protestants

HYMNOLOGIE

Geschiedenis van de Hymnodie

Oud Joodse Hymnodie
Vroeg Christelijke Hymnodie
Griekse Hymnodie tot 900AD
Latijnse Hymnodie
Lutherse Hymnodie
Calvinistische (Franse) Psalmodie
Nederlandse Gemeentezang
na de Reformatie

Engelse Hymnodie

Muziekgeschiedenis



De Verliezers. Gesprekken voor de ncrvtv met Professor Gilles Quispel

4*Het Evangelie van Thomas en de Gnosis.

Quispel: De verliezers van deze aflevering zijn de ketters, die door de katholieken in de tweede eeuw uit de kerk werden gezet. Zij worden gnostici, kenners, genoemd. Het Griekse woord 'gnosis' betekent 'kennisse des harten'. In 1945 zijn veel geschriften van hen in Egypte
gevonden. Toen bleek, dat ze veel christelijker waren dan hun tegenstanders ons altijd hadden doen geloven. De katholieke kerk wierp tegen hen drie dijken op: de Bijbel, met het Oude Testament, de bisschoppelijke heerschappij en de belijdenis. Als de andere partij gewonnen had, was de kerk wellicht niet autoritair geworden.

Naast deze gnostische geschriften is toen in Egypte ook het Evangelie van Thomas ontdekt. Is dat een vijfde Evangelie?

Commentaar: Na lange omzwervingen liggen de dertien codices (boeken) nu in het Koptisch Museum in Cairo. Het Thomas-evangelie belandde al direct in dat museum. Een codex werd naar Brussel gesmokkeld door een Belgisch antiquair.

Eerst een fragment uit dat Thomasevangelie:
Citaat: 'Jezus zei: 'Wie alles kent, behalve zichzelf, mist alles'.
'En hij zei: 'Het Koninkrijk van de Vader is gelijk een man die een machtig man wilde doden. Hij trok het zwaard in zijn huis, hij stiet het in de wand om te weten of zijn hand zou volhouden. Toen doodde hij de machtige.'

Commentaar: In 1952 neemt de Utrechtse hoogleraar de trein naar Brussel. Via zijn leermeester de psycholoog Jung, heeft hij de gevraagde 35.000 francs bijeen gekregen om een codex met gnostische geschriften te kopen. Achtentwintig jaar later vertelt Quispel, wat gnosis en gnostiek is.

Quispel: Wij maken tegenwoordig onderscheid tussen gnosis en gnostiek. 'Gnosis' is een Grieks woord. Dat betekent 'kennis.' Maar voor deze mensen betekent dat 'kennis des harten',, zoals ze zelf zeggen. Of ook wel, met een oud-Nederlandse term die ik graag gebruik,
'kennisse des harten'. De stroming die dat belangrijk vond, namelijk, dat je de openbaring ervoer, en dat je daar kennis aan had, die was bij het begin van onze jaartelling overal verbreid. Ook in het geheime Jodendom, ook in de rollen van Qumran. En weet u waar u dat ook vindt, die gnosis, die echte gnosis? In het Johannesevangelie.,'Dit is het eeuwige
leven, dat ze u kennen' ; dus: ' dit is', en niet: ' dit zal zijn', in de toekomst. Dit is, hier en nu, het eeuwige leven. En niet: 'dat ze in u geloven', maar: 'dat ze u kennen.'

Verkerk: Dus het was een soort filosofische stroming, die door alle religies heen ging?

Quispel: Het was geen filosofische stroming. Het was een ervaring van de mensen in die tijd. Die vond je bij de joden, bij de christenen, ook dus in het Johannesevangelie, en ook bij de heidenen, want er is ook van de driewerf grote Hermes een gnosis bewaard, en daar wordt gezegd: wie zichzelf kent, kent het al. Dat is gnosis. Daarvan onderscheidt men:
'gnostiek': dat is een leer van mensen, die van de gnosis een heel stelsel maakten, en daarbij vertelden, dat er een onderscheid was tussen de onbekende God en de schepper van de wereld. En dergelijke dingen. Dan gaat het om een heel stelsel, waar je natuurlijk, historisch gezien, bewondering voor moet hebben, maar waar een hedendaags mens zich niet mee zal identificeren. Maar waar het nu op aankomt bij die mensen; dat is: zelfkennis en Godskennis. Ach, zo nu en dan mag ik wel eens spreken voor de rijken, bijvoorbeeld op de Internationale School voor Wijsbegeerte in Amersfoort, of op de Eranos conferenties in Ascona. En dan zeg ik tegen die mensen: er is een denker, die zijn hoofdwerk begint met de woorden: 'er zijn maar twee dingen van belang, zelfkennis en Godskennis; en het is heel moeilijk te zeggen, waar het een begint en het ander eindigt'; en nu moet u eens zeggen, wie dat is. Nu, wat je dan te horen krijgt! Dat grenst aan het ongelofelijke hoor. Want die deftige mensen spreken een vlot mondje Sanskriet. Je krijgt dan allemaal Indischenamentehoren: Bhagwan, Vivikananda, Ramanoeja, Sankara. En dan zeg ik: Dat is allemaal goed en wel, maar het was Johannes
Calvijn. En dan daalt er een ijzige stilte op het gehoor neer, want dat mag Calvijn niet gezegd hebben. En dan ziet u ook, dat dat thema van de zelfkennis en de Godskennis in de tegenwoordige verkondiging van de kerk ontbreekt. En ik geloof, dat het broodnodig is, dat dat weer terugkomt. En daar kunnen zelfs die zogenaamde ketters, die gnostici, met hun verbeeldingen en stelsels, ons helpen om op de goede weg te komen.

Commentaar: In een Brussels cafe wacht de Belgische tussenhandelaar. Na de aankoop, nu 28 jaar geleden, begint Quispel met anderen de gnostische geschriften uit te geven van de zo geheten Jung Codex. Maar het Thomas-evangelie ligt intussen nog steeds in dat museum in Cairo. Door bemiddeling van (toen) koningin Juliana en het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken weet Quispel een fotocopie van dat Evangelie te krijgen.

Verkerk: Is dat Thomasevangelie inderdaad het vijfde Evangelie?

Quispel: Het Thomasevangelie is niet het vijfde Evangelie.Maar het is wel, naar mijn inzicht, de belangrijkste vondst die sinds de oorlog gedaan is. En wel omdat daarin tevoren onbekende woorden staan die aan Jezus worden toegeschreven en zeer wel van Jezus kunnen zijn. Dat Thomasevangelie is een geschrift, dat in Edessa geschreven is. En dat bevat
allerlei woorden van Jezus, die door de joodse christenen uit Palestina naar Edessa zijn gebracht. En daar zijn hele treffende bij, en hele prachtige, waarvan mijn gevoel zegt: Ja, die zijn van Jezus zelf.

Verkerk: Maar u zegt: het is niet het vijfde Evangelie. Dus het is onbetrouwbaarder dan bijvoorbeeld het Mattheusevangelie.

Quispel: Onbetrouwbaarder, dat kunnen we niet zeggen. We moeten dit zeggen: de woorden van het Thomasevangelie, voor zover ze dan door de joodse christenen zijn overgeleverd, hebben dezelfde historische waarde als de woorden in de canonieke Evangelien, in de vier Evangelien in het Nieuwe Testament. Maarhet Thomasevangelie heeft zijn woorden uit verschillende bronnen geput. Er staan woorden in, die niet gnostisch
zijn, maar wel ascetisch, en daar gaat het over de hele mens.
En daar wordt aan Jezus de leer toegeschreven, dat zijn openbaring de mens heel en volledig maakt. Voor het eerst lezen we daar in het Grieks het woord ' monnik' . Maar dat betekent daar nog niet: bewoner van een klooster. Daar betekent het nog: de hele mens, de volledige mens, die de innerlijke tegenstelling, die verschrikkelijke splijting, tussen het onbewuste en het bewuste, dat conflict in het menselijk leven, heeft opgelost, en die een volledig mens is geworden.
En dat zijn ook christelijke spreuken. En dan daarnaast, dat is het merkwaardige, staan daar zuiver heidense spreuken in. Je had destijds ook een school, een soort van Vrijmetselarij kun je wel noemen, van de driewerf grote Hermes.
Tegenwoordig is dat nog een graad in de Vrijmetselarij. En daar hebben we ook spreuken van gevonden. Die gingen er over, dat, als de mens zichzelf kent, hij ook het al kent. En dat soort spreuken is ook in het Thomasevangelie opgenomen. Dus dit Evangelie moet gelezen worden
met een oordeel des onderscheids.

Je kunt niet zomaar zeggen: het is allemaal gnostisch, bah. En je kunt ook niet zeggen: het is allemaal echt van Jezus, of, precies Bhagwan. Maar je moet dat lezen met een oordeel des onderscheids, en je moet weten, dat die woorden uit verschillende bronnen komen. Er kunnen echte woorden van Jezus bij zijn. Die zijn er ook bij, naar mijn mening. Maar er zijner
ook andere bij, die zeker niet van Jezus zijn.

Verkerk: En die woorden die echt van Jezus zijn, zijn die inderdaad door de apostel Thomas doorgegeven? Dit geschrift heet toch het Thomasevangelie.

Quispel: Dat beweerde kardinaal Danielou, die kardinaal van de Romeinse kerk. Hij geloofde dat. Ik geloof dat niet. Ik geloof, dat de naam van Thomas aan deze verzameling woorden is toegevoegd toen deze in Edessa geschreven werd, ongeveer 140 na Christus. Ach, mijnheer Verkerk, toen wij in Egypte waren, hebben we zo'n last gehad met journalisten, die maar wilden, dat de twijfelende Thomas nu de meest getrouwe leerling van zijn meester was, en dergelijke sentimentele nonsens meer. Maar de wetenschap is hard, en ook koel, en die kan wel eens ballonnetjes doorprikken.

Commentaar: Terug naar Egypte, naar Nag Hammadi. Na lange omzwervingen zijn de papyri uit Nag Hammadi in Cairo aangekomen. Een amateur filmpje van een der onderzoekers, de Amerikaanse hoogleraarRobinson, getuigt van de werkzaamheden in NagHammadi. Hoe de geschriften daar in de grond zijn gekomen, is nog steeds onduidelijk.
Mogelijk verstopten monniken uit een orthodox klooster in de buurt indertijd in het geheim de papyri in de grond.
Via Brussel en Nederland komt de Jung Codex uiteindelijk in Cairo terecht. Het Thomasevangelie was daar al.
Hoewel de Islam in het dagelijks straatbeeld in Noord-Afrika een hoofdrolspeelt, is toch eens hier een grote christelijke kerk geweest. In de nu kleine Koptisch kerk leeft de herinnering aan die gemeente uit de eerste eeuwen voort.
Het Koptisch Museum van Cairo, waar ook de Codex Jung en het Thomasevangelie zijn opgeborgen, bewaart de tastbare getuigen.

Citaat: Jezus zei: Wordt zwervers. Hij zei: Zalig is de mens, die geleden heeft; hij heeft het leven gevonden.

Commentaar: De geschriften van Nag Hammadi, die nu in Cairo worden bewaard, zijn uniek.
Voor deze vondst was de herinnering aan de gnostici praktisch uitgewist. Toch omvat deze stroming in de tweede eeuw praktisch de helft van de christelijke kerk, en levert zij bijna een paus. Maar het avondland heeft nooit plaats gehad voor ketters.

*4a De Gnostiek: Valentinus en het innerlijke kennen.