NOEME WILLEM
VISSER Wie en Waarom

LITURGIE &CETERA Thema's
 Kerkelijk Jaar
Hoofddienst  Getijden Devotie Uitingsvormen 

Liturgie

LITURGIEK
Liturgiek TVG

Liturgiegeschiedenis

Joods

Vroeg Christelijk

Oosters Orthodox

Westers Katholiek

Protestants

HYMNOLOGIE

Geschiedenis van de Hymnodie

Oud Joodse Hymnodie
Vroeg Christelijke Hymnodie
Griekse Hymnodie tot 900AD
Latijnse Hymnodie
Lutherse Hymnodie
Calvinistische (Franse) Psalmodie
Nederlandse Gemeentezang
na de Reformatie

Engelse Hymnodie

Muziekgeschiedenis






Geschiedenis van de Liturgie: Grote lijnen

 

Geschiedenis van de eredienst en Liturgiek

Geschiedenis van de liturgie moet onderscheiden worden van Liturgiek. Het Praktisch Theologische vak Liturgiek bestudeert de liturgie als (ambtelijke) vormgeving van de omgang van de Christelijke gemeente met God. De liturgiegeschiedenis bestudeert de ontwikkeling van de liturgie. Zie voor een zeer beknopt overzicht van bronnen en geschiedenis bij Liturgiek: 3. Geschiedenis..

Zegt de oorsprong van het woord 'liturgie' iets over liturgie?

Het woord liturgie komt van het Griekse woord leitourgia, en de gebruikelijke vertaling is"het werk van het volk." Het is de gemeenschappelijke handeling van God's mensen die samen Hem lof brengen en deel hebben aan de openbaring. Dit soort eredienst vond al plaats in de Joodse tempel en synagoge, en ging door in de vroege Christelijke Kerk.

In het woord 'liturgie'zitten' zitten wezenlijke elementen van de Christelijke eredienst: Er is nadruk op "werk," de griekse term geeft iets veel vitalers weer dan een gemeente die beziggehouden wordt door een voorganger — het is niet de voorganger die het werk doet, de gemeente doet het gemeenschappelijk met hulp van de voorganger.

Buiten het woord om is wezenlijk dat de eredienst Lof is die God gegeven wordt als dank voor wat Hij voor mensen gedaan heeft. Daar komt de openbaring die doorgegeven wordt (Bijbel en (zelfs bij protestanten) traditie) aan te pas, het is ten diepste niet een bezigheid die mensen zelf kiezen of plezierig vinden, maar past binnen de traditionele (geopenbaarde) omgang van God met zijn mensen. Het is het gemeenschappelijke werk dat de samengekomen gelovigen uitvoeren in het brengen van lof en aanbidding aan God.

Liturgische muziek is de muziek die zich in de eredienst heeft ontwikkeld en gezongen wordt (of gecantileerd) of gespeeld tijdens de eredienst, terwijl het liturgische ritueel de handelingen die uitgevoerd worden betreffen. Voor meer over kerkmuziek, klik hier

Voor meer over gezongen liturgische muziek (hymnodie) klik hier.

Is liturgie vaststaand of spontaan? Verschillende omgang met de geschiedenis.

In de 21e eeuw zin er kerken die een vaste liturgie hanteren met vaststaande teksten, maar ook kerken die (bijna) alles spontaan laten gebeuren. En natuurlijk alles er tussenin.
Het historische materiaal laat zien dat de vroege Kerk een min of meer vaste structuur hanteerde, maar dat de bewoordingen geimproviseerd werden. De bewoordingen van een gebed varieerden dus, maar de zaken waar voor gebeden werd lagen min of meer vast.

Verschillende richtingen bekijken de geschiedenis verschillend en trekken er verschillende conclusies uit.

1. Het vroegste liturgische materiaal is het dichtst bij de joodse praktijk van Jezus en zijn discipelen. Dit is daarom
de bron waaruit geput moet worden bij de samenstelling van modern materiaal. Door de eeuwen is het materiaal uit die bron veranderd, vervormd en verworden.
Liturgievernieuwing is binnen deze optiek: terug naar de bron.

2. Liturgisch materiaal ontwikkelt zich. Maatschappij en kerk ontwikkelen zich en de liturgie ontwikkelt mee en voorziet in de ontstane behoeften. Latere vormen zijn daarom niet slechter, eerder beter.

Binnen deze optiek is liturgiehervorming het verder ontwikkelen van de overgeleverde liturgie binnen de zich verder ontwikkelende maatschappij.

3. De ontwikkeling van de kerk kent een aantal bloeiperioden en een aantal vervalperioden.
Binnen deze optiek is liturgiehervorming is orientatie op bloeiperioden.

In protestantse kring (maar niet alleen daar) komen we het Bloei-Verval-Herstel model tegen. Na aanvankelijke bloei in de vroege gemeente komt er verval en wildgroei in de Middeleeuwen, gevolgd door herstel bij de Hervorming. Deze cyclus herhaalt zich en in onze tijd is herstel geboden door orientatie op de Vroege Kerk. De Liturgische Beweging, die vroeg in de 20e eeuw in protestantse kring ontstond rond Ds J.H. Gerretsen en Prof. Dr. G. van der Leeuw, hanteerde dit model wel, maar werd ook sterk aangesproken door allerlei latere westerse liturgische vormen. Zij vielen niet met dit model samen, maar gebruikten een veelvoud aan argumenten voor het gebruik van liturgische vormen (zie bijv. Gerretsen, Liturgie,'s Gravenhage 1912).

In Rooms-Katholieke kring wordt meer de nadruk gelegd op de ontwikkeling en de waarde van die ontwikkeling (God werkt in het traditieproces). Toch is daar aan het eind van de 19e eeuw de Liturgische Beweging ontstaan die zich bij hervorming van de liturgie orienteerde op het vroegste materiaal.

Feit is dat van de liturgie in de vroege Kerk de wortels te vinden zijn in de Bijbel en dat zowel Jodendom als Christendom overwegend op een geordende wijze de eredienst hebben vormgegeven die qua vorm naast verandering ook veel blijvende elementen heeft gehad tijdens de laatste 2000 jaar.

Kern van de liturgie is Nieuw Testamentische vorm van Joodse eredienst

De kern van de liturgie is niet enkel prachtige muziek of indrukwekkende rituelen, of juist sobere gebeden en prediking; eerder een concentratie op zijn oorsprong. Twee concepten moeten in gedachten gehouden worden als men het "waarom" van de liturgische eredienst en praktijk bestudeert. Men moet zich ten eerste bedenken dat de Apostelen en de eerste Christenen Joden waren. Dat wil zeggen, ze waren Joden die Jesus Christ herkenden en aanvaarden als de beloofde Messias. Uit hun traditie van liturgische omgang met God kwam de Joodse vorm van bijbelse eredienst, de basis structuur, de "oorsprong" van Christelijke eredienst. Omdat er al een vormentaal en een structuur is als uitgangspunt, is het niet vreemd dat aan het eind van de eerste eeuw er een allerminst primitieve vorm van liturgische ordening aangetroffen wordt — binnen zestig jaar na de opstanding van Jezus Christus.

Patronen in de liturgieontwikkeling

Als we enkel naar het historische liturgische materiaal kijken dan zien we een aantal patronen:
1. De ontwikkeling van pluriformiteit naar een min of meer grote uniformiteit. De lokale liturgische vieringen worden op den duur gevat in 'interlokale' liturgische families, die zich vormen rond de toenmalige belangrijke culturele en theologische centra, zoals Antiochie, Alexandrie, Rome en Constantinopel. ...
2. De ontwikkeling van het vrije en geimproviseerde gebed (een patroon werd gevolgd maar de tekst lag niet vast) naar formulier?gebeden. Een formulier?gebed is een onveranderlijk gebed en is vaak het eindpunt van een lange mondelinge overlevering.
3. De ontwikkeling van eenvoudig naar versierd, dat wil zeggen dat een oorspronkelijk eenvoudig ritueel door toevoegingen wordt verfraaid, dikwijls ten koste van de doorzichtigheid.
4. De ontwikkeling waarin oude riten moeten plaats maken voor nieuwe. Sommige oude riten worden bij speciale gelegenheden bewaard. Dit gebeurde bijvoorbeeld met de voorbeden, die gaandeweg uit de zondagse liturgie verdwenen, maar in die van Goede Vrijdag werden bewaard.
5. De ontwikkeling van teksten, waarin met bijbelse motieven wordt 'gespeeld', naar teksten waarin bijbelcitaten thematisch worden toegepast (vergelijk Wegman 1991, p. 10/11)

 

Verschillende tradities, verschillende verwerking van dezelfde erfenis: de Nieuw Testamentische eredienst

De Oosters Orthodoxe traditie is bekend vanwege "zijn vastbeslotenheid om trouw te blijven aan het verleden, zijn gevoel van levende continuiteit met de Oude Kerk." [1] Dit lijkt veel op de toewijding van het Orthodox Jodendom aan de onveranderbaarheid van zijn liturgische tradities en rites. De kerk begon in de eerste eeuw, en "in zeker opzicht moeten alle Christenen tijdgenoten worden van Christus..." zoals een Orthodoxe Christelijke theoloog stelt:"de twintigste eeuw niet een absolute norm is, de apostolische tijd wel." [2]

De Westers katholieke Kerk kent eveneens een toewijding aan de vorm en inhoud vaan de vroege Kerk. Omdat er steeds weer veranderingen optraden resulteerde dit in een serie ingrijpende hervormingen: Gregoriaanse Hervorming;
Hervorming onder Karel de Grote; Het Concilie van Trente; Het Tweede Vatikaanse Concilie en de bijbehorende Hervorming.

Een grote hervorming resulteerde enerzijds in de Protestantse Hervorming die een eigen leven ging leiden buiten de Westers Katholieke Kerk, en de hervormingen van de Contra Reformatie als resultaat van het Concilie van Trente. De Protestantse Hervorming probeerde alle in de middeleeuwen gegroeide misbruiken af te schaffen en terug te keren naar de pure liturgie van de vroege Kerk. Maar in het beoordelen van de misbruiken ontkwamen ze niet aan middeleeuwse normen en waarden.

In de Rooms-Katholieke Kerk, de Anglicaanse Kerk en de Oud Katholieke Kerk, maar ook in het protestantisme is vanaf het begin van de 20e eeuw een liturgische beweging actief geweest die zich orienteerde op de vroegste liturgische bronnen. Het gevolg is dat de hervormde liturgie van de Rooms Katholieke Kerk, de Anglicaanse Kerk en de Oud Katholieke Kerk, en de hervormde liturgie van de protestantse kerken sterk op elkaar zijn gaan lijken. Dit heeft geleid tot overeenkomst over de vorm in het 'Baptism, Eucharist and Ministry' rapport (ook wel Lima-rapport) van de Wereldraad van Kerken (1982). Er gingen tijdens deze parallelle beweging stemmen op om alles wat daarvan afweek niet aan te merken als liturgie.
Sindsdien is er echter weer sprake van diversificatie, een bepaalde vorm van liturgie verplicht stellen wordt niet zomaar meer geaccepteerd aan het begin van de 21e eeuw.

Bij alle hervormingen speelt mee dat er pieken en dalen zijn wat creativiteit betreft, en perioden van vernieuwing worden gevolgd door jaren van conservatieve verankering waarin de vernieuwing van gisteren wordt behouden omdat het de gevestigde traditie van vandaag geworden is.



[1] Timothy Ware, The Orthodox Church, New York, Penguin Books, p. 203

[2] John Meyendorf, Women and the Priesthood, New York, St. Vladimir˙s Press, p. 14.

TERUG NAAR BOVEN