NOEME WILLEM
VISSER Wie en Waarom

LITURGIE &CETERA Thema's
  Kerkelijk Jaar
Hoofddienst   Getijden   Devotie   Uitingsvormen  

Liturgie

LITURGIEK
Liturgiek TVG

Liturgiegeschiedenis

Joods

Vroeg Christelijk

Oosters Orthodox

Westers Katholiek

Protestants

HYMNOLOGIE

Geschiedenis van de Hymnodie

Oud Joodse Hymnodie
Vroeg Christelijke Hymnodie
Griekse Hymnodie tot 900AD
Latijnse Hymnodie
Lutherse Hymnodie
Calvinistische (Franse) Psalmodie
Nederlandse Gemeentezang
na de Reformatie

Engelse Hymnodie

Muziekgeschiedenis




De Getijden

Het getijdegebed stamt uit de tempel- en synagoge-dienst en was ook een praktijk die men thuis onderhield.

Klik hier voor Overzicht Persoonlijk Gebed

In het Oude Testament vindt men allerlei voorbeelden van het avond en morgengebed (Numeri 28, Psalm 55: 18).

De eerste Christenen nemen dit gebruik over en komen in de tempel bijeen op geregelde gebedstijden (Handelingen 2-4). Volgens geschriften uit de eerste eeuwen werd er in groepen drie keer per dag gebeden in het huis van de gemeente. Wat gebeden werd is minder duidelijk, het Onze Vader wordt genoemd, maar gebeden uit de Joodse gebedstraditie zullen daar ook een plaats hebben gehad.

De drie dagelijkse momenten van gebed werden uitgebreid tot zeven of acht (1 Tessalonicenzen 5:17 bid onophoudelijk). Het is vooral Benedictus van Nursia die dit gebed een vaste vorm geeft in het klooster. In veel kloosters is tegenwoordig het aantal getijden beperkt tot vijf of fs minder.

De acht getijden ( ook wel officie genoemd) zijn:

De Metten (ook wel Vigilie genoemd) rond 5 uur
De Lauden rond 6 uur
De Priem rond 7 uur (tegenwoordig voor de priesters en ook in de meeste kloosters afgeschaft)
De Terts rond 9 uur
De Sext rond 12 uur
De Noon rond 14 uur
De Vespers rond 17 uur
De Completen rond 20 uur

In het kloosterlijk officie worden de honderdvijftig psalmen uit de Bijbel gebeden, verspreid over de week. Dit gebeurt niet in berijmde vorm, zoals bij de protestanten. (In sommige kloosters worden elke week alle 150 psalmen gebeden, in andere verspreid over twee weken. In de Anglicaanse kerk worden ze sinds het Book of Common Prayer verspreid gebeden over een maand.)

Alle getijden hebben een lezing uit de Bijbel en smeekgebeden.

De getijden worden ingedeeld in grote en kleine getijden. De Metten, Lauden en Vespers zijn grote getijden, de Priem, de Terts, de Sext en de Noon zijn kleine getijden. Ook Completen horen bij de kleine getijden.

De taal van de getijden was in de westerse traditie het Latijn, maar tegenwoordig wordt ook de volkstaal gebruikt.

De muziek van de kloosterlijke getijden is traditioneel het Gregoriaans. Waar Nederlands wordt gezongen is nieuwe muziek gecomponeerd die vaak sterk aan het Gregoriaans doet denken. In Nederland wordt de psalmvertaling van Ida Gerhardt en Marie van der Zeyde in de kloosters het meest gebruikt. Hiervoor zijn in het Abdijboek zijn bijbehorende melodieën geschreven door verschillende monniken en zusters.

Het koorgebed van priesters noemt men breviergebed. Het boek waaruit priesters de getijden bidden heet brevier. Het middeleeuwse getijdenboek was bestemd voor de persoonlijke devotie van leken.

Het getijdegebed in de Protestantse Kerk

In het nieuwe Dienstboek is een speciaal deel gewijd aan de Getijden: Dienstboek 1 vanaf p. 951: Het dagelijks gebed. Getijden en huisdiensten.