NOEME WILLEM
VISSER Wie en Waarom

LITURGIE &CETERA Thema's
  Kerkelijk Jaar
Hoofddienst   Getijden   Devotie   Uitingsvormen  

Liturgie

LITURGIEK
Liturgiek TVG

Liturgiegeschiedenis

Joods

Vroeg Christelijk

Oosters Orthodox

Westers Katholiek

Protestants

HYMNOLOGIE

Geschiedenis van de Hymnodie

Oud Joodse Hymnodie
Vroeg Christelijke Hymnodie
Griekse Hymnodie tot 900AD
Latijnse Hymnodie
Lutherse Hymnodie
Calvinistische (Franse) Psalmodie
Nederlandse Gemeentezang
na de Reformatie

Engelse Hymnodie

Muziekgeschiedenis



De Westerse Katholieke Liturgie


Overzicht Westerse Katholieke Eredienst

  •  De vroege Kerk in Jeruzalem
  •  Plaatselijke variaties in het Westen
  •  Van Grieks naar Latijn

    Voor meer pagina's over de Westerse Katholieke Kerk, zie:
  • Vroege Westerse Liturgie
  • Gregoriaanse Hervorming
  • Hervorming onder Karel de Grote
  • Het Concilie van Trente
  • Het Tweede Vatikaanse Concilie en de bijbehorende Hervorming
  • Zang Ontwikkeling

    De liturgische praktijk en muziek van de Westers Romeinse Kerk ontspringt uit vroeg Christelijke ontwikkelingen en volgt de plaatselijke ontwikkeling van de orde van de Kerk van Rome. Een aantal markante punten zullen de revue passeren: De Oud Romeinse rite, de overeenkomsten en vershcillen tussen het Oosterse en Westerse Christendom, de ontwikkeling van het Gregoriaans, de hervormingen van Karel de grote en het gebruik van het Latijn tegenover het Grieks. De liturgiegeschiedenis van de Kerk van Rome werd voor een groot deel vorm gegeven door de klap en de uitkomst van de barbaarse invasies, een ervaring die het Westerse Christendom in veel indringender mate doormaakte dan de broeders en zusters in het Oosten.

    TERUG NAAR BOVEN

    De vroege Kerk in Jeruzalem

    Zoals beschreven op de pagina over Vroeg Christelijke Liturgie begon de vroege Christelijke Kerk in Jeruzalemonder leiding van de de eerste bisschop, Jacobys, de broeder van de Heer Lord. Een liturgische orde die zijn naam draagt is een van de vroegste die bewaard is. Dankzij het zendingswerk van de apostel Paulus waren binnen weinige jaren er overal kerken te vinden op de weg van Jeruzalem naar Rome, de hoofdstad van het Romeinse Rijk. De liturgische orde van de kerk van Jeruzalem werd de fundering van de eredienst vorm en praktijk van deze nieuwe kerken van Antiochie tot Rome, en verder. Op deze fundereing ontwikkelden zich de vorm, praktijk en muziek die later herkend werden als de Westerse rite.

    Het is opmerkelijk dat het Grieks de voertaal was in het Romeinse Rijk en toch het Latijn de officiele liturgische taal van de Rooms katholieke Kerk werd tot het Teede Vatikaans Concilie in 1962. Het Romeinse RIjk ontwikkelde zich op de grondvesten van de oudere Griekse staat en cultuur die verspreid was over het hele Middellandse Zee gebied, en het Grieks bleef de voertaal van het hele gebied. Zelfs aan het hoogtepunt van zijn macht en uitbreiding sprak het grootste deel van het Romeinse Rijk Grieks, met het Latijn voorbehouden als officiële staatstaal, en als taal in dagelijks gebruik alleen in Rome en delen van Italiey.

    TERUG NAAR BOVEN

    Plaatselijke variaties in het Westen

    De liturgische vormen van het Westers Romeinse Christendom omvatten veel riten die in de eerste paar eeuwen na de de apostolische periode ontwikkeld waren terwijl dergelijke ontwikkelingen zich voordeden in de Oostelijke Kerk. Terwijl al deze riten teruggingen op de liturgische praktijk van de"moeder kerk" in Jeruzalem, ontwikkelden zich gaandeweg plaatselijke variaties in structuur door het toevoegen van gebeden en andere bijpassende elementen aan Eucharistie. Deze structurele verschillen resulteerden in de verschillende bekende riten: Ambrosiaans, Gallicaans, Mozarabisch, etc. Elke plaatselijke kerk ontwikkelde zijn eigen muzikale vorm, voortbouwend op de oude traditie, maar in het lokale idioom. Ondanks al deze variatie was de liturgische vorm en muzikale praktijk in de vroege Kerk opmerkelijk gelijk gedurende de eerste acht eeuwen. De Westerse Kerk was minder gecentraliseerd dan de Oostelijke Kerk in de vierde tot de zesde eeuw, en liet niet alleen verschillende liturgische gewbruike toe, maar moedigde die zelfs aan, zo lang ze maar niet ketters waren.

    De term die algemeen gebruikt wordt voor de liturgical rite van de Kerk van Rome voor de vroeg negende eeuw is de Oud Romeinse rite of Liturgie. De Oud Romeinse rite en de bijbehorende zang ontwikkelden zich uit de gemeenschappelijke liturgische praktijk van de kerk van Rome en werd vastgelegd in de herziening van de rite door Paus Gregorius de Grote in 595. Deze rite wordt representatief geacht voor de consistentie van de liturgische vorm en muziek in de vroege Kerk. Deze ontwikkelde zich verder door de 8e en negende eeuw, toen Karel de Grote zowel de liturgie als de liturgische muziek hervormde van de Westers Romeinse Kerk. Met de liturgische rite van Gregorius de Grote en de zang van de Kerk van Rome als basis, wilde Karel de grote één liturgische en muzikale norm vestigen voor heel zijn recent gevormde Heilige Roomse Rijk. Het resultaat van deze hervorming was een uniforme liturgische rite voor de Rooms Katholieke Kerk, en een nieuwe vorm van liturgische muziek die we nu Gregoriaans noemen die vele eeuwen lang de norm zou zijn.

    TERUG NAAR BOVEN

    Van Grieks naar Latijn

    De taal van de vroege Romeinse rite voor Gregorius de Grote was Grieks. Latijn werd echter meer en meer gebruikt, hoewel het Grieks voor speciale delen zoals het Kyrie en het Trisagion gebruikt bleef.

    "De lokale kerk van Rome was begonnen als een Grieks sprekend lichaam; de meerderheid van de leden waren Grieks sprekende mensen uit de Levant die in de wijk voor de buitenlanders woonde. Maar de kerk begon Latijn te gebruiken in de eredienst, waarschijnlijk ana het eind van de tweede eeuw, naarmate het geloof zich verspreidde onder de de Latijn-sprekende bevolking; hoewel het gebruik van Grieks doorging naast het Latijnt tot in de vierde of zelfs vijfde eeuw. Elders in het Westen, bij voorbeeld in Afrika, was het Latijn al door de kerk gebruikt vanaf de tweede eeuw.

    "In de vierde en vijfde eeuw, toen het Grieks niet meer gesproken werd in het Westen en Latijn nog de voertaal was waarin de overheid zijn mededelingen deed van Northumberland tot Casablanca en van Lissabon tot de Donau, was het vanzelfsprekend dat de Christelijke eredienst in het Westen in het Latijn zouden zijn. In de vijfde eeuw bracht de vestiging van de barbaren een verscheidenheid aan Germaanse dialecten naar de verschillende westelijke provincies, en een scheidslijn tussen de nieuwe meesters en de oude bevolking. Zelfs onder de oude bevolking bracht het snelle verval van de beschaving de onmogelijkheid om de oude cultuur en taal in stand te houden. Gedurende de zesde en zevende eeuw vermengden de barbaren en de oude bevolking en ze beïnvloedden elkaars spraak. Talen ontwikkelden zich snel en de Europese spraak was een chaos van lokale mengvormen. Het opstellen van lokale liturgieën in de volkstaal was onmogenlijk; er is uit die periode dan ook geen noemenswaardige literatuur in de volkstaal. De kerk stond voor alles wat overgebleven was van de oude traditie van beschaving, en kon dit allen maar bewaren door het te verdedigen tegen eigentijdse invloeden door een pantser van Latijn.

    "Het terugkomen van beschaving vanaf de 8e eeuw vond plaats door het terugvinden van juist die tradities uit het verleden die het opnieuw gebruiken van Latijn bevorderden. Het culmineert in het feit dat Karel de Grote het Romeinse Rijk 'restaureert', en dat hij in heel zijn rijk de Romeinse rite oplegt . Geen van beide politieke maatregelen was gunstig voor de volkstalen die toen net een herkenbare vorm kregen in de negende eeuw.Maar het aannemen van het 'plaatselijke Romeinse' Gregoriaanse Sacramentarium als de kern van de universele Westerse rite had een belangrijk resultaat, naast al het kerkelijke. Het plaatste aan de basis van de hele Westerse cultuur de enige traditie van het gebruik van het Latijn waarin de taal zonder breuk zich had ontwikkeld uit de klassieke taal van Cicero rn Virgilius, door het buitensporige en soepele zilverachtige Latijn van de derde en vierde eeuwen tot het 'Kerklatijn' van de tijd van Paus Leo en Paus Gregorius, zonder enige ernstige toevoeging van buiten af.

    "De cultuur die opsprong door het werk van Karel de Grote, maar die uiteindelijk levensvatbaar bleek in de elfde eeuw, was niet een formele restauratie van de klassieke cultuur van het keizerrijk zoals de zestiende eeuw kunstmatig probeerde te bewerken, maar was in vele opzichten wel de ware afstammeling ervan. Als zodanig was nadrukkelijk een internationale cultuur - in dit stadium toen naties nog geboren moesten worden is het beter om te zeggen: een inter-regionale cultuur waarbij als natuurlijk werktuig een gemeenschappelijke taal paste. En omdat religie in het centrum stond van deze nieuwe cultuur bleef het Latijn (dat tegen deze tijd niet meer gebruikelijk was in alle regio's maar in ieder geval niet tot een enkele regio beperkt was) in gebruik in de kerk." [1]

    De ontwikkeling van veel elementen van de Christelijke Kerk waren onderhevig aan de geschiedenis en de cultuur. De Westerse Kerk ondervond dit heel duidelijk tijdens de barbaarse invasies van Europa tot in Rome toe, en in de 'donkere middeleeuwen' die volgden. In die periode was de Kerk een van de weinge constante organizaties in de maatschappij, en de vijfe eeuwen tot Karel de Grote zijn Heilige Romeinse Rijk vestigde waren chaotisch. Gedurende deze periode ontstonden en ontwikkelden zich verscheidene andere riten in het Westen, maar de Kerk van Rome bleef grote invloed uitoefenen. Zo groots, indrukwekkend en mystiek was de rite van de Roomse Kerk dat in de jeugd van Karel de Grote zijn vader gezanten naar Rome zond om diplomatieke relaties met het Pausdom te vestigen en die waren daar zo onder de indruk dat binnen een paar jaar de Roomse liturgie en zang in hun ogen de meest verheven uitdrukking was van het soort beschaving dat zij wensten te bevorderen.." [2]

    Het tot stand brengen van een standaard Roomse Rite door Karel de Grote was het einde van de regionale Westerse riten en zorgde ervoor dat het Latijn de liturgische taal bleef van de Westerse Kerk (uitgezonderd natuurlijk van de protestantse groepen die zich afscheidden tijdens de Reformatie en de volkstaal weer aannamen) tot recente tijden. Het Gregoriaans, de liturgische muziek die voortvloeide uit de inspanningen van Karel de Grote, werd de standard muziek van de Westerse Rooms Katholieke Kerk tot in de laat twintigste eeuw.

  • Voor meer pagina's over de Westerse Katholieke Kerk, zie:
  • Vroege Westerse Liturgie
  • Gregoriaanse Hervorming
  • Hervorming onder Karel de Grote
  • Het Concilie van Trente
  • Het Tweede Vatikaanse Concilie en de bijbehorende Hervorming
  • Zang Ontwikkeling


    TERUG NAAR BOVEN


    [1] Dix, Gregory; The Shape of The Liturgy: Seabury Press, New York, 1982, p. 617.

    [2] Peres, Marcel; Vespers of Pascha