NOEME WILLEM
VISSER Wie en Waarom

LITURGIE &CETERA Thema's
  Kerkelijk Jaar
Hoofddienst   Getijden   Devotie   Uitingsvormen  

Liturgie

LITURGIEK
Liturgiek TVG

Liturgiegeschiedenis

Joods

Vroeg Christelijk

Oosters Orthodox

Westers Katholiek

Protestants

HYMNOLOGIE

Geschiedenis van de Hymnodie

Oud Joodse Hymnodie
Vroeg Christelijke Hymnodie
Griekse Hymnodie tot 900AD
Latijnse Hymnodie
Lutherse Hymnodie
Calvinistische (Franse) Psalmodie
Nederlandse Gemeentezang
na de Reformatie

Engelse Hymnodie

Muziekgeschiedenis




Het beeld van oorsprong en doel van de mens in de dialogen van Plato

Plato ging uit van een onzichtbare hogere wereld van `vormen' ofwel `ideeen', die in de zichtbare lagere wereld hun uitwerking vonden. Met deze `ideeen' komt het `model' overeen waarvan de Schepper uitging voor het scheppen van de zichtbare wereld. Deze Schepper noemt Plato ook wel `Verstand' (nous).
Het wordt niet duidelijk of de ideeen even oud en eeuwig zijn als de Schepper, of dat zij uit de Schepper zelf voortkomen.
Uit de taakverdeling die er is bij de schepping van de mens blijkt dat deze een samengesteld wezen is. De mens heeft een onsterfelijke ziel, afkomstig van de Schepper en vanuit de sterrenhemel uitgezaaid. De jonge goden maakten zijn lichaam uit de vergankelijke elementen vuur, aarde, water en lucht. Bij dit lichaam horen ook een sterfelijke ziel vol hartstochten en een derde, begerige ziel.
Het doel van de mens op aarde is volgens Plato, dat hij zich de hoge afkomst van zijn ziel herinnert en daarbij passend deugdzaam leert leven. Wie op aarde deugdzaam leeft, zal na de dood van het lichaam de oorspronkelijke `vormen' ofwel `ideeen' van de deugden in de hemel leren kennen. Hij zal daar een gelukzalig leven leiden in het gezelschap van de goden. In deze terugkeer naar omhoog ligt dus het doel van de mens. Daarentegen is de ziel die niet de juiste kennis van de hogere wereld van de deugden opdoet, gedoemd om her aardse leven over te doen. Zij moet dus reïncarneren.
(Reïncarnatie is dus een negatief gegeven, het niet beantwoorden aan de levensbedoeling houdt in dat de ziel de aardse ellende (nog) niet kan ontstijgen.)