NOEME WILLEM
VISSER Wie en Waarom

LITURGIE &CETERA Thema's
  Kerkelijk Jaar
Hoofddienst   Getijden   Devotie   Uitingsvormen  

Liturgie

LITURGIEK
Liturgiek TVG

Liturgiegeschiedenis

Joods

Vroeg Christelijk

Oosters Orthodox

Westers Katholiek

Protestants

HYMNOLOGIE

Geschiedenis van de Hymnodie

Oud Joodse Hymnodie
Vroeg Christelijke Hymnodie
Griekse Hymnodie tot 900AD
Latijnse Hymnodie
Lutherse Hymnodie
Calvinistische (Franse) Psalmodie
Nederlandse Gemeentezang
na de Reformatie

Engelse Hymnodie

Muziekgeschiedenis




Religies in het Grieks-Romeinse Rijk in de Oudheid

Naast het opkomende Christendom was er een veelheid aan religies in het Grieks-Romeinse Rijk.

Voor meer informatie over de oude hoofdreligies, klik op de onderstaande links:

Egyptische Mythologie (Wikipedia)

Egyptische Godsdienst (Wikipedia)

Perzische Godsdienst (Wikipedia)

Oud-Griekse Godsdienst (Wikipedia)

Romeinse Godsdienst (Wikipedia)

In de tweede en derde eeuw van onze jaartelling kwam naast het langzaam groeiende monotheistische Christendom het henotheïsme sterk naar voren: religies waarbij (naast andere goden) één god centraal staat. De bekendste waren die van Mithras en die van Isis en Sarapis, daarnaast waren er veel andere, .bijvoorbeeld die van Cybele, Magna Mater en Attis; van Jupiter Dolichenus, Atargatis, Caelestis, Sabazios, Men en Ba’al.

Kenmerken.

1 Eén god staat centraal maar andere goden worden niet ontkend. Deze worden vaak gezien als verschijningsvormen van de hoofdgod, of als oppergod in een gemeenschap van goden.

2. Veel henotheïstische godsdiensten kennen mysteriën: geheime riten waarin waarheden over de kosmos, de mens en de goden geopenbaard worden (de henotheïstische religies worden ook wel ‘mysteriereligies’ genoemd). Bijna alle waren afkomstig uit het oosterse deel van het Romeinse Rijk; vandaar dat ook de term ‘oosterse religies’ .

Het Christendom was ook afkomstig uit het oosten en kende geheime riten, die voor niet-ingewijden ontoegankelijk waren, maar was strikt monotheïstisch. Andere 'goden' werden beschouwd als machteloze demonen die men niet mocht vereren.

De Romeinse overheid huldigde het principe dat er geofferd moest worden aan de staatsgoden, omdat anders het welzijn van het rijk in gevaar kwam. De aanhangers van de henotheïstische culten hadden hier geen bezwaar tegen en offerden, naast hun eigen cultus, ook aan de staatsgoden en de Romeinse keizer. De Christenen weigerden echter andere goden te aanbidden dan de enige ware God, en zij werden daarom gezien als staatsvijanden. De Christenen moesten hun geloof daarom verdedigen tegen de overheid en tegen 'heidenen' (niet-christenen), die hen verweten dat ze een verkeerd geloof aanhingen. Daarom ontstond het literaire genre van de apologie: werken waarin christelijke schrijvers hun geloof uiteenzetten en probeerden duidelijk te maken wat het inhield. In deze werken werden andere religies aan de kaak gesteld als dwalingen. In de derde en vierde eeuw bloeide de literaire discussie. Daarom is er een groot aantal bronnen beschikbaar die een beeld geven van de religieuze ontwikkelingen in het Romeinse rijk in de tweede tot en met vierde eeuw.