NOEME WILLEM
VISSER Wie en Waarom

LITURGIE &CETERA Thema's
  Kerkelijk Jaar
Hoofddienst   Getijden   Devotie   Uitingsvormen  

Liturgie

LITURGIEK
Liturgiek TVG

Liturgiegeschiedenis

Joods

Vroeg Christelijk

Oosters Orthodox

Westers Katholiek

Protestants

HYMNOLOGIE

Geschiedenis van de Hymnodie

Oud Joodse Hymnodie
Vroeg Christelijke Hymnodie
Griekse Hymnodie tot 900AD
Latijnse Hymnodie
Lutherse Hymnodie
Calvinistische (Franse) Psalmodie
Nederlandse Gemeentezang
na de Reformatie

Engelse Hymnodie

Muziekgeschiedenis




Gloria Patri (de "korte Doxologie")

Gloria Patri, et Filio, et Spiritui Sancto.Sicut erat in principio, et nunc, et semper, et in saecula saeculorum. Amen.

Eer zij de heerlijkheid Gods: Vader, Zoon en heilige Geest. Zo was het in den beginne, zo zij het thans en voor immer; tot in de eeuwen der eeuwen. Amen

De doxologie in de form die we kennen is in heel het Westerse Christendom in gebruik sinds de zevende eeuw. De Vierde Synode van Toledo in 633 stelde deze vorm in (can. xv). Een middeleeuwse overlevering, gebaseerd op een waarschijnlijk niet authentieke brief van Hieronimus (in de Benedictijnse editie, Parijs, 1706, V, 415) zegt dat Paus Damasus (366-384) het Gloria Patri aan het eind van de psalmen invoerde. Cassianus (gestorven ca. 435) spreekt hiervan als een speciale gewoonte van de Westelijke Kerk (De instit. coen., II, viii). Het gebruik van een kortere doxology in de Latijnse Kerk is als volgt: de twee delen worden altijd gezegd of gezongen als een vers met respons. Ze komen altijd aan het eind van de psalmen (als meerdere psalmen samengevoegd worden, zoals de twee-en-zestigste en de zes-en-zestigstes of de honderdnegenenveertigste en de honderdenvijftigste bij de Lauden, dan komt het Gloria Patri alleen aan het einde van de groep; van de andere kant krijgt iedere groep van zestien verzen van de honderdachttiende psalm psalm tijdens de dagelijkse gebeden het Gloria) behalve bij rouw. Om deze reden (omdat de korte doxology, zoals de grote, Gloria in Excelsis Deo, van natuurlijk een vreugdevol gezang is) wordt het weggelaten tijdens de laatste drie dagen van de Stille Week; in het Getijde voor de Overledenen wordt de plaats ervan ingenomen door de verzen: Requiem æternam, etc., en Et lux perpetua, etc. Het komt ook na de kantieken, behalve in het geval van het Benedicite dat zijn eigen doxology heeft (Benedicamus Patrem . . . Benedictus es Domine, etc. -- het enige alternatief dat overgebleven is in de Roomse Rite). In de Mis komt het na drie psalmen, het "Judica me" aan het begin, het fragment van de Introitus-Psalm, en het "Lavabo" (weggelaten in de Passietijd behalve op feesten en bij de Requiem Mis). Het eerste deel komt alleen in de responsoria in de getijden, met een variabel antwoord (het tweede deel van het eerste vers) in plaats van "Sicut erat," de hele doxologie na het "Deus in adjutorium," en in de 'preces' bij de Prime; en ook, als een vers, aan het einde van het invitatorium bij de Metten. Op deze plekken wordt het weggelaten in de Getijden voor de Overledenen en aan het einde va de Stille Week. Het Gloria Patri wordt ook altijd gebruikt in extraliturgische diensten zoals het Lof. Het was in de Middeleeuwen gebruikelijk dat de preek ermee beëindigd werd. In sommige landen, in het bijzonder Duitsland, maken de mensen een kruisteken bij het eerste deel van de doxology, en beschouwen ze het als een geloofsbelijdenis.