NOEME WILLEM
VISSER Wie en Waarom

LITURGIE &CETERA
Thema's
  Kerkelijk Jaar
Hoofddienst   Getijden   Devotie   Uitingsvormen  
 
 

De Twaalde Eeew
Als er links geen index is, klik hier:  Index

1102 Unie van Kroatie en Hongarije.

1103 Met nieuwe koningen en pausen laait de investituurstrijd  weer op, bijvoorbeeld in England.  Koning Hendrik I van Engeland (1100-35) en Paus Paschalis II (1099-1118) speelden de hoofdrol.  Het Concordaat van Londen bracht in 1107 vrede.  In deze overeenkomst was geregeld dat Hendrik afzag van de investituur van leken maar gezag hield over bisschoppen en abten in zijn rijk.  Het Concordaat van Londen stond model voor het Concordaat van Worms (1122).  Paschalis wilde snel vrede omdat hij een kruistocht tegen zijn mede Christenen in Constantinopel wilde voeren.

1104 De Deense stad Lund werd een aartsbischoppelijke zetel.

1104 Rond dit jaar werd Basilius de Bogomiel verbrand op een brandstapel in het Hippodroom in Constantinopel.  Het is niet duidelijk in hoeverre Basilius en zijn volgelingen iets te danken hadden aan de Bulgaarse Bogomielen (zie 970).  Basilius had twaalf plaatsvervangenrs, bekend als Apostelen, en veel volgelingen.  Hoewel keizer Alexius zelf Basilius meerdere malen in de gevangenis bezocht en hem probeerde te overtuigen van zijn dwalingen, weigerde hij ze te herroepen.  Zijn volgelingen mochten de brandstapel uitzoeken waarop zij zouden sterven. De ene was voorzien van een kruis, de andere niet.  Degenen die het kruis kozen kregen de vrijheid. 

Basilius beweerde da alle niet-Bogomielen in de macht van demonen waren, en hij schreef de miraculeuze daden van heiligen toe aan demonen. Hij stelde dat het kruis een favoriet symbool was van demonen omdat het kruis een rol gespeeld had in het doden van Christus.  Communie en het in eer houden van ikonen (waarbij materiele zaken te pas kwamen) waren een vorm van aanbidding van demonen.  Basilius’ Bogomielen verwierpen het huwelijk op grond van Matteus 22:30, kleedden zich als monniken en identificeerden de Cappadocische Vaders en  Johannes Chrysostomos met de valse profeten waartegen het Nieuwe Testament waarschuwt.  Ze hielden weinig diensten en kenden weinig ceremonies, vanwege wat staat in Matteus 6:6.  Het enige gebed dat ze baden was het Onze Vader, dat ze overdag zeven maal baden en 's nachts vijf maal. Ze wilden geen bekeerlingen onder welopgeleide mensen. De  twaalf Apostelen werden gezcht niet te sterven maar  over te gaan naar het koninkrijk der hemelen terwijl ze sliepen, terwijl onderhand hun lichamen vergingne tot stof en as.   In de praktijk verschilde hun dood niet van die van anderen.

Basilius had een nieuwe interpretatie van de zondeval en het werk van Christus.  Satan was oorspronkelijk Gods oudste zoon maar hij was de hemel uitgezet omdat hij de rebellie van de engelen geleid had.  Op aade schiep hij Adam maar moest een beroep op God doen om hem van een ziel te voorzien.  Zo deelden Satan en God gezag over de mens.  God had medelijden met de mens en zond de aartsengel Michael om mens te worden; hij ging de Maagd Maria binnen door haar rechter oor.  Christus (Michael) stierf niet echt op het kruis; dat was maar schijn. Maar hij daalde wel af naar de hel en sloot de duivel daar op. Daarn voer hij ten hemel en nam de voormalige plaats van de duivel aan Gods rechter hand. 

1106 Een bisschopszetel gevestigd in Holar op Ijsland.  Een school werd gesticht waar een vrouw genaamd Ingunn Latijn onderwees en de levens van heiligen borduurde.

1106/7 Abt Daniel van Tchernigov, een Russische pelgrim in Jeruzalem, zag dat Latijnse en Griekse Christenen samen de eredienst hielden.  Hij verhaalt dat bij de ceremonie van het  Heilig Vuur de lampen van de Griekse Christenen wonderbaarlijk vanzelf gingen branden terwijl de lampen van Latijnse Christenen ontstoken moesten worden aan de lampen van de Griekse Christenen.

1108 Waarschijnlijke datum van het Smeekschrift van Maagdenburg, een brief aan de geestelijkheid van Saxen, het Rijnland, en Vlaanderen met een verzoek om militaire hulp in een voorgenomen bestrijding van de heidense Wenden.  De poging om de Wenden een vernietigende nederlaag toe te brengen is “een kans om je zielen te redden en ... het best mogelijke land te verwerven om op te wonen.”  De Wenden leefde in het gebied tussen de Elbe en Pommeren (Meckelenburg).

1111 Paschalis II (1099-1118) kwam tot een concordaat met de Duitse keizer Hendrik V (1106-25) om de investituurstrijd te beëindigen.  In ruil voor Hendrik V’s toezegging zich niet te bemoeien met kerkzaken zou Paschalis alle kerkelijke landerijen en wereldlijke benoemingen opgeven.  Paschalis kroonde Hendrik tot Duitse Keizer. De kerk was zo gekant tegen deze regeling dat Paschalis gedwongen werd er op terug te komen.

1112 Bij een debat met Latijnse theologen begonnen de Orthodoxen te begrijpen wat de Westerse Christenen verstonden onder het primaat van de Paus.  De nadruk erop dat Rome de bron van alle gezag zou zijn in de kerk werd vanaf deze tijd  meer en meer gezien als een aanval op de traditionele ecclesiologie.

1114 Ontstaan van de Premonstratensers of Norbertijnen. Deze kloosterorde was gericht op evangelisatie en werd gesticht door een Duitse aristocraat genaamd Norbertus.

1116 Een heremiet genaamd Hendrik en zijn volgelingen namen de macht over in Le Mans (Frankrijk).  Hendrik verdween uit zicht (niet ongebruikelijk bij kluizenaars) maar één van zijn volgelingen, Pons, kwam naar Perigueux, met enige volgelingen.  Ze noemden zichzelf Apostolischen en bezaten geen geld, aten geen vlees, dronken geen alcohol, schuwden privé bezit en moesten niets hebben van aalmoezen.  Hoewel de Apostolischen 100 keer per dag knielden wezen ze de Mis en het Kruis af.  Velen bekeerden zich tot hun geloof, zelfs geestelijken.  Er gingen verhalen dat de Apostolischen magie beheersten en dat de Satan hen bijstond en uit de gevangenis bevrijdde.

1117 De Romeinse (Byzantijnse) keizer Alexius I Comnenus (1081-1118) zat een synode voor om de zaak te behandelen betreffende ketterij tegen Eustratios (Eustratius), metropoliet van Nicaea, die beschuldigd was van Nestorianisme.  De keizer had Eustratius in dienst genomen in een poging om de Armenen terug te winnen tot de Orthodoxy.  Hierbij gebruikte Eustratius een benadering die noch acceptabel was voor de Orthodoxen, noch voor de Armenians.    Op de synode werd de vervolging geleid door Nicetas, metropoliet van Heracleia.  De keizer deed zijn best voor Eustratios, maar de synode kwam er niet uit met 11 stemmen voor en 11 stemmen tegen.  De synode kwam opnieuw bijeen zonder Alexius onder leiding van Johannes Agapetos, patriarch van Constantinopel (1111-34), en Eustratios werd veroordeeld.  Eustratios was een leerling van Johannes Italos.  De synode was niet alleen gekant tegen Eustratius’ doctrinaire vernieuwing maar ook tegen zijn methode:  Eustratius gebruikte dialectica om tot een conclusie te komen. 

De volgende vervloekingen betreffende Eustratios werden toegevoegd aan het Synodicon van de Orthodoxie:
(26) diegenen die zeggen dat Christus’ menselijke natuur altijd dienstbaar is aan zijn Goddelijke natuur;
(27) diegenen die ongepast het onderscheid tussen de twee naturen van Christus gebruiken en zeggen dat de menselijke natuur lager in waardigheid is en verplicht de Goddelijke natuur te aanbidden; en diegenen die zeggen dat onze Hoge Priester die menselijke natuur is en niet de ene persoon Jezus Christus;

Although the emperor urged clemency, Eustratius was suspended for life.  Interestingly, Eustratios was a leading member of the anti-Latin party within the church.

1118 Johannes II Komnenos Romeins (Byzantijns) keizer (1118-43).  Johanes vrouw Eirene inspireerde de stichting van het Pantokrator klooster in Constantinopel, waar een hospitaal bij hoorde. Later werd ze heilig verklaard omdat ze bekend werd vanwege haar liefdadigheid in het bijzonder voor wezen en weduwen.  Voor haar dood werd ze non onder de naam  Xene. 

1118 De Duitse keizer Hendrik V benoemde Mauritius de Bourdin tot Paus Gregorius VIII (1118-21).  Mauritius was een van Paus Paschalis II’s ambassadeurs bij de keizer maar was overgestoken nar de kant van Hendrik in de investituurstrijd.

1119 427 bisschoppen woonden een concilie in Reims bij.  Op het concilie werde de duitse keizer Hendrik V (1106-25) en Paus Gregorius VIII (1118-21) geëxcommuniceerd.

1119 In Juni hield Paus Calixtus II (1119-24) een concilie in Toulouse om een ketterse groep te veroordelen die de hierarchie van de kerk niet erkende, evenmin als het priesterschap, het huwelijk, de doop en de eucharistie.

1120 Een nieuwe heidense tempel gebouwd te Gutzkow.  Het gebied ten oosten van de Elbe beleefde een periode van voorspoed met sterke groei van de steden.

1120+ De Tempeliers ontstonden in Palestina als een groep ridders die kloosterlijke geloften aflegden betreffende armoede, kuisheid en gehoorzaamheid. Het doel was pelgrims op reis naar het Heilige Land te beschermen tussen de kust en Jeruzalem.  Ze ontleenden hun naam aan de plaats waar zij woonden in Jeruzalem, waarvan men dacht dat het de plaats was van de tempel van Solomo.

1121 Petrus Abelardus’ Theologia veroordeeld op een concilie gehouden te Soissons vanwege vermeende dwaling in de triniteitsleer.

1121 Hosios Nicholas Kataskepenos, een volgeling van Cyrillus Philiotes, die 11 jaar eerder was overleden, opende diens graf.  Hij vond een intact lichaam dat niet vergaan was en zelfs plezierig rook.  Kataskepenos schreef later een Leven van Cyrillus Philiotes.  Cyrillus liep gedurende een periode in zijn leven elke vrijdagavond van Philea in Thracie waar hij woonde in een cel vlakbij een kerk die zijn broer omgebouwd had tot klooster, naar Constantinopel om de miraculeuze onthulling van de ikoon van de Maagd Maria te zien in de kerk van de Blachernai.  Keizer Alexius I Komnenus bezocht Cyrillus twee keer.  De eerste keer was de keizer bezorgd omdat zijn taken als keizer hem weinig tijd voor gebed lieten, maar Cyrillus verzekerde hem dat God zijn zorg voor de armen niet zou vergeten, die hij bijvoorbeeld had getoond in zijn steun voor het  weeshuis van de Heilige Paulus, zijn zorg voor kloosters en kerken en zijn inspanningen om de heidenen tot Christus te bekeren.  Op zijn twerrfr bezoek zocht Alexius raad betreffende de juiste tijd om een veldtocht tegen de Turken te beginnen.  Cyrillus adviseerde nog even te wachten, hetgeen de keizer deed.

1122 Het Concordaat van Worms tussen Hendrik V (1106-1125) en Paus Calixtus II (1119-1124) bracht de investituurstijd tot een eind.  In zijn compromis gaf Hendrik het benoemen van leken op en de leer van het theocratische koningschap.  Maar de paus gaf de koning het vetorecht bij benoeming van bisschoppen en abten.  De Duitse keizer was onderhand zo verzwakt door burgeroorlogen dat hij geen geen werkelijke invloed meer had op benoemingen buiten zijn eigen gebied. 

1123 Eerste Lateraans Concilie.  Het concilie veroordeelde simonie, verbood leken te beschikken over kerkelijke goederen  en verbood het huwelijk aan geestelijke met een hogere aanstelling, bijvoorbeeld priesters.

1124-5 Graaf Boleslas III van Polen had Pomerania (het noordelijke deel van het huidige Polen) bezet.  Later bevorderde Vratislav (Warcislaw), een Pommerse strijder die in zijn jeugd gedoopt was toen hij in Duitsland gevangen was, de verbreiding van het Christendom.  Hij vestigde een bisdom op het eiland Usedom aan de monding van de Oder en hij beschermde Otto, de bisschop van Bamburg, gedurende diens zendingsreis in 1124/25.  Op een gegeven moment dreigde Graaf Boleslas met militaire actie tegen de burgers van Szczecin als zij zich niet bekeerden- zij gingen op zijn eis in.  Volgens  de verhalen heeft Otto 22.165 personen in Pommeren gedoopt.  Zijn aanpak hield in dat hij geschenken gaf om mensen zover te brengen dat zij zich bekeerden  - voedsel en kleding voor de armen; ringen, zwaard riemen, sandalen en gouddoek voor de welgestelden.  Nadat Otto uit Pommeren vertrok was de geloofsafval groot.

1125 Een priester genaamd Arnold werd benoemd als bisschop voor Groenland.  In 1126 vestide hij zijn zetel in Gardar.

1125 Clementius, een agrarier uit Bucy bij Soissons, in Frankrijk, vormde een ketterse groep die leerde dat menselijke voortplanting slecht was.  Zijn volgelingen vormden enkel homosexuele relaties, uitgezonderd een enkele orgie.  Babies die het resultaat waren van die orgieën werden volgens zeggen bij de geboorte verbrand en hun as verwerkt in avondmaalsbrood. De volgelingen van Clementius geloofden niet in de lichamelijke incarnatie van Christus maar gingen ervan uit dat hij een soort geest was.  Ze leerden ook dat het altaar “de mond van de hel” was en dat de sacramenten geen waarde hadden.  Clementius werd gearresteerd en levenslang opgesloten.

1125-1200 Gedurende deze periode werd een groot aantal  Griekse en Arabische werken vertaald in het Latijn . Zo werden zij verbreid onder westerse geleerden.

1126 De ketterse Peter de Bruys werd verbrand te St. Gilles (Frankrijk).  Peter had zijn leer op schrift gesteld. Deze werd later verbreid door een ex-monnik genaamd Hendrik.  Peters volgelingen, bekend als Petrobrusianen, verboden de kinderdoop en leerden dat men het kruis moest haten en niet vereren omdat Christus eraan gestorven was.  Ze zagen geen waarde in de Mis, hadden kritiek op gebeden voor de doden en beweerden dat kerken afgebroken moesten worden omdat God overal was en ze niet nodig had.

1127-28 Otto van Bamburgs tweede zendingsreis naar Pommeren (zie 1124-5).  Hij had groot succes.

1127 Vizelin (Vicelinus), geboren in Hamelen, vestigde zich in Faldera (nu Neumeister in Schleswig-Holstein) om de Wenden te kerstenen.  De Duitse Keizer Lothar (1125-37) en Graaf Adolf van Holstein steunden andere missionaire gemeenschappen in Segeburg en Lubeck.  Adolf moedigde Duitsers ook aan om te gaan wonen in Holstein en Wagria.

1130 Toen Nyklot Hendrik opvolgde (zie 1093) als leider van de Wenden, wierp hij zich op als kampioen van het heidendom.

1130 Toen Paus Honorius II stierf, koos een meerderheid Cardinaal Pietro Pierleoni als Paus Anacletus II (1130-38) terwijl een minderheid Grigorio Papareshi als Paus Innocentius II (1130-43) koos.  Anacletus werd gesteund door Roger van Sicilie, terwijl Innocentius de steun kreeg van Koning Hendrik I van Engeland en van de Duitse Keizer Lothair, dankzij de hulp van Aartsbisschop Norbertus van Maagdenburg en Bernardus, Abt van Clairvaux, .

1134 Koning Eric II van Denemarken viel Rugen binnen (aan de Duitse Baltische kust) en bemachtigde het fort Arkana, centrum van de cultus van de god Svantovit.  Eric dwong de Arkaniers zich te laten dopen.  Ze vielen prompt van het geloof toen Eric terugkeerde naar Denemarken. 

1136 Anselmus, Rooms Katholiek bisschop van Havelburg, bezocht Constantinopel op een diplomatieke missie.  Terwijl hij daar was ging hij publiek in debat met Nicetas, metropoliet van Nicomedia.  Nicetas hield een toespraak waarin hij de visie van het Oosten op de claims van de Paus samenvatte:  “We ontkennen het primaatschap van de Romeinse Kerk niet onder de vijf zuster patriarchaten; en we erkennen  haar recht op de meest eervolle zetel op een oecumenisch concilie.  Maar ze heeft zichzelf van ons afgescheiden door haar eigen daden toen ze door haar trots een heerschappij aannam die niet bij haar  ambt hoort. . . . Hoe zullen we decreten van haar accepteren die uitgevaardigd zijn zonder ons te raadplegen en zelfs zonder ons medeweten? Als de Romeinse Gezagsdrager, gezeten op de hoge troon van zijn glorie, tegen ons wenst te donderen, om zo te zeggen, wenst zijn mandaten naar ons omlaag te slingeren en als hij wenst ons te oordelen en zelfs onze kerken te besturen zonder ons te raadplegen maar arbitrair naar eigen inzicht, wat voor soort broederschap, of zelfs wat voor soort ouderschap kan dit zijn?  Wij zouden de slaven zijn, niet de zonen, van zo'n kerk en de Romeise zetel zou niet de vrome moeder van zonen zijn maar een harde en goddeloze heerseres over slaven.”

1137 Arnold, prior van het klooster te Brescia (Venetie), nam deel aan een volksopstand tegen Bisschop Manfred, de locale grondbezitter.  Arnold van Brescia stelde voor dat de geestelijkheid zou afzien van wereldlijke macht.  Hij werd veroordeeld door Paus Innocentius II (1130-43) op het Tweede Lateraanse Concilie (1139). 

1139 Tweede Lateraanse Concilie.  Het concilie veroordeelde de volgelingen van Arnold van Brescia als ketters en beëindigde het schisma dat veroorzaakt was door de verkiezing van Anacletus II als rivaal van paus Innocentius II (zie 1130 – Anacletus was gestorven in 1138).  Dit concilie verklaarde ook huwelijke van monniken en geestelijken in hogere ambten ongeldig.  Bovendien herhaalde het concilie de steun van Innocentius (vanaf 1136) voor Koning Stephen en niet voor Keizerin Matilda als de rechthebbende heerser van Engeland. (De boeken over (de fictieve) Brother Caedfael zijn geplaatst tijdens deze twisten).

1140 Gratianus produceerde een onofficiele verzameling van het canonische recht dat bekend staat als het Decretum.  Het was een veelgebruikt bronboek voor het recht in het Westen gedurende ca. 100 jaar.

1140 In een brief aan de kanunniken van Lyons veroordeelde Bernardus van Clairvaux het Feest van de Ontvangenis van de gezegende Maagd Maria - lang in het Oosten herdacht op 9 December - Hij stelde dat haar conceptie in tegenstelling tot haar geboorte niet heilig was.

1140 De patriarchale synode in Constantinopel veroordeelde Constantijn Chrysomallos posthuum. Hij was een bewoner (niet een monnik) in het klooster van Kyr Nicholas.  Chrysomallos had de werkzaamheid ontkend van de doop, van berouw en schuldbelijdenis en had nadrukkelijk gesteld dat men geestelijke verlichting moet ontvangen hebben om gered te worden.  Chrysomallos had volgelingen onder hooggeplaatsten.

1141 Peter Abelardus veroordeeld op het Concilie van Sens.  Hoewel hij soms wordt gekarakteriseerd als een scepticus, was het expliciet door  Abelardus nagestreefde doel in zijn Sic et Non om te demonstreren dat de schijnbare tegenstellingen in de schrift, die aan het licht komen door het gebruik van de logica, met elkaar verzoend kunnen worden als de ware bedoeling van de tekst wordt begrepen.  Arnoldus van Brescia (zie 1137) was naar France gekomen en was Petrus Abelardus gaan steunen.  Het Concilie van Sens veroordeelde Arnoldus ook.  Bernardus van Clairvaux had grote invloed op de beslissingen van het concilie.

1143 De burgers van Rome kwamen in opstand tegen de kerkelijke regering en vestigden een Republikeinse vorm van regering, bekend als de Commune.  Rome was tijdelijk onveilig terrein voor de pausen.

1143 Een synode die bijeenkwam in Constantinopel veroordeelde de volgende leerstellingen van de Bogomils.  Deze anathemas werden toegevoegd aan het Synodicon van de Orthodoxie (ziee 843),
(23) diegenen die ontkennen dat de drie leden van de Triniteit één wezen hebben; diegenen die zeggen dat de Zoon bij toeval geschapen werd en enkel een engel is; en diegenen die zeggen dat de Heilige Geest onderworpen is aan de Zoon en de Vader;
(23) diegenen die zeggen dat Satan de schepper en heerser van het heelal is en de schepper van de mens;
(24) diegenen die ontkennen dat de Logos en Zoon voor  alle tijden werd geboren en vlees werd door  de Maagd Maria voor ons heil; dn diegenen die geloven dat de eucharist slechts brood en wijn zijn en niet waarlijk het vlees en bloed van de Heiland;
(25) diegenen die het kruis niet aanbidden waardoor onze God Jezus Christus de inspanningen van de vijand teniet deed

1143 Tussen dit jaar en  1157 werden zes verschillende mensen patriarch van Constantinopel:  Michael de Oxiet Kourkouas (1143-46), Cosmas Atticus (1146-47), Nicholas Mouzalon (1147-51), Theodotos (1151-53), Constantijn Khliarenos (1154-57), en Lukas Chrysoberges (1157-69).  Theodotos’ rechterhand werd zwart tijdens zijn laatste ziekbed.  Na zijn dood beschuldigde Soterichos Panteugenos Theodotos ervan te hebben gesympatiseerd met de Bogomielen: Het onderzoek van Soterichos wees uit dat de lijken van Bogomielen altijd zwarte handen hadden.  Toen Georgeos Tornikes de overleden patriarch verdedigde, beschuldigde Soterichos hem ook van Bogomiele sympatieën.  Zie 1157.

1143 De prior van Steinfeld in het Rijnland vroeg schriftelijk advies van Bernard van Clairvaux betreffende ketters die naar keulen gekomen waren, een bisschop en iemand anders die beweerden een in Griekenland bewaarde geheime traditie te vertegenwoordigen.  Ze noemden zichzelf Apostelen.  De ketters slaagden erin veel aanhangers te krijgen rond Toulouse. De Westelijke Bogomielen werden Katharen or Cathari genoemd.  Zie 1213.

1144 Op 22 Februari veroordeelde een patriarchale synode onder Michael Kourkouas Niphon, een monnik van het Peribleptos klooster in Constantinopel, als Bogomiel.  De volgende patriarch, Cosmas Atticus, was bevriend met Niphon.  Een keizerlijk tribunaal dat samenkwam op 26 Februari 1147, gebruikte dit als excuus om Atticus af te zetten.

1144 De Romeinse (Byzantijnse) keizer Manuel Comnenus (1143-80) bepaalt dat priesters vrijgesteld zijn van belasting en verplichte verrichtingen voor de staat.

1144 Met de prediking van Bernardus van Clairvaux ging de Tweede Kruistocht van start.  De kruistocht vond zijn aanleiding in het nieuws dat de Saracenen het Christelijke vorstendom Edessa hadden veroverd.  Bernardus slaagde erin ridders uit Frankrijk en zuid Duitsland te overreden op kruistocht te gaan maar Spanje en noord Duitsland vond zijn boodschap minder overtuigend.  Paus Eugenius III (1145-53) stond toe dat Alfonso VII van Castillie de Moslims in Spanje aanviel in plaats van die in het Midden Oosten.  De kruistocht werd in Klein Azie verpletterd.

1145 Paus Lucius II (1144-45) stierf op het slagveld tegen een legermacht van de 'Commune' op het Capitool in Rome.

1146 Op 13 Maart woonde Bernard van Clairvaux een Rijksdag bij in Frankfurt waar Saxische edelen vroegen om toestemming om de heidense Slaven in het oosten aan te vallen.  Bernard gaf deze informatie door aan Paus Eugenius, die de kruistocht tegen de Wenden authoriseerde.

1146 Paus Eugenius III (1145-53) werd verdreven uit Rome door een legermacht van Arnold van Brescia.  Arnold had vrede gesloten met de Paus in 1145, en Paus Eugenius had hem als boetedoening op pelgrimstocht naar Rome gestuurd.  Terwijl hij daar was vormde Arnold een alliantie met de Commune (1143) en predikte tegen de paus en de kardinalen.

1147 Toen Paus Eugenius III (1145-53) de tweede kruistocht predikte in het zuiden van Frankrijk, was hij ontsteld over het grote aantal ketters dat hij er vond.  Hij zond Bernard van Clairvaux om hier wat aan te doen.  Bernard vond de ketters geconcentreerd bij Albi, met wevers als meest prominenten.  Ze werden Arriani genoemd naar een dorp bij Toulouse waar ze talrijk waren. 

1147 De Wendische Kruistocht.  Op 13 April gaf Paus Eugenius III (1145-53), in de bul Divina dispensatione, de Saxen geestelijke privileges typisch voor kruisvaarders als aansporing om de heidense Wenden te bestrijden.  De kruistocht was noodzakelijk geworden door de annexatie door Graaf Adolf van Holstein van het Wendische gebied, dat hij beschikbaar stelde aan immigranten uit het westen van Duitsland.  Ter ondersteuning van de kruistocht schreef Bernard, abt van Clairvaux: “Wij verbieden expliciet dat om enige reden ze vrede zouden sluiten met dit volk [de Wenden] ... tot de tijd dat ... ofwel hun religie of hun natie verwoest is.” Nyklot’s troepenmacht (zie 1130) stond tegenover de Deense marine en een Saxisch leger, het laatste onder bevel van Bisschop Anselm van Havelburg.  Nyklot werd verslagen en enige Wenden werden gedoopt.

1147 Duitsers op weg naar het oosten op de tweede kruisvaart plunderden de voorsteden van Philippopolis.  De metropoliet, Michael Italikos, overtuigde de Duitse keizer Conrad II om zijn troepen in bedwang te houden.  Toen vermoordden bewoners enige kruisvaarders.  Italikos slaagde erin Conrad zover te krijgen dat hij de stad spaarde. 

1148 Een concilie dat bijeen kwam in Reims veroordeelde Eudes de l’Etoile vanwege ketterij.  Hij werd gevangen genomen en stierf in de gevangenis.  Eudes (ook bekend als Eon) leerde zijn ketterij bij Saint-Malo en kwam heimelijk samen met zijn volgelingen in het woud van Broceliande.  Hij proclameerde zichzelf als de Christus en zei dat hij was gekomen om de levenden en de doden te oordelen.  Eon’s belangrijkere volgelingen werden Manicheese eons genoemd (Kennis, Wijsheid, etc.).  Eon leefde in luxe stijl op kosten van zijn volgelingen en zijn welvaart leidde tot de beschuldiging dat hij aan magie deed.

1148 In Juli excommuniceerde Paus Eugenius III (1145-53) Arnold van Brescia.

1148-51 Peter Lombardus schreef zijn Vier boeken met Uitspraken, een systematische behandeling van de leer van de Bijbel en de kerkvaders over de Christelijke leer.  Het bleef een standaardwerk tot de 16e eeuw.

1149 Keizer Manuel Comnenus heroverde Corfu op de Normandiers.

1149 De bisschopszetels van Oldenburg en Meckleburg werden opnieuw gevestigd.  Vizelin (zie 1127) werd gewijd tot bisschop van Oldenburg.

1153 Paus Eugenius III (1145-53) sloot een verdrag met de Duitse keizer Frederick I Barbarosa (1152-90) (het Verdrag van Constance) met voorwaarden voor Fredericks kroning.  Eugenius stierf voor Frederick naar Italie kon komen om gekroond te worden.

1154 Philip van Mahdia werd op de brandstapel gedood in Palermo.  Philip, opgevoed als Moslim, was bekeerd tot het Christendom en diende Koning Roger van Sicily.  Hij werd geëxecuteerd toen hij opnieuw islamiet werd.

1154 Nicholas Breakspear werd gekozen als Paus Adrianus IV (1154-59).  Nicholas was de enige Engelsman die tot paus werd verkozen.  Hij had de kerk van Scandinavie gereorganizeerd voor Eugenius III.

1155 Paus Adrianus IV (1154-59) plaatste Rome onder het interdict.  Tegenstand in de Senaat van de Commune stortte in en de pauselijke regering werd hersteld.  Arnold van Brescia vluchtte maar werd gevangen genomen door de troepen van de Duitse keizer Frederick I Barbarosa.  Arnold werd berecht voor ketterij em veroordeeld.  Hij werd opgehangen, en zijn lichaam werd verbrand.  De as werd in de Tiber geworpen.

1155 Paus Adrianus IV kroonde Frederick I Barbarosa (1152-90) tot Heilige Roomse Keizer.

1156 Toen Bisschop Gerold van Oldenburg de Epiphanieen vierde woonden de Slaven de dienst niet bij.  Gerold hakte een bosje met heilige bomen gewijd aan Prove, een Slavische god, om toen hij naar Lubeck reisde.

1156 Willem van Sicilie dwong Paus Adrianus (Hadrianus) IV (1154-59) om het Concordaat van Benevento te tekenen.  De Normandiers kregen hierdoor land tot Napels toe.  De Duitse keizer Frederick I Barbarosa (1152-90) nam dit concordaat op als in strijd met het Verdrag van Constance dat hij met Paus Eugenius III gesloten had in 1153.

1156 Paus Adrianus IV gaf in de bul Laudabiliter Koning Hendrik II van Engeland het recht om Ierland in bezit te nemen.

1157  De Synode van Blachernae, gehouden op 12 Mei.  Deze synode veroordeelde een deel van de dwalingen van  Basilakes en Soterichos (Soterichus).  De volgende vervloekingen van die synode zijn opgenomen in het Synodicon van de Orthodoxie (zie 842).

(28) degenen die zeggen dat Christus zijn offer aan God de Vader alleen bracht en niet aan hemself en de Heilige Geest;
(30) degenen die ontkennen dat het dagelijkse offer van de priesters van de Kerk aan de Heilige Triniteit is;
(31) degenen die zeggen dat het offer van de Goddelijke Liturgie enkel figuurlijk het offer van Christus' lichaam en bloed is; degenen die ontkennen dat het offer in de Liturgie een en hetzelfde is als dat van Christus aan het kruis;
(33) degenen die ontkennen dat Christ ons verzoende met Hemzelf door het gehele mysterie van de economie, en zo ons allen verzoende met heel de Heilige Triniteit maar in plaats daarvan zegge dat we verzoend werden met de Zoon door de incarnatie en met de Vader door het lijden;
(34) degenen die de leer van de Kerk verkeerd verstaan en verdraaien;
(35) degenen die denken dat de vergoddelijking van Christus' menselijkheid zijn menselijke natuur vernietigde; en degenen die ontkennen dat zijn vergoddelijkte menselijke natuurse waardig is vereerd te worden; en degenen die zeggen dat, omdat de menselijke natuur van Christus opgenomen werd in zijn Goddelijkheid, zijn lijden een illusie was;
(36) degenen die de leer verwerpen van Athanasius, Cyrillus, Ambrosius, Amphilochius en Leo van het Oude Rome en die niet de leeringen van de Oecumenische concilies aanvaarden, in het bijzonder de vierde en zesde concilies;
(37) degenen die zeggen dat karacteristieken van Christus' menselijke natuur - zoals het geschapen zijn, begrensd zijn, sterfelijk zijn, en zondeloze passie - alleen hypothetisch bestaan, als men Christus' menselijke natuur abstract bekijkt en niet werkelijk en waarlijk;

Keizer Manuel Comnenus riep het concilie op de twist te beeindigen over de woorden in de liturgie van  Johannes Chrysostomos, “Gij zijt hij die offert en wordt geofferd en ontvangt.”  Basilius, de diaken die de zetel van de evangelien bezette interpreteerde dit als dat de Zoon zowel slachtoffer als ontvanger van het offer is.  Soterichos Panteugenos viel Basilius hierop aan in een Platonische dialoog, maar Georgius Tornikes, metropoliet van Efese verdedigde Basilius.  Een synode (26 Jan 1156) had de zaak beslist ten gunste van Basilius maar Soterichos Panteugenos en Nichephorus Basilakes waren daarbij niet aanwezig geweest en weigerden de beslissing van de synode te accepteren.

Na de synode van Blachernae kwamen Nichephorus Basilakes en Soterichos (Soterichus), diakenen van de Grote Kerk van de Heilige Sofia in Constantinopel terug op hun stellingname.  Georgius Tornikes schreef een tractaat tegen de methoden van Basilakes en Soterichos en beschuldigde hen ervan intellectuele spelletjes te spelen met de leer van de Kerk.

1157 De aartsbisschop van Reims, Samson, signaleerde dat het Manicheanism door rondreizende wevers verbreid werd in zijn diocees.  Deze Manicheeers hadden blijkbaar kritiek op het huwelijk en bevorderden bandeloos gedrag.  Samson noemde de ketters Poblicani.

1159 De kardinalen die Adrianus IV’s opvolger als paus moesten kiezen waren verdeeld in twee kampen.  De meerderheid steunde Alexander III (1159-81), terwijl een minderheid Victor IV (1159-64) koos.  Willem van Sicilie steunde Alexander III, terwijl Victor IV partij trok met de Duitse keizer Frederick I Barbarosa (1152-90).  Gedurende de periode van 1159-80 waren er twee wedijverende pausen.  Victor IV werd opgevolgd door Paschalis III (1164-68), Callistus III (1168-78), en Innocentius III (1179-80).

1160 De Duitse keizer Frederick I Barbarosa (1152-90) rie een concilie samen in Pavia om steun te verkrijgen voor Victor IV als paus.  Victor verwierf echter weinig hulp omdat andere naties weinig verlangen hadden om de paus weer onder invloed van de keizer te zien.  Alexander III excommuniceerde Frederick voor het bijeenroepen van het concilie.

1160 Bern, bisschop van Mecklenburg, bekeerde Pribislav, de zoon van Nyklot en heerser over de Wenden.  Prabislav sloot een overeenkomst met Hertog Hendrik de Leeuw van Saxen, waarin hij Hendrik als heer accepteerde in ruil voor het prinsendom Mecklenburg.  Er werden geen stappen gezet om een Wendische geestelijkheid op te leiden.

1160 Gerold, de opvolger van Vizelin als bisschop van Oldenburg (zie 1149, 1156), verplaatste zijn bisschopszetel naar Lubeck.  Het kapittel van de kathedraal in Lubeck nam de regel van Augustinus aan.

1160 Een zekere Gerardus ging van Duitsland naar Engeland aan het hoofd van een 30-koppige secte.   Gerard was tegen het huwelijk, de doop en de eucharistie.  In opdracht van een concilie te Oxford werden deze “Publicani” gebrandmerkt op het voorhoofd. 

1161Thomas Becket, een gezel van Koning Hendrik II (1154-89) van Engeland, werd Aartsbisschop van Canterbury.  Gervase van Canterbury schrijft de viering van Triniteitszondag (de zondag na Pinksteren) toe aan Thomas, hoewel er aanduidingen zij dat die viering al in de tiende eeuw in de lage landen begon.  De Rooms Katholieke Kerk zette Triniteitszondag op de kalender tijdens het pontificaat van Johannes XXII in de veertiende eeuw.  De Oosters Orthodoxe Kerk kent geen Triniteitszondag en wijdt deze zondag aan Alle Heilige Martelaars.

1161 Edward de Belijder werd gecanonizeerd.  Rond deze tijd werd het nodig om permissie te krijgen van de bisschop van Rome voor veranderingen in de kalender van nationale kerken (zie 747).

1161 Toen de Seljuq sultan Kilidj Arslan Constantinopel bezocht in dit jaar werd zijn voorgenomen bezoek aan de Hagia Sofia verhinderd door patriarch Lukas Chrysoberges (1157-69/70), die niet toestond dat een ongelovige de Grote Kerk betrad.

Op enig moment tijdens Lukas Chrysoberges’ patriarchaat werd de vraag aan de orde gesteld of Moslims die op verzoek van hun ouders door Orthodoxe priesters gedoopt werden verder nog iets moesten doen om zich te bekeren tot de Orthodoxie.  Een synode besloot dat zo'n doop onvoldoende was, zelfs als de moeder van de Moslim Orthodox was.  In plaats daarvan werd gevraagd van degene die zich wilde bekeren om Mohammed en zijn god te vervloeken, zoals gebruikelijk was.  Eene van de viziers van de Seljuq sultan, Iktiyar ad-Din Hasan ibn Gabras, een bekeerling tot de  Islam en lid van de Byzantijnse Gabras familie, drong er bij de keizer op aan de vervloeking af te schaffen omdat die zijn terugkeer tot het Christendom in de weg stond.  In de hoop dat anderen aan het hof van de sultan zich ook zouden bekeren drong Manuel er op aan dat het vereiste om Mohammed en zijn god te vervloeken zou vervallen.  De zaak werd besproken in een synode en als compromis werd de vervloeking veranderd zodat die enkel sloeg op  Mohammed en zijn leer.

1162 Hendrik, aartsbisschop van Reims, signaleerde dat een groot aantal ketters in Vlaanderen was doorgedrongen.  Hij noemde ze “Manichaeers die bekend zijn als Populicani.”

1163 Katharen werden verbrand op aandringen van Eckbert, Abt van Schonau.

1163 Paus Alexander III (1159-81) hield een concilie in Tours.  Koning Louis VII (1137-80) vroeg de paus om allen te veroordelen die steun gaven aan de ketters in Gascoigne en het gebied bij Toulouse (zie 1147).

1164 Hilarion, bishop van Moglena (in Macedonia) sterft.  Hilarion is de enige 12e eeuwse Orthodoxe bisschop die beschouwd wordt als heilige.  Hij kwam naar voren als tegenstander van de Paulicianen en de Bogomielen van Macedonie.  Eens stenigden de Bogomielen hem maar hij deed de bewoners van Moglena ervan afzien om wraak te nemen.  Hilarion bouwde een kerk gewijd aan de Heilige Apostelen op de plaats waar de Bogomielen gebedsbijeenkomsten hielden.

1164 Paus Alexander III (1159-81) vestigde in Uppsala een bisschopszetel.

1165 In dit jaar waren de Katharen van de Languedoc zo talrijk geworden dat ze openlijk de regionale prelaten confronteerden toen ze te Lombers (Lombez) samenkwamen.  Een ketterse leider genaamd Oliver verkondigde publiekelijk zijn leer.

1165 Op bevel van de Duitse keizer Frederick I Barbarosa (1152-90) canonizeerde Paus Paschalis III (1164-68) Karel de Grote. 

1166 Een concilie kwam bijeen voorgezeten door keizer Manuel Comnenus om de interpretatie van Johannes 14.28 te bespreken:  “Mijn vader is groter dan Ik.”  Demetrius van Lampe, een Romeinsn (Byzantijns) diplomaat die recentelijk teruggekeerd was uit het Westen bracht de zaak onder de aandacht van de keizer.  Demetrius ridiculiseerde de manier waarop het vers daar geïnterpreteerd werd:  Christus was minder dan zijn  vader in zijn menselijkheid maar gelijk in zijn goddelijkheid.  De keizer vond de westerse interpretatie redelijk.  Uiteindelijk riep hij een concilie samen om uitsluitsel te geven.  Het concilie kwam samen op 2 maart.  De volgende vervloekingen werden gericht tegen Constantijn de Bulgaar, voorheen Metropool van Corfu, en Johannes Irenicus, door een synode in 1166.  Ze zijn toegevoegd aan het Synodicon van de Orthodoxie (zie jaar 842).

(vervloekt zij)
(38) Constantijn de Bulgaar, die zegt dat “Mijn vader is groter dan Ik” alleen verwijst naar Christus' menselijke natuur, abstract genomen; terwijl de Vaderen zulk een abstractie enkel gebruiken om uitspraken uit te leggen die onderdanigheid of onwetendheid impliceren en de uitspraak "Mijn vader is groter dan ik" op verschillende manieren verklaren, waarvan één is dat de uitspraak verwijst naar het feit dat Christus' menselijke natuur behield in de hypostatische eenheid;
(39) degenen die het eens zijn met Constantijn van Bulgarije;
(40) Johannes Irenicus, die dezelfde mening was toegedaan.

Op aandringen van de keizer besloot het concilie dat, “onder Christus moest begrepen worden zijn geschapen en concrete natuur, waardoor hij leed, als others.”  In de vorm van een edict (een Ekthesis) proclameerde de keizer strenge bestraffing voor degenen die weigerden deze formule te accepteren:  bisschoppen en ambtenaren zouden hun aanstelling verliezen terwijl lagere geestelijke verbanning konden verwachten.  De Ekthesis werd in steen gehouwen en opgericht in de narthex van de Hagia Sofia.  Van Metropolen werd gevraag dat wie hen verkozen een exemlaar van de Ekthesis ondertekenden.  Blijkbaar was een groot deel van de kerk in Constantinopel tegen de Ekthesis, wellicht vanwege anti-Latijnse gevoelens in de hoofdstad.

1167 Een groep Poplicani (ook bekend als Deonarii) werd veroordeeld in Vezelay in Bourgondie.  Zeven werden verbrand, één werd gegeseld en losgelaten.  Ze hadden geweigerd de waarde van de sacramenten te bevestigen.

1167 Rond dit jaar zat een Bogomiel die bekend was als Papa Niquinta of Nicetas een vergadering voor van leiders van de Katharen van Languedoc te Saint-Felix-de-Caraman (bij Toulouse).  Nicetas claimde het hoofd te zijn van de kerk van Drugunthia (locatie onbekend).  Hij adviseerde de Katharen qua kerkorganisatie het voorbeeld van de Bogomiele kerken in het Oosten te volgen  (Roemenie, Drugunthia, Melenguia, Bulgarie, en Dalmatie), welke allen onafhankelijk waren maar ernaar streefden in vrede met elkaar te leven.  Nicetas leerde een absoluut dualisme, waarin er twee ongeschapen goden zijn, een goed en een kwaad, dit contrasteerde hij met de leer van de Bulgaarse Bogomielen, die leerden dat de Satan een schepsel was.  Nicetas bezocht ook de Katharen van Lombardie, wier leider, Markus, zijn geloof geleerd had van Bulgaarse Bogomielen.  Markus accepteerde verbetering van Nicetas, maar in een later stadium twijfelde een afgevaardigde van de Bulgaarse Bogomielen de geldigheid van de wijding van Nicetas en beweerde dat Nicetas’ voorganger als bisschop van Drugunthia aangetroffen was met een vrouw in zijn kamer.

1168 Koning Valdemar I van Denemarken veroverde Rugen (zie 1134). De tempel van Svantovit werd verwoest.  Svantovit zelf (of zijn beeld) werd als brandhout gebruikt.  De inwoners van Rugen namen het Christendom weer aan.  Er waren twaalf kerken op het eiland in 1172.

1168 Giovanni de Struma werd Paus Calixtus III (1168-78) met steun van de Duitse keizer Frederick I Barbarosa (1152-90).

1169 Normandische avonturiers (aangemoedigd door Paus Adrianus IV’s bul Laudabiliter (1156)) vielen Oost Ierland binnen.  Koning Hendrik II van Engeland nam het in October 1171 in bezit.

1169 In dit jaar werd een klooster voor Russen gevestigd op de berg Athos (zie 963).

1169-1187 Een periode van vervolging voor Coptische Christenen.  Uit angst dat zij Frankische kruisvaarders zouden steunen verboden de Ayyubid heersers Copten ambten te bekleden of paarden te berijden, verboden ze klokgelui, kruisen en religieuse processies, en lieten ze kerkmuren zwart schilderen. Deze beperkingen werden verzacht nadat de kruisvaarders werden verslagen.

1170 Op enig moment tijdens zijn patriarchaat in Constantinopel (1170-78) onderdrukte Michael Ankhialos vieringen die plaats vonden op de avond van 23 Juni.  De vieringen omvatten het aankleden van een jonge oudste dochter als bruid en haar manipuleren van kleine persoonlijke zaken om de toekomst van de eigenaars ervan te voorspellen.  De vierders sprongen ook over vreugdevuren om geluk te verwerven, versierden huizen en besprenkelden deze met zeewater.  Ankhialos werd door Eustathius van Thessalonica geprezen voor het onderdrukken van ketterijen.

1171Thomas a Becket werd vermoord  door vier ridders in Canterbury Cathedral.

1171 Paus Alexander III publiceerde de bull Non parum animus noster, waarin hij oorlog tegen de Estlanders en Finnen gelijkstelde met een pelgrimage naar het Heilige Land:  “Wij verlenen daarom aan degenen die met macht en moed vechten tegen de voornoemde heidenen een jaar lang aflaat van de zonden die ze belijden en waarvoor ze boetedoening ontvangen, vertrouwend op Gods genade en de verdienste van de apostelen Petrus en Paulus, net zoals we gewoonlijk verlenen aan degenen die het graf van de Heer bezoeken en als zij omkomen verlenen wij hen vergeving van al hun zonden.”

1171 De Romeinse (Byzantijnse) keizer Manuel I Comnenus (1143-80) liet alle Venetianen in het rijk arresteren en confisceerde hun bezittingen.  Hij had handelsbetrekkingen aangegaan met Genua in 1169 en met Pisa in 1170.

1173 Euphrosyne van Polotsk, patroon heilige van Belarus, sterft.  Euphrosyne was de dochter van Prins Vseslav van Polotsk.  Zij ging in het klooster in plaats van te trouwen.   Zij gaf haar inkomen uit het copieren van boeken aan de armen.  Tegen het einde van haar leven reisde ze naar Constantinopel en het Heilige Land.

1176 De Romeinse (Byzantijnse) Keizer Manuel Comnenus (1143-80) verslagen door de Turken bij Myriocephalon in Anatolia.

1176 De Orthodoxe patriarch van Jerusalem, Leontius, werd gevangen genomen door de Franken toen hij Jerusalem heimelijk binnenkwam om zijn bisschopszetel te bezoeken.

1177  Joachim van Fiore (1130/35-1201/02) werd abt van het Cisterciensische klooster in Corazzo, Sicilie, kort voor hij een Trinitarische filosofie van de geschiedenis ontwikkelde.  Het Oude Testament correspondeerde met de tijd van de Vader, en de periode sinds de incarnatie was de periode van deZoon.  De derde periode, die van de Geest, zou verworven zijn door de inspanningen van de Kerk, in het bijzonder door kluizenaars en kloosterlingen, en zou begonnen zijn in 1260.  De Franciscaanse en Dominicaanse ordes werden later gezien als de vervulling van de behoefte aan geestelijke arbeiders.  Joachim was mysticus en had drie momenten van intense geestelijke verlichting meegemaakt.

1178 Op verzoek van Louis VII van Frankrijk (1137-80) zond Paus Alexander III (1159-81) een missie naar Toulouse om de Katharen te bestrijden.  Afgezien van Graaf Raymond V van Toulouse stonden de edelen gunstig tegenover de Katharen en gaven ze geen steun aan de missie.  De Cisterciensische kardinaal Petrus van Chrysogonus werd uitgejoeld in de straten van Toulouse.

1179 Lando di Sezze werd verkozen tot Paus Innocentius III (1179-80).  Innocentius was de vierde in een serie zogenaamde “tegepausen” die teruggingen tot Victor IV in 1159.  Alexander III liet Innocentius opsluiten in het klooster van La Cava in het zuiden van Italie.

1179  Derde Lateraanse Concilie.  Dit concilie veroordeelde de Katharen en besloot dat tweederde van de kardinalen nodig was om tot de verkiezing tot paus te komen.

1180 Een Augustijnse kanunnik, Meinhard, vestigde een missiepost te Uxkull (Ikskile), landinwaards aan de rivier de Dvina (Daugava) (modern Letland).  Hij had daar een stenen fort om zich te verdedigen tegen Lithouwse slavenhandelaars.

1182Veel Latijns-sprekende bewoners van Constantinopel werden afgeslacht door het Romeinse (Byzantijnse) gepeupel gedurende een oproer.  Veel van hen waren Venetiers.

1184 Paus Lucius III (1181-85) vaardigde de bul Ad Abolendam uit die de leer van Petrus Valdes (Peter Waldo) veroordeelde.  Valdes was een ongeletterde lekeprediker in Lyon die zich bediende van een bijbel in de volkstaal.  Zijn volgelingen, de Waldenzen, verbreidde zich door een groot deel van West Europe.  Zij weigerden eden af te leggen voor rechtbanken, baden niet voor de doden en hadden kritiek op de verering van het kruis.  In plaats daarvan legden zij de nadruk op morele puurheid, schuldbelijdenis, vasten, armoede en jaarlijkse communie.  Lucius zette een inquisitie op om het hoofd te bieden aan de Waldensen en de Katharen.

1184 De synode van Verona veroordeelde de Arnoldisten, volgelingen van Arnold van Brescia (zie 1137, 1155).  De Arnoldisten hadden kritiek op de wereldlijke macht van de kerk en zagen een tegenstelling tussen materieel bezit en geestelijke gezondheid.

1185 In Augustus belegerden en verwoestten de Normandiers Thessalonica.  Er is een beschrijving van de Normandische gruwelijkheden, written by Eustathius, metropool van de city.  Eustathius klaagde ook dat de Normandische overwinnaars de Griekse kerkdiensten minachten en dat de locale Joden en Armeniers profiteerden van de verwoesting van de stad (ze vroege hoge prijzen voor brood) en zich erin verheugden dat een ramp de Grieken getroffen had.

1186 Dood van Johannes van Novgorod.  Hij was aartsbisschop van Novgorod geweest gedurende een beleg.  Toen hij op een dag bad had Johannes een visioen van de Theotokos, die hem opdroeg naar de Kerk van Christus Redder te gaan en haar ikoon vandar mee te nemen en langs de muren te dragen.  Zij beloofde dat hij dan de redding van de stad zou zien.  Terwijl Johannes de ikoon in processie naar de stadsmuren droeg gingen tranen stromen uit de ogen van de Maagd Maria en de vijand raakte in complete verwarring en vluchtte.

1186 Stichting van het Tweede Bulgaarse Rijk. Johannes (Ivan) Asen I was tsar van 1186 tot 1196.

1187 Dood van Gerard van Cremona, die meer dan 70 oude Griekse werken vanuit het Arabisch in het Latijn vertaalde.

1187 De Fatamid (Turkse) vizier Yusuf Ibn Eyub, bekend onder de titel van Sala ed-Din, of Saladin, viel Palestina binnen en versloeg de kruisvaarder Koning Guy in de slag bij Tiberias in Juni, en veroverde Jeruzalem in Oktober.  Daarnaasy veroverde  Saladin Egypte en verzekerde zo dat de westelijke Islam Soenitisch was – hoewel de Islam in Perzie Sjiitisch is gebleven.

1188 Paus Clemens III (1187-91) erkende de gemeenschappelijke regering van Rome (zie 1143).

1189 De Derde Kruistocht werd ondernomen onder leiding van Richard Leeuwenhart van Engeland (1189-1199), Philip Auguste van Frankrijk (1180-1223), en Frederik Barbarosa van Duitsland (1152-1190).  Er was sterke volkssteun in Constantinopel voor de pogingen van patriarch Dositheus (1090-91) om de doorgang van de kruisvaarders te blokkeren.  De kruisvaarders slaagden erin Cyprus en Acre in 1191 te veroveren.  Tijdens zijn terugkeer werd Richard gegijzeld door Leopold van Oostenrijk en gevangen gehouden door Hendrik VI.

~1190 De Germaanse Orde van Jeruzalem (de Germaanse Ridders), grotendeels bestaand uit Germaanse ridders van de derde kruistocht.  Hun doel was de Christelijke aanwezigheid in het Heilige Land veilig te stellen.

1091 Op terugreis van de Derde Kruistocht verbleef Philippus Augustus op het eiland Patmos.  Hij gaf het Klooster van  Johannes de Theoloog dertig bezanten en vroeg om een reliek van. Christodoulos, de stichter van het klooster (zie 1088).  De monniken weigerden maar een van Philippus’ volgelingen beet de top van een van Christodoulos’ vingers af en nam die mee.  Een storm dwong later Philippus'  gezelschap terug naar het eiland en de vingertop werd teruggegeven aan het klooster.

1194 Het Normandische koninkrijk in zuid Italy werd deel van het Duitse keizerrijk.

1195 Enige tijd na dit jaar stierf Theodore Balsamon, patriarch van Antiochie (1185-95?).  Balsamon kon zijn schapen slechts met moeite hoeden vanwege de aanwezigheid van kruisvaarders en een Latijnse patriarch in die stad.  Hij was een bekende canonist en streefde naar harmony tussen kerkelijke en keizerlijke wetgeving/jurisdictie, en was een voorvechter van de rechten en het gezag van het Eocumenische Patriarchaat.

Rond dit jaar vroeg de patriarch van Alexandria Balsamons advies over of hij de communie moest verstrekken aan Latijnse krijgsgevangenen.  Balsamon antwoordde door het primaat van de paus te verwerpen en door de 28e canon van het concilie van Chalcedon te gebruiken om te argumenteren dat de patriarch van Constantinopel all de privileges had die zouden zijn geschonken aan de Paus door het Geschenk van Constantijn.  Omdat Rome vervallen was in ketterij zouden de Latijnse krijgsgevangenen zich eerst moeten bekeren alvorens de communie te ontvangen.

1197 In dit jaar werd een klooster gevestigd voor Servier op de berg Athos (zie 963).

1197 De monnik Boso werd abt van het kloooster in Alet (zuid Frankrijk).  De monniken hadden de voorkeur gegeven aan een ander candidaat maar Bertrand van Saissac, de regent van Foix, dwong hen Boso te kiezen in een concilie voorgezeten door het lijk van hun voormalige abt.

1198 De Livonische Kruistocht.  Toen Meinhards (zie 1180) opvolger Berthold zag dat de missie langs de Dvina gevaar liep een fiasco te worden drong Paus Celestinus III (1191-98) aan op een kruistocht.  Een Saxisch leger viel Livonie (~modern Letland en Estland) en versloeg de Livoniers.  Berthold werd gedood.  Toen de Saxen naar huis terugkeerden vluchtten de priesters op de Livonische missieposten omdat ze door de Livoniers met de dood bedreigd werden.  (De onbetrouwbaarheid van toevallige kruisvaarders in het beschermen van missionarissen leidde later tot de vorming van militaire/geestelijke broetdrschappen - zie 1202.)

1198 Gedurende Innocentius III’s pontificaat (1198-1216) vermeerderde het pausdom zijn directe invloed op de kerk zowel door geschreven instructies als door pauselijke afgevaardigden.  Elementen van het moderne Westerse systeem van liturgische kleuren kunnen al gevonden worden in een tractaat van Innocentius III dat hij schreef voor hij in 1198 paus werd.  Sinds de tijd van Paus Gregorius VII (1075-83) waren de pausen er niet meer tevreden mee zich te identificeren als vicaris van St. Petrus.  Innocentius weerspiegelde deze verandering van perspectief toen hij schreef:  “Wij zijn de opvolgers van de Prins der Apostelen, maar but we zijn niet zijn vertegenwoordigers, noch de vertegenwoordigers van enig mens of enige apostel, maar de vertegenwoordiger van Jezus Christus zelf.”

1199 Innocentius III zond een Cistercienzische missie naar Languedoc om de Kathaarse ketters aan te pakken, die talrijk waren in die provincie.

1199 Bosnie werd openlijk een Bogomiele staat toen Kulin, de Ban van Bosnie, en tien duizend onderdanen publiekelijk hun Bogomiele geloof beleden.  De Bogomielen van Bosnie werden bekend als Patarenen.  De kracht van de Patarenen in Bosnie eindigde pas met de verovering door de Turken in 1463.

1200 Dood van Stephan Nemanya, voormalige Groot Zhupan van Servia, die zijn zoon Sava het monastieke leven in gevolgd was (zie 1219), en de naam Symeon had aangenomen.  Tegen het einde van de dertiende eeuw riep Nemanya een  concilie van de Servische kerk om de leer van de Bogomielen.  Some of the Bogomil missionaries had entered Bosnia, where they were instrumental in the conversion of Kulin.

1200 In de late twaalfde eeuw schreef de monnik Athanasius van Jerusalem aan een zekere Pank, die Bogomiele geschriften gelezen had, “Als je de homilie van de priester Jeremiah gelezen hebt, die over het Heilige Hout en de Heilige Triniteit, waar je over placht te praten, dan heb je leugenachtige fabels gelezen.”  Dit citaat geeft het bestaan van een corpus aan Bogomiele werken aan.  De editie van 1608 van de Russische index “Van Ware enValse Boeken” identificeerde de priester Jeremiah met Bogomiel zelf.

1200 Albert van Buxtehunde leidde een kruistochtleger het land Livonia in.  In 1201 verliet hij de missiepost te Uxkull (zie 1180) en vestigde zijn basis aan de mond van de rieveir de Dvina.  Dit was het begin van de stad Riga.

1200 Toen Johannes “de Vette” Comnenus inbrak in de Hagia Sophia in Constantinopel en zich liet uitroepen tot keizer, verborg  patriarch Johannes Kamateros (1199-1206) zich in een bezemkast.  Keizer Alexius III Angelus (1195-1203) bedwong de couppoging van Johannes Comnenus’s coup.

Het was gebruikelijk in deze periode in Constantinopel dat geleerden discussieerde in het voorhof van de Kerk van de  Heilige Apostelen over zaken als conceptie, het wezen van gezichtsvermogen, getalheorie, en het functioneren van zintuigelijke waarneming.

1200 Een synode kwam bijeen in Constantinopel om de eucharistie te bespreken vanwege een controverse vanaf 1197 tussen  Johannes Kamateros en de historicus Nicetas Choniates.  De er uit voortvloeiende synode veroordeelde de leer van Myron Sikidites (aka Michael Glykas).  Glykas had beweerd dat, omdat het brood gebroken werd door de priester, het niet meer kon vergaan.  Hij concludeerde ook dat, omdat Christus’ lichaam getransformeerd was na zijn offer aan het kruis, de elementen in de communion ook wonderlijk getransformeerd werden nadat zij geofferd waren, dat wil zeggen, nadat ze genuttigd waren.  Echter, toen de beslissing van de synode werd voorgelezen aan de keizer om geratificeerd te worden, kwam Johannes Kastamonites, de bisschop van Chalcedon, iemand die enthousiasme kon opbrengen voor de visie van Sikidites ongenodigd binnen en bestreed de beslissing met grote overredingskracht.  Sikidites werd niet terechtgewezen.

1200 Het begin van de ‘Kleine IJstijd’ in West Europa, die ongeveer 200 jaar duurde.  De koudere, vochtiger omstandigheden veroorzaakten slechte oogsten en  na 1250 was er weinig nieuw land beschikbaar om in cultuur gebracht te worden.  West Europa kende ettelijke perioden van hongersnood in de vroege veertiende eeuw. 


 
  setstats 1