NOEME WILLEM
VISSER Wie en Waarom

LITURGIE &CETERA Thema's
  Kerkelijk Jaar
Hoofddienst   Getijden   Devotie   Uitingsvormen  

Liturgie

LITURGIEK
Liturgiek TVG

Liturgiegeschiedenis

Joods

Vroeg Christelijk

Oosters Orthodox

Westers Katholiek

Protestants

HYMNOLOGIE

Geschiedenis van de Hymnodie

Oud Joodse Hymnodie
Vroeg Christelijke Hymnodie
Griekse Hymnodie tot 900AD
Latijnse Hymnodie
Lutherse Hymnodie
Calvinistische (Franse) Psalmodie
Nederlandse Gemeentezang
na de Reformatie

Engelse Hymnodie

Muziekgeschiedenis




Vroeg Christelijke Liturgie

Eredienst in de Vroege Kerk

  •  De Eucharistie en de Opstanding
  •  De invloed van vervolging op eredienst
  •  De Kern van de Christelijke Eredienst
  •  Nadruk op de Eucharistie
  •  De Christelijke vorm van eredienst

    Zie ook verdere pagina's over de vroeg Christelijke Eredienst
  • Ontwikkeling van de Eredienst
  • Joodse Elementen in de Eredienst
  • Eredienst in de Vroege Kerk
  • Kerk Keizerrijk en Cultuur
  • Vroeg Christelijke Kerkmuziek

    De eerste Joden die geloofden in Christus hielden de traditie van hun voorouders in ere en namen deel aan de eredienst zowel in de Tempel als in de synagoge. Hier voegden zij typisch Joodse gebruiken toe, die in feite omgevormde Joodse gebruiken waren. Deze omvatten de Doop, de Viering van de Maaltijd van de Heer (de Eucharistie), de Agape viering, en andere. Doop bestond al in de Joodse religieuze praktijk (speciaal voor proselieten) als een persoonlijke bekering. De Doop werd, net als de Maaltijd van de Heer, omgevormd zowel qua vorm als inhoud door Jezus Christus. De doop werd meer dan berouw om zonden, maar gedoopt worden in de Nam van de Drieëenheid verleende ook vergeving en inlijving in het Lichaam van Christus, de Kerk. De Doop werd de eenmalige initiatierite waardoor men de heilige Geest ontving en deel ging uitmaken van de Kerk.

    Zo hielden de eerste Christenen de door de tempeldienst aangegeven gebedsuren en namen ze deel aan de eredienst in de Synagogue.En op de eerste dag van de week kwamen ze op een andere manier samen.

    TERUG NAAR BOVEN

    De Eucharistie en de Opstanding

    Jesus was gekruisigd op Vrijdag, de dag voor de Joodse Sabbath, en was opgestaan op Zondag, de derde dag. Daarom vierden ze op de eerste dag van de week de Maaltijd van de Heer.
    Op zaterdagavond begon de zondag.
    Luke vertelt in Hand 10:7, "Op zaterdag avond kwamen we samen voor het gemeenschapsmaal.

    In de vroege Kerk werd de Maaltijd van de Heer gevierd als onderdeel van een gemeenschappelijke maaltijd (de agape viering). Bij deze tafelgemeenschap toonden de gelovigen elkaar de liefde en eenheid die ze in Christus deelden. Ze deelden wat ze konden missen. Als onderdeel van deze maaltijd was er de Eucharist, het danken voor de genade in Jezus Christus. Het sacrament had de symbolische lading van het Joodse pesachmaal, maar nu omgeduid en gericht op het Lichaam en bloed van Christus, het Lam van God. Misschien was het wel het ontbreken van die symbolische achtergrond die leidde tot misbruik in de kerk uit de heidenen. Paulus wijst de Corinthiers tercht om hun egoisme, het toelaten dat sommigen te weingig kregen terwijl anderen zich dik aten en dronken werden. Zo kon de Eucharistie niet gevierd worden (I Cor. 11:20-21).

    In het begin was het Christendom slechts een van de vele sekten binnen het Jodendom. Ondanks hun verschillen deelden deze allen de Tempeldienst en de synagogedient, en hadden hun eigen samenkomsten voor hun waar zij speciaal de nadruk op legden.De continuiteit met de Joodse eredienstpraktijk was derhalve vanzelfsprekend.

    TERUG NAAR BOVEN

    De invloed van vervolging op eredienst

    De vervolgingen verstoorde het vreedzame samenleven van Joden en Christenen en stuurde de Christelijke eredienst in een eigen richting. De eerste vervolging wordt gemeld in Hand 6 en 7, en resulteerde in het martelaarschap van Stefanus. De vroegste vervolging was van de zijde van de Joodse authoriteiten.Hoewel er in het boek Handelingen al tekenen zijn van de vervreemding tussen de twee gemeenschappen, waar bijvoorbeeld Christenen niet langer welkom zijn in de synagoge en Paulus dreigt gelyncht te worden op het terrein van de Tempel (Hand. 21.) was het een proces dat op niet overal even snel ging en op sommige plaatsen enige eeuwen duurde.

    TERUG NAAR BOVEN

    De Kern van de Christelijke Eredienst

    Wat was de resulterende orde van dienst? De synagogale eredienst structuur bestond uit gebeden, belijdenis, Schriftlezing, een preek, en een zegen. En deze vorm werd de kern van de Christelijke eredienst.

    Aanwijzingen hiervoor zijn te vinden in de vroegste Syrische kerken, en in de Constitutio Apostolicaan en de Didache, en in de praktijk van de uiterst conservatieve Nestoriaanse kerken. "De oud Syrische kerk schijnt een gekerstende versie te zijn van een Joodse synagoge." [1] Er is een bema in het centrum, een Ark met voorhangsel en kandelaar waarin het Woord van God bewaard wordt, en een zetel voor de bishop die lijkt op de zetel van Mozes. Aan deze synagogale elementen was een altaar toegevoegd en de kerk was naar het oosten gericht.

    Christelijke kerken waren naar het oosten gericht. Christenen waren gericht op het hemelse Jeruzalem van waar de Messias zou komen en zagen zichzelf als "tempel van de heilige Geest." Het oosten is de plaats van de opgaande zon en voor vroege Christenen was dit "het enige passende symbool van de wederkomst van Christus in heerlijkheid, als Zon der Gerechtigheid in Zacharia." [2] Tertullianus spreekt over publiek en privé gebed naar het oosten als een apostolische traditie en het drukte de eschatologische verwachting uit dat Christus zal verschijnen als de Rijzende Zon die nooit zal ondergaan.

    Aan de kern van de synagogale eredienst (vaak aangeduid met de term Synaxis of Dienst van het Woord) werd de vervulde tempeldienst toegevoegd, de Maaltijd van de Heer (de Eucharistie), die ingevoegd werd voor de zegen. Dit omvatte het gebruik van Psalmen op reciteertoon zoals gebruikelijk in de Joodse tempeldienst, waar Paulus ook naar verwijst in Efeziers 5:19 en Kolossenzen 3:16 als hij aanmoedigt tot het gebruik van "psalmen, gezangen en geestelijke liederen".

    Vanwege de nauwe banden met de Joodse gemeenschap gingen Paulus en de andere verbreiders van de weg van Jezus altijd eerst naar de synagoge (als Jood waren ze dat gewend). De christelijke gemeente te Jeruzalem was hoog in aanzien omdat het daar allemaal begonnen was. Je zou kunnen zeggen dat het de "Moederkerk" was en als er vragen rezen werd deze gemeente geraadpleegd. Hierdoor hielden ook de heidenkerken de band met de Joodse eredienstpraktijk. De overeenkomst met de synagogale praktijk laat zien dat de vroege kerk zich niet verzette tegen zijn Joodse wortels. [3]

    In zijn boek, De Geschiedenis van de Kerk (18.1) haalt Eusebius, een vierde eeuwse historicus en bisschop Philo aan, een Joodse historicus die in de eerste eeuw schreef. Philo beschrijft de Christelijk "de hele nacht durende waken voor de grote feesten, de geestelijke discipline waarin die doorgebracht worden, de hymnes die we altijd reciteren, en hoe terwijl één man met een regelmatig ritme zingt de anderen in stilte luisteren en invallen bij het refrein van de hymne." [4] Dit moet het antifonale zingen van een litanie (serie gebeden) zijn, een joodse eredienstpraktijk, die Philo herkent. Aan het eind van de eerste eeuw was de Christelijke Kerk al verbreid over een groot deel van het Romeinse Rijk. Er waren Christelijke gemeenten in de meeste grote steden en in veel kleinere. Deze gemeenten bleven de overgeleverde (synagogale) eredienststructuur gebruiken maar met toevoeging van de Maaltijd van de Heer.
    De eredienst zal gewoonlijk eenvoudig geweest zijn, werd in het begin bij welgestelde leden thuis gehouden en in tijden van vervolging in het geheim. Alexander Schmemann stelt dat de liturgische vorm gewoonlijk was:"de bisschop, omgeven door presbyters (ouderlingen) met het gezicht naar de gemeente, de Avondmaalstafel, waarop de diakenen de gaven (brood en wijn) die aangeboden werden geplaatst hadden, prediking, gebed, het eucharistisch gebed (gebed voor de communie) en de uitdeling van de heilige gaven (brood en wijn)." [5]

    De vrijheid van de eerste jaren toen christenen deel konden nemen aan de Joodse eredienst in Tempel en synagoge en zelf de Maaltijd van de Heer vierden veranderde door de vernietiging van de Tempel en de vervolgingen. Er trad een litugische comprimering op. Onnodig materiaal uit de synagoge dienst werd verkort of verdween. Het effect was een eenvoudiger dienst met dubbele nadruk op het lezen van de Schrift en op de Maaltijd van de Heer. Omdat kerken zich altijd georienteerd hebben op de vroege kerk lijkt die op de huidige kerken. In zijn inleiding opf De Geschiedenis van de Kerk van Eusebius zegt de redacteur dat we in de uitspraken van Eusebius en van de vroege Christenen die hij aanhaalt een kerk zien die we herkennen. "We zien hetzelfde onderscheid tussen mensen met een kerkelijk ambt en mensen zonder, dezelfde onderverdeling van de ambten in bisschop/predikant, presbyter/ouderling en diakenen, dezelfde nadruk op de directe lijn naar de apostelen en op één heilige algemene Christelijke Kerk die beoogd wordt door Christus. We vinden het Christendom ingedeeld in diocesen en kerkprovincies, met aan het hoofd bisschoppen die hoog in aanzien staan." [6]

    TERUG NAAR BOVEN

    Nadruk op de Eucharistie

    In de tweede eeuw werd de Maaltijd van de Heer gescheiden van het Liefdesmaal (Agape viering). Hierbij kunnen meerdere factoren een rol gespeeld hebben, maar het resultaat was dat de viering van de Maaltijd van de Heer niet meer onderdeel was van een 'gewone' maaltijd.

    Het woord Eucharistie betekent dankzegging (zie Lukas 22:16). Bij de instelling van het Avondmaal duidde Jezus Christus het Joodse ritueel om, hij vulde zichzelf en zijn heilswerk in als betekenis. Na de opstanding komt die duiding pas tot zijn recht.

    Door het ritueel van de Maaltijd van de Heer ontving de Christen geestelijke voeding. De Eucharistie was de actualizatie van de doorbraak in Christus. [7] Door hieraan deel te nemen kreeg de Christen deel aan zijn lijden maar ook al een voorsmaak van zijn opstanding." [8]

    De deelname aan de Maaltijd van de Heer werd niet gezien als een herdenking maar als een actualizatie, als brandstof die de vlam van vernieuwing gaande hield.

    Hierbij kregen de instellingswoorden een centrale rol en werden ze het centrum van het tafelgebed. Deze nadruk werd bijvoorbeeld uitgesproken door Justinus Martyr, ca A.D. 150, die zei: "Want wij ontvangen deze zaken niet alsof ze gewoon voedsel en drinken zijn... het voedsel waarover de dankzegging is uitgesproken wordt het vlees en bloed van de vleesgeworden Jezus om ons vlees en bloed te voeden." Justinus noemde dit eten Eucharistie, dankzegging of zegening, net als hij de afwassing bij de doop "verlichting" noemde. Voor hem was het een echte en een krachtige handeling van God. [10] Daarom beschouwde Ignatius (Bisschop van Antiochie in A.D. 67, overleed 107 A.D), "de Kerk als een Eucharistische vereniging waarin ze alleen hun ware aard realizeerden als ze de Maaltijd van de Heer vierden en zijn lichaam en bloed ontvingen in het sacrament." [11]

    Toch zijn er varianten gevonden van het tafelgebed waarin de instellingswoorden zelfs niet voorkomen.

    TERUG NAAR BOVEN

    TERUG NAAR BOVEN

    De Christelijke vorm van eredienst

    Aan het eind van de eerste eeuw is er in alle regionale varianten een elementaire structuur te ontdekken die gangbaar geworden was. De eredienst aan God richtte zich op Jesus Christus en de Tafelgemeenschap met Hem. In the process she remained true to her origin in Jewish worship which the Lord Himself had practiced and which had been revealed by God. The shed blood of bulls or goats was no longer at the core. This sacrifice was fulfilled for all time in the Body and Blood of Jesus Christ, which is central still to the life of the Church in the Holy Eucharist. Thus, as the lives of the Apostles ended, as the responsibility for the Church was being handed on to the next generation, her worship of God was established. The basic form of the Liturgy was settled, to be refined and enhanced over the coming years, but never altered in its basic form and meaning.

    De grote structurele verandering in de ontwikkeling van de Christelijke eredienst had plaatsgevonden voor het eind van de derde eeuw. Tot die tijd was het niet ongebruikelijk dat de Christelijke eredienst nog twee gescheiden delen had, de Synaxis (direct ontleend aan de Synagoge ) en de Maaltijd van de Heer. De Maaltijd van de Heer was alleen voor gelovigen. Gaandeweg werden de twee één. Tegen het eind van de zesde eeuw was het gescheiden houden van de aparte onderdelen ongebruikelijk geworden. De twee onderdelen hadden enige op elkaar lijkende en overlappende gedeelten, die in elkaar geschoven werden. Voor de synthesis, hadden de Synaxis en de Eucharistie de volgende onderdelen:" [14]

    Synaxis of "Samenkomst" Eucharistie
    Groet en Respons Groet en Respons
    Lezingen met Psalmodie Vredeskus
    Psalmodie Offertorium
    Preek Eucharistisch gebed
    Wegzending van de Catechumenen (geloofsleerlingen) Breken van het brood
    Voorbeden Communie
    Zegen Zegen

    In de Oosters Orthodoxe Kerk en de Westers Katholieke Kerk werden deze twee samengevoegd met litugische verrijking zoals het toevoegen van gezangen, het uitbreiden van litanieën, en de toevoeging van de geloofsbelijdenis vand Nicea. De bewoordingen varieerde, maar de structuur was hoogstwaarschijnlijk ook al in de eerste eeuw zoals aangegeven. De Synaxis lijkt veel op de Synagoge service. En de Eucharistie is bijna identiek aan de Eucharistie in Rome in 150 A.D. die Justinus Martyr beschrijft in zijn Eerste Apologie.



    Zie ook verdere pagina's over de vroeg Christelijke Eredienst

  • Ontwikkeling van de Eredienst
  • Joodse Elementen in de Eredienst
  • Eredienst in de Vroege Kerk
  • Kerk Keizerrijk en Cultuur
  • Vroeg Christelijke Kerkmuziek



    Voor deze pagina is ondermeer gebruik gemaakt van Williams, B. and Anstall, H.; Orthodox Worship: A Living Continuity with the Synagogue, the Temple and the Early Church; Light and Life Publishing, Minneapolis, 1990.

    TERUG NAAR BOVEN


    [1] Louis Bouyer, Eucharist, Notre Dame University Press, Notre Dame, 1968, p. 25.

    [2] ibid, p. 28.

    [3] Alexander Schmemann, Introduction To Liturgical Theology, St. Vladimir's Seminary Press, Crestwood, 1986, p. 154.

    [4] Eusebius, The History of The Church, Dorset Press, New York, 1965.

    [5] A. Schmemann, op. cit., p. 119.

    [6] Eusebius, op. cit, p. 9.

    [7] A. Schmemann, op. cit, p. 43.

    [8] L. Bouyer, op. cit., p. 32.

    [9] Willy Rordorf, editor, The Eucharist of the Early Christians, Pueblo Publishing Co., New York, 1976, p. 61.

    [10] ibid, p. 75.

    [11] in Timothy Ware, The Orthodox Church, New York, Penguin Books, 1978. p. 21.

    [12] Gregory Dix, The Shape of the Liturgy, The Seabury Press, New York, 1982, p. 137.

    [13] L. Bouyer, op. cit., p. 35.

    [14] G. Dix, ibid, p. 434.