Deze orde van dienst is afkomstig uit het 
                      Dienstboek I, voor 
                      een overzicht van de inhoud klik hier
                    (Een toelichting is te vinden door de onderstreepte onderdelen 
                      aan te klikken)
                    gebeden als persoonlijke voorbereiding) 
                      (uitleg)
                    (consistoriegebeden) (uitleg) 
                      
                    Ontvangst van de samenkomende gemeente (uitleg)
                      Vooroefening (uitleg)
                    
                      ORDE B Dienst van Schrift (en Tafel), Gereformeerde Traditie
                      Klokgelui (uitleg)- 
                      orgelspel (uitleg) 
                      - mededelingen - kaarsen aansteken (uitleg) 
                      stilte 
                    In de naam van de Vader
                      en de Zoon
                      en de heilige Geest
                      Amen 
                    GROET
                      Genade zij u en vrede
                      van God, onze Vader
                      en van Jezus Christus, de Heer.
                      Amen
                     BEMOEDIGING
                      Onze hulp in de Naam van de Heer,
                      die hemel en aarde gemaakt heeft
                      Die trouw houdt tot in eeuwigheid
                      en niet laat varen het werk van zijn handen
                    PSALM OF INTREDELIED (staande) (uitleg)
                    VEROOTMOEDIGING
                    Voor U belijden wij, almogende God
                      voor heel uw kerk en voor elkaar,
                      dat wij gezondigd hebben
                      in gedachten, woorden en werken
                      
                      Ontferm U over ons,
                      vergeef ons onze zonden
                      en geleid ons tot het eeuwig leven
                      door Jezus Christus, onze Heer.
                      Amen. 
                    LOFVERHEFFING, DE TIEN WOORDEN (uitleg) 
                      (lezing over de 10 Woorden)
                      Uw woord houdt stand voor eeuwig, o HEER,
                      van geslacht tot geslacht duurt uw trouw, (Psalm 119:90)
                      want Gij spreekt tot ons:
                    Ik ben de HEER, uw God, die u weggevoerd heb uit het land 
                      Egypte, uit het diensthuis.
                      Geprezen zijt Gij in eeuwigheid.
                      Gij zult geen andere goden hebben voor mijn aangezicht. 
                      
                      Gij zult u geen beeld of gestalte maken van wat dan ook 
                      in de hemel, 
                      op de aarde of in de wateren onder de aarde. 
                      Gij zult u voor hen niet buigen en hen niet dienen; 
                      want Ik, de HEER, uw God, ben een God vol afgunst,
                      die de wandaden van de vaderen bezoek aan de kinderen,
                      tot in het derde en vierde geslacht van hen die Mij haten, 
                      
                      maar die goedheid betoon tot in het duizendste geslacht 
                      
                      van hen die Mij liefhebben en mijn woorden onderhouden.
                      Geprezen zijt Gij in eeuwigheid.
                      Gij zult de Naam van de HEER, uw God, niet vals gebruiken, 
                      
                      want de HEER laat niet ongestraft wie zijn Naam vals gebruikt. 
                      
                      Geprezen zijt Gij in eeuwigheid. 
                      Gedenk de sabbatdag; die zal u heilig zijn. 
                      Zes dagen zult gij dienen en al uw werk doen, 
                      maar de zevende dag is de sabbat, voor de HEER, uw God. 
                      
                      Dan zult gij geen werk doen, gij niet, 
                      uw zoon en uw dochter niet, uw dienaar en uw slavin niet, 
                      
                      uw vee niet, zelfs niet de vreemdeling die binnen uw poorten 
                      woont. 
                      Want in zes dagen heeft de HEER de hemel en de aarde gemaakt, 
                      
                      de zee met al wat daarin is, maar op de zevende dag rustte 
                      Hij. 
                      Daarom heeft de HEER de sabbatdag gezegend en geheiligd.
                      Geprezen zijt Gij in eeuwigheid.
                      Houd uw vader en moeder in ere, 
                      opdat uw dagen verlengd worden 
                      in het land dat de HEER, uw God, u geven zal. 
                      Geprezen zijt Gij in eeuwigheid. 
                      Gij zult niet moorden. zult niet hoereren. zult niet stelen. 
                      
                      Gij zult niet leugenachtig tegen uw naaste getuigen. 
                      Geprezen zijt Gij in eeuwigheid. 
                      Gij zult niet begeren het huis van uw naaste; 
                      Gij zult niet begeren de vrouw van uw naaste, 
                      zijn dienaar, zijn slavin, zijn rund of zijn ezel, 
                      of wat ook maar van uw naaste is. 
                      Geprezen zijt Gij in eeuwigheid.
                      Uw woord houdt stand voor eeuwig, o HEER, 
                      van geslacht tot geslacht duurt uw trouw.
                    (voor varianten uit het 
                      Dienstboek, klik hier)
                    GEBED VOOR DE LEZINGEN / GEBED VAN DE DAG (zie dienstboek)
                      
                      DE HEILIGE SCHRIFT
                      Een of meer LEZINGEN (met liederen) uit de heilige Schrift 
                    
                    (voor rooster zie dienstboek, klik hier 
                      voor het rooster van Kind op Zondag / De Eerste Dag 
                      of hierna voor het Gemeenschappelijk leesrooster zoals te 
                      vinden in het Dienstboek voor 
                      Jaar A - Jaar 
                      B - Jaar C)
                      De lezing kan besloten worden met een acclamatie (zie Dienstboek)
                    PREDIKING
                    GELOOFSBELIJDENIS (gezongen, bijv Dienstboek Liturgische 
                      Gezangen 63) of Lied
                    VOORBEDE
                    (als er geen tafeldienst is gevolgd door:Inzameling van 
                      de gaven-Slotlied-Zegen)
                    
                    
                    DE TAFEL VAN DE HEER --------------(uitleg)
                      NODIGING EN ONDERWIJZING
                      INZAMELING DER GAVEN
                      INZETTINGSWOORDEN
                      NEMEN VAN BROOD EN WIJN
                      ZEGENING VAN BROOD EN WIJN
                      GEBEDEN afgesloten met het Onze Vader
                      GEMEENSCHAP VAN BROOD EN WIJN
                      GEBED NA DE MAALTIJD
                    
                      ZENDING EN ZEGEN (voor varianten zie Dienstboek)
                      Slotlied
                    Gaat heen in de vrede van de Heer
                    De HEER zegene u en Hij behoede u,
                      De HEER doe zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig.
                      De HEER verheffe zijn aangezicht over u en geve u vrede.
                      Amen 
                      (Slotlied indien niet voor de zegen gezongen)
                     
                    (na de instellingswoorden:) Als wij dan eten van dit 
                      brood (Dienstboek Liturgische Gezangen 112)
                      en drinken uit deze beker,
                      verkondigen wij de dood des Heren,
                      totdat Hij komt.
                    v. .............
                    G. ONZE VADER
                      Onze Vader die in de hemel zijt, Uw naam worde geheiligd, 
                      Uw koninkrijk kome, Uw wil geschiede op aarde zoals in de 
                      hemel. Geef ons heden ons dagelijks brood, en vergeef ons 
                      onze schulden, zoals ook wij onze schuldenaars vergeven, 
                      en leid ons niet in verzoeking maar verlos ons van de boze. 
                      Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid 
                      in eeuwigheid. Amen
                    
                    (Het brood wordt gebroken terwijl allen zingen:)
                      AGNUS DEI/LAM GODS (Toongezet in het latijn door talloze 
                      componisten, voor toonzettingen van de Nederlandse tekst, 
                      zie Dienstboek Liturgische Gezangen Ordinaria 1-9 en no.119-121)
                    
                      DE COMMUNIE / DELEN VAN BROOD EN WIJN
                      v. Zalig zij, die genodigd zijn
                      tot het bruiloftsmaal van het Lam.
                      G. HEER, IK BEN NIET WAARD DAT U TOT MIJ KOMT,
                      MAAR SPREEK SLECHTS EEN WOORD EN IK ZAL GEZOND WORDEN.
                      Of:
                      v. Komt nu, want alle dingen zijn gereed.
                    Bij het uitdelen van het brood:
                      Het Lichaam van Christus, 
                      Brood uit de hemel,
                      Manna in de woestijn
                    Bij het aanbieden van de wijn:
                      Het Bloed van Christus, 
                      De wijn van het koninkrijk
                    
                    GEBED NA DE GEMEENSCHAP VAN BROOD 
                      EN WIJN (uitleg)
                    Lied
                    
                      ZENDING EN ZEGEN (uitleg)