|
|
|
Consistoriegebed en handdruk
Het consistoriegebed wordt staande gebeden door de ouderling van dienst
en bij voorkeur in aanwezigheid van allen die direct bij de dienst betrokken
zijn. Te denken valt aan predikant, diaken, ouderling, koster, lector,
cantor(ij) en organist, leiding kinderkerk, kinderen die de kaarsen aansteken,
collectanten, in voorkomende gevallen doopouders en doopgetuigen, zij
die openbare belijdenis doen, enzovoort.
Het gebed begint met de oproep: `Laat ons bidden/Laten we bidden...'
en een gebedsstilte.
tekstvoorbeeld:
Heer, onze God, U danken wij
dat Gij ons op deze dag / feestdag geroepen hebt naar uw huis.
Als uw gemeente zijn wij samengekomen
- de een met blijdschap, de ander met verdriet - om naar uw stem te horen.
Breng alle andere stemmen in ons tot zwijgen en laat uw Woord alleen spreken.
Geef daartoe wie ons voorgaan uw heilige Geest,
die harten en monden opent,
opdat wij ons verenigen met heel uw Kerk, tot eer van uw Naam
en tot opbouw van de gemeente van Jezus Christus, onze Heer. . Amen.
Na het gebed kan de ouderling zeggen: `Laat ons gaan in vrede', waarop
allen antwoorden: `In de naam van Christus. Amen'.
Het is belangrijk dat de sfeer van het gebed tot in de dienst doorwerkt
.
kenmerken van het gebed
- het gebed verwoordt de dankzegging voor deze zondaR /feestdag als eerste
dag, de Opstandingsdag;
- tevens bevat het een dankzegging voor het samengebracht worden;
- het brengt de hele gemeente in herinnering, in het bijzonder diegenen,
die hoe dan ook, niet konden komen;
- het gebed verenigt ons met heel de kerk, in hemei en op aarde;
- het gebed gedenkt allen die in deze dienst in het bijzonder tot een
taak geroepen zijn.
De handdruk van de ouderling voor in de kerk is een zichtbaar teken waarmee
de voorganger zich bevestigd weet in zijn dienstwerk. Daar hoeft niets
bij gezegd te worden. Als er toch behoefte is aan woorden, zijn een eenvoudig
`Gods vrede/zegen met u' en een `Amen' voldoende.
|
|
|