Geschiedenis van de Christelijke Eredienst

De geschiedenis van de Christelijke eredienst is op veel verschillende manieren beschreven. Elke beschrijving heeft zijn eigen 'vooroordeel'. Hieronder worden drie beknopte overzichten van de geschiedenis gegeven, elk met een eigen insteek

Historisch Overzicht uit Liturgiek van Prof Dr G. van der Leeuw. De insteek die Van der Leeuw formuleert is: De hoofddienst der Christelijke gemeente is Offerdienst, waarin wij vieren het Offer des Heeren door ons eigen leven ten offer te brengen, aan zijn Disch, in de verkondiging van zijn Woord, in onze gaven, in ons lied. Voor meer over zijn opvatting van liturgie, klik hier.

BEKNOPTE GESCHIEDENIS VAN DE LITURGIE Prof Brienen e.a. Het overzicht heeft het patroon: Bloei - verval - herstel. Het is de vraag of je de verscheidenheid van de eredienstontwikkeling geen geweld aandoet door dit eenvoudige patroon te hanteren.

De perioden van de Liturgische Geschiedenis van Geoffrey Wainwright. In de inleiding van het boek The Study of Liturgy geeft een van de redacteuren, de internationaal befaamde liturgist Geoffrey Wainwright een zo objectief mogelijk overzicht. In de bijdragen van verschillende zijden in het boek komt de veelkleurigheid van de bonte verscheidenheid aan verschillende benaderingen naar voren.

In het historisch materiaal is een aantal wetmatigheden gesignaleerd. Deze blijken op gespannen voet te staan met een aantal interpretaties.

Voor een veel uitgebreider nederlandstalig overzicht van de geschiedenis van de Christelijke eredienst, zie: H.A.J. Wegman: Riten en Mythen. Liturgie in de geschiedenis van het christendom. Kampen 1991.

Voor een overzicht van de ontwikkeling van de Nederlandse liturgie, een geschiedenis van van hoe men tegen liturgie en zijn geschiedenis aangekeken heeft, klik hier. Ter vergelijking zie Dienstboek - een proeve I, p. 894

De manier waarop de geschiedenis van de liturgie benaderd wordt blijkt verwant aan en beinvloed door de stellingname ten aanzien van liturgische vernieuwing. Hierbij speelt de keuze voor een grondleggende periode van groot belang.

Er wordt wel ingedeeld in Traditionalisten, Neo Traditionalisten, Liturgie Hervormers en Voorstanders van een sterk Inductieve Liturgie (voortvloeiend uit waar het over gaat).

Traditionalistenen neo-traditionalisten benadrukken de historische continuiteit, wat past bij het idee dat een hervorming een breuk met de overlevering zou zijn. Hervormers beroepen zich op grondleggende (bloei)perioden in het verleden en hun ideeen zijn radicaler naarmate de bloeiperiode verder in het verleden ligt. Terwijl de traditionalisten geneigd zijn de historische continuiteit te overdrijven, idealiseren de hervormers hun grondleggende periode en zien ze verval in de erna volgende periode.

De inductieve liturgisten benadrukken de creativiteit in elke periode, maar zijn geneigd het repertoire aan liturgische vormen dat ontleend is aan de traditie te onderschatten.