| 
 NEGENTIENDE EEUWBouwkunst van de 19de eeuw
 Beeldhouwkunst van de 19de eeuw
 Schilderkunst van de 19de eeuw
 NEGENTIENDE EEUWNa de Franse revolutie zoekt men allerwegen naar een nieuwe ordening van 
        de maatschappij. Na het kortstondig succes van Napoleon bleek echter het 
        individualisme te sterk om een werkelijke eenheid te bereiken. De grote 
        veranderingen op economisch en sociaal gebied konden niet direct worden 
        verwerkt; de veroveringen van techniek en wetenschap niet direct met begrip 
        toegepast. De gehele eeuw door is de mens onder de invloed van, of in 
        conflict met het kritisch denken en bet materialisme van zijn tijd.
 De kunst komt door dit gebrek aan eenheid van denken en voelen dan ook 
        niet tot een eigen, grote stijl. Het oog van de kunstenaar, zo vaak op 
        de toekomst gericht, zoekt nu maar al te graag een houvast in het verleden. 
        In vrijwel chronologische volgorde wordt inspiratie gezocht bij Grieken, 
        Romeinen, middeleeuwen, renaissance enz. Oppervlakkig gezien lijkt hierdoor 
        de kunst van het eerste driekwart der 19de eeuw veel op een heropvoering 
        van de gehele kunstgeschiedenis.
 De technische mogelijkheden waren de kunstenaar vrijwel alle bekend, maar 
        hij wist niet goed wat daarmede aan te vangen. Dat slechts de ontwikkeling 
        van eigen creatief vermogen hem verder zou kunnen brengen, werd pas aan 
        het einde der eeuw ontdekt. Voorlopig blijft de onmacht tot het uitbeelden 
        van de eigen emoties opmerkelijk. Het is alsof de kunstenaar voortdurend 
        op de vlucht is voor de verschrikkingen van zijn tijd. Als burger vaak 
        deelnemend aan de politieke woelingen, weet hij als kunstenaar daar geen 
        raad mee en vlucht hij in een geidealiseerd verleden. In de verheven rust 
        en harmonie van de klassieke vormen tracht hij dan de politieke revolutie 
        uit te beelden. Maar niet alleen naar de klassieken wordt gevlucht. Ook 
        andere perioden krijgen hun beurt. Dit gaat vaak gepaard met een vlucht 
        in het sentiment. Middeleeuwen en renaissance geven stof te over tot romantiseren. 
        Een derde vorm van vlucht was die uit het gewoel van de stad om het leven 
        op het platteland te gaan verheerlijken.
 In de eerste helft van de 19de eeuw komt men de verschillende vormen, 
        waarin de eigen tijd wordt ontvlucht, telkens anders genuanceerd en gecombineerd 
        tegen. De namen classicisme, romantiek of realisme dekken deze steeds 
        maar zeer ten dele. Zij kunnen slechts aanduiden waar de accenten liggen. 
        Pas in de tweede helft van de 19e eeuw gaan de ogen open voor de natuur 
        en voor de eigen mogelijkheden en krijgt de kunst een meer tijdeigen karakter.
 
 
 Zie Neoclassicisme 
        (Wikipedia)
 Zie Neoromaans 
        (Wikipedia)
       Zie Neogotiek (Wikipedia) 
       Zie Eclecticisme 
        (Wikipedia)
       Zie 
        Realisme (Kunststroming) (Wikipedia)
       Zie Impressionisme 
        (Wikipedia)
       Zie Postimpressionisme 
        (Wikipedia)
     |