NOEME WILLEM
VISSER Wie en Waarom

LITURGIE &CETERA Thema's
  Kerkelijk Jaar
Hoofddienst   Getijden   Devotie   Uitingsvormen  

Liturgie

LITURGIEK
Liturgiek TVG

Liturgiegeschiedenis

Joods

Vroeg Christelijk

Oosters Orthodox

Westers Katholiek

Protestants

HYMNOLOGIE

Geschiedenis van de Hymnodie

Oud Joodse Hymnodie
Vroeg Christelijke Hymnodie
Griekse Hymnodie tot 900AD
Latijnse Hymnodie
Lutherse Hymnodie
Calvinistische (Franse) Psalmodie
Nederlandse Gemeentezang
na de Reformatie

Engelse Hymnodie

Muziekgeschiedenis


Kunstgeschiedenis

Prehistorie, Oudheid en Vroege Middeleeuwen
Renaissance
Barok en Rococo
Negentiende Eeuw
Twintigste Eeuw

 



BAROK EN ROCOCO
Bouwkunst van de barok
Beeldhouwkunst van de barok
Schilderkunst van de barok

BAROK EN ROCOCO
Naast het willen genieten van zijn rijkdom voelt de mens van de barok toch ook iets van de noodzaak van ascese. Het zoeken van een eenheid van tegendelen is kenmerkend voor de barok.
Hoewel op andere wijze zoekt de in deze periode levende mens evenals de middeleeuwer naar een hechte ordening van de gemeenschap. Het absolutisme kwam aan dit verlangen tegemoet. De vorst, vooral Lodewijk XIV, wordt de alles beheersende figuur in de samenleving.
Het is niet meer alleen de kerk, die aan de kunst haar vorm geeft, maar ook de gemeenschap, de staat.
De kunst van de barok was evenzeer een consequentie van als een reactie op de renaissance. Zij stelde tegenover de regelmatige en afgeronde schoonheid van de renaissance de schoonheid van de, in Portugal barocco genoemde, scheef-ronde parel. In Frankrijk ontstaat hieruit, tegen bet einde van de 18de eeuw het rococo, welke naam is afgeleid van rocaille, de schelpvorm met zijn tere schoonheid.

De barokstijl vindt zijn oorsprong in Italie. Het te gemakkelijk overnemen van de klassieke vormen en het zonder meer wetenschappelijk toepassen van vaste wetten had daar de renaissance hoe langer hoe meer tot een maniertje verlaagd, dat ieder op een van de vele academies leren kon. Het contact met de eigen tijd ging daardoor vaak verloren. Maar dank zij hun taaie leven, zullen de academies in de 18de eeuw toch nog een late overwinning behalen. Voorlopig echter was de barok de stijl waarin de eigen tijd het best tot uitdrukking kwam. Hoewel niet, zoals wel beweerd is, een stijl uitsluitend van jezuieten, vormde deze zich toch in hoofdzaak in katholieke landen. In Italie, maar al spoedig ook in Spanje, Frankrijk en het zuiden van Nederland en Duitsland werd zij de typische hofstijl van kerk en staat. In het protestantse Holland kreeg zij vanzelfsprekend een geheel eigen karakter.
Vrijwel iedere grote stijl kende een barokke periode, een tijdperk waarin met de door voorgangers gevonden mogelijkheden wordt gespeeld en de overdrijving haar intrede doet. Alleen omdat dit na de renaissance opvallender was dan tijdens het hellenisme en de flamboyant-gotiek werd daaraan de naam barok gegeven. De vormen worden vaak geaccentueerd ten koste van de gedachten, die men dikwijls te hoog stelde. De barok werd daarom tot voor enkele tientallen jaren weinig gewaardeerd. Maar thans bewonderen wij weer de fantasie en de hartstocht waarmee de grootse opdrachten werden uitgevoerd.
De kunstenaar was niet meer leider der cultuur, maar een zeer gewaardeerd dienaar van kerk en staat, van pausen en koningen. Zijn werk moest in de eerste plaats imponeren en verrassen door overdadige en bizarre vormen. Lijnen en vlakken gaan zich in de ruimte krommen en welven. Men zoekt een absolute schoonheid; geen natuurlijke, maar een bovennatuurlijke, geen tijdelijke, maar een eeuwige. De materie moet worden ontstoffelijkt, de geest geconcretiseerd. Deze onvervulbare verlangens eisten een dynamischer vorm dan de statische renaissance gaf. Zij vragen geen objectieve waarneming, maar een subjectieve, een innerlijke waarneming door de kunstenaar zelf. Nu de techniek geheel wordt beheerst, uitpluizen en indelen niet meer noodzakelijk zijn, kan de kunstenaar trachten samen te vatten wat er in hem aan spanningen leeft. Gezocht wordt een zo groot mogelijke eenheid van een zo groot mogelijke verscheidenheid. Niet de analyse maar de synthese van contrasten is het doel. Ter wille van de eenheid moeten zelfs bouw-, beeldhouw- en schilderkunst hun grenzen vervagen. Men probeert door overdrijving van het menselijke het onbereikbare te bereiken en in Frankrijk leidt dit tot het abstracte, kalligrafische ornament van het rococo, waarin de overdreven barokvormen een verfijnd asymmetrisch evenwicht krijgen. Het wordt daar alles van een luchtiger en speelser karakter tot het aan het eind van de 18de eeuw geheel in de ban komt van het classicisme.

Zie Barok (Stijperiode) (Wikipedia)

Zie Rococo (Wikipedia)