NOEME WILLEM
VISSER Wie en Waarom

LITURGIE &CETERA Thema's
  Kerkelijk Jaar
Hoofddienst   Getijden   Devotie   Uitingsvormen  

Liturgie

LITURGIEK
Liturgiek TVG

Liturgiegeschiedenis

Joods

Vroeg Christelijk

Oosters Orthodox

Westers Katholiek

Protestants

HYMNOLOGIE

Geschiedenis van de Hymnodie

Oud Joodse Hymnodie
Vroeg Christelijke Hymnodie
Griekse Hymnodie tot 900AD
Latijnse Hymnodie
Lutherse Hymnodie
Calvinistische (Franse) Psalmodie
Nederlandse Gemeentezang
na de Reformatie

Engelse Hymnodie

Muziekgeschiedenis


Kunstgeschiedenis

Prehistorie, Oudheid en Vroege Middeleeuwen
Renaissance
Barok en Rococo
Negentiende Eeuw
Twintigste Eeuw

 



Beeldhouwkunst.
De beeldhouwkunst stond in de bloeitijd van het Romeinse rijk grotendeels onder invloed van het weelderige en schilderachtige Hellenisme. Ateliers met vele, vaak Griekse slaven zorgden voor de talloze beelden in tuinen, parken, paleizen enz. De kwantiteit moest de kwaliteit vergoeden. Aan de weinige oorspronkelijkheid danken wij echter de marmeren kopieen, waaruit de bronzen Griekse beelden te herkennen zijn.
Reeds de Etruskische beeldhouwkunst, hoewel door het Archaisch Grieks beinvloed, had een eigen karakter. Primitief gestileerde lichamen droegen zeer expressieve koppen. De Romeinen erfden deze portretkunst, die zo goed bij hun karakter paste. Wel ontstaan er soms onder Griekse invloed meer geidealiseerde en onder hellenistische invloed meer pathetische portretten. In hoofdzaak echter waren zij nuchter geobserveerd en goed gelijkend. Pas het christendom bracht weer enige stilering.
De grote beeldhouwersopdracht, het ruiterstandbeeld, werd door hen met succes uitgevoerd, o.a. in dat van Marcus Aurelius te Rome in de 2de eeuw na C.
Ook het historische relief blijft nuchterder en reeler dan het Griekse. Staan op het vredesaltaar, de Ara Pacis (9 v. C.), de figuren in een overdadig geplooid gewaad nog weinig zeggend bij elkaar, de verovering van Jeruzalem op de reliefs van de Titusboog (ca. 70 na C.) is al beweeglijker en schilderachtiger. Om de Trajanuszuil (113 na C.) windt zich reeds een vrij barokke groep naar boven in een onrustige optocht. De expressie is echter nog goed en levendig. Maar in de 3de eeuw wordt al haastiger en ongevoeliger gebeiteld. Het naturalisme leende zich niet voor de abstractere verlangens van het groeiende christendom. De beelden werden strakker en weer frontaal geplaatst, het levendige verdween. De christelijke tekens en symbolen gaan de plaats innemen van de natuurafbeelding. De oude techniek is hiervoor minder geschikt en gaat snel achteruit. Het Oostromeinse rijk zal in Byzantium de nieuwe gedachten een nieuwe vorm geven.

Zie ook Beeldhouwkunst (Wikipedia)