NOEME WILLEM
VISSER Wie en Waarom

LITURGIE &CETERA Thema's
 Kerkelijk Jaar
Hoofddienst  Getijden Devotie Uitingsvormen 

Liturgie

LITURGIEK
Liturgiek TVG

Liturgiegeschiedenis

Joods

Vroeg Christelijk

Oosters Orthodox

Westers Katholiek

Protestants

HYMNOLOGIE

Geschiedenis van de Hymnodie

Oud Joodse Hymnodie
Vroeg Christelijke Hymnodie
Griekse Hymnodie tot 900AD
Latijnse Hymnodie
Lutherse Hymnodie
Calvinistische (Franse) Psalmodie
Nederlandse Gemeentezang
na de Reformatie

Engelse Hymnodie

Muziekgeschiedenis


Kunstgeschiedenis

Prehistorie, Oudheid en Vroege Middeleeuwen
Middeleeuwen
Renaissance
Barok en Rococo
Negentiende Eeuw
Twintigste Eeuw



 

Deuterocanonieke Bijbelboeken

Naast de 66 reguliere boeken van de Bijbel staat aan de rand van de 'canon' (de vastgestelde lijst van bijbelboeken) nog een aantal boeken die deutero-canoniek of apocrief genoemd.

De Joodse Canon van ca. 100 na Chr. was een canon van Hebreeuwse geschriften, deze werd door de Christelijke kerk gevolgd.

Augustinus wees op het probleem alleen Hebreeuwse geschriften te rekenen tot de Canon: er zijn ook boeken in het Grieks geschreven, die door de Heer zelf vaak geciteerd werden: Jezus Sirach, Makkabeeen, Tobit.

Vanaf ca. 250 voor Chr woonden er meer Joden buiten dan binnen de grenzen van Israel. Om toch de Schriften te kunnen lezen, ontstond in Egypte (Alexandrie) een Griekse vertaling van de bijbelboeken, de Septuaginta.

In dezelfde periode werden er nog meer verhalen vastgelegd, dan alleen de oude in het Hebreeuws. Het bijbelboek Daniel kreeg een paar aanvullingen. Ook vinden we een kleine novelle, over een jongen en een meisje die elkaar vinden.

Makkabeeen

In de boeken van de Makkabeeen vinden we verzetsliteratuur. Als heel de wereld tegen de Joden samenspant, en
iedereen hen wil dwingen om hun leven, hun geloof, hun geboden opzij te zetten, dan nog krijgen ze van God de
kracht om te volharden tot het einde.
De harde en vaak wrede verhalen klinken door in de lezingen uit het evangelie, zoals dat op de 'zondagen van de
voleinding' vaak gelezen wordt.

Tobit
De jonge vrouw is zeven keer getrouwd geweest, maar elke bruidegom stierf tot-dat ze haar Tobit (of Tobias) vond, door Gods Engel zelf op haar pad gebracht.

Dan is er ook nog het veel geschilderde verhaal van Judith, de sterke vrouw die in haar eentje Israels tegenstander Holofernes te lijf gaat.

Wijze woorden vinden we er ook als een soort toevoeging op Prediker en Spreuken: de boeken Wijsheid en Jezus Sirach.

Geciteerd in het Nieuwe Testament

Het Nieuwe Testament citeert veel oudtestamentische teksten, vooral uit de psalmen. Maar ook uit het boek Makkabeeen, Wijsheid en Sirach. De meeste citaten uit de Joodse bijbel in het Nieuwe Testament zijn gebaseerd op de Griekse vertaling ervan, ook uit boeken van de Septuagint die niet in de Hebreeuwse bijbel voorkomen.

De Oude Kerk maakte ook gebruik van 'deuterocanonieke boeken' in de eredienst, en dat bleef het geval in de middeleeuwse kerk. Veel beelden en gedachten over het eeuwig leven, over het oordeel, zijn sterk bepaald door teksten uit deze geschriften, omdat hierin veel meer dan in het Oude Testament over leven na de dood gesproken en gezongen wordt.

Het beeld van Lazarus die door de engelen naar de hemel wordt gedragen, of de lezing over Stefanus die de hemel
geopend ziet herkennen we uit de visioenen in de toevoegingen van Daniel en de Makkabeeen-boeken. Tot op de dag van vandaag staan ze daarom op het leesrooster van de Rooms- Katholieke en Oud Katholieke kerk, de lutherse en de anglicaanse kerken.

Deuterocanoniek is ook canoniek

De Reformatie probeerde zo veel mogelijk terug te gaan naar de bron. Toen de Nederlandse calvinisten hun eerste belijdenisgeschrift opstelden moesten ze een antwoord geven op de vraag hoe het zat met deutero-canonieke geschriften. In de Nederlandse Geloofsbelijdenis noemen ze eerst de 66 bijbelboeken, zoals wij ze ook kennen. Door deze spreekt God, niet alleen door de letters en woorden, maar ook door een inwendig getuigenis van de Heilige Geest in ons hart, als we merken dat wat er in staat waar is. Maar naast deze boeken zijn er ook de 'apocriefe boeken': 3 en 4 Ezra, Tobias, Judith, Wijsheid, Jezus Sirach, Baruch, toevoegingen aan Esther en Daniel, en de twee Boeken van de Makkabeeen. Deze mag de kerk lezen, ze mag er onderwijzingen uit trekken, maar alleen voor zover ze niet afwijken van de bijbelboeken.

Statenvertaling

Op de Synode van Dordrecht, in 1618 en 1619, moesten de vertegenwoordigers concreet de vraag gaan beantwoorden of in de nieuw te verzorgen Statenvertaling ook deze 'apocriefe boeken' moesten worden opgenomen.
Gomarus was daar fel op tegen. Hij noemde het afgoderij als de kerk deze zou voegen bij de bijbelboeken. Staan er in de deuterocanonieke boeken geen verhalen die je de wenkbrauwen laten fronsen?
Judith liegt en bedriegt, en zweert nog wel ijdel in de naam van de Heer! De dood van Antiochus wordt op drie
heel verschillende manieren weergegeven, daar kan er maar een van kloppen.
Maar de buitenlandse afgevaardigden gaven de doorslag. De Engelse afgevaardigde, Samuel Ward, had
voor de Engelse King James Bible de deuterocanonieke boeken vertaald. 'Als u ze in uw bijbel niet opneemt, waarschuwde hij, maakt u zich los van de traditie. Bovendien zullen de gewone mensen, met hun liefde voor Tobias en Judith, dan uw hele vertaling misschien niet aanvaarden.'
Er werd besloten ze op te nemen maar in een kleinere letter, met een waarschuwende voorrede. Aldus geschiedde. Bijzonder is wel, dat de vertalers ook 3 Makkabeeen hebben opgenomen, terwijl de Nederlandse Geloofsbelijdenis daar niet van spreekt, en ook de andere kerken deze niet aanvaardden. Wellicht volgden ze hier de Delftse bijbel.

Protestantse kerken

In de Statenvertaling verschenen zo, vanaf hetjaarvan uitgifte (1637), alle bijbelboeken, plus achterin de deuterocanonieke boeken.
In (kansel)bijbels van voor 1750 zijn ze vaak opgenomen.
Boeken werden destijds gekocht als een stapel foliovellen. Niet alle kopers lieten de apocriefe boekn mee inbinden. Vanaf 1750 komt het weinig meer voor.

Abraham Kuyper en uitgeverij Kok probeerden om elk gereformeerd gezin een Statenvertaling met kanttekeningen in een leesbare letter te bezorgen. Ze gaven de bijbel vorm in drie bruine banden, het vierde, dunste, deel volgde in het groen: dat waren de apocriefe boeken.