NOEME WILLEM
VISSER Wie en Waarom

LITURGIE &CETERA Thema's
  Kerkelijk Jaar
Hoofddienst   Getijden   Devotie   Uitingsvormen  

Liturgie

LITURGIEK
Liturgiek TVG

Liturgiegeschiedenis

Joods

Vroeg Christelijk

Oosters Orthodox

Westers Katholiek

Protestants

HYMNOLOGIE

Geschiedenis van de Hymnodie

Oud Joodse Hymnodie
Vroeg Christelijke Hymnodie
Griekse Hymnodie tot 900AD
Latijnse Hymnodie
Lutherse Hymnodie
Calvinistische (Franse) Psalmodie
Nederlandse Gemeentezang
na de Reformatie

Engelse Hymnodie

Muziekgeschiedenis


Kunstgeschiedenis

Prehistorie, Oudheid en Vroege Middeleeuwen
Middeleeuwen
Renaissance
Barok en Rococo
Negentiende Eeuw
Twintigste Eeuw



 

HET ONOPVALLENDE BEGIN EN HET HEERLIJKE EINDE VAN HET RIJK GODS
GELIJKENISPAAR VAN HET MOSTERDZAADJE EN VAN DE GIST [Mt.13,31b-32par.;13,33par.]

Zoals de beide gelijkenissen van de schat en van de parel (Mt. 13,44-45 v) in wezen een eenheid vormen, zo is het ook met de parabels van het mosterdzaadje en van de gist. Wij bedoelen daarmee dat Jezus deze beide gelijkenisscn na elkaar heeft verteld om een bepaalde gedachte beter te veraanschouwelijken. Men mag aannemen dat Hij zulks in dezelfde volgorde deed als ze ons door Matteiis en Lucas zijn overgeleverd: eerst de `mannelijke (het gaat over een man) gelijkenis van het mosterdzaadje (Mt.13,31b-32;Lc.13,18b-19) en vervolgens de `vrouwelijke' (het gaat over een gebeurtenis uit her leven van een vrouw) parabel van de gist (Mt.13,33;Lc.13,20v). Marcus heeft alleen de gelijkenis van het mosterdzaadje in zijn evangelie opgenomen (Mc.4,30b-32).

In aansluiting hierop volgen de parallelle versies der beide parabels; voor een synoptische vergelijking zic P.Zehrer, Sy-
noptischer Kommentar, deel II (Klosterneuburg 1963), blz. 328v.

Gelijkenis Mosterdzaadje

Gelijkenis Gist