GELIJKENIS VAN DE VERLOREN DRACHME Lc.15,8-10 (8)
Of welke vrouw die tien drachmen bezit en een drachme verliest steekt niet een
lamp aan, veegt het huis en zoekt zorgvuldig totdat ze die vindt? (9a) En als
ze die gevonden heeft, roept ze haar vriendinnen en buurvrouwen by elkaar en zegt:
(9b) Deelt in myn vreugde, (9gc) want de drachme die ik had verloren, heb ik gevonden.
(10) Zo, zeg Ik u, is er vreugde by de engelen van God over een zondaar die zich
bekeert. De parabel schildert het leven der kleine
luiden in het toenmalige Palestina. De hoofdpersoon
van de tweede parabel, een vrouw, leeft in een eenvoudig milieu. De tien drachmen
(de Griekse drachme had ongeveer de waarde van een Romeinse denarie, een denarie
was echter het dagloon van een arbeider [vgl.Mt. 20,2]) waren zeker niet het huishoudgeld
van de vrouw. Gezien de ondergeschikte positie van de gehuwde vrouw in die tijd
werd het huishoudgeld stellig door de man beheerd. Waarschijnlijk waren de tien
drachmen haar bruidschat en dus haar persoonlijk eigendom. Ze waren in haar muts
genaaid die ook 's nachts gewoonlijk niet werd afgezet. Deze munten vormden een
soort teerpenning voor tijden van nood of voor het geval dat zij door haar man
werd `weggezonden'. Dergelijke gebruiken kent het Oosten nu nog. Nu de vrouw een
drachme, d.w.z. een tiende van haar bruidschat, kwijtraakt betekent dit voor haar
een gevoelig verlies. Zo wordt ook haar nervositeit bij het zoeken van het verloren
geldstuk verklaarbaar (vs 8). Ze steekt de lamp aan, niet omdat het nacht is maar
omdat in de vensterloze huizen van het toenmalige Palestina al het licht alleen
door de deur of een eventuele schoorsteen naar binnen viel. Hier
gaat het echter niet om een gewone huisvrouw, maar om God die zich aan het heil
van een verdwaalde zondaar (deze wordt door de verloren drachme gesymboliseerd)
ontzaglijk veel gelegen laat. Daarom het onbegrijpelijke vreugdebetoon bij het
vinden van een drachme. Alle vrienden en buren worden bijeengetrommeld om het
goede nieuws te vernemen! Wie zou zoveel ophef maken om een drachme! Dat een drachme
zoek raakt pas na enige tijd weer gevonden wordt, komt in het leven toch herhaaldelijk
voor. Maar het gaat hier nu eenmaal om de vreugde van God over de terugkeer van
de zondaar. Deze vreugde is een uitvloeisel van Gods liefde jegens de zondaars
(vgl. vs 7 en vs 10) die alle menselijke maatstaven te boven gaat. |