|
| |
Johannes 12:20-33 (Jezus spreekt over zijn
dood ) met daarin de mini gelijkenis van de zaadkorrel 24 Waarachtig,
ik verzeker u: als een graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft het
één graankorrel, maar wanneer hij sterft draagt hij veel vrucht.
Het begint heel gewoon. Een aantal Grieken was naar het feest gekomen
om God te aanbidden. Zij gingen naar Filippus uit Betsaïda in Galilea, en
vroegen hem of ze Jezus konden ontmoeten. Ze hadden zoveel over hem gehoord, via
een van zijn leerlingen probeerden ze nu eens iets dichter bij hem te komen. Dat
is niet zo gek. Wij benaderen ook eerst een kennis die een celebrity kent en polsen
die als we die celebrity wel eens van nabij willen zien. Filippus en Andreas
polsten vervolgens Jezus. Maar Jezus zei dat de tijd voor audities voorbij was,
de crisis was nabij: 'De tijd is gekomen dat de Mensenzoon tot majesteit wordt
verheven. Als je op het punt staat koning te worden heb je niet altijd tijd
voor nieuwsgierige voorbijgangers. Maar Johannes zou Johannes niet zijn als
hij niet vreemde dingen naar voren zou brengen. Jezus wordt tot majesteit verheven,
maar de beeldspraak die Hij ervoor gebruikt lijkt wel het tegenovergestelde weer
te geven: 'Ik verzeker u: als een graankorrel niet in de aarde valt en sterft,
blijft het één graankorrel, maar wanneer hij sterft draagt hij veel
vrucht.' Jezus lijkt daar zoveel te zeggen als: Ik ga sterven en dat heeft grote
en goede gevolgen, en zo moet het. Maar het wordt nog aparter. Jezus gaat verder
met: 'Wie zijn leven liefheeft verliest het, maar wie in deze wereld zijn leven
haat, behoudt het voor het eeuwige leven.' Dat lijkt ook zoveel te betekenen
als: Als ik aan mijn leven hecht raak ik het kwijt, maar als ik er niet aan hecht
zal ik het behouden'. En datzelfde lijkt ook voor zijn volgelingen te gelden,
want Hij zegt: 'Wie mij dient moet mij volgen: waar ik ben zal ook mijn dienaar
zijn, en wie mij dient zal door de Vader geëerd worden. Dan lijken we
ineens in Getsemane terecht gekomen te zijn, want Jezus zegt: 27 Nu ben ik
doodsbang. Wat moet ik zeggen? Vader, laat dit ogenblik aan mij voorbijgaan? Maar
hiervoor ben ik juist gekomen. 28 Laat nu zien hoe groot uw naam is, Vader.' Blijkbaar
zegt Jezus hier iets fundamenteels, want toen klonk er een stem uit de hemel:
'Ik heb mijn grootheid getoond en ik zal mijn grootheid weer tonen.' Bij de
doop in de Jordaan wordt ook zoiets verteld. Dat was het begin van Jezus' weg
van zelfontlediging. De weg door de doodswateren naar het licht. 29 De mensen
die daar stonden en dit hoorden, zeiden: 'Een donderslag!' In het Oude Testament
wordt het spreken van God vaker in beelden van donder geduid. En bij de bekering
van Paulus lezen we ook zoiets. De omstaanders zijn in verwarring over wat er
gebeurt. Er waren er die zeiden dat het een engel was die tegen hem gesproken
had. Maar Jezus zei: 'Die stem heeft niet voor mij gesproken, maar voor u. God
bevestigt de weg van Jezus telkens door tekenen, opdat mensen doorkrijgen dat
Jezus laat zien waar het om draait in Gods plannen.
Er gaat iets ingrijpends
gebeuren, een krisis of oordeel. In het Grieks is dat hetzelfde woord. Wat
is nu die crisis? Jezus zegt het: 'nu zal de heerser van deze wereld uitgebannen
worden.' Zonet had Jezus het nog over sterven en in de aarde vallen, maar ook
over verhoogd worden tot majesteit. Dat verheven worden vervolgt hij verder: 32
Wanneer ik van de aarde omhooggeheven word, zal ik iedereen naar mij toe halen.'
De evangelist heeft als commentaar dat Jezus daarmee bedoelde de wijze waarop
hij zou sterven, maar Hij ging nog verder, Jezus zegt waarvoor Hij het doet, opdat
Hij iedereen naar zich toe kan halen. Joh 3:16: Alzo lief heeft God de wereld
gehad opdat een ieder die in Hem gelooft niet zou sterven maar eeuwig leven hebbe.
| | |