LITURGIE &CETERA | Thema's | |||||||
Kerkelijk Jaar | ||||||||
Hoofddienst | Getijden | Devotie | Uitingsvormen | |||||
|
God in de oudtestamentische geschiedschrijving Twee keuzen: Profaan (God wordt niet genoemd) òf Religieus (theologisch): God wordt in verband gebracht met de gebeurtenissen. Uiteraard gebruikte het oude Israël culturele vormen uit de eigen
tijd: Het is geen moderne (kritische) geschiedschrijving. Het ging de
Bijbelse geschiedschrijvers duidelijk vooral om de vraag hoe uit het verleden
geleerd kon worden. De 'heilsgeschiedenis' is vooral een leerverhaal, waar de hoorder of lezer uit kan leren om met God te leven. Het Deuteronomistische Geschiedwerk: Het verhaal van het volk Israël tegen de achtergrond van de wereldgeschiedenis vanaf de schepping tot en met de ondergang van de staat Juda en de wegvoering van de ballingen naar Babylonië.(Genesis tot 2 Koningen) In dit geschiedverhaal wordt op verschillende manieren tegen de gebeurtenissen aangekeken: Soms is de beschrijving uiterst profaan (alleen mensen handelend subject zijn, God wordt soms zelfs niet genoemd), soms is de beschrijving zuiver theologisch (God wordt voorgesteld als het enige en dus het eigenlijke handelend subject). Soms worden zelfs verschillende perspectieven gepresenteerd. Voorbeeld van verschillende perspectieven: 2 Samuel 16: David op de vlucht Absalom. Maak dat je wegkomt, moordenaar! Stuk ongeluk! Je hebt je de troon van
Saul toegeëigend. Uit deze woorden blijkt dat Simei de vlucht van David theologisch duidt: hij verklaart Davis ellende als een oordeel van God. De legerleider, Abisai, heeft een andere duiding (vers 9): Hoe waagt dat hondsvot het mijn heer en koning te vervloeken? David duidt de situatie wel theologisch en moet niets hebben van Abisai's oplossing. Hij neemt Simei serieus en aanvaardt zijn verloeking als iets dat van God komt. Hij reageert als volgt (verzen 10-12): Wat heb ik met jullie te maken, zonen van Seruja? Hij vervloekt mij;
en wat dan nog? In het verhaal wordt niets verteld over een godservaring van Simei waarin hij van Godswege de opdracht gekregen zou kunnen hebben David het oordeel aan te zeggen. Het feit dat Simeï God bij de situatie betrekt, hoeft niet in te houden dat hij pretendeert door God gezonden te zijn. David ervaart in de gebeurtenissen Gods hand en accepteert daarom Simei's woorden. Hij reageert erop door zich in zijn ellende op Gods genade te verlaten. Numeri 22-24 Bileam moet Israel vervloeken Hier is expliciet sprake van een godservaring die aan Bileams besluit
ten grondslag ligt: Maar de Moabitische afgezanten van koning Balak duiden dit anders, ze
meldden aan hun opdrachtgever dat Bileam geweigerd had met hen mee te
komen.
Exodus: Uittocht uit Egypte. In het verhaal van de uittocht uit Egypte komt naast elkaar een profane
en een theologische duiding regelmatig voor. Er wordt op twee manieren
verteld over de verharding van het hart van Farao, zijn weigering
om het volk van de Hebreeën te laten gaan. Hagar weggezonden De stammoeder bedreigd
Genesis
30(31): Jakobs verwerft een grote kudde
In Deuteronomium 1:22 het initiatief tot de aanstelling van de twaalf verspieders door het volk genomen en door Mozes goedgekeurd, maar in Numeri 13:1 lezen we: De HEER sprak tot Mozes: Zend mannen uit om het land Kanaän te verspieden. Numeri 21:21-30 en Deuteronomium 2:26-36: Sichon en Og verslagen Vergelijk ook Rechters 11:19-22. (Samuel) Koningen en Kronieken. De volkstelling door David. In de oudste versie, in 2 Samuël 24, wordt het initiatief aan God
toegeschreven:
Omdat men eerst alles wat van de 'andere kant' op een mens afkwam als
'God' benoemde, maakte men nog geen onderscheid tussen 'goed handelen'
van de 'andere kant' en 'slecht handelen' van de 'andere kant'. God werd
in de beeldvorming vergeleken met een koning, en dit soort gedrag was
men gewend van koningen. Vanwege het leerdoel van de bijbelse traditie was deze sterk vanuit het
goed/fout perspectief geschreven, toegespitst op: gehoorzaam aan God of
ongehoorzaam aan God. Daarbij werd een tweede patroon uit het dagelijks
leven gebruikt in de beschrijving: beloning en straf. Dit was natuurlijk
niet objectief, maar ingegeven door het verlangen om de lezers dichter
bij God te brengen. (Vergelijk de geschiedschrijving van de Tweede Wereldoorlog,
die is in die zin vaak ook getint door het verlangen te leren van de geschiedenis).
|
|