|
|
|
Matteus 4:24
24 Het nieuws over hem verspreidde zich in heel Syrië. Allen die
ergens aan leden en die gekweld werden door een ziekte of door pijn, en
ook bezetenen en maanzieken en verlamden werden bij hem gebracht, en hij
genas hen. 25 En grote groepen mensen volgden hem, uit Galilea en Dekapolis,
uit Jeruzalem en Judea en uit het gebied aan de overkant van de Jordaan.
Bergrede
5
1 Toen hij de mensenmassa zag, ging hij de berg op. Daar ging hij zitten
met zijn leerlingen om zich heen. 2 Hij nam het woord en onderrichtte
hen:
3 Gelukkig wie nederig van hart zijn,
want voor hen is het koninkrijk van de hemel.
4 Gelukkig de treurenden,
want zij zullen getroost worden.
5 Gelukkig de zachtmoedigen,
want zij zullen het land bezitten.
6 Gelukkig wie hongeren en dorsten naar gerechtigheid,
want zij zullen verzadigd worden.
7 Gelukkig de barmhartigen,
want zij zullen barmhartigheid ondervinden.
8 Gelukkig wie zuiver van hart zijn,
want zij zullen God zien.
9 Gelukkig de vredestichters,
want zij zullen kinderen van God genoemd worden.
10 Gelukkig wie vanwege de gerechtigheid vervolgd worden,
want voor hen is het koninkrijk van de hemel.
11 Gelukkig zijn jullie wanneer ze je omwille van mij uitschelden, vervolgen
en van allerlei kwaad betichten. 12 Verheug je en juich, want je zult
rijkelijk worden beloond in de hemel; zo immers vervolgden ze vóór
jullie de profeten.
13 Jullie zijn het zout van de aarde. Maar als het zout zijn smaak verliest,
hoe kan het dan weer zout gemaakt worden? Het dient nergens meer voor,
het wordt weggegooid en vertrapt.
14 Jullie zijn het licht in de wereld. Een stad die boven op een berg
ligt, kan niet verborgen blijven. 15 Men steekt ook geen lamp aan om hem
vervolgens onder een korenmaat weg te zetten, nee, men zet hem op een
standaard, zodat hij licht geeft voor ieder die in huis is. 16 Zo moet
jullie licht schijnen voor de mensen, opdat ze jullie goede daden zien
en eer bewijzen aan jullie Vader in de hemel.
17 Denk niet dat ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen.
Ik ben niet gekomen om ze af te schaffen, maar om ze tot vervulling te
brengen. 18 Ik verzeker jullie: zolang de hemel en de aarde bestaan, blijft
elke jota, elke tittel in de wet van kracht, totdat alles gebeurd zal
zijn. 19 Wie dus ook maar een van de kleinste van deze geboden afschaft
en aan anderen leert datzelfde te doen, zal als de kleinste worden beschouwd
in het koninkrijk van de hemel. Maar wie ze onderhoudt en dat aan anderen
leert, zal in het koninkrijk van de hemel in hoog aanzien staan. 20 Want
ik zeg jullie: als jullie gerechtigheid niet groter is dan die van de
schriftgeleerden en de Farizeeën, zullen jullie zeker het koninkrijk
van de hemel niet binnengaan.
21 Jullie hebben gehoord dat destijds tegen het volk is gezegd: "Pleeg
geen moord. Wie moordt, zal zich moeten verantwoorden voor het gerecht."
22 En ik zeg zelfs: ieder die in woede tegen zijn broeder of zuster tekeergaat,
zal zich moeten verantwoorden voor het gerecht. Wie tegen hen "Nietsnut!"
zegt, zal zich moeten verantwoorden voor het Sanhedrin. Wie "Dwaas!"
zegt, zal voor het vuur van de Gehenna komen te staan. 23 Wanneer je dus
je offergave naar het altaar brengt en je je daar herinnert dat je broeder
of zuster je iets verwijt, 24 laat je gave dan bij het altaar achter;
ga je eerst met die ander verzoenen en kom daarna je offer brengen. 25
Leg een geschil snel bij, terwijl je nog met je tegenstander onderweg
bent, anders levert hij je uit aan de rechter, draagt de rechter je over
aan de gerechtsdienaar en word je gevangengezet. 26 Ik verzeker je: dan
kom je niet vrij voor je ook de laatste cent betaald hebt.
27 Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: "Pleeg geen overspel."
28 En ik zeg zelfs: iedereen die naar een vrouw kijkt en haar begeert,
heeft in zijn hart al overspel met haar gepleegd. 29 Als je rechteroog
je op de verkeerde weg brengt, ruk het dan uit en werp het weg. Je kunt
immers beter een van je lichaamsdelen verliezen dan dat heel je lichaam
in de Gehenna geworpen wordt. 30 En als je rechterhand je op de verkeerde
weg brengt, hak hem dan af en werp hem weg. Je kunt immers beter een van
je lichaamsdelen verliezen dan dat heel je lichaam naar de Gehenna gaat.
31 Er werd gezegd: "Wie zijn vrouw verstoot, moet haar een scheidingsbrief
meegeven." 32 En ik zeg jullie: ieder die zijn vrouw verstoot, drijft
haar tot overspel tenzij er sprake was van een ongeoorloofde verbintenis;
en ook wie trouwt met een verstoten vrouw, pleegt overspel.
33 Jullie hebben ook gehoord dat destijds tegen het volk werd gezegd:
"Leg geen valse eed af, voor de Heer gedane geloften moeten worden
ingelost." 34 En ik zeg jullie dat je helemaal niet moet zweren,
noch bij de hemel, want dat is de troon van God, 35 noch bij de aarde,
want dat is zijn voetenbank, noch bij Jeruzalem, want dat is de stad van
de grote koning; 36 zweer evenmin bij je eigen hoofd, want je kunt nog
niet één van je haren wit of zwart maken. 37 Laat jullie
ja ja zijn, en jullie nee nee; wat je daaraan toevoegt komt voort uit
het kwaad.
38 Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: "Een oog voor een oog en
een tand voor een tand." 39 En ik zeg jullie je niet te verzetten
tegen wie kwaad doet, maar wie je op de rechterwang slaat, ook de linkerwang
toe te keren. 40 Als iemand een proces tegen je wil voeren en je onderkleed
van je wil afnemen, sta hem dan ook je bovenkleed af. 41 En als iemand
je dwingt één mijl met hem mee te gaan, loop er dan twee
met hem op. 42 Geef aan wie iets van je vraagt, en keer je niet af van
wie geld van je wil lenen.
43 Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: "Je moet je naaste liefhebben
en je vijand haten." 44 En ik zeg jullie: heb je vijanden lief en
bid voor wie jullie vervolgen, 45 alleen dan zijn jullie werkelijk kinderen
van je Vader in de hemel. Hij laat zijn zon immers opgaan over goede en
slechte mensen en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen.
46 Is het een verdienste als je liefhebt wie jou liefheeft? Doen de tollenaars
niet net zo? 47 En als jullie alleen je broeders en zusters vriendelijk
bejegenen, wat voor uitzonderlijks doe je dan? Doen de heidenen niet net
zo?
48 Wees dus volmaakt, zoals jullie hemelse Vader volmaakt is.
|
|
Lucas 6
Onderricht aan de leerlingen
17 Toen hij met hen de berg was afgedaald, bleef hij staan op een plaats
waar het vlak was. Daar had een groot aantal van zijn leerlingen zich
verzameld, evenals een menigte mensen uit heel Judea en Jeruzalem en uit
de kuststreek van Tyrus en Sidon. 18 Ze waren gekomen om naar hem te luisteren
en zich van hun ziekten te laten genezen; ook degenen die gekweld werden
door onreine geesten werden genezen, 19 en de hele menigte probeerde hem
aan te raken, want er ging een kracht van hem uit die allen genas.
20 Hij richtte zijn blik op zijn leerlingen en zei: Gelukkig jullie
die arm zijn, want van jullie is het koninkrijk van God.
21 Gelukkig jullie die honger hebben, want je zult verzadigd worden. Gelukkig
wie nu huilt, want je zult lachen.
Lucas 8:16
16 Wie een lamp heeft aangestoken, dooft hem niet meteen weer door hem
te bedekken en zet hem ook niet onder een bed, nee, hij plaatst hem op
een standaard, zodat iedereen die binnenkomt het licht ziet.
Lucas 16:16-17
16 De Wet en de Profeten gaan tot aan Johannes: sindsdien wordt het koninkrijk
van God verkondigd, en iedereen wordt met klem genodigd binnen te komen.
17 Maar nog eerder vergaan hemel en aarde dan dat er ook maar één
tittel van de wet wegvalt.
Marcus 11:25
25 Wanneer je staat te bidden en je hebt een ander iets te verwijten,
vergeef hem dan, opdat ook jullie Vader in de hemel jullie je misstappen
vergeeft.
57 Waarom bepalen jullie niet uit jezelf wat juist is? 58 Als je met je
tegenstander op weg bent naar een hoge autoriteit, doe dan moeite om nog
onderweg tot een vergelijk met hem te komen, anders sleept hij je voor
de rechter, en de rechter zal je uitleveren aan de gerechtsdienaar, en
die zal je in de gevangenis gooien. 59 Ik zeg je, dan kom je niet vrij
voor je ook de laatste cent betaald hebt.'
Marcus 9:43-48
43 Als je hand je op de verkeerde weg brengt, hak hem dan af: je kunt
beter verminkt het leven binnengaan dan in het bezit van twee handen naar
de Gehenna te moeten gaan, naar het onblusbare vuur. [44] waar de wormen
blijven knagen en het vuur niet dooft. 45 Als je voet je op de verkeerde
weg brengt, hak hem dan af: je kunt beter kreupel het leven binnengaan
dan in het bezit van twee voeten in de Gehenna geworpen worden. 47 En
als je oog je op de verkeerde weg brengt, ruk het dan uit: je kunt beter
met één oog het koninkrijk van God binnengaan dan in het
bezit van twee ogen in de Gehenna geworpen worden, 48 waar de wormen blijven
knagen en het vuur niet dooft.
18 Wie zijn vrouw verstoot en met een ander trouwt, pleegt overspel,
en ook wie trouwt met een vrouw die door haar man is verstoten, pleegt
overspel.
Lucas 6:29-30
29 Als iemand je op de wang slaat, bied hem dan ook de andere wang aan,
en weiger iemand die je je bovenkleed afneemt niet ook je onderkleed.
30 Geef aan ieder die iets van je vraagt, en eis je bezit niet terug als
iemand het je afneemt.
Lucas 6:27-28; 32-36
27 Tot jullie die naar mij luisteren zeg ik: heb je vijanden lief, wees
goed voor wie jullie haten, 28 zegen wie jullie vervloeken, bid voor wie
jullie slecht behandelen. 32 Is het een verdienste als je liefhebt wie
jullie liefhebben? Want ook de zondaars hebben degenen lief die hen liefhebben.
33 En is het een verdienste als je weldaden bewijst aan wie weldaden bewijzen
aan jullie? Ook de zondaars handelen zo. 34 En is het een verdienste als
je geld leent aan degenen van wie jullie iets terug verwachten? Ook zondaars
lenen geld aan zondaars in de verwachting alles terug te krijgen. 35 Nee,
heb je vijanden lief, doe goed en leen geld aan anderen zonder iets terug
te verwachten; dan zullen jullie rijkelijk worden beloond, en zullen jullie
kinderen van de Allerhoogste zijn, want ook hij is goed voor wie ondankbaar
en kwaadwillig is.
36 Wees barmhartig zoals jullie Vader barmhartig is.
|