NOEME WILLEM
VISSER Wie en Waarom

LITURGIE &CETERA Thema's
 Kerkelijk Jaar
Hoofddienst  Getijden Devotie Uitingsvormen 

Liturgie

LITURGIEK
Liturgiek TVG

Liturgiegeschiedenis

Joods

Vroeg Christelijk

Oosters Orthodox

Westers Katholiek

Protestants

HYMNOLOGIE

Geschiedenis van de Hymnodie

Oud Joodse Hymnodie
Vroeg Christelijke Hymnodie
Griekse Hymnodie tot 900AD
Latijnse Hymnodie
Lutherse Hymnodie
Calvinistische (Franse) Psalmodie
Nederlandse Gemeentezang
na de Reformatie

Engelse Hymnodie

Muziekgeschiedenis


Kunstgeschiedenis

Prehistorie, Oudheid en Vroege Middeleeuwen
Middeleeuwen
Renaissance
Barok en Rococo
Negentiende Eeuw
Twintigste Eeuw



 

Deel I: De werkelijkheid der mystiek (4)
IV De kenmerken van mystiek
Hier probeert U. het verschijnsel mystiek te omschrijven door het af te zetten tegen andere verschijnselen of opvattingen van anderen.

1) Ten eerste tegenover de magie. Mystiek wil geven, magie wil krijgen; in mystiek wordt de wil verenigd met de emoties in een intens streven de verenigd te raken met een bovennatuurlijke Ene, in de magie wordt de wil verenigd met het intellect in een intens streven naar bovenzintuigelijke kennis. Magie is een op de mens zelf gerichte vorm van transcendentalisme, terwijl in de mystiek juist het geïsoleerde "ik, mij, mijn" achtergelaten wordt.

2) Een volgende vergelijking betreft het bewustzijn van een onderliggende Realiteit in de kunsten. Ook een kunstenaar kan een geïntensiveerde ervaring van de werkelijkheid hebben. Maar de mysticus overstijgt dit talent qua intensiteit, is daarin een genius. Maar er blijft verwantschap; zo blijkt ritme/zang bijv. soms een zeer toetreffend symbool om de mystieke ervaring weer te geven, en presenteert de mystieke ervaring zich vaak ook in ritmische perioden. Maar alle beelden die de mysticus gebruikt, of de stemmen of visioenen die hij ervaart, blijven uiteindelijk maar symbolen voor een onuitsprekelijk iets. Net als poëzie of muziek kan een mystieke tekst bij ons een gevoel van geëxalteerd en verderreikend leven oproepen, maar opnieuw in meerdere mate dan die kunsten. Het vermogen zo'n gevoel over te brengen is zelfs een norm voor de authenticiteit van mystieke teksten.

3) U. zet tegenover de 4 kenmerken van mystieke ervaring van W. James (onuitsprekelijkheid, noëtische kwaliteit, kortdurend, passiviteit) 4 eigen kenmerken die zij doeltreffender vindt.

Mystiek is praktisch en actief, en een zaak van het hele Zelf met al haar vermogens. De schijnbare uiterlijke rust van een mysticus is enkel een voorwaarde voor innerlijk werk.
De doelen van mystiek zijn geheel transcendentaal en spiritueel.
Het Ene is voor de mysticus een levend en persoonlijk liefdesobject. Liefde is hét kenmerk dat mystiek onderscheidt van andere transcendentale theorieën en praktijken, maar dan wel liefde in de zin van de meest vitale tendensen in het zelf, niet de oppervlakkige egocentrische emotionele gewaarwordingen die wij daar meestal mee bedoelen. De mystieke liefde leidt tot een kennis van de Ene die het intellect nooit kan bereiken.
De vereniging met deze Ene brengt een geïntensiveerd leven teweeg, maar kan enkel verworven worden door volhardend streven op de Mystieke Weg. Mystieke verlangens zijn niet voldoende, het komt erop aan dat zij het hele Zelf in beweging zetten en dat en het leven van de mysticus veranderen. Voor ware mystiek moet men in staat zijn tot buitengewone concentratie, een verheven moreel leven leiden en een artistiek/creatief type zijn.
U. voegt als aanhangsel een vijfde kenmerk toe: Mystiek zoekt nooit zichzelf. De ware mysticus eist geen beloften en stelt geen eisen; hij leeft zo omdat hij niet anders kan.