Christelijke mystieke teksten (25)De
vereniging met GodOntleend aan 'Vanden blinckende steen',
p.85-86. [Wanneer we een schouwend leven leiden voelen we ons] één
met God. Want langs de overvorming Gods voelen wij ons verzwolgen
in de grondeloze afgrond van onze eeuwige zaligheid, waar wij tussen God
en ons geen onderscheid meer kunnen vinden of waarnemen. Dat nu is
ons opperste gevoel, dat wij anders niet bezitten kunnen dan in ontzonkenheid
van minne. Als wij in ons opperste gevoel getrokken en verheven worden,
zijn al onze krachten in wezenlijke genieting werkeloos, maar ze gaan geenszins
te niet; want dan verloren wij onze geschapenheid. En zolang wij met
neigende geest en open ogen zonder overdenking van het verstand in
ledigheid volharden, mogen wij schouwen en genieten. Maar van het
ogenblik af, dat wij willen onderzoeken en ontleden wat wij eigenlijk
ervaren, vallen wij terug in de werkzaamheden van de rede. Dan vinden
wij onderscheid en andersheid tussen ons en God, en dan vinden wij
God buiten ons in al Zijn onbegrijpelijkheid. -
Jan van Ruusbroec - |