NOEME WILLEM
VISSER Wie en Waarom

LITURGIE &CETERA Thema's
 Kerkelijk Jaar
Hoofddienst  Getijden Devotie Uitingsvormen 

Liturgie

LITURGIEK
Liturgiek TVG

Liturgiegeschiedenis

Joods

Vroeg Christelijk

Oosters Orthodox

Westers Katholiek

Protestants

HYMNOLOGIE

Geschiedenis van de Hymnodie

Oud Joodse Hymnodie
Vroeg Christelijke Hymnodie
Griekse Hymnodie tot 900AD
Latijnse Hymnodie
Lutherse Hymnodie
Calvinistische (Franse) Psalmodie
Nederlandse Gemeentezang
na de Reformatie

Engelse Hymnodie

Muziekgeschiedenis


Kunstgeschiedenis

Prehistorie, Oudheid en Vroege Middeleeuwen
Middeleeuwen
Renaissance
Barok en Rococo
Negentiende Eeuw
Twintigste Eeuw



Teksten van Jacopone van Todi


Hebben de teksten van Jacopone van Todi betekenis voor u?

  • Schrijf uw gedachten en ervaringen over de onderstaande teksten op.
  • Geef uw mening over de reactie van anderen.
  • Vorm hier op deze site een eigen gespreksgroep rond de teksten.
  • Deel uw ervaringen

Teksten

Uit tijdschrift Speling 37/1985 en 39/1987:

Wie om Christus waanzinnig is geworden,
lijkt gekweld en gepijnigd,

Maar hij is een leermeester, gedoctoreerd
in de natuur en in de theologie.

Wie om Christus waanzinnig wordt,
lijkt gek aan de mensen;

Wie deze ervaring niet heeft gehad,
lijkt het een ontsporing.

Wie deze leerschool wil binnengaan,
zal een nieuwe leer ontdekken.

Wie deze waanzin niet ervaart,
weet nog niet wat goed is.

Wie zich in deze dans wil scharen,
vindt mateloze minne;

Honderd dagen aflaat
voor wie hem uitjouwt.

Zang 92, 341-352:

O hoge nietheid,
jouw werking is zo krachtig,
dat je alle deuren wijd openspert
en binnentreedt in het oneindige.

Jij voedt je met Waarheid
en geen dood vrees je,
scheve dingen maak je recht,
het duistere verhelder je;

Zozeer maak je het hart
in goddelijke vriendschap,
dat er geen ongelijkvormigheid bestaat
die de Minne tegenspreekt.

Teksten opgenomen in Dwarsliggers van Arjan Broers:

Ban alle rijkdommen uit
breng de wetenschap tot zwijgen
en ontvlucht de faam van heiligheid.

De rijkdommen doen tijd verliezen
wetenschap gaat op in wind
de faam herbergt en ontvangt
de huichelarij van alle kanten.

Wie van deze drie ontbloot is
lijkt me een sterrenhemel.

Vier winden bewegen de zee,
die de geest in verwarring brengen;
de vrees en de hoop,
de smart en de vreugde.

De ontbloting van deze vier
is moeilijker dan van de eerste drie

++++++++++++++++++++++++

De hel vrees je niet
noch hoop je op de hemel
en over het goede verheug je je niet
noch treur je om tegenslag.

De deugd heeft geen waarom
want het waarom ligt buiten jou.

++++++++++++++++++++++++

Te leven ik in niet ik
en mijn wezen in mijn niet wezen!

Dit wijkt zo af
dat ik er geen definitie van ken.

++++++++++++++++++++++++

Armoede is niets hebben
en vervolgens niets willen
en alles bezitten
in geest van vrijheid

Nog een tekst van Jacopone van Todi

Mij behoort Frankrijk en Engeland,
midden in zee bezit ik een groot land
(geen oorlog beweegt me,
integendeel ik houd haar in m'n macht).

Mij behoort het land van Saksen,
mij behoort het land van Gascogne,
mij behoort het land van Bourgogne
met geheel Normandië.

Mij behoort het Duitse rijk,
mij behoort het rijk van Bohemen,
Ierland en Dacië
Schotland en Friesland.

Mij behoort het land van Toscane,
mij behoort het dal van Spoleto,
mij behoort het grensland van Ancona
met geheel Slavonië.

Mij behoort het land van Sicilië,
Calabrië en het vlakke Apulië,
Campanië en het Romeinse land
met geheel de vlakte van Lombardije.

Mij behoort Sardinië en het rijk van Cyprus,
Corsica en dat van Creta;
talloze volken overzee,
van wie ik niet weet waar ze zich bevinden.

Meden, Perzen en Elamieten,
Jacobieten en Nestorianen,
Turken en Etiopiërs,
India en Barbarije.

De landerijen heb ik gegeven
aan de lijfeigenen om te bewerken;
van jaar tot jaar zie ik af van de opbrengst
zo groot is mijn vrijgevigheid.

Land, gewassen met hun kleurrijke bloemen;
bomen, vruchten vol smaak,
de dieren staan me ten dienste,
allen op mijn stuk land.

Wateren, rivieren, meren en zeeën,
visjes die erin zwemmen,
lucht, wind, vliegende vogels,
allen doen me feesten.

Maan en zon, hemel en sterren
zijn voor mij geen onbelangrijke schatten;
boven de hemelen bevinden deze zich
waarvan ik zing.

Nadat God mijn wil heeft,
bezitter van alles, wat dan ook,
hebben mn vleugels zoveel veren
dat er voor mij geen weg is van de aarde naar de hemel.

Nadat m'n wil aan God gegeven is,
ben ik bezitter van al wat bestaat;
in minne ben ik omgevormd,
vrijgevigheid voortvloeiend uit minne.