LITURGIE &CETERA | Thema's | |||||||
Kerkelijk Jaar | ||||||||
Hoofddienst | Getijden | Devotie | Uitingsvormen | |||||
|
Beelden en/of 'gelijkenissen' die het Nieuwe
Testament gebruikt Jezus gebruikte gelijkenissen om mensen zicht te geven op het koninkrijk van God, de evangelisten en schrijvers van de brieven in het Nieuwe testament gebruiken ook beelden en/of 'gelijkenissen' om zicht te geven op wat er gebeurd was in het leven sterven en opstaan van Jezus Christus. 1. Het beeld dat het
meest geliefd is geweest in de kerk is: Jezus heeft met zijn dood onze schuld
aan God afbetaald. Dat wordt meestal als volgt uitgelegd: Als een slaaf zijn heer
schade toebracht kon hij feitelijk die schuld nooit goedmaken, omdat de heer al
recht had op al zijn inspanningen. Slechts de dood zou de slaaf ontslaan van zijn
schuld. God de Schepper is de eigenaar van de mens. En de mens kan zijn schuld
onmogelijk goed maken, behalve door zijn dood. Maar Gods Zoon heeft nu bij zijn
Vader de schuld vereffend door zelf onschuldig de dood te aanvaarden. Daardoor
is het weer goed geworden tussen de eigenaar en de slaven en kunnen wij voortaan
leven zonder angst voor de straf van God. 2. Door zijn bloed heeft Jezus de mensen vrijgekocht uit de slavernij aan de duivel. Ook deze uitleg is een beeld uit een maatschappij met heren en slaven. Een slaaf kon vrij worden van zijn heer door de dood. Jezus die vrijwillig slaaf van de zonde geworden was, kocht door zijn sterven degenen die onvrijwillig slaaf van de zonde waren, los van de heer van de zonde, de duivel. Nu kunnen de zonde en de duivel geen aanspraken meer maken op degenen die bij Jezus horen. Zij zijn eigendom van God (1Cor 7:22-24 en Rom 6:1-14) 3. Jezus' dood heeft als een offer onze schuld verzoend. Het beeld van het offer treedt verreweg het meest op de voorgrond, als in het N.T. getracht wordt de betekenis van Jezus' dood uit te leggen. Eens had God de mogelijkheid tot verzoening gegeven door de plaatsvervangende dood van dieren in de tempel van Jeruzalem. Jezus' dood vormde het definitieve offer dat alle zonden te niet deed en de wereld met God verzoende (Ef 5:2 en Col 1:20). Omdat Jezus' dood samenviel met het Pesachfeest wordt Jezus soms voorgesteld als het Paaslam dat geslacht werd om met zijn bloed de Israëlieten in Egypte voor de dood te sparen (1Cor 5:7). De schrijver van de Hebreeënbrief heeft het beeld van het offer uitgebreid door Jezus voor te stellen als de Hogepriester die als definitief offer zichzelf geofferd heeft (Hebr. 5:7-10). 4. Het bloed van Jezus reinigt van alle zonden. In 1Joh 1:7 wordt ook aan de tempel gedacht, alleen nu aan het feit dat een mens eerst zichzelf moet reinigen voor hij God onder ogen kan komen. Dankzij de dood van Jezus kunnen we weer voor God verschijnen. Je zou dus kunnen zeggen, dat zijn bloed ons a.h.w. heeft schoongewassen. 5. Jezus heeft door zijn dood het nieuwe verbond tussen God en mensen bemiddeld. Jezus heeft aan het laatste avondmaal een heel bijzonder betekenis gegeven(1Cor 11:23-25): "Deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed." In het O.T. zien we b.v. in Gen 15 en Ex 24 dat er dieren geslacht werden als bezegeling van een verbond. Nu is Jezus zelf het offer dat het vernieuwde verbond bewerkstelligt, en zijn bloed is het bloed van het nieuwe verbond. Het avondmaal is zo de verbondsmaaltijd, de maaltijd om de nieuwe relatie van God en zijn volk te vieren. Brood en wijn betekenen Jezus' lichaam en bloed. Door dit te eten en te drinken krijgen de volgelingen deel aan het offer en zijn zij opgenomen in het nieuwe verbond. 6. De graankorrel moet sterven om vrucht te dragen. In Joh 12:24 heeft Jezus zijn dood vergeleken met het geheim van de graankorrel, die sterft, om zo een veelvoud aan nieuw leven voort te brengen. 7. Jezus is baanbreker. Soms lijkt het leven in deze wereld op een verblijf in de gevangenis. Allerlei pogingen worden ondernomen om de ware vrijheid te bereiken. En evenzovaak mislukt het. Maar Jezus' leven en dood is als het ware een tunnel waardoor mensen uit de duisternis van dit bestaan vandaan kunnen komen in de vrijheid en het licht van Gods betere wereld (Hebr 10:20; Mat 7:13; Joh 14:6) 8. Overwinning vraagt opofferingen. In Hebr 12:1-2 wordt een beeld aan de sport ontleend. Het leven is een hardloopwedstrijd. De gelovigen moeten bij hun wedloop Jezus voor ogen houden. Hij heeft geleden zoals een atleet zich ook moeite moet getroosten om te winnen. Maar Jezus heeft het gehaald. 9 De zelfontlediging van Christus (Kenosis). Filippenzen 2:5-7 (Zichzelf ontledigd heeft door de gestalte van een dienstknecht aan te nemen en de mensen gelijk te worden) Johannes 13: De voetwassing Laat daarom die gezindheid in u zijn, die ook in Christus Jezus was, Die, hoewel Hij in de gestalte van God was, het niet als een roof beschouwd heeft God gelijk te zijn, maar Zichzelf ontledigd heeft door de gestalte van een dienstknecht aan te nemen en de mensen gelijk te worden. 10 Overwinning van de Duivel. Gen.3:15, Efeziërs 6:10-20, Verzoeking in de woestijn Matteus 4, het boek Openbaring |
|