NOEME WILLEM
VISSER Wie en Waarom

LITURGIE &CETERA Thema's
 Kerkelijk Jaar
Hoofddienst  Getijden Devotie Uitingsvormen 

Liturgie

LITURGIEK
Liturgiek TVG

Liturgiegeschiedenis

Joods

Vroeg Christelijk

Oosters Orthodox

Westers Katholiek

Protestants

HYMNOLOGIE

Geschiedenis van de Hymnodie

Oud Joodse Hymnodie
Vroeg Christelijke Hymnodie
Griekse Hymnodie tot 900AD
Latijnse Hymnodie
Lutherse Hymnodie
Calvinistische (Franse) Psalmodie
Nederlandse Gemeentezang
na de Reformatie

Engelse Hymnodie

Muziekgeschiedenis


Kunstgeschiedenis

Prehistorie, Oudheid en Vroege Middeleeuwen
Middeleeuwen
Renaissance
Barok en Rococo
Negentiende Eeuw
Twintigste Eeuw



Psalm 130 Vanuit de diepten roep ik tot U, Heer
De Profundis clamavi ad te Dominum

Deze psalm , vanwege de vele muzikale zettingen bekend als 'De Profundis', (psalm 129 volgens de nummering van de Septuaginta), is een smeekbede van de mens uit de diepte tot God.

In de westers katholieke traditie wordt deze psalm met een aantal andere gebeden voor een overledene.

(Afbeelding: Les Très Riches Heures du duc de Berry, Folio 70r - De Profundis, the Musée Condé, Chantilly.)

'De Profundis' is door veel componisten op muziek gezet, bijvoorbeeld door Josquin Desprez, Orlandus Lassus, Jan Pieterszoon Sweelinck, Johann Sebastian Bach, Felix Mendelssohn-Bartholdy, Edward Elgar, Charles Hubert Parry, Marcel Dupré, Arnold Schönberg en Arvo Pärt. Ook de postuum gepubliceerde brief van Oscar Wilde, waarin deze tot de wonderlijke conclusie komt dat de diepte waarin hij terecht kwam het beste was dat hem had kunnen overkomen, draagt deze titel.

(vers 1-4) Uit de diepte roept de dichter tot God. De diepte van Psalm 130, diepte van lijden en tegenslag, wordt benoemd als 'los zijn van God' (zonde). Als die situatie (alles wat tussen God en de mens komt: ongerechtigheden) blijft bestaan, kan een mens niet blijven bestaan.

Tegen alle ervaring van gescheidenheid heen herinnert de dichter eraan dat God de bron is van vergeving en verzoening:

Maar bij u is vergeving,
daarom eert men u met ontzag.

Dat is het centrum van de psalm, daar draait deze om. Omdat dit zo is hoopt en verwacht de dichter het van God. Zijn lichamelijk en geestelijk welzijn zijn afhankelijk van de band met God.

Vertalingen (zie hieronder) Latijnse tekst, Statenvertaling 1637, Vertaling Guido Gezelle, NBG'51, NBV.

Latijnse tekst (Vulgaat)

De profundis clamavi ad te Domine
Domine exaudi vocem meam fiant aures tuae intendentes in vocem deprecationis meae
si iniquitates observabis Domine Domine quis sustinebit
quia apud te propitiatio est propter legem tuam sustinui te Domine sustinuit anima mea in verbum eius
speravit anima mea in Domino
a custodia matutina usque ad noctem speret Israhel in Domino
quia apud Dominum misericordia et copiosa apud eum redemptio
et ipse redimet Israhel ex omnibus iniquitatibus eius.

Nederlandse vertalingen

Er zijn verschillende vertalingen van de psalm in het Nederlands, waaronder:

Statenvertaling, editie 1637

Psalm Cxxx.
130
1 EEn Liedt Hammaaloth. Uyt de diepten roepe ick tot u, o HEERE.
2 Heere, hoort nae mijne stemme: laett uwe ooren opmerckende zijn op de stemme mijner smeeckingen.
3 So ghy, HEERE, de ongerechticheden gade slaet: Heere, wie sal bestaen?
4 Maer by u is vergevinge, op dat ghy gevreest wort.
5 Ick verwachte den HEERE, mijne ziele verwacht, ende ick hope op sijn woort.
6 Mijne ziele [wacht] op den Heere, meer dan de wachters op den morgen: de wachters op den morgen.
7 Israël hope op den HEERE, Want by den HEERE is goedertierenheyt, ende by hem is veel verlossinge.
8 Ende hy sal Israël verlossen van alle sijne ongerechticheden.


Vertaling van Guido Gezelle

Uit de diepte roep ik, Heere,
Hoort, ik bidde U, naer myn stem!

Wilt Uw oor te mywaerd keeren
Die om bystand roepend bem!

Sloegt gy al myn zonden gade,
Heer! wie zou niet ondergaen?

Neen! by U, dáer is genade
Heere, uw spreken houdt my staen!

Staende blyve ik op uw spreken
En ik hope in U, o Heer!

Van het eerste morgendbreken,
Tot des avonds wederkeer.

Want by U is medelyden,
Is verzachting des gekwels,

Grooter als het wederstryden
En de boosheid Israëlls.

Heere, op dat hun ruste en vrede,
Zy gegeven, bidden wy:

End' hun, in alle eeuwigheden,
't Hemelsch licht geschonken zy!

NBG-vertaling 1951

Een lied uit de diepte
130
1 Een bedevaartslied.

Uit de diepten roep ik tot U, o HERE.
2 Here, hoor naar mijn stem;
laten uw oren opmerkende zijn
op mijn luide smekingen.
3 Als Gij, HERE, de ongerechtigheden in gedachtenis houdt,
Here, wie zal bestaan?
4 Maar bij U is vergeving,
opdat Gij gevreesd wordt.
5 Ik verwacht de HERE,
mijn ziel verwacht en ik hoop op zijn woord;
6 mijn ziel wacht op de Here,
meer dan wachters op de morgen,
wachters op de morgen.
7 Israël hope op de HERE,
want bij de HERE is goedertierenheid,
bij Hem is veel verlossing;
8 Hij zelf zal Israël verlossen
van al zijn ongerechtigheden.


Nieuwe Bijbelvertaling

Een pelgrimslied.
Uit de diepte roep ik tot u, HEER,
2 Heer, hoor mijn stem,
wees aandachtig, luister
naar mijn roep om genade.

3 Als u de zonden blijft gedenken, HEER,
Heer, wie houdt dan stand?
4 Maar bij u is vergeving,
daarom eert men u met ontzag.

5 Ik zie uit naar de HEER,
mijn ziel ziet uit naar hem
en verlangt naar zijn woord,
6 mijn ziel verlangt naar de Heer,
meer dan wachters naar de morgen,
meer dan wachters uitzien naar de morgen.

7 Israël, hoop op de HEER!
Bij de HEER is genade, bij hem
is bevrijding, altijd weer.
8 Hij zal Israël bevrijden
uit al zijn zonden.