|
| |
Psalm 145 Psalm 145 is eigenlijk één grote
aansporing om God te loven en te prijzen. En uit het laatste vers van de Psalm
het vers dat voor vanavond heb uitgelicht- blijkt dat die aansporing uitgaat
tot ieder van ons persoonlijk en tot alles wat leeft in de schepping. Eigenlijk
kunnen we zeggen, dat het boek van de psalmen leerboek is voor lofprijzing. Een
mooie illustratie daarbij het opschrift van Psalm 145. Een loflied van David,
zo lezen we daar. In het Hebreeuws staat daar een woord t@hillah- dat zoiets
betekent als uitbundige (persoonlijke en openbare) lofprijzing. Dat zegt dus wel
iets over waar het in deze psalm overgaat. Maar niet alleen in déze psalm.
Het opmerkelijke is, dat het woord t@hillah ook woord gebruikt als een aanduiding
voor het hele psalmboek. Het boek van de Psalmen is in het Hebreeuws het boek
van de tehillim. Dat is gek, denk je misschien, want er zijn toch
ook klaagpsalmen en boetepsalmen en zelfs wraakpsalmen. Ja, dat is waar, maar
onder al die verschillende tonen en stemmingen zit dus blijkbaar één
onderstroom: de aansporing om God iedere dag van ons leven te eren, te loven en
te prijzen. En de dichter van Psalm 145 heeft dat heel goed begrepen.
Want in vers 2 zegt hij: Elke dag opnieuw wil ik u prijzen, uw naam loven
tot in eeuwigheid. Elk dag opnieuw. Op goede dagen, maar ook op slechte
dagen. Als de omstandigheden daar alle reden toe geven, maar ook als dat absoluut
niet zo is. God prijzen doe je dus niet incidenteel, van tijd tot tijd in een
Praise & Worship samenkomst (als je daar zin in hebt). Nee, lofprijzing is
het hoogste doel van ons leven. Een dag zonder lofprijzing is in het licht van
de eeuwigheid bezien een verloren dag. Vandaar dat we elkaar ook vanavond aansporen
om God te loven en te prijzen, nu maar zeker ook hierna. Alle dagen! *Maar
waarom zou je dat eigenlijk doen? Wat hebben we voor reden om God dagelijks te
loven en te prijzen? Nou, de dichter van deze psalm heeft er weinig moeite mee
om die redenen te bedenken. Hij geeft een heel lied lang werkelijk een stróóm
van redenen. Teveel om op te noemen. Toen ik probeerde er met potlood een lijstje
van te maken kreeg ik dat eigenlijk nauwelijks voor elkaar, zoveel wordt hier
genoemd. Toch is het wel mogelijk er een paar hoofdredenen uit te destilleren.
Ik noem er drie. De eerste en meest in het oog springende is wel, dat
God de Schepper is. In vers 4 staat het volgende: Laat geslacht na geslacht
van uw schepping verhalen, uw machtige daden verkondigen. En in vers 10
lezen we: Laten al uw schepselen u loven, Heer, en uw getrouwen u prijzen.
Het is dus heel belangrijk (van levensbelang!) om God te loven als Schepper.
Maar waarom is dat zo belangrijk? Allereerst is dat een kwestie van dankbaarheid
voor alles wat Hij gemaakt heeft. Alles wat God gemaakt heeft is zo mooi en wonderlijk,
dat het ons alle reden geeft de maker ervan te eren. Maar in de wereld van het
Oude Testament speelt daar altijd ook nog iets anders mee op de achtergrond. De
godsdienst van Israël had het wat betreft de oorsprong van de wereld op te
nemen tegen hele krachtige mythen uit de omliggende landen. Het waren mythen die
dezelfde kracht hadden als de evolutietheorie vandaag. Om daar tegen in te zingen,
dat de God van dat kleine landje Israël de hele wereld heeft geschapen was
dan ook niet anders dan een uiting van geestelijke strijd. En dat is vandaag dus
niet anders. Je zingt het soms zo makkelijk, dat God de Schepper is en dat je
Hem er voor prijst, maar je doet er heel wat mee. Je spreekt er een belijdenis
mee uit en onttrekt je daarmee aan een breed aanvaarde ideeënwereld. Anders
gezegd: door God als Schepper te eren geef je je over aan de God het voortdurend
lijkt af te leggen tegen allerlei mogelijke ideologieën, maar die toch onze
Koning is. *Dat Koningschap van God is meteen ook de tweede hoofdreden
om God te prijzen. De psalm begint er direct mee en dan ook nog eens heel persoonlijk.
In vers 1 lezen we U, mijn God en mijn Koning, wil ik roemen, uw naam wil
ik roemen tot in eeuwigheid. En in vers 13 lezen we: Uw Koningschap
omspant de eeuwen, uw heerschappij omvat alle geslachten. Dat God
Koning is, is een belijdenis die we al vanaf het eerste begin van de Bijbel tegenkomen.
In zekere zin ligt die belijdenis natuurlijk in het verlengde van de belijdenis
dat Hij de Schepper is. Hij, die alles heeft geschapen regeert ook over zijn schepping.
Dat God koning is, is er de garantie van, dat de schepping blijft functioneren
en dat mensen genoeg hebben om van te leven. Maar ook hier is de belijdenis
van Gods koningschap een uiting van geestelijke strijd. Want als vers 17 uitroept,
dat God rechtvaardig is in alles wat Hij doet, dan is zegt dat iets over zijn
koningschap. Zijn Koningschap licht namelijk vooral op in een gebroken wereld,
waar het onrecht zich breed maakt en voortdurend door de kieren en gaten van het
hele leven heen sijpelt. In de wereld komt God binnen als Koning die recht wil
doen aan ieder, voor al aan hen die tot Hem roepen in hun nood. Het Koningschap
van God is dus een reddend koningschap. De eeuwen door is hij daar al mee bezig,
maar in de zending van zijn Zoon Jezus komt dat Koninkrijk met kracht aan het
licht. Jezus zegt dan ook steeds het koninkrijk van God is (in mij) nabij
gekomen. Zeker met het oog op Jezus hebben we alle reden om God te prijzen
om zijn koningschap. Het is een koningschap, dat eeuwig zal duren en dus alle
eeuwen omspant. Als je eenmaal een klein beetje gaat begrijpen wat dat betekent
en je gaat er de tekenen van zien, dan kun je het niet meer laten om God om die
reden te loven en te prijzen. *We loven God dus omdat Hij onze Schepper
en onze Koning is. En uit dat Koningschap komt ook een derde reden voor lofprijzing
voort. Want wat was de hoogste taak van een koning in Israël? Dat hij het
recht van God zou kennen en dat hij vanuit dat recht vooral ook de zwakken en
de gebogenen te hulp zou komen. En dat is precies wat vers 14 zegt: Een steun
is de HEER voor wie is gevallen, wie gebukt gaat richt hij op. Beseffen
we wat dan betekent? Onze God is een immens grote God. Onze Schepper en onze Koning
is Hij! Maar Hij is nooit te groot, om onze zorgen en noden te zien. Zijn grootheid
betekent niet dat Hij ver weg is. Integendeel. Allen die hem aanroepen is
de HEER nabij, die hem roepen in vast vertrouwen lezen we in vers 18.
En misschien voel je dat juist wel heel goed als je God looft en prijst. Als
je zingt van zijn grootheid ervaar je zijn nabijheid. Als je je richt op zijn
hoogheid, ervaar je hoe juist heel laag ziet. We hebben dus alle reden
om God te loven en te prijzen. Vanavond, maar ook alle dagen van ons leven. Psalm
145:21 wijst de weg: Laat zo mijn mond de lof spreken van de HEER, en alles
wat leeft zijn heilige naam prijzen, tot in eeuwigheid..
Voetnoten: Psalm
145:1 De psalm is een acrostisch gedicht, de verzen (inclusief vers 13b) beginnen
met de opeenvolgende letters van het Hebreeuwse alfabet. Psalm 145:5 Dode Zee
Rollen en Syrische (zie ook Septuagint Masoretische Text) Over de glorieuze glans
van uw majesteit / en over uw wonderbare werken zal ik mediteren Psalm 145:13
Eén manuscript van de Masoretische Tekst, Dode Zee Rollen en Syrische (zie
ook Septuagint, in de meeste manuscripten van de Masoretische Tekst ontbreken
de laatste twee regels van vers 13.
| |
|