LITURGIE &CETERA | Thema's | |||||||
Kerkelijk Jaar | ||||||||
Hoofddienst | Getijden | Devotie | Uitingsvormen | |||||
|
Psalm 36 Het aanstekelijke licht van God Licht dat ons aanstoot in de morgen. Het is de eerste regel van een bekend
lied van Huub Oosterhuis. Licht en H et eerste deel van de Psalm (2-5) gaat over het platte vlak, over wat
er gaande is op deze aarde. Wie dit ratjetoe enigszins wil duiden, heeft
woorden nodig die het platte vlak overstijgen. Anders blijven we rondjes
draaien, zoals een hondje achter z'n eigen staart aan loopt. De Psalm
zet in met het woord `zonde'. Toegegeven: versleten tot op de Zonde veronderstelt een relatie die verstoord is. Die storing woekert
door in alle verhoudingen: tussen God en de mensen, mensen onderling,
mens en dier, mens en ding.Hier wordt de zonde `sprekend' voorgesteld.
Het hart wordt Oeverloos Het hart van de Psalm (6-10) bezingt de wijze waarop de Here God reageert.
Niet de God-in-het-algemeen, maar de Levende, die een Naam, een Gezicht
heeft. Daarop is Hij aanspreekbaar, herkenbaar. Zijn `goedertierenheid'
Mens en dier kunnen daar en zo hun hart ophalen, een thuis vinden, hun
dorst lessen (8-9).. Het bestaan mag dan verschrikkelijk zijn, maar de
verrukking krijgt de boventoon. Deze mondt uit in een belijdenis, die
altijd het karakter heeft van een liefdeslied: Als de bran van het leven is Hij een en al dynamiek. Aan Hem hebben we alles te danken: Deze erkentenis heeft niet alleen terugwerkende kracht, maar doorlicht ook het heden en de toekomst. `God is licht en in Hem is in het geheel geen duisternis' (1 Joh. 1:5). Hij laat dat licht schijnen. Niet alleen de zon, de maan en de sterren. Die vertellen overigens ook
een verhaal, zijn een prediking (Gen.l; Ps.19). Hij laat zich vooral horen.
In en door de woorden van mensen. Zijn Woord is een licht op ons pad (Ps.119:105).
Het slot van de Psalm is een gebed om vanuit deze bron, in dit licht te blijven leven. Daar buiten is geen toekomst. Het `lied aan het licht' van Oosterhuis zingt tenslotte: Veelstemmig licht, Gert Marchal |
|