NOEME WILLEM
VISSER Wie en Waarom

LITURGIE &CETERA Thema's
 Kerkelijk Jaar
Hoofddienst  Getijden Devotie Uitingsvormen 

Liturgie

LITURGIEK
Liturgiek TVG

Liturgiegeschiedenis

Joods

Vroeg Christelijk

Oosters Orthodox

Westers Katholiek

Protestants

HYMNOLOGIE

Geschiedenis van de Hymnodie

Oud Joodse Hymnodie
Vroeg Christelijke Hymnodie
Griekse Hymnodie tot 900AD
Latijnse Hymnodie
Lutherse Hymnodie
Calvinistische (Franse) Psalmodie
Nederlandse Gemeentezang
na de Reformatie

Engelse Hymnodie

Muziekgeschiedenis




Overzicht 16e eeuwse muziek (Terugblik.)

De 16e eeuw geeft ook in ons land het einde van het Universalisme der Middeleeuwse Katholieke Kerk te zien. Wel weet het ook hier nog zijn algemeen-geldende, onpersoonlijke muziek te handhaven (de koren, de Zeven-getijden zangers, het Leidse Requiem, Boscoops Psalmen), maar het meewerken van instrumentalisten (speellieden) en van het orgel brengen toch een nieuw element. Een aesthetisch genieten als zodanig is dat echter nog niet. Want zelfs in de wereldse kunst komt dit pas tegen het eind der eeuw te voorschijn in de toonschilderingen der Madrigalen. Overigens ging ook dit weer niet, zonder dat het groeiend Individualisme de weg gebaand had. Groeiend individualisme, want vooralsnog lag het zwaartepunt in het groepsgewijze musiceren (het eenstemmig en meerstemmig volkslied, de dans). In dit verband zijn de talrijke philippica's tegen de „vleselijke" liederen wel typerend. In het voorwoord van Susato's „Ierste Boexken" lezen we dat hij was:

„schouwende alle oneerlycke en onbetamelijke woorden, waardoor deze edele hemelsche kunst onteerd wordt, want Musica is een sunderlinge hemelsche gave van god geordineert ende den menschen gegeven, niet tot oneerlijcke oft lichtverdigen misbruycke, maer om hem voer al danckelijck te lovene, ledicheit te schouwene, tyt te winnene, melancolie te verjagene, onlust te verdrivene, sware geesten te verluchtene, beroerde herten te verhuegene."

We hebben hier een staal van de-typisch Renaissancistische, dualistische Muziekbeschouwing (1 Die we b.v. ook bij Shakespeare aantreffen): aan de ene zijde de muziek als „zonderlinge" (= kostbare) gave van God (zoals ook de Kerkvaders de muziek beschouwden: regelrecht geinspireerd door de Heilige Geest); anderzijds de muziek als verjager van melaneholie etc. Dit dualisme maakt ook dat
Susato's vlag de lading van zijn „Boexken" niet dekt. Want de volgende tekst spoort nu juist niet aan tot ingetogen levenswandel:

Ghij eedel jonghe gheesten
„Ghesellekens vander lucht
„Drijft amoureuse feesten
„Al en isser genen bucht
„Al sout u naemaels rouwen
„Maect daeraf gheen geclach

„Bedrijft solaes met vrouwen,
„Alst u ghebueren mach .
,,Sender verdrach
„Syt nacht en dach
„Om U bejacht

„Maect gheen geclach
„Nature geeft verdraeh.

Een rondborstige uiting van de 16e eeuwse levensdrift, reacties op de Middeleeuwse ascese. Begrijpelijk kon Boscoop in de voorrede van zijn Psalmen getuigen van de „wellustige, scandalose ende andere lichtveerdige liedekens en danserien ... voetsel van alle oncuysheit ende lascivie". Toch dankt de Nederlandse muziek aan de hier` werkzame
krachten haar komende bloei. Juist deze „aardgebondenheid", deze werkelijkheidszin, moest in de „nuchtere", realistische Lage Landen weerklank vinden. Temeer daar juist hierdoor het nationale gevoel ging opbloeien. We herinneren aan de uitspraak van Susato, geciteerd aan het slot onzer inleiding. Zo groeide, vooral na de eerste oorlogsjaren in ons land, een het leven veraangenamende muziekbeoefening, die de gehele burgerij in klokkenspel, pijper-, tromper- en orgelmuziek vreugde schonk. Zo viel het zaad van het Calvinisme hier in goede aarde. Het
Calvinisme, zelf dualistisch in zijn gebondenheid aan de Oosters-Middeleeuwse fataliteitsleer der Voorbeschikking en zijn theorie van de individuele zielestrijd („Werkt Uw eigen zaligheid"), maar juist hierdoor zozeer voldoening schenkend aan de Noord-Nederlander met zijn aanleg naar beide zijden. Deze aanleg naar beide zijden is het, die hem in de
periode van de Barok brengt op de toppen der Europese cultuur.

De stadspijpers Trompers Klokmuziek Huismuziek Rederijkers Het Volkslied De Psalmen Het orgel

De R.K. Kerkmuziek Meerstemmige wereldlijke muziek Zie ook: Volkslied: Het Geuzenliedboek

Muziek in Nederland in de 16e eeuw (Uit: W.H. Thijsse, Zeven Eeuwen Nederlandse Muziek, Rijswijk 1949)

 

 

De stadspijpers

Trompers

Klokmuziek

Huismuziek

Rederijkers

Het Volkslied

De Psalmen

Het orgel

De R.K. Kerkmuziek

Meerstemmige wereldlijke muziek