NOEME WILLEM
VISSER Wie en Waarom

LITURGIE &CETERA Thema's
  Kerkelijk Jaar
Hoofddienst   Getijden   Devotie   Uitingsvormen  

Liturgie

LITURGIEK
Liturgiek TVG

Liturgiegeschiedenis

Joods

Vroeg Christelijk

Oosters Orthodox

Westers Katholiek

Protestants

HYMNOLOGIE

Geschiedenis van de Hymnodie

Oud Joodse Hymnodie
Vroeg Christelijke Hymnodie
Griekse Hymnodie tot 900AD
Latijnse Hymnodie
Lutherse Hymnodie
Calvinistische (Franse) Psalmodie
Nederlandse Gemeentezang
na de Reformatie

Engelse Hymnodie

Muziekgeschiedenis



Geschiedenis van de Kerststal naast het kerstlied in verband met de Gnostiek

Ontleend aan de inleiding van S. BARING-GOULD in de Carolbundel van Rev. Richard R. Chope, Carols For Use In Church.

In de 11e en 12e eeuw, was zuid Europe in de ban van het Manicheisme, dat veelal (maar niet onomstreden) als een Gnostische stroming gezien wordt.. De Pauliciers, een uit Klein Azie door keizerin Theodora in 842 verbannen ketterse secte, vestigde zich in Bulgarije. Het Bulgaarse Christendom werd erdoor gestempeld. De ketterij werd daar niet vervolgd en verspreidde zich rond de Adriatische Zee tot Noord Italie en Zuid Frankrijk toe. In de 11e eeuw was er bijna geen plaats in Italie waar het manicheisme geen voet aan de grond had gekregen. Toen Innocentius III Paus werd., beheerste het Manicheisme het veld in Zuid Frankrijk. In Italie werd het Paterinisme genoemd; in de Provence, Albigensianisme. In 1145 wordt Bernard van Clairvaux naar Zuid-Frankrijk gestuurd om de Katharen te overtuigen zich terug bij de Katholieke Kerk aan te sluiten. Zijn preken vinden geen gehoor. Hij wordt zelfs enkele malen door de plaatselijke bevolking uitgejouwd. Het zelfde dient gezegd te worden van de prediking in 1206 door Dominicus Guzman, de latere stichter van de Dominicanerorde.
Ondertussen bereikte een andere stroom van dit dualisme Duitsland en kreeg invloed in het rijk. De Begarden (een verbastering van Bulgaars) verspreidde de dualistische leer over Noord Europa, en lag aan de wortel van de latere opstand van de Hussieten onder Zisca met de Dorsvlegel.
Het westerse Manicheisme (zowel van de Patrines, Albigenses, of Begarden) stelde dat materie kwaad was; de wereld, het vlees, was het werk van de Demiurg, de maker van deze wereld, en de God van de Joden en het Oude Testament; Het Evangelie was de openbaring van de Goede God, die de bron van de Geest was. De val van de mens was de ketening van de ziel aan het lichaam; de bevrijding van de ziel uit zijn vleselijke kerker was het na te streven doel. In zo'n religie was er geen plaats voor de Incarnatie (vleeswording van God); de Incarnatie van het Woord werd dan ook officiëel ontkend door al de Manicheise secten in heel Europe. Het Christendom in Zuid Frankrijk leidde een zieltogend bestaan, het Manicheisme was populair en mensen van alle standen beleden het dualisme van Materie en Geest, en niet de Schepper God die in de vorm van zijn Zoon Jezus Christus vlees wordt en onder de mensen woont. Vervolging van het Manicheisme deed het weinig populariteit verliezen.

De populariteisslag werd uiteindelijk gewonnen door Franciscus van Assisi en zijn volgelingen. Hij wist mensen aan te spreken en te enthousiasmeren door zijn armoedebeweging en door zijn benadering die tot de verbeelding sprak.

Franciscus zag de noodzaak om het hart van mensen te raken en hun gevoel en verbeelding te betrekken in hun geloof., zeker als het zoiets centraals betrof als dat God zich vernedert, zoals in de Incarnatie wordt beleden.

In de winter van 1223 was Franciscus in Rome en verkreeg daar bevestiging van zijn Regel op 29 november van Paus Honorius III. in de vorm van een Pauselijk Decreet en aanbevelingsbrieven aan alle Christelijke Bisschoppen. Deze Paus had al enige tijd de strijd aangebonden met de Albigenzen en hun geestgenoten.Toen Fancisus hem om toestemming verzocht om met Kerst ceremonies in te voeren om de volkse verbeelding te kunnen aanspreken, en zo te bewerken wat catechese niet kon bewerken, kreeg hij deze toestemming terstond. Hij vertrok naar het dorp Grecia, niet ver van Assisi, waar hij Kerst wilde vieren.
In dit dorp, tegen Kerst vroeg Franciscus een zekere Giovanni om in de kerk een stal in te richten compleet met os en ezel. Toen de Kerstnacht kwam maakten Franciscus en diens broeders de stal tot een zichtbare voorstelling van de gebeurtenissen van de Kerstnacht in Bethlehem. De kribbe werd gevuld met hooi, de dieren werden op hun plaats gebracht, het zag er allemaal heel realistisch uit, zoals mensen het kenden. De lokale bevolking gaf gevolg aan de uitnodiging om met de broeders het kerstfeest te vieren. Met fakkels verlichtten ze de decembernacht. De broeders zongen nieuwe liederen voor Kerst ter ere van God.
De invoering van de Kerststal leidde al gauw tot legende vorming. Zo wordt verteld dat Franciscus in gedachten verzonken stond bij de kribbe, waarin hij door het geloof de kribbe van de Heer aanschouwde. Zijn vriend, Giovanni, die toekeek, had een visioen en zag dat een schitterend kind in de kribbe lag en dat toen Franciscus daarover bukte de baby wakker werd en zijn handen naar hem uitstrekte.
Een andere legende gaat als volgt: Op Kerstavond werd voor het stalletje de H. Mis opgedragen, waarbij het idee was dat het Goddelijk kind zelf onder de gedaante van brood en wijn aanwezig zou zijn. Toen Franciscus het Evangelie zong en gekomen was bij de woorden "en legde hem neder in de kribbe", knielde hij neer om het geheim der menswording te overwegen en zie in zijn armen kwam een kindje, omstraald van schitterend licht.
De Kerststal werd een brandpunt van volksdevotie; de Franciskanen verspreidden deze volksdevotie waar ze ook kwamen.
Niet alleen met de Kerststal, maar ook met levenswijze wist Franciscus de mensen aan te spreken en te winnen voor het Christendom. Rond de kerstdevotie onstonden ook Kerstliederen om de devotie te ondersteunen. Dit wordt wel gezien als de oorsprong van de volkse kerstliederen, zoals bijvoorbeeld de Engelse Carols.