|
|
|
Gemeentezang in de
Vroege Kerk
Het vroegste voorbeeld van gemeentezang in de Christelijke traditie
wordt aangetroffen op meerdere plaatsen in het Oude Testament waar de
gemeente deelneemt aan het zingen van responsen op de psalmen (bijv.
Nehemia xii.31--9).
Philo van Alexandrie beschrijft antifonale gemeentezang
door een Joodse secte genaamd de Therapeutae:
Ze gaan samen staan en ... voegen zichzelf samen tot twee koren,
een van mannen en een van vrouwen, de leider gekozen uit elk is
de meest gewaardeerde en meest muzikale van hen. Ze zingen gezangen
voor God gecomponeerd in veel verschillende maten en gezet op
veel melodieën, soms samen zingend, soms antifonaal ... Zo
creëert het koor van de Therapeutae van beide sexen een waarlijk
muzikale symfonie -- noot als respons op noot en stem als respons
op stem, de diepe stemmen van de mannen samensmeltend met de schelle
stemmen van de vrouwen. [De vita contemplativa ]
De vroeg Christelijke Kerk ontbrak het aan de financien om beroepszangers
te betalen voor koren. Bovendien (omdat ze vaak in het geheim moesten
samenkomen), waren er niet de omstandigheden om koren met getrainde
zangers te vormen. Daarom ontwikkelde zich de zang in de vroege
Christelijke Kerk vooral als een gemeenschappelijke activiteit.
Origenes (ca. 185 - ca. 254) merkte op dat,
De Grieken gebruiken Grieks, de Romeinen Latijn ... en
iedereen bidt en zingt Gods lof naar beste kunnen in zijn moedertaal'.
De vroege Christenen onderhielden de religieuze praktijk van hun
Joodse achtergrond. Ze bleven deelnemen aan de Tempeldienst en kwamen
samen voor onderwijs en discussie in de Synagoge, maar er was een
grote nadruk op de heilige maaltijd - nu een gemeentemaal en
niet meer een familiemaal - vaak aangeduid als het breken
van het brood. Anderen werven voor het geloof werd gedaan in
de synagogen en op andere openbare plaatsen, maar de (rituele) bijeenkomst
van de gelovigen was het gemeenschaps maal, dat gewoonlijk
gehouden werd in het huis van een welgestelde Christen. Het is niet
zeker of elke keer dat het breken van het brood genoemd wordt in het
Nieuwe Testament ook inderdaad de eucharistie bedoeld wordt, maar
dat zal in de meeste gevallen wel zo zijn.
Het proces waardoor de Eucharistie gescheiden werd van de avondmaaltijd
en 's ochtends gevierd werd, voorafgegaan door een aparte leerdienst,
kan niet op de voet gevolgd worden; we treffen dit klassieke patroon
aan in de beschrijving van Justinius Martyr van de Romeinse Eucharistie
in het midden van de tweede eeuw.
Gemeentezang bestond uit nieuw gemaakte gezangen en niet in de eerste
plaats uit Oud Testamentishe psalmen. Als, bij voorbeeld, Paulus tegen
de Corinthiers zegt: Wat dan, broeders? Als jullie samenkomen
heeft ieder een psalm, een onderwijzing, een openbaring, tongentaal,
een interpretatie (1 Corinthians xiv.26-7), dan lijkt het erop
dat hij in de eersteplaats sprak over de bijdragen die de gemeenteleden
leverden.
Naast het zingen van volledige gezangen, die waarschijnlijk door
individuele personen werden uitgevoerd, zal de hele gemeente deelgenomen
hebben aan korte acclamaties en responsies. In de enthousiaste atmosfeer
moeten korte acclamations zoalsAmen, Alleluia
enMaranatha gebruikelijk geweest zijn, naast de wat langere
zoals doxologieën of misschien geliefde psalm versen. Deze werden
wellicht gezongen als antwoord op gebeden en lezingen, die zelf waarschijnlijk
ook op zangtoon gereciteerd werden en niet op moderne wijze voorgelezen
of gesproken.
Hoewel aanvankelijk mannen en vrouwen waarschijnlijk samen zongen,
begon de vroege Kerk Paulus' aanwijzing te volgen (1 Korinthiers 14:34)
en rond 200 AD was het vrouwen niet langer toegestaan om deel te nemen
aan de gemeentezang.
Nadat het Christendom de officiele staats religie was geworden na 313
AD, begon de kunst van het zingen te bloeien toen koorscholen gesticht
werden. Gedurende de hele periode van de Middeleeuwen bleef deantifonale
en responsoriale zang zich verder ontwikkelen. De ingewikkelde zangen
waren bedoeld voor virtuose getrainde zangerss terwijl eenvoudige zangen
met één lettergreep per noot bedold waren om gezongen
te worden door priesters en gemeente.
[Gebaseerd op informatie uit Grove's, New Dictionary of Music and Musicians
Online.]
|
|
|